Ondanks dat het een prima bed was en ik als in coma heb gelegen geeft de rug er vanochtend toch de brui aan. ‘Doe jij het maar lekker zelf’ lijkt hij te melden, ‘met die slechte bedden en belachelijke inspanningen’. De enige manier om vandaag te overleven is met spierverslapper en pijnstiller. Wat voor effect die eerste op de rest van de spieren heeft is even afwachten. Op papier is het weer een zware dag met drie fikse klimmen erin.
Het goede nieuws is dat het prachtig weer is. Eindelijk gelegenheid om met blote kuiten te gaan fietsen. We werken wederom een Engels ontbijt weg en vertrekken.
Binnen een kilometer lopen we al naast de fiets. Nee, hij is niet stuk, maar het is gewoon veel te steil om uit Settle weg te komen. Dit is de eerste van de drie grote (er zijn tientallen kleinere) klimmen vandaag. 1:5 stond er aan de weg. Zo mix ik meestal mijn baco’s, maar hier zal het wel wat anders betekenen. Fijn is wel dat we mooie uitzichten op Settle ervoor terug krijgen.
Iets verderop wordt het wat minder steil en kunnen we toch weer op de fiets. Van alle delen die ik van Engeland gezien heb, moet ik toch concluderen dat de Yorkshire Dales het mooiste zijn. Zeker met mooi weer is, waar je ook heen kijkt, het landschap een plaatje met zijn groene weiden, de muurtjes en overal de schapen.
Wij zijn zelfvoorzienend wat koffie, thee en soep betreft. En zeker als het goed weer is, zoeken we een mooi plekje uit om zelf koffie te maken. In dit geval is dat, in de zon, tegen een muurtje aan. Koffie met uitzicht noemen we dat.
We komen door het dorpje Cracoe. Dit klinkt alsof we in het Oostblok fietsen, maar het is gewoon in Engeland. Dit is waar de eerste ‘calender girls’ wonen, een stel huisvrouwen die naakt op een kalender gaan om geld op te halen voor een goed doel. Ik zie niemand lopen die kalenderwaardig is, dus geen reden om te stoppen.
Dat doen we wel in Burnsall. De kerk is bijzonder omdat hij alleen maar rechte hoeken aan de buitenkant heeft, een doopvont uit de 11e eeuw en als ingang een ‘lychgate’. Ik weet nu wat dat is (en jij ook als je de foto ziet).
Daarna hebben we de tweede grote klim op het programma staan. Die gaat wat geleidelijker en kunnen we helemaal op de pedalen voltooien. Hij brengt ons ook naar het hoogste punt van the Way of the Roses. Volgens het boekje is dat 404 meter, maar de GPS registreert toch echt tien meter hoger. Onderweg hebben we natuurlijk weer fantastische uitzichten.
De afdaling naar Paterly Bridge is steil. Met stukken van 14% en 18% dreigen de remmen warm te lopen en piepen ze op het einde verschrikkelijk. Zo horen ze ons tenminste aankomen.
Paterly Bridge is een prachtig dorpje. In het park maken we een boterham en een soepje. Voor ons wordt Bowls gespeeld, een Engelse variant van jeu de boules. Het wordt voornamelijk door bejaarden gespeeld.
In Paterly Bridge is de oudste snoepwinkel van Engeland. Het zit sinds 1827 in een pandje uit 1660. Als we even binnenkijken zien we dat de winkeljuffrouw ook ergens uit die eeuw moet komen. Je kijkt overigens je ogen uit in die winkel en alles ruikt heerlijk. Wij schaffen er een zakje fudge aan.
Hierna hebben we de laatste echte klim van de dag en deze vakantie. Als we boven zijn kijken we uit over het gebied waar we morgen doorheen fietsen. Het is vlak en daar zijn we heel blij mee.
Maar eerst gaan we nog naar beneden. Daarbij komen we langs Brimham Rocks. Hier staan allerlei rotsen in vreemde formaties opgestapeld. Het weer en het water hebben het zachtere gesteente ertussen uit geslepen waardoor er vreemde stapels ontstaan. Prachtig om te zien en het zijn er werkelijk honderden.
We dalen verder af naar Ripon, ons einddoel van de dag. Daarbij komen we langs Fountains Abby, de grootste en best bewaarde Cisteriaanse abdijen van Engeland. Gelukkig naderen we het van boven zodat we van het huis en de restanten van de abdij nog een foto kunnen maken. Want als we bij de ingang komen is het kwart voor vijf. En hij sluit om vijf uur. Dat wordt hem dus niet meer.
Het verhaal van de abdij is weer een bijzondere wat zich binnen een tijdsspanne van ruim tien jaar afspeelt. Er waren in 1132 een stel Benedictijnse monniken in York. Die kregen ruzie, bij het biljarten of zo en er werden er dertien uitgegooid. Ze mochten niet terugkomen. Dat vond de bisschop van York zielig en hij gaf ze dus hier een stukje land. Er was alles om een nieuw klooster te beginnen. Hout voor de bouw, water en land voor de verbouw van eten. En om dwars te zijn werd het een Cisteriaans klooster. Vanuit het hoofdkantoor in Bourgondië werd een monnik gestuurd, die hun de zeven Canonische Uren leerde en hoe je een degelijke houten kerk bouwt.
Het gaat goed met het klooster, Henry Murdac is abt en tussen 1143 en 1146 wordt een compleet stenen klooster uit de grond gestampt inclusief kerk. Maar Henry maakt één fout. Hij is tegen de verkiezing van de nieuwe bisschop van York. Daar is men niet blij mee en tijdens een volksopstootje wordt het complete klooster gesloopt. Alleen de kerk blijft staan. En de restanten hiervan zitten wij tegenaan te kijken.
We maken hier nog een kopje thee. Er zit ook een groep Chinezen op de bus te wachten en als ze mijn efficiënte Jetboil zien, zijn ze meteen geïnteresseerd. Hij wordt uitvoerig op de foto gezet. De Chinese vrouwen vinden het bijzonder dat ik, als man, een kopje thee maak voor Mevr. van der Veeke.
Het laatste deel van de afdaling gaat door Studley Park en brengt ons in Ripon. We hebben een hotelkamer midden in het centrum. Het leuke is dat we na het eten de hoornblazer van Ripon tegenkomen. Al eeuwenlang is dit iemand die ’s avonds om negen uur op alle hoeken van de markt op zijn hoorn blaast om aan te geven dat de avondklok begonnen is.
Voor ons is dit een mooie afsluiting van de dag. Het was niet alleen in theorie een zware dag maar ook in de praktijk. Net iets minder hoogtemeters dan de dag dat we naar Tan Hill gingen. De rug heeft het gelukkig vol gehouden. En ik kan concluderen dat de spierverslapper weinig invloed op benen heeft gehad. Of die zijn inmiddels zo sterk dat het niets meer uitmaakt. Vanaf nu wordt het vlakker. Morgen een korte dag naar York en dan een rustdag. Misschien dat de rug dan wat kan herstellen.
Getallen van de dag
Aantal kilometers: 72,3 (totaal 529)
Aantal hoogtemeters: 1480
Mooi verslag, gelukkig hielden benen en rug zich goed.
Wederom weer een Mooi verslag. ( Niet te veel spierverslappers in nemen Hans😉)
Wat ziet het er mooi uit als de zo’n schijnt😉,weer leuk om te lezen.