Newcastle – Bellingham (78,4 totaal 83,6)
After your first day of cycling, one dream is inevitable. A memory of motion lingers in the muscles of your legs, and round and round they seem to go. You ride through Dreamland on wonderful dream bicycles that change and grow. ~ H.G. Wells The Wheels of Chance
We zijn weer in Engeland. Bijna Schotland, als we wat van de weg afwijken. Wat we morgen zeker gaan doen. Naar Schotland dan. Niet van de weg afwijken.
Gisterenmiddag zijn we in IJmuiden op de boot gestapt en na een nachtelijke overtocht zijn we vanochtend in Newcastle weer van boord gegaan. Het begon al goed. Bij aanmelden krijg je twee kaartjes. Een moet op de fiets. De ander is om de deur van je hut te openen. Je begrijpt natuurlijk wel welk kaartje ik op de fiets heb gedaan.
De hut ziet er net uit als vorig jaar. Toen heb ik met de motor een week in Schotland gereden. Het was tijdens die overtocht erg slecht weer. De wc-pot was mijn grootste vriend en heb ik vele malen omarmd. De koelte van het porcelein tegen mijn voorhoofd brengt nog steeds rustgevende gedachten. Nog nooit eerder was ik zo zeeziek. Ik houd van het leven maar toen wenste ik even dat ik dood was.
Nu is de zee rustiger maar voor de echte rust moeten we ver zoeken. Op elke plek waar we gaan zitten, wordt de muziek harder gezet. Om ons weg te krijgen wordt zelfs een kwis en een zanger ingezet. Uiteindelijk vinden we een rustig plekje in de gang. Daar hebben we de avond doorgebracht met lezen. En chips. En cider. Veel te duur natuurlijk maar gezien het geld wat we uitsparen door een eigengemaakt boterhammetje te eten, kunnen we heel wat cider en chips kopen. Buiten wordt het langzaam donker. En dan niet het donker van de nacht, maar het donker van het weer. De zon waarin we bij vertrek in hebben zitten braden is allang weer weg. Donkere wolken, regen en af en toe een flits vergezellen ons naar Engeland. Ook begint de boot meer te schommelen. Maar morgen is een nieuwe dag en het weer kan nog alle kanten op. Met die gedachte zijn we in bed gekropen.
En we worden niet teleurgesteld. De lucht kan niet goed kiezen en is vele tinten grijs. Voorlopig is het nog droog als we wegrijden. Het is een graad of 10 en de wind staat gunstig vandaag. We hebben hem veel mee.
Op de fiets een grote stad verlaten is altijd verrassend. Ook hier hebben ze een mooie groene weg de stad uit. We horen de snelwegen om ons heen wel, maar we zien ze niet. We volgen ’the old wagonway’. Vroeger liep hier een spoorlijn om steenkool naar de haven te vervoeren. Nu om fietsers van de haven weg te vervoeren. Het duurt zeker een kilometer of tien voor we de stad echt uit zijn maar dan zit je ook meteen in de natuur.
We fietsen de eerste dagen de ‘Reivers route’, van oost naar west. Volgens het boekje door ‘Some of the wildest and most untouched countryside in the UK’. En dat moet ook wel want het woord ‘reiver’ betekent ‘plunderaar’. Vroeger woonden in dit gebied een aantal bandieten waar de maffia bij verbleekt. Vee stelen, kidnapping, afpersing en moord waren de orde van de dag in dit grensgebied tussen Engeland en Schotland. Een familie was zo erg dat hun naam (Graham)bij wet verboden werd. Vanaf toen heetten ze ‘Maharg’ (Graham achterstevoren) wat later McHarg werd. Maar nu zijn er geen bandieten meer. We snappen ook wel waarom want de wegen zijn soms zo abominabel slecht dat geen bandiet hier zijn brood kan verdienen. We hebben soms asfalt, maar meer steenslag, grind, gras of gewoon modder met plassen.
Het eerste deel is de weg nog redelijk goed. We komen eerst door het natuurgebied ‘Wide open’. Het gerucht wil dat ze hier een obsceen bord bij hebben gemaakt. We kunnen deze niet vinden. Daarna komen we in het ‘big water nature reserve’. Tijd voor een kop koffie. Helaas begint het nu te sputteren.
