Erquy – St. Malo (de tekst)

Let op: dit is het verslag van gisteren. Toen heb ik alleen de foto’s geplaatst. Nu het verhaal.

We zijn later op pad dan anders. De fietsen moeten opgehaald worden en dat betekent eerst een strandwandeling. Het is alweer eb. Vloed hebben we eigenlijk nog niet mee gemaakt. De bootjes hebben gedreven en zijn weer gestrand. In Erquy doen we eerst nog boodschappen voor de lunch. Terwijl Saskia en Ria in de super zijn vergaap ik me aan de viswinkel er tegenover. Daar ligt heel wat. Oesters, mosselen, kreeften en krabben. De laatsten zijn in oorlog met elkaar.
Gisteren hebben we even de kust gezien, maar nu krijgen we er pas echt goed zicht op. Ik snap nu ook wel waarom mensen vaak naar Bretagne terug komen. Ik zou hier ook mijn hart kunnen verliezen op de witte stranden, de ruige rotsen en de roep van de meeuw. Het is een hoog oooh een aaaah gehalte. Onze route loopt een deel over het strand en een weg die bij vloed onder water staat. Gelukkig is het eb en het scheelt ons een groot stuk omrijden. En nog beter, omhoog rijden, want om op het strand te komen dalen we natuurlijk af naar nul meter.
Wat mij betreft moeten de weermannen en vrouwen op nascholing. De weersvoorspelling is hier nog niet één keer uitgekomen. Als ze regen voorspelden en het blijft droog, dan ben ik natuurlijk blij. Maar ze voorspellen nu ook al een paar dagen zon. En die blijft uit. Sterker nog, vandaag hebben we voor het eerst de regenbroek aan. Weliswaar maar voor een uur of zo, maar toch. Een afwisseling van de grijze soep waar nu steeds in rijden zou een welkome afwisseling zijn.
De route loopt voornamelijk langs de kust. Zo komen we ook bij Cap Frenél. Een stukje voor het puntje besluiten de dames dat er een mooi koffieplekje is. Dat is het ook, een rond bankje op een steile klif. En dat is heel jammer voor Lucas want die is al een stukje verder omhoog geklommen. Ria belt hem, maar we hebben stichting correlatie nodig om het weer goed te maken. Desalniettemin genieten we op dit mooiste koffieplekje ooit.
Na de koffie fietsen we door tot de afslag naar de kaap. Saskia wil er graag heen, maar gezien het tempo en het feit dat we zo bij een kaap komen waar én fort la Latte én de menhir Doigt de Gargantua staat, weet ik haar te overtuigen dat we door moeten fietsen. Dat blijkt een gemiste kans want het fort én de toegang tot de menhir blijken afgesloten. Geen kaap. Geen menhir. Geen fort.
De track die we volgen klopt soms niet. Dan staan we zo maar in een weiland terwijl er een weg zou moeten zijn. Met wat puzzelen en kijken vinden we altijd wel weer een aansluiting op de route. We zitten nog steeds veel langs het water. Dat verveelt nooit. Er is altijd wat te zien. Drooggevallen bootjes, zandstranden en rotsen. Bij Pleboulle gaan we weer even het binnenland in. De route brengt ons in Matignon waar we op het plein de lunch maken. We hebben concurrentie van de schoonmakers. Er is markt geweest en ze willen net, op de plek waar wij zitten, schoonmaken. Met bladblazers waait bijna onze lunch weg, mar uiteindelijk weten ze toch om ons heen te manoeuvreren. De meeste mensen kijken ons vreemd aan als we daar met onze boterham en soepje zitten. Fransen zijn gewend om anders te lunchen.
Inmiddels lopen we weer verschrikkelijk achter op schema. Ondanks dat we maar 65 kilometer hoeven vandaag. De route die ik gepland heb gaat een beetje door het binnenland naar Dinard. Ria wil graag langs de kust. Daarom gaan we bij St. Briac Sur Mere toch van route af en volgen we de kustroute naar Dinard. Dit is een wat grotere weg, maar hij is niet zo druk. Hier moeten de rijken der aarde gewoond hebben en nog wonen, te zien aan de grootte van de huizen. Prachtige kasteeltjes. Aan de promenade bij Dinard maken we thee met uitzicht op zee. Heerlijk om naar de branding te kijken en te luisteren. Dat is beter dan tv.
Om van Dinard naar St. Malo te komen moeten we over le barrage de Rance. Bij deze waterkracht centrale hebben ze niet op fietsers gerekend. De aanrijroute is al snelweg. Op de barrage kunnen we over het voetgangersgedeelte maar het staat er, zelfs nu, vol met vissers die soms lachend maar ook mopperend hun hengel weghalen. Na de barrage fietsen we eerst over een smalle strook en daarna over de vluchtstrook terwijl het verkeer langs ons raast. Ik ben blij als we de afslag kunnen nemen naar een gewone drukke weg.
St. Malo is een groot stedelijk gebied. Veel industrie en havens. In de beginnende schemer fietsen we langs drukke wegen naar de oude stad. Die blijkt wat hoger te liggen en via smalle straatjes met hoge gebouwen navigeren we naar het hotel dat bij de stadspoort aan het water blijkt te liggen. Het is ook een hoog stenen gebouw. De kamer die we gereserveerd hebben blijkt er een voor een familie te zijn. Met een stapelbed. Daar zijn we al uitgegroeid dus we regelen een extra kamer voor ons. Dat gaat gemakkelijk want we zitten buiten het seizoen. Onze kamer zit op de derde verdieping en dus weer uitzicht op zee. De mist is wat weggetrokken, in de schemer zien we bootjes met hun lampjes langsvaren. Het is toch nog een dag van 75 kilometer en na zes uur geworden. Ik ben best wel moe. We douchen en vinden een gezellig restaurant waar het erg druk is ondanks de periode. Dat moet een goed teken zijn en dat is het ook. We eten uitstekend, zij het met verrassingen. Saskia verwacht een krabcocktail maar het blijkt dat de eigenaar van de inhoud er nog omheen zit. Met notenkraker en haaknaald moet ze haar eten vergaren. Lucas heeft een worstje van ingewanden. Het ruikt en smaakt als de inhoud van de ingewanden, dus die blijft liggen. Ik proef even maar moet kokhalzen van de geur en de smaak. Als je ‘andouillette‘ op de kaart ziet staan; niet nemen. Maar afgezien hiervan was het weer een perfecte dag. Morgen verder langs de kust.

