Zaterdag 26 juli : Wirsberg – Lichtenfels

To travel is to discover that everyone is wrong about other countries. 

– Aldous Huxley

We zijn erg vroeg wakker. Voor zevenen staan we al naast de tent, die overigens lekker droog is gebleven vannacht. Dit geeft ons extra tijd voor het ontbijt en inpakken.

We hebben vandaag een etappe van 85 kilometer gepland en morgen een rustdag. Maar we doen het anders. Want het voelt raar om niet te fietsen, dus we verdelen de rustdag over deze etappe. Zo krijgen we twee kortere etappes en géén dag zonder fietsen.

Het eerste stukje is langs de snelweg. Wel op een fietspad maar het is niet prettig rijden. Gelukkig gaan we gauw weer de velden in. In de verte zien we langzaam de Plassenburgt in zicht komen. Een enorm kasteel uit 1135, boven op een heuvel bij Kulmbach.

In Kulmbach vallen we met de neus in de boter. We komen voor het rococo dorpshuis…

…maar er is een dorpsfeest en iedereen is in lokale klederdracht gehuld. De heren allen in lederhosen en de dames in deerndeljurkjes. Zelfs een bus Japenners heeft zich verkleed.

Mijn ogen maken overuren en we lopen een tijdje rond in het dorp. Het kost wat moeite maar toch fietsen we uiteindelijk verder. De route gaat afwisselend door weilanden en dorpjes. 

En soms een houten brug. Waarom die overdekt zijn is me niet duidelijk. Misschien voor de sneeuw ’s winters?

Een aantal dingen vallen me op. 

Net als in Nederland is er hier in elk dorp wel een kapper. Als het dorp uit één huis zou bestaan, dan zou er een kapper in zitten. Kappers, meestal kapsters, zijn overal. Als de wereld ooit door één organisatie overgenomen wordt, dan zijn het de kappers en kapsters.

Veel dorpjes hebben een kerk. En soms heeft die kerk een spitse toren en soms een ui-vormige toren. Waarom dit verschil er is en wat dit verschil aanduidt, ben ik nog niet achter. Ik hoop dat een van de lezers van dit verslag dit me kan vertellen.

In Tsjechië was er in elk dorp wel een winkeltje. Het was niet veel, maar het was er wel. Hier is dit niet zo. De kleine dorpswinkeltjes zijn verdwenen en bij de grotere plaatsen staat een grote supermarkt. Hierdoor moeten we vaak even zoeken naar wat drinken. We vinden het bij tankstations, een ‘snackbar’ (zien we heel soms) of bij de plaatselijke bakker, die ook langzaam aan het verdwijnen is.

Het fietsen gaat erg gemakkelijk. Het is vlak of dalend. Weinig hoogtemeters vandaag en dat zal de rest van de route wel zo blijven. We hebben er flink de vaart in en tegen één uur zitten we al boven de 40 kilometer. Bij een meertje vlak voor Lichtenfels houden we een uurtje pauze en doen nog een dutje.  We verwijderen ook twee teken bij mij. Gisteren ook al een bij Saskia. Het is oppassen hier en de tekentang gaat in de stuurtas.

Daarna door naar de camping. Die is groot en staat aardig vol met caravans en campers. Langs de waterkant is nog voldoende ruimte voor tentjes en voor €10 kunnen we hier een nachtje staan. Ook vandaag worden we weer achtervolgd door onweer. We zetten dus snel het spul op maar de regen blijft uit tot de avond.

Aan het einde van de middag fietsen we nog even Lichtenfels in. Ik was nog nooit in Lichtenfels geweest en toen we er tien minuten waren wist ik zeker dat het de eerste en de laatste keer zou zijn. Wat een dooie boel daar. Het is zaterdag, einde van de dag. Mooi weer een een prachtig marktplein. En wat doen ze dan in Lichtenfels? Ze ruimen de terrassen op. We kunnen ook niets meer te eten krijgen. Na vijf uur zijn we de enigen nog op straat. Het is de stad van de rietvlechters en dat zijn duidelijk geen feestneuzen. Er zijn nog wel wat mooie gebouwen en een stadspoort te zien.

