Vrijdag 17 juli : Van Princetown naar Dawlish

Vannacht is het harder gaan waaien. Flinke windstoten doorspekt met pittige regenbuien als drumsolo’s op de tent. Eigenlijk het weer wat je in Dartmoor gewend bent. Normaal is het hier drie graden kouder dan de lager gelegen delen van Zuid-Engeland. En er valt twee keer meer regen. Gisteren hebben we dus geluk gehad. Tussen de buien door pakken we in en ruimen we de tent op. Als we wegfietsen, is het erg grijs, maar wel droog.

In de verte zien we de gevangenis van Princetown liggen. Hij staat er al meer dan twee honderd jaar en heeft gevangenen van allerlei oorlogen gehuisvest. Onder erbarmelijke omstandigheden vaak. En het lukte af en toe een gevangene om te ontsnappen. Wij hebben gelukkig vannacht niemand op bezoek gehad.

Zelfs met slecht weer is het mooi om door Dartmoor te fietsen. Er is altijd wat te zien. Oude stenen bruggetjes, wegen die als een uitgelopen toiletrol voor je liggen. En eindeloze groene vertes. Een landschap waarin je jezelf waarlijk kan verliezen.

Het eerste wat we tegenkomen staat niet in boekjes. Het is The Dunnabridge Pound. Gesitueerd in het midden van het Dartmoor National Park en het zijn de restanten van een eeuwenoude nederzetting. Één boerderij staat er nog. Vroeger waren er vijf. Interessant eraan is, dat er een soort van ommuurde weide is. Hierin werden vroeger de schapen bijeengedreven. Ook ving de poundkeeper hier de verloren en verdwaalde schapen op. Daar kon dan weer een fee voor gevraagd worden als ze werden opgehaald. Dunnabridge Farm was overigens ook de eerste plek die geïsoleerd werd toen de mond- klauwzeer uitbrak in 2001, iets waar Prins Charles behoorlijk buikpijn van kreeg. Wij vinden het in elk geval een bijzonder plekje waar vergane tijden in de lucht hangen.

Een stukje verderop komen we de tweede bezienswaardigheid tegen. Het is een  klein kerkje in Huccaby, de enige Angilcaanse kerk die aan St. Raphael gewijd is. In 1869 gebouwd en als het niet als kerk in gebruik was, dan werd het als schooltje gebruikt. Het gevolg is dat de kerkbanken tegelijk lessenaars zijn. Een bijzonder plekje waar we toevallig komen omdat er een geocache is.

Vandaag is weer een fikse dag met klimmen. Bij Hexworthy moeten we tegen 25% op. Het is dan wel geen lange klim, maar als je zelf in de bergen hebt gefietst, dan weet je dat dit fors is. Ondanks de 23 kilo bagage lukt het zonder lopen.

Hierna is het nog een klein stukje verder omhoog naar de Combstone Tor. Bovenop de heuvels hier staan vaker van dit soort granieten rotsformaties. Door wind, ijs en regen uitgesleten tot vreemde formaties waarvan je denkt dat ze kunstmatig zijn. In Dartmoor zijn er meer dan 100. Meestal zijn er ook nederzettingen bij geweest. Alleen al voor de uitzichten zou je hier komen.

Het voordeel van zo hoog zitten is dat je daarna alleen maar naar beneden kunt. Het is lekker om de benen dan even te ontspannen. Ondertussen breekt het ook boven ons en komt de zon door. De afdaling brengt ons in Buckfastleigh. Voor ons ziet het er hier uit als een bejaardenmagneet.

Dat komt door de abdij en misschien ook wel door het speciale drankje (dat ze een tonic noemen). Een zoete, kruidige wijn van 15% en ook een behoorlijke hoeveelheid cafeïne. Vooral geliefd bij hooligans, kleine criminelen en bejaarden. In Buckfastleigh staat ook Brook Manor House. Toen de lord die hier woonde, Richard Cabell, overleed zwierven er honden over Dartmoor die vuur en rook spuwden. De legende van dit huis inspireerde Conan Doyle tot het verhaal The hound of the Baskerville waarin Sherlock Holmes een mysterie moet oplossen en een personage van een Tor is gevallen. Misschien wat teveel tonic gehad?

In elk geval willen wij het ook wel eens proberen en schaffen een blikje aan. Gezien de kilometers te gaan bewaren we het nog even tot vanavond.

Daarna zitten we meer in het binnenland. Dit betekent smalle rustige wegen met hoge heggen aan beide kanten. Dat is best wel oppassen want ze kronkelen nogal en je ziet niet wat er om de hoek komt, dus je kunt je bij een afdaling echt niet laten gaan. Als er een vrachtwagen als tegenligger komt, moet ik gewoon terug fietsen tot er een inham is. Op zich fietst het wel mooi omdat het meestal wat vlakker is en je geen last van de wind hebt. Het grootste nadeel is dat je eigenlijk nauwelijks uitzicht hebt. In Luton doen we nog een kopje thee bij de kerk. We horen steeds wat piepen, maar dit blijkt de haan te zijn op de kerktoren. Die lust graag een drupje olie.

Bij Dawlish komen we weer aan de kust. We zijn erg moe omdat het toch weer een lange dag geworden is. Bij de camping doen ze wat moeilijk over een plekje. Omdat het weekend is verwachten ze schaarste. Toch krijgen we een mooi plekje met uitzicht over de camping. En lekker in de avond en ochtend zon. De voorzieningen zijn schoon en ze hebben een lekkere douche. In Dawlish hebben we bier en cider gekocht. Daarmee wordt het eerste vocht aangevuld. We eten rijst met garnalen in kerrie saus. Nu gaat ook de Buckfastleigh tonic open. Een daarmee is de feestvreugde helemaal compleet.

Getallen van de dag

Aantal kilometers: 64,3 (totaal 558)

Afstand tot Baflo: 750 kilometer (hemelsbreed)

Aantal hoogtemeters: 986

kaart-8

profiel-8

0 gedachten over “Vrijdag 17 juli : Van Princetown naar Dawlish

  1. Rob en Alison Harschnitz zegt:

    Great to see the photos of Dartmoor – it’s more than 30 years since we were there but it hasn’t changed 😉 Looking forward to the next blog

Leuk als je reageert