If you want to go fast, go alone. If you want to go far, go together.
Vandaag begint het traject waar ik het meest tegenop zie. Om uit Lysebotn weg te komen, moet er geklommen worden. Veel geklommen.
Je gaat eerst via 27 haarspeld bochten (waarvan een in een tunnel van meer dan een kilometer) naar Øygardstølen (adelaarsnest). Dat ligt op ongeveer 600 meter hoogte en is het startpunt van de route naar de Kjeragbolten.
Daarna klim je door naar 932 meter waarbij je tussendoor nog een paar keer tussen de acht- en negenhonderd meter op en neer gaat. Dan daal je weer af naar 550 meter. Daar is de eerstvolgende camping. Als je dan verder wilt, klim je weer naar 1050 in drie stukken. Je daalt aan het einde weer naar negenhonderd en dan nog een keer naar boven de duizend meter. En dan een lange afdaling naar de tweede camping op de route, in Rysstad. Dat is waar we eigenlijk heen willen maar om dit allemaal te doen is meer dan tweeduizend hoogtemeters en dat is voor ons iets teveel van het goede.
We smokkelen dus een beetje. Via een bedrijfje (SBK base) dat basejumpers naar boven brengt heb ik geregeld dat we, met de fietsen, een stukje mee kunnen liften. Voor Nok. 300 kunnen we naar Øygardstølen gebracht worden. Dat scheelt ons bijna twee uur klimmen én de tunnel die single-track blijkt te zijn. Hiervoor moeten we ons om kwart over acht melden bij het bedrijf. Maar Pjotr/Sven/Lars is nergens te bekennen en alles is op slot. Er komen nog meer mensen die naar boven moeten en uiteindelijk wordt een van de mannen wakker gebeld. Bij het afrekenen blijkt het ineens Nok. 400 te zijn maar daarvoor onderhandel ik wel wat extra hoogtemeters.
Uiteindelijk worden we precies na negen kilometer op 750 meter hoog afgezet. Die hebben we alvast te pakken. Kleine uitdaging is dat het ook behoorlijk regent dus binnen de kortste keren zijn we doorweekt. Geduldig klimmen we met 10% en meer op en neer in het landschap. Het is een graad of vijf en mijn adem maakt wolkjes in de lucht.
Maar de landschappen maken veel goed. Er gaat niets boven de Rallarvegen, maar dit komt dicht in de buurt. Het is zo woest, groen en stenig dat het elke meter genieten is, ondanks de inspanning en de regen.
Soms vragen mensen wel eens; ‘waarom doe je dit jezelf aan?’. Tijdens dit soort stukken, waarbij je nat en koud bent en het gevoel hebt alsof iemand je aan de bagagedrager achteruit trekt vraag ik het mezelf ook af. Eigenlijk is dit onderdeel van de manier waarop wij kiezen te reizen. In het landschap, in het weer en op eigen kracht. Het geeft een heel goed gevoel als je de grenzen verlegt en toch wat meer kunt dan je denkt. Het maakt alles zó intens en als je eenmaal in het ritme van het klimmen zit dan kom je in een zen-achtige toestand. Alleen het nú telt. Bob Marly zei eens; ‘some people feel the rain, others just get wet‘. En ik snap wat hij bedoelt. Je voelt elke afzonderlijke regendruppel, maar na een tijdje voel je de regen ook niet meer. En het grote voordeel van reizen per fiets is dat je op elk moment kunt stoppen en een foto maken. Ik moet toch weer even grote kudo’s uitdelen aan Mevr. van der Veeke. Die komt elke keer weer jubelend boven ondanks dat ze ook nat, koud en vermoeid is. Verrukt over het landschap. En blij met de tocht.
Zo komen we op het eerste hoogtepunt van de dag.
In dit gebied is het de mode om torentjes van stenen te maken. We zien ze overal staan.
Hierna hebben we een flinke afdaling waarbij we een paar honderd meter in hoogte zakken. Dit gaat niet in één keer. Soms moeten we weer even omhoog.