3 gedachten over “Erquy – St. Malo (de tekst)

  1. Gert zegt:

    Typfoutje mar heb je denk ik als maar bedoeld. Verder een onderhoudend verhaaltje. Het enige wat ik mis is of je wind mee of tegen hebt gehad. Als ik op de rapporten van windfinder af moet gaan heb jullie lichte wind tegen gehad. Maar voor het zelfde geld hebben jullie langs de kust in de luwte gefietst.
    De Franse keuken heeft wel meer dingen waar je beter om heen kunt eten, Uit eigen ervaring noem Ik andouille en tripes (pens) die als smaakmakers onderdeel vormden van de choucroute garnie (aangeklede zuurkool). Andouille is behalve een worst ook een pejoratief waarmee je aangeeft te twijfelen aan iemands verstandelijke vermogens.

    • hansvanderveeke zegt:

      Gert,

      Op die dag was er nauwelijks wind. Dus mee of tegen is dan een relatief begrip. Gisteren (waar ik alleen nog het foto verslag van geplaatst heb) hadden we een lichte wind tegen. Ik denk dat het veel erger (of beter) had kunnen zijn. Een van de redenen om het rondje zo te fietsen was dat we dan statistisch gezien een grotere kans op wind mee hadden. Zo zie je maar weer: statistieken zijn vaak grote leugens.

    • hansvanderveeke zegt:

      Overigens fiets ik nog steeds met blote kuiten. Dat wordt wel steeds meer een uitdaging want gisteren had ik al wel handschoenen aan. Maar ik heb me als missie gesteld zo de vakantie uit te rijden.

Leuk als je reageert