Woensdag 16 juli : Langau – Homi Lotha

Bůh dá den, Bůh dá pokrm. (Each day brings it own bread).

In tegenstelling tot gisteren rijden we vandaag veel op de gewone weg. Dat maakt het klimmen wat gemakkelijker en het dalen een genot. En omdat we wegen hebben waar weinig auto’s komen, is dat helemaal goed. De route is ook iets minder heftig dan gisteren. We hopen vandaag iets meer kilometers te kunnen maken terwijl we wel weten dat het reisschema, dat ik thuis achter mijn computer gemaakt heb, echt niet haalbaar is.

Zolang we westwaarts gaan, evenwijdig aan de grens, volgen we nog steeds het voormalig ijzeren gordijn. Wel zien we dat het steeds een beetje welvarender wordt. De tuintjes zijn onderhouden en de huizen zIjn minder vervallen dan in het oosten. Blijkbaar is hier meer rijkdom. We passeren mooie dorpjes. Stalky is bijvoorbeeld zo’n mooi grens stadje met een gotische kerk. Uhercie is wat groter en er staat een prachtig kasteel dat ze volop aan het renoveren zijn. Tijdens de communistische periode is veel adel verdreven en was het zelfs verboden om onderhoud aan je huis (of kasteel) te doen.

En Vratenin kan zo meedoen aan de verkiezingen van mooiste dorp van het jaar. Iedereen heeft hier zijn best gedaan het er zo mooi mogelijk uit te laten zien. Het heeft niet voor niets een beschermd dorpsgezicht.

Omdat het zo warm is kopen we vaak wat te drinken. Meestal in dorpswinkeltjes en als je hier binnen stapt, dan gaat de tijd 50 jaar terug. Ze hebben alles maar op een manier die ik alleen uit oude films ken. Veel stof erop, nog ingepakt in de grootverpakking en in stellingen. Bij ons zie je soms mensen aan de (gratis)koffie bij de coop. Hier hangen altijd wel mannen, met dikke buiken, rond en ze zijn aan het bier. Ook ’s ochtends.

Ik vind het lastig om contact te krijgen met de Tsjechen. Ze zijn erg gesloten. Zelfs na een ‘dobri den’ (goedendag)lukt het niet een praatje te maken. Ik spreek geen Tsjechisch en zijn spreken niets anders dan Tsjechisch. Ook de jongeren niet. Die zouden toch wel een vreemde taal leren op school? Als ik ze aanspreek dan deinzen ze haast fysiek terug. Dat maak ik meestal alleen maar mee aan het einde van de vakantie als ik de lucht niet meer uit mijn kleren krijg. Maar we blijven vrolijk groeten. Meestal met ‘Ahoy’ (wat wel een beetje vreemde begroeting is aangezien Tsjechië volgens mij nooit zeevarend is geweest).

De Tsjechische taal klinkt onbegrijpelijk voor mij. En het ziet er ook onbegrijpelijk uit. De verhouding klinkers en medeklinkers is net andersom. En dat strooien ze ook nog kwistig met dakjes en streepjes boven de letters. Ik kan er niets mee.  

Slavonice is een iets groter stadje. Het heeft een centraal plein met mooie huizen eromheen. En met middeleeuwse graffiti. Dat probleem is dus niet van deze tijd. 

We zien voor het eerst ook meer toeristen. Weinig buitenlanders. De meeste toeristen zijn hier Tsjechisch. Overigens trekken wij ook regelmatig bekijks. Er zijn wel genoeg fietsers, maar niet op onze manier. De Tsjechen gaan meestal in een hutje op de camping of in een pension. En niet met een volledig huishouden zoals wij.

Om half twee zijn we in Stare Mesto. Dit was het originele einddoel van gisteren. Dat hadden we dus never-nooit-niet gehaald. De straat wordt opnieuw geasfalteerd. Moeten er toch langs, omrijden is geen optie. Hiermee laten we verse sporen achter in de straat. Dat zal de komende jaren wel hobbelen.