Daarom snel door naar Ponteland. Hier wonen veel nieuwe rijken. Voor ons een reden om de bank te beroven en de supermarkt leeg te kopen. Het is de laatste grote plaats waar we vandaag (en morgen) doorheen komen.
Daarna ploegen we kilometers door modderwegen. Off-road tracks noemen ze dat. Een voordeel is dat het wel lekker rustig is.
In stamfordham eten we een broodje in de regen. Het is de laatste regen van de dag. In de verte ziet het er vaak dramatisch uit, maar wij komen af en toe zelfs in de zon.
Matfen heeft een mooi kerkje. We stoppen voor de foto.
Daarna gaan we het ‘wilde en onberoerde’ binnenland in. De wegen worden zogenaamde ‘gated roads’. Dat wil eigenlijk zeggen dat je in een weiland rijdt, met soms een stukje asfalt. Die weilanden zijn afgesloten met hekken om te voorkomen dat de schapen weglopen.
We worden verrast in Thockrington. Het lijkt alleen te bestaan uit een boerderij. De weg loopt over het erf. Maar als we de bocht omgaan staat daar ineens, bovenop de heuvel, St. Aldan church. Je kunt er alleen via het weiland komen en die moeite nemen we wel even. Een mooie plek voor een kopje thee.
Iets verderop wordt een kudde schapen over de weg naar de wei gestuurd. Ik maak een praatje met de boer. Hij vraagt waar we heen gaan. ‘Ongeveer 15 kilometer verderop naar Bellingham’ meld ik hem. Hij geeft aan geen idee te hebben hoe ver dat is. Zijn verdere topografische kennis en inschatten van afstanden is ook laag. Als ik hem vertel dat we uit Necastle komen, geeft hij aan dat we dus ongeveer halverwege zijn. Gelukkig is dit niet waar.
Om in Bellingham (spreek uit ‘Bellin-jum’)te komen moet er nog veel geklommen en gedaald worden. Zo zitten we boven de 250 meter en zo weer op 100 meter. Maar het landschap is prachtig. Hier komen we voor. Zo anders dan Nederland. En zo rustig. Ik voel me helemaal zen worden.
Wat minder zen maar wel bezweet bellen we aan bij ‘Linden Cottage’. Ondanks alle viezigheid die aan ons en de fietsen kleeft, worden we hartelijk ontvangen. Een warme douche is heerlijk en we eten goed bij ’the Cheviot hotel’. Daarna gaan we nog even op zoek naar ‘Cuddy’s Well’. Volgens de overlevering een bron die geneeskrachtig werd toen St. Cuthbert dood in de kerk lag. Je kunt je afvragen wat hij daar deed, en dood nog wel, maar dat doen we niet. We willen alleen de bron zien. Saskia heeft een wondje aan haar hand en ik wil van de brandnetelplekken af die ik vandaag heb opgelopen tijdens het zoeken van de geocaches. Het duurt even, maar we vinden hem. Of het geholpen heeft hoor je later.
Zie ik daar koolzaadvelden? Veel fietsplezier en natuurlijk de zo’n.
Een heerlijk verhaal door een prachtig landschap.
Ben benieuwd hoe slank je je voelt daar tussen Engeland en Schotland. Zuidelijk proberen ze de zwaarlijvigheid jong aan te pakken door gezonde lunches op school verplicht te stellen en noordelijk zijn ze bezig met “Pedal on Parliament, 2014 – Let’s make Cycling in Scotland Safe for All”.
Gert,van die aanpak is hier nog weinig te zien. Er zijn helaas teveel dikke mensen hier. Wij zijn, als fietsers en slanke mensen, een uitzondering. Ik werd vanmiddag nog ingehaald door een auto met twee gestrande potvissen die het erg grappig vonden om uit het raam te roepen dat ik ook wel wat harder heuvelop kan fietsen.
Hallo Hans en Saskia,
Dus jullie zijn weer lekker aan het fietsen in Schotland! Vorig jaar hebben we elkaar ontmoet op de camping in Penzance en hadden de hart van Engeland route gefietst. Misschien herinneren jullie je dat nog. Leuk om jullie fietsbelevenissen in Schotland te volgen. We wensen jullie veel plezier!! Wij vertrekken 26 mei met het vliegtuig naar Faro en fietsen dan terug naar Meppel. Dus ook weer een leuk avontuur!
Groeten, Sybren en Anneke