Donderdag 10 augustus: Van La Bernerie-en-Retz naar Frossay

Als je teveel tegenwind hebt, fiets je misschien de verkeerde kant op.

 kaart-10-8

Toen ik informatie zocht op internet kwam ik vooral Franse pagina’s tegen. En met Google Translate is het heel makkelijk om hier een vertaling van te krijgen. De pagina van la Bernerie-en-Retz gaf dit resultaat:

La Bernerie-en-Retz is bekend van de bouw van kutjes.

Nu kan het zijn omdat we vlak bij Pornic zitten, dat hij er dit van maakt maar het is wel verwarrend. Bij het terugvertalen van de pagina kwam ik erachter dat hij ‘chattes’ de ene keer vertaalt met ‘kutjes’, dan weer met ‘katten’ maar ook met ‘poezen’. Uiteindelijk gaat het om platbodems die ze in het moeras gebruiken waarbij het roer van achter naar voren gewisseld kan worden. Een beetje als onze treinen, zodat we voor en achteruit kunnen rijden/varen. We hopen er een te zien (de boot dan), maar ondanks dat we het hele dorp doorgaan, komen we er geen een tegen. Wel komen we een bakker tegen zodat we brood voor de dag kunnen inslaan.

Het is een gevarieerde dag vandaag waarin we veel te zien krijgen. Inmiddels zitten we in zuid-Bretagne en het gebied hier is bekend om zijn neo-megalithische overblijfselen. In andere woorden, hunebedden, menhirs en stenen cirkels. We komen er meteen twee tegen. 

De eerste is de Dolmen du Pre d’air. Hiervan resten alleen nog de stenen in een cirkelvormige figuur. 

Daarna komen we bij de Dolmen de la Joselerie. Je ziet meerdere kamers. Hij lijkt nog het meest op onze hunebedden en is behoorlijk goed behouden gebleven.

Er zijn nog veel meer ‘dolmen‘ in de omgeving maar we kiezen ervoor ze niet allemaal af te fietsen. In plaats daarvan gaan we door naar Pornic. Een naam die bij mij andere associaties oproept dan bij Mevr. van der Veeke. Hoe dan ook, de stad ligt er mooi bij als we via de haven naderen. Het is er wel druk, maar niet zo druk als in de zuidelijkere badplaatsen. Ik heb het idee, des te verder we naar het noorden komen, des te rustiger het wordt. In Pornic drinken we voor de verandering eens een kopje koffie op een terras. Dat kan lekker in de zon, want het weer is helemaal opgeklaard in de loop van de ochtend. We hebben alleen een straffe noordenwind tegen en dat is af en toe best ploeteren.

Laat nooit een stotteraar plaatsnamen bedenken want dan krijg je gevallen als dit; St. Michel Chef-Chef. Het is een leuk stadje waarvan je de kathedraal al van verre kunt zien, bovenop de berg. In de kerk is een mooi beeld van St. Micheal die de demon (soms is het een draak) doodt, en er zijn overal versierselen van schelpdieren.

Na St. Michel-Chef-Chef komen we nog een menhir tegen. Je weet wel, die dingen die Obelix altijd op zijn rug draagt. Het is een flinke jongen deze. 

We hebben het laatste stukje langs de Atlantische oceaan als we via St. Brevin-l’Ocean naar St. Brevin-les-Pins fietsen. Dit is ons noordelijkste puntje langs de kust van Frankrijk. Hier mondt ook de Loire uit in de oceaan. We kijken nog een keer uit over zee, samen met het serpent dat hier aan land is gekropen.


Dit is nog niet het einde van de Velodysee, want die loopt voor ons door tot Nantes, maar we nemen afscheid van de kust. De Velodysee is een groot Zandvoort aan Zee van 800 kilometer lang. We hebben genoten van de boulevards, het vakantiegevoel en de zee. Maar niet eerder zijn we zoveel drukte tegengekomen op de fietspaden, de stadjes en de campings. Een groot contrast met Noorwegen, van vorig jaar, wat erg rustig was, maar ook koud en nat.

Vanaf nu gaan we voornamelijk oostwaarts. En dat is fijn, want dan hebben we de wind niet steeds tegen. In het binnenland draait hij zelfs wat naar west zodat we hem soms mee hebben.

Paimboeuf verrast me. Ten eerste komen we daar een van de weinige vuurtorens tegen die niet aan zee staat. Deze is een meter of zeven hoog, doet het al sinds 1855 en heeft een bereik van 20 kilometer.

Maar in Paimboeuf wonen blijkbaar veel kunstenaars. Een gewone gevel is maar gewoon dus hij wordt hier opgeleukt. We zien verschillende uitvoeringen waarvan ik deze wel erg mooi vind.

Ook woont er een kunstenaar in het dorp die goed is met metaal. Daar weet hij leuke figuren van te maken. Je komt ze overal tegen.

Langs het Canal Maritime de-la Basse Loire is het nog een klein stukje naar Camping Municipal du Migron. Eindelijk weer een camping waar je niet op je knieën hoeft te liggen voor een plaatsje. Het is een camping uit mijn dromen. Groot grasveld met bomen. Veel ruimte. Een plek waar je droog aan picknick-tafels kunt koken. En een schappelijke prijs. Het is er allemaal.


Morgen gaan we door naar Nantes. Daar hopen we zo vroeg aan te komen dat we de stad nog kunnen bekijken. En dan is de Velodysee echt afgelopen.

Getallen van de dag
Aantal kilometers: 67,0 (totaal 875)
Aantal hoogtemeters: 354
Afstand (hemelsbreed) naar Baflo: 905
Camping Municipal La Migron (€8,=)

2 gedachten over “Donderdag 10 augustus: Van La Bernerie-en-Retz naar Frossay

Leuk als je reageert