You don’t have to see the whole staircase, just take the first step.
Op fietsreis zijn vind ik prima. Op fietsreis gaan heb ik meestal wat meer moeite mee. Ondanks dat ik alles zo goed mogelijk gepland heb, zijn er toch een hoop variabelen waar ik geen grip op heb. En daar knijpen mijn billen van samen.
In dit geval gaan we met de trein naar Wenen. We hebben hier een hele stapel kaartjes voor gekregen. Papieren kaartjes, die eigenlijk vanaf gisteren niet meer bestaan. We moeten twee keer overstappen waar van alles bij mis kan gaan. Bij het boeken heb ik gevraagd om ruim de tijd te nemen voor de overstap. En dat hebben ze gedaan. Elke keer hebben we meer dan een uur.
Het begint allemaal prima. De ochtend besteden we nog in Baflo en tegen half drie fietsen we door een zonovergoten landschap naar Groningen.
In het noorderplantsoen nog even een ijsje. De eerste 25 kilometer van de vakantie zitten erop als we ruim op tijd bij het spoor arriveren.
Het is een boemeltje, net als naar Baflo en er is voldoende plaats om de fiets, met pakkelarie, te stallen. Naast me komt een vrouw zitten die meteen over haar drie schapen begint. Ze moeten geschoren worden. Het is veel te warm voor ze. Ik kan ook wel wat verkoeling gebruiken maar bij mij valt weinig meer te scheren.
Bij Winschoten slaat de eerste paniek toe. Het voorste treinstel gaat door en het achterste treinstel gaat terug. In welke zitten wij? Mevrouw Schaap verzekert ons dat we goed zitten.
In Leer kunnen we zo oversteken naar het vertrekperron. De trein naar Hannover staat er zelfs al. Maar volgens ons kaartje gaan wij pas een uur later. Zo had ik dat gepland hè. Ruime overstaptijden. Daarom besteed ik ruim een uur in Zen houding op een station wat ze aan het verbouwen zijn.
De trein naar Hannover komt ruim op tijd. Zo kunnen we rustig instappen. Ik had uitgezocht dat we achter in moeten stappen. Als we daar klaar staan, moeten we vóór instappen. Jammer hoor!
Ze hebben een soort fietsbeugels waar het voorwiel in komt te hangen. Op zich wel slim. Een wiel past altijd. Sturen verschillen nogal en daarmee hebben we vaak lopen te worstelen als hij in een stuurhouder moest. We zijn de enige fietsers. En ook de enigen die in de naastliggende coupe zitten. Volgens ons kaartje moeten we op plek 73 en 75 zitten. Maar 62 en 63 zijn veel mooier. Ik probeer ook nog even 51, 56 en 57, maar 63 blijft favoriet. Zo hobbelen we naar Hannover en er is genoeg te zien onderweg, want we stoppen bij elk station. Ook het uitpuzzelen wat de machinist nu eigenlijk zegt kost behoorlijk wat tijd. Het klinkt bekend, maar je verstaat er niets van. Een beetje als Afrikaans. Dat klinkt Nederlands maar het is ook niet te begrijpen.
In Hannover hebben we ook weer een uur stuk te slaan. We gaan net buiten het station op een terras zitten om de tijd te doden. Het is nog mooi weer en er is genoeg te zien.
Op tijd staan we weer op het perron. Daar staat de trein naar Parijs. Die had allang ruimte moeten maken voor onze trein maar dat doet hij niet. Op de tijd dat onze trein moet vertrekken staat hij er nog steeds. Onze trein komt op een ander perron, gelukkig aan de overkant. We moeten snel instappen. De fiets komt weer aan het voorwiel te hangen maar nu rechtop.
Het duurt even voor we hem erin hebben en daardoor zijn we al gaan rijden. Met vier tassen en een stuurtas wurmen we ons richting de cabine waar we slapen. Die zit drie rijtuigen verderop.
Ik had geen grote ruimte verwacht, maar dit ondertreft mijn verwachtingen. Het is een grote kast en doet me denken aan het kippenhok van Cees. Dat was zo klein, dat als een van de twee kippen een ei wilde leggen, dan moest de ander naar buiten.
Al met al valt het allemaal wel mee als we de bagage weg hebben kunnen stouwen. Er is zelfs een wastafeltje en er blijkt er ook ineens een welkomstpakketje te staan. Sangria (?!), knabbels en water. We proosten op het goede verloop.
Slapen in een trein heeft veel weg van slapen op een boot in een storm. Je schudt alle kanten op en zeker als we wissels passeren rollen we van links naar rechts. Saskia is het meest acrobatisch, dus die ligt bovenin. Het is een onrustige nacht die wel gecompenseerd wordt door ontbijt op bed. Ontbijt op bed? Ja, je leest het goed. Om half acht brengt onze steward een dienblad met broodjes, thee en koffie en een sapje.
Die verwerken we als we langzaam richting Wenen gaan. Buiten ziet het eruit zoals we Oostenrijk in de zomer kennen; regenachtig.
Om precies kwart voor negen stappen we uit op Wien West Bahnhoff. Al met al was het een prima reis.
Om bij het hotel te komen moeten we de hele stad door. Het is hier erg fietsvriendelijk. En we kijken onze ogen uit bij de gebouwen die we zien. Ondanks dat we erg vroeg zijn heeft het Meininger hotel Sissi al een kamer voor ons. De fietsen kunnen in de bagageruimte in de kelder. We douchen even en dan de stad in. Daar komt de zon ook net aan, dus het begint helemaal goed.
Getallen van de dag
Aantal kilometers: 30 (totaal 30)
Afstand tot Baflo: 900 km (hemelsbreed)
Weer: prachtig bij vertrek, regenachtig bij aankomst.
Fietsfoto van Saskia gemaakt tussen Oostum en Wierumerschouw?