De best verborgen schatten van Nederland (7)

Zondag 3 mei : Broek in Waterland – IJmuiden.(86 km)

Ondanks dat de weersvoorspelling niet helemaal jofel is, besluiten we toch te gaan fietsen in de meivakantie. We kiezen ervoor om niet te gaan kamperen, maar voor de luxe van Vrienden op de fiets te gaan. Uit mijn ‘best verborgen schatten van Nederland’ plan ik een rondje in Noord-Holland, Zuid-Holland en Utrecht.

We starten weer bij een (schoon)zus. Deze keer bij Liedeke in Broek in Waterland. Een dorpje dat ook opgevallen is bij Rik Zaal. ‘Een schoonheid van een dorp…alles is mooi…de ligging, het meertje, de huizen en de meanderende straatjes‘. Ik kan alleen maar beamen dat hij gelijk heeft. Het is een prachtig dorpje en niet zo massaal door toeristen bezocht als Marken en Volendam. Maar dit wist ik ook al voordat ik Rik Zaal las.


We fietsen eerst naar Marken. Het weer is nog redelijk en we hebben gelukkig wind tegen. Gelukkig?! Na Marken fietsen we naar het westen en dat betekent dat we het grootse deel van de dag wind mee hebben. Eigenlijk doen we vandaag een soort van Coast-to-Coast. Van het Markermeer naar de Noordzee. De bermen zijn gevuld met bloeiend koolzaad en het landschap is mooi. Een goed begin van de vakantie.


Volgens Rik Zaal is de begraafplaats van Marken een van de merkwaardigste van Nederland. Terwijl we op andere begraafplaatsen steeds meer praalgraven zien, met allerlei foto’s en prullaria, is op de Protestantse begraafplaats van Marken soberheid troef. Op dit calvinistische eiland vond men dat iedereen gelijk is voor God en grafbezoek werd sowieso als onwenselijk beschouwd. De gemeente bepaalde dat de doden anoniem moesten verdwijnen onder zwarte gietijzeren paaltjes, met slechts een nummer erop voor de administratie. Dus geen grafstenen, geen data en geen namen. Eventuele rituelen worden vóór de begrafenis gedaan. De kist, in het algemeen gedragen door 6 buren, wordt daarna alleen in een gat in de grond gestopt en bedekt met een laag schelpen. Geen toespraken en geen bloemen. Misschien zelfs wel geen tranen, maar dat heb ik niet kunnen constateren. Op de site lees ik dat de gietijzeren paaltjes tegenwoordig wel onderhouden worden: geschuurd en voorzien van een nieuwe verflaag (Hammerite). Pas anno 2012 is dit beleid gewijzigd en mogen nabestaanden een gedenkteken met de naam en de data plaatsen.

Je zou kunnen zeggen dat crematie dan een beter alternatief is, als je toch niet naar het graf terug gaat. Het schijnt dat dit bij de behoudende tak in strijd is met het idee dat de overledenen op de jongste dag opstaan uit de dood. Als dat gebeurt, dan kan ik me voorstellen dat, na al die tijd onder de grond, je naam even ontschoten is.  Gelukkig kunnen ze dan nog wel met hun nummer opzoeken wat hun naam is in het register. We kunnen toch geen naamloze zombies hebben rondlopen


Vanuit Marken gaan we met de boot (je kunt het geen pont noemen, de tocht duurt 20 minuten) over naar Volendam. Samen met de fiets betalen we daar €9 euro voor per persoon. We hebben nog tijd, dus we kijken nog even in Marken rond. Samen met drommen andere toeristen, struikelend over de selfie-sticks. Marken is in de 13e eeuw al bevolkt door monniken. Tot 1957 was het een eiland. Nu is het verbonden door een weg, dus technisch gezien een schiereiland. Het dorp ligt er mooi bij. Maar lang zo mooi niet als Broek. 

 

We hebben een rustige overtocht. Dat is fijn, want ik wordt nogal snel zeeziek en dat is meestal geen feest. Samen met een buslading Spanjaarden ontschepen we in de drukte van Volendam. Hier zijn nog veel meer toeristen. Ze laten zich ook niet afschrikken door het slechte weer. Nu denk ik dat ze weinig keus hebben, want als je vanuit Japan bent gekomen om op de foto te gaan in traditionele Volendammer kleding, dan laat je je echt niet tegenhouden door een paar druppels.