Zo steken we over naar het Sirdal. Het laagste punt is voorlopig Suleskard waar de eerste camping is. Inmiddels is het droog geworden. Er is een supermarkt. Daar zijn we blij mee want we hebben niets meer te eten. Ze verkopen ook hele goedkope koffie (Nok. 10) en pølserbroodjes. Die gaan erin als een preek in een ouderling. Maar daarna willen we toch graag weer door. En dat begint weer met een klim van 10% naar 900 meter. Dat geeft alweer een mooi uitzicht.
We dachten even zonder regenbroek door te kunnen, maar daar worden we meteen weer voor gestraft. Voor de tweede keer gaan de sluizen open en worden we nat. Op de een of andere manier warmt de natte kleding onder het regenpak op en zolang je klimt is het niet koud. Pas als je stil gaat staan wordt het rillen.
Bij een picknickplaats maken we een koffie en eten onze koek van de dag. Een Tsjech die daar ook aan het koken is maakt even een foto van ons. Het geeft goed weer hoe nat we zijn.
Dan weer verder. Het is inmiddels droog geworden en dat blijft het ook min of meer. De klimmetjes worden wat minder steil, dus het wordt iets gemakkelijker fietsen.
Zo bereiken we het tweede hoogtepunt van de dag.
Het leuke is dat de brommerclub (van een mij onbekend merk) ook een tochtje heeft. Zij ploeteren net zo omhoog als wij.
We dalen een stukje en gaan nog een keer omhoog. Soms lijkt het wel een muur in de verte waar je tegenop moet. Maar als je erop zit, dan verandert het perspectief en lijkt het niet zo steil meer. Het voelt nog wel net zo steil…
Vervolgens een heerlijke afdaling die wel twintig kilometer duurt. Af en toe moet er even getrapt worden, maar dat is de moeite niet. Het asfalt is goed (van Esther begrijp ik dat dit elk jaar vernieuwd wordt) en ik haal snelheden van boven de 60 km/uur.
We eindigen op iets van 250 meter hoog en zitten dan in het Setesdal.
In Rysstad is de Coop gelukkig nog open zodat we eten voor vanavond en ontbijt kunnen inslaan. Bij de camping is het weer zo opgeklaard dat we besluiten te kamperen. Ondanks dat het er af en toe dreigend uitziet. We staan op een veldje aan het water met een mooi uitzicht over het fjord. Er is een soort van open schuur waar we de kleding te drogen kunnen hangen.
Na het douchen is alle kou, nattigheid en vermoeidheid weer vergeten. In de avondzon koken we een chili-maaltje. Het was een pittige dag, maar we hadden hem niet willen missen.
Getallen van de dag
Aantal kilometers: 82,2 waarvan 73,2 fietskilometers (totaal 1203)
Aantal hoogtemeters: 2078 waarvan 1328 gefietst.
Camping Sølvgarden (Nok 270/€ 29,03)
Na regen komt de (avond) zonneschijn…….weer een helder verslag van weer een dag.
Prachtig dat mevr. VD Veeke nog lacht op de foto door de Ier gemaakt. Ondanks de nattigheid.
En dan ook nog twee hoogtepunten op 1 dag Hans 😉.
Ondanks de regen prachtige foto’s!
Toen ik aan het begin van je reis de route zag was ik het meest benieuwd naar dit stukje. Daar waren wij drie jaar geleden ook ( je valt in herhaling Ruud ) en inderdaad met het weer dat jullie ook hadden. Grootste verschil: ik zat in een ijzeren kooi met glas en vier wielen. Maar toen wij in het adelaarsnest koffie zaten te drinken kwam er een fietser aan vanuit Lyseboth. Man man man wat was die nat. Maar vooral dat traject wat hij fietsend had afgelegd. Vroeg mij dus af hoe jullie dat zouden fixen *met* bepakking. Groot gelijk dat je pecunia’s hebt ingewisseld voor hoogtemeters, maar jammer voor de lezer.
Die steentorentjes staan in Noorwegen vaak op wandelroutes om deze te markeren.