Via een Cache komen we weer bij een prachtig kappelletjes in bos. Anders waren we hier zo voorbij gereden. Het is vlak bij kasteel Landstejn, een van de grotere toeristische attracties in deze buurt. Het middeleeuwse kasteel bewaakte de grens tussen Moravië, Bohémia en Oostenrijk. In 1771 brandde het af, maar de restanten zijn de moeite waard.

In Nova Bystrice kopen we eten voor de avond. Terwijl Saskia boodschappen doet, merk ik dat er open wifi is. Daar maak ik graag gebruik van om de achterstallige reisverslagen te posten,

Dan is het nog maar een kleine 10 km naar camping. Dit loopt weer door een nationaal park. Ze noemen het ook wel Tsjechisch Canada. Een mooi oud bos wat een serene rust uitademt. Het is genieten om er doorheen te fietsen. De camping ligt middenin dit park. Dat vond ik al wat verdacht, en als we hem bereiken dan wordt dit bewaarheid. Er staan wat huisjes te vervallen en het gras is niet gemaaid. 

In het naastliggende gebouw is niemand thuis en alles zit dicht. Nu zouden we kunnen wildkamperen maar ik heb nauwelijks water meer bij me. Er zit niets anders op dan doorgaan. Op zich is dit niet zo’n ramp want Jindrichuv Hradec ligt maar 15 kilometer verderop en als we eerder wat zien, dan nemen we dat.

De weg door het bos komt uiteindelijk langs een hutje waar ze koffie en bier schenken. Daar informeren we even of zij een camping weten. De uitbater neemt voornamelijk zijn eigen goederen af en heeft een kegel van jewelste. Communiceren gaat ook hier lastig. Uiteindelijk weet ik duidelijk te maken dat we een camping zoeken en hij weet aan te duiden waar die is. Gezien zijn toestand vertrouwen we dit niet helemaal en besluiten maar de route te volgen. 

Een stukje verderop komen we langs een fietsroute bord en verrek…, er staan ook overnachtingen op. Het lastige is wel dat het symbooltje van een tentje niet alleen een camping kan betekenen maar ook een pension of een hotel. Toch komt het aardig overeen met de beschrijving van de drinkebroeder dus we besluiten er maar heen te gaan.

Het blijkt een hotel te zijn. Een van de gasten kan voor ons vertalen want ook hier leren ze geen talen op school. We vragen hier nog naar de camping maar ze weten van niets. En ook alle kamers zitten vol. Als we uitleggen dat we niet veel verder kunnen, mogen we in de tuin kamperen. Douchen kan in de sauna. De waard is wel slim genoeg om hier 150 kronen voor te vragen. Bijna net zo duur als bij het sportveld een paar dagen geleden. Toch zijn we hier blij mee.

We zetten het tentje op en douchen. Het is inmiddels half acht en we moeten nog koken. Dat wordt een geïmproviseerd maal van vis, tomaat en noedels. En wat komkommertjes erbij. Het sneue is dat we bij net hotel voor €4 uitgebreid kunnen eten. Maar het eten is nu eenmaal gekocht en niet houdbaar tot morgen. Het is tegen onze principes om dit weg te gooien. Uiteindelijk smaakt het prima.

De volgende uitdaging is de afwas. Dat kunnen we niet bij het hotel doen. Ook daarvoor is een oplossing, we hebben sinds kort een opvouwbare wasbak en daarmee klaren we de klus.

En omdat de muggen ook aan tafel gaan kruipen we op tijd in het tentje. Morgen is er weer een dag.

Getallen van de dag

Aantal kilometers: 84,7 (totaal 345)

Afstand tot Baflo: 758

Hier zijn we 

4 gedachten over “Woensdag 16 juli : Langau – Homi Lotha

  1. Gert zegt:

    Zou het kunnen zijn dat de voormalige oostbloklanden op de USSR georiënteerd waren en dat je met Russisich een heel eind was gekomen? Ben ooit in Praag op scholenbezoek geweest en daar werd wel Engels als vreemde taal aangeboden. Denk dat jongeren ook weg trekken uit de grensstreek wat de kans kliener maakt dat je iemand daar tegen komt die Engels of Duits heet leren spreken.

Leuk als je reageert