Wij ontvluchten de drukte en gaan naar het westen. Via Edam gaan we in een ruime boog om Purmerend heen. Daarna zitten we in de Beemster. Ook een van de favorieten van Rik Zaal. Het was een voormalig veengebied dat steeds meer aan het afkalven was. In de 17e eeuw bedacht Leeghwater (what’s in a name…) dat het wel drooggemalen kon worden. Hij gebruikte daarvoor 43 molens. De vrijgekomen grond was vruchtbaar en werd in symmetrische plots verdeeld. Nog altijd zie je de kaarsrechte wegen en sloten in het landschap. Wij snappen wel dat het hier Waterland heet. Overal zijn kanaaltjes en bijna continu fietsen we langs water. Weer heel anders dan het Groninger land waar we vorige week in fietsten.

De volgende attractie is het fort bij Spijkerboor. Deze maakt onderdeel uit van de stelling van Amsterdam, een verdedigslinie van 42 forten om Amsterdam. Dit fort is vóór de eerste wereldoorlog gebouwd en een van de grootste. Bijzonder is dat het nog een geschutskoepel heeft met twee enorme kanonnen. Kogels van een meter lang en 10,5 cm in doorsnee. Die dingen konden ze tien kilometer ver schieten. Door inundatie toe te passen konden ze het gebied binnen de stelling onder water zetten en dan verdedigen via deze forten. Na de oorlog heeft het nog dienst gedaan als gevangenis. Gewone gevangenen, dienstweigeraars, krijgsgevangenen en NSB-ers hebben er gezeten. Nu is het een erkend cultuurmonument (Unesco werelderfgoed).

Wij kunnen het helaas alleen van buiten zien. Het is maar beperkt geopend en niet vandaag. Wij hebben er honger van gekregen en eten wat op de bankjes voor de ingang. Als het op is, begint het serieus te regenen. We trekken regenkleding aan en gaan verder westwaarts.

Het aardige van waterland is dat je om de haverklap pontjes tegenkomt. Soms bediend. Zo gauw je in het zicht komt scheurt er iemand vanaf de overkant naar je toe. Voor een euro wordt je overgezet. Meestal klagen de schippers over het weer. Maar er zijn ook zelfbediende pontjes. Door aan een wiel te draaien trek je jezelf met een ketting naar de overkant. 

Zo komen we varend en fietsend bij de duinen aan de Noordzee kant. Daar moet je tegenwoordig een kaartje kopen als je er doorheen wilt. De automaat slikt geen briefjes en we hebben geen muntgeld. Dan maar illegaal.

Wijk aan Zee is onze volgende stop. Rik Zaal heeft een aantal zee en strand plaatsen uitgezocht. Allemaal waddeneilanden behalve Wijk aan Zee. Hier is het breedste strand van de Noordzeekust. Ik vind het wat tegenvallen. Maar dat kan ook met het weer te maken hebben. Ik loop inmiddels te soppen in mijn schoenen. Ook Wijk aan Zee vind ik niet bijzonder. Onder de rook van de IJmuidense industrie zou ik het niet meteen als ideale badplaats bestempelen. Als je er één keer in je leven geweest bent, dan is het genoeg.

We ploeteren nog een kilometer of vijf tegen de wind in. Langs de Hoogovens van IJmuiden. Ze hebben het wat opgeleukt met kunst van staal. De regen komt inmiddels met bakken uit de hemel. Ik moet denken aan de uitspraak ‘ Some people feel the rain. Others just get wet’. Inmiddels behoor ik tot de eerste categorie. Nat ben ik al, dus er is alle gelegenheid om de regen te voelen. We nemen de waterbus over het van Velsen Noord naar IJmuiden en dan is het nog een klein stukje naar de vriend op de fiets. In het ideale geval. Wat het nu niet is…

De waterbus vaart niet. We moeten terug naar Wijk aan Zee. Zo kom ik er toch weer een tweede keer. Met wind mee deze keer.

 Via de knooppunten vinden we een alternatieve route naar IJmuiden. Wel weer met pont. Hierdoor maken we tien procent meer kilometers dan gepland en komen we op 80. Onze vriendin op de fiets heeft het druk. Ze heeft een babyshower, maar het kind moet nog geboren worden. Ze snapt het niet, maar wij ook niet helemaal. 

Voor ons heeft ze een compleet mini appartement met keuken, zitkamer en douche. We zijn er blij mee. Ook met de brede kachel waar alles een beetje op kan drogen. De schoenen heb ik leeg gegooid en gevuld met kranten. Hopelijk zijn ze morgen weer droog. 

kaart-5

Noot:
Deze blog maakt deel uit van een serie van artikelen over bijzondere plekken in Nederland. Het overzicht van alle plekken kun je vinden op mijn website. Daar kun je ook info-boekjes, kaartjes en gpx (route) bestanden downloaden.

3 gedachten over “De best verborgen schatten van Nederland (7)

  1. Willem Mulder zegt:

    Het zat jullie niet mee. Wat het weer betreft. Ik ken nog een uitspraak. ” niet geregend en toch nat” wederom mooi geschreven.

Leuk als je reageert