Dinsdag 1 augustus: Van St. Eulalie en Born naar les Arbousiers

Thalassophile
(N) a person who loves seas and oceans.

kaart-01-8

Afgelopen nacht donderde en flitste het om ons heen. En zelfs soms nog een paar grote druppen, maar het echte onweer bleef uit. Later zien we aan de weg dat we daarmee geluk hebben gehad. Het is wel zwaarbewolkt en fris. Voor het eerst heb ik mijn jas aan.

Het eerste plaatsje waar we komen is Gastes. En het is zowaar markt. Bij een vriendelijke Baskische bakker kopen we brood en een Baskische koek. Zit rum in, zegt hij. Zijn kinderen krijgen elke avond een stukje en daar slapen ze uitstekend op.


Er zijn hier best veel meren. Eerst gaan we langs het Etang de Biscarosse et de Parentis. Je kunt wel raden welke plaatsen aan dit meer liggen. Parentis en Born tikken we even aan maar zien we weinig van. Dan is het een lang stuk langs een D-weg naar Biscarosse. Deze plaats leefde vroeger van het verzamelen van (boom)hars en is de bakermat van de watervliegtuigen. Bij de kerk gaan we even kijken naar de ‘garluche‘ stenen waarmee hij gebouwd is. Dit zijn typische stenen van de streek ‘Landais‘ hier. De 600 jaar oude iep, die hier ook moet staan, kunnen we niet vinden.


Na Biscarosse komen we bij het Etang de Cazaux et de Sanguinet. Op de lijst van grote meren van Frankrijk, staat deze op nummer twee met zijn 56 m2 km. Langs het meer zijn allerlei zandstranden en heel veel parkeerplaatsen. Maar door het bewolkte weer, is er nu weinig te doen.


Hierna steken we een stukje af. De route gaat langs Biscarosse-plage, maar dit voegt niet veel toe voor ons. We nemen de rechtstreekse weg. Veel korter, maar ook veel minder leuk door de auto’s. En er zit nog een klimmetje in.
Dan gaan we weer eindeloos door de bossen. Het is een mooi geasfalteerd pad, maar met al die bomen ernaast, vraag ik me af hoe het er over tien jaar uitziet. Onderweg maken we nog even een bammetje.


Uiteindelijk komen we bij het gekkenhuis dat Dune du Pilat heet. Het is het grootste en hoogste duin van Europa. Drie kilometer lang, 500 meter breed en 107 meter hoog. Voor een snelle rekenaar komt dat op 600 miljoen kubieke meter zand. Het is een imposant gevaarte. Je ziet mensen als kleine miertjes erop lopen. Het lijkt alsof heel Frankrijk hier vandaag wil zijn want er lijken ook wel 600 miljoen auto’s langs de weg te staan. Het is goed dat we er nu een bezoek aan brengen want hij schijnt elk jaar kleiner te worden. Voor je het weet is het niet anders meer dan de Loosdrechtse duinen.


Arcachon is de volgende plaats. De route loopt onder de stad langs, maar wij willen ook wel eens wat anders zien dan bomen. In de 18e eeuw stonden hier alleen een paar vissershutjes. Als je toen wat grond had gekocht, dan was je spekkoper geweest. We zien de ene spectaculaire villa na de andere met bijzondere namen als klapstuk. Via een zijstraatje gaan we even naar het Sin d’Arcachon. Daar hebben we een mooi zicht op de baai.


Langs het water gaan we naar het centrum toe. Het is een mooi pad over de boulevards en langs de stranden. Meer vakantiestemming met zon, zee en strand kan ik me niet voorstellen.


De route loopt helemaal rondom het basin d’Arcachon. Maar je kunt ook met een bootje over naar le Cap Ferret, op het schiereiland aan de overkant. We kiezen voor dit laatste. Voor €27 koop ik kaartjes voor ons en de fietsen. De bagage moet eraf en de fietsen worden op het achterdek gezet. Helaas met weinig respect voor de fiets, maar na wat overleg komen ze beter te staan waardoor mijn remleiding het overleeft. Tijdens de overtocht zien we het Dune du Pilat nog van de andere kant. Een imposante hoop zand.


In 20 minuten gaan we naar de overkant. Daar blijkt dat we de goede kant zijn opgevaren, want hier staat een enorme rij. Het is even zoeken naar en winkel, want er moet vanavond ook nog gegeten worden. Daarna op zoek naar de camping.


Op camping ‘du Truc Vert’ staan meer mensen dan in Baflo wonen. Toch hebben ze nog een mooi (klein) plekje voor onze tent. ‘The romantic spot‘ noemen ze het. Dat is aan ons wel besteed. We zetten de tent op, douchen en maken eten. Het is inmiddels al acht uur maar we gaan nog wel even naar het strand. Er is niets mooiers dan het zand tussen je tenen te voelen en de branding om je voeten. En zo staan we zomaar in de Atlantische oceaan. Daarna wachten we tot de zon ondergaat. Altijd een mooi moment.


Bij de tent zitten we nog even in het donker. De temperatuur is nog steeds boven de 20 graden. Hier zou ik wel aan kunnen wennen, denk ik, als ik in bed kruip. Op de achtergrond hoor ik de zee ruisen. Een geruststellend geluid.

Getallen van de dag
Aantal kilometers: 88,6 (totaal 311)
Aantal hoogtemeters: 371
Afstand (hemelsbreed) naar Baflo: 1115
Camping du Truc Vert (€26,70)

 

0 gedachten over “Dinsdag 1 augustus: Van St. Eulalie en Born naar les Arbousiers

  1. Liesbeth zegt:

    Wat herkenbaar! We hebben een aantal jaren terug ook op camping le Truc Vert gestaan en zijn ook met het bootje overgevaren, maar dan heen en terug om Dune de Pilat te bezoeken. Leuk om weer foto’s van te zien.
    Groetjes

  2. Gert zegt:

    Deze aflevering van oom Hans vertelt valt me op dat het sjabloon om drie foto’s in de oppervlakteverhouding kwart, kwart, half te tonen, regelmatig ingezet is. Vanwege de ruimtebesparing vind ik het een sjabloon met een calvinistisch karakter. Het mooist komt dat tot uiting in de samenstelling kerk en vliegtuig. Die vind ik zeer geslaagd.

Leuk als je reageert