Op de terugweg doen we boodschappen bij de Edeka. Vanavond eten we paella, salade en een toetje. De regenwolken draaien wat om ons heen. Tot een uur of acht. Dan hebben ze er genoeg van en storten hun lading uit. De rest van de avond brengen we in het tentje door. Bij de receptie wordt het weekend gevierd. Knödel, varkensknieen en zuurkool. En een man met een gitaar. Aan de andere kant, een paar weilanden verderop, is een hard-rock concert. Er wonen hier zeker niet alleen mandenvlechters.

Getallen van de dag

Aantal kilometers: 58 (totaal 939)

Afstand tot Baflo: 476 kilometer (hemelsbreed)

Aantal hoogtemeters: 231

Hier zijn we 

3 gedachten over “Zaterdag 26 juli : Wirsberg – Lichtenfels

  1. Johan Koning zegt:

    Die uienvormige torenspitsen hebben iets te maken met de Habsburgers, de heersers over het Heilige Roomse Rijk. Wat exact het verband is weet ik niet maar misschien helpt dit je bij je zoektocht.

    Leuke verhalen trouwens.

    Mvg, Johan Koning

  2. Willem Mulder zegt:

    Onderstaand een stukje over de toren in Dwingeloo ,ook een siepel toren.
    De heren van Batinghe waren de stichters van de Dwingelose kerk. Ze hadden niet alleen het collatierecht, het benoemen van de predikant, maar mochten ook de kerkvoogden en de schoolmeester, die in die tijd ook koster, organist en voorzanger was, aanstellen. Van 1622 tot zijn dood in 1668 was Rutger van den Boetzelaer bewoner van het huis Batinghe en Drost van Drenthe. Hij schonk de kerk in 1661 een zilveren avondmaalsbeker en in 1665 een compleet orgel met daaraan beschilderde panelen en twee zilveren avondmaalbekers. Dit orgel deed dienst tot 1887.Verder kwam zijn naam ook voor op de panelen van een vroegere preekstoel en op een steen boven de ingang. De met engelen beschilderde panelen werden er toentertijd afgehaald. De kerkvoogdij van Dwingeloo gaf de zijpanelen terug aan de familie van Boetzelaer. Zondag 7 juni 1998 bracht de adellijke familie de panelen weer terug naar de kerk van Dwingeloo en kwamer weer een stukje verleden terug in de St. Nicolaaskerk. Na restauratie zijn de panelen te bezichtigen. Rutger van den Boetzelaer was ook degene die de opvallende torenspits liet aanbrengen. De toren onder de Siepel heeft lange tijd dienst gedaan als gevangenis. Hier werden niet alleen zwervers en bedelaars opgesloten, maar ook lieden die op feest- en marktdagen te diep in het glaasje badden gekeken. Het aantal ’overnachtingen’ kon soms hoog oplopen. Om ontsnappingen te voorkomen kregen de gevangenen in 1882 een ijzeren beugel met slot om het lichaam. Een wel erg drastische maatregel.
    De kapel aan de noordzijde was eeuwenlang eigendom van de bewoners van het huis Batinghe en had tot 1923 een aparte ingang. Vele herinneringen aan deze en andere adellijke geslachten zijn in de Franse tijd opgeruimd, zelfs de meeste zerken zijn toen uit de kerk verwijderd en verkocht. Enkele zijn geheel of ten dele op boerderijen teruggevonden. Het huidige meubilair dateert van 1923/24. Op de panelen van de preekstoel zijn in eenvoudig snijwerk vijf bijbelse verhalen uitgebeeld: de Zondeval, Abrahams offer van Izaäk, de Verkondiging aan de herders, de Kruisiging op Golgotha en de Opstanding.

Leuk als je reageert