De best verborgen schatten van Nederland (19)

Zaterdag 21 april
Oirschot – Asten (Heusden) (98 km)

Vandaag wordt een lange dag. Omdat ik geen overnachting kon vinden bij het geplande eindpunt moest ik steeds verder van de route afwijken en dat betekent meer kilometers. Maar het gaat zoals het gaat en als we steeds de trappers naar beneden blijven duwen, dan komen we er vanzelf. We worden in elk geval gewekt door een koor van vogels ondanks het wat mistige landschap. En het is een fijn ontbijt van yoghurt en fruit. Net als de zon wat meer door begint te breken stappen we op de fiets.

Onze eerste stop is Oirschot. In de 15e en 16e eeuw kende Oirschot een bloeiperiode en toen zijn ook het raadhuis en de St. Petruskerk gebouwd. Ik sta een beetje raar te kijken want het komt me zo bekend voor. Als ik even terug graaf in de archieven blijkt dat we hier bij de Ronde van Nederland én bij de 10-provinciën-route ook overnacht hebben.  Evengoed blijft het een mooi stadje.

Daarna zitten we (maar niet zoals op de foto…) tijden langs het Wilhelminakanaal terwijl we Best en Son en Breugel passeren. Via Lieshout en Laarbeek gaan we wat meer richting het noorden om bij de Spijkerkapel, alias de Maria Magdalenekapel alias het Essinks Kapelleke komen. 


Het is de enige kapel in Nederland die aan Maria Magdalena gewijd is. Voor de onzaligen onder ons; dit is niet de moeder van Jezus. Van de kapel wordt verteld dat hij helende krachten heeft. Mits je spijkers offert… ja, je leest het goed. Heb je nog ergens wat roestig spijkergoed liggen, neem het mee, sla het hier in een boom en je bent verlost van zweren, puisten en huiduitslag. Je moet wel de weg heen en terug zwijgend afleggen. Voor sommige mensen zal dit een uitdaging zijn.

De spijkers slaan (pun intended) natuurlijk op de spijkers waarmee Christus aan het kruis gespijkerd zat. Daar is overigens nog een aardige legende van. Overal kom je drie spijkers (beide handen elk en voeten een) tegen maar het waren er eigenlijk vier. De laatste zou zijn hart moeten doorboren maar de zigeuners hebben die gestolen waardoor het lijden werd verzacht (of de oud ijzer prijs was erg gunstig). Tot 1980 kwamen er daarom veel zigeuners hier ter bedevaart.

Vanaf de Spijkerkapel is het maar een klein stukje naar het dorp Handel. Ook hier staat weer een gigantische rooms-katholieke kerk maar interessanter is het processiepark erachter. In het lommerrijke park heerst een serene rust. Je kunt er de kruisweg in beeld vinden en een rozenkransweg waar, door beelden, de geheimen van de rozenkrans worden ontsluierd. Klinkt als een spannende detective, maar het is echt de moeite waard om daar te kijken, ondanks dat de beelden wat vervallen aandoen omdat ze door weer en wind geteisterd zijn. 


Daarnaast is er een openluchtkerk en een heilige bron waarvan ik het water meteen op al mijn kwalen smeer. Baat het niet… en we merken dat het een heerlijke lunch-plek is.

Nu moeten we eerst weer een behoorlijk stuk fietsen naar Venray. Het zijn lange rechte wegen hier. Er is gelukkig weinig wind en veel zon. Het landschap is afwisselend genoeg zodat het niet saai wordt. En de kilometers moeten toch gemaakt worden.


In Venray gaan we op zoek naar het Odapark. Tussen veel bomen is een prachtige collectie beeldhouwkunst te zien. Het leuke is dat ze niet perse een eeuwigheidswaarde hoeven hebben. 


Ik citeer Rik zaal; ‘Het materiaal is vaak onderhevig aan verval. Het gaat niet om de eeuwigheid maar om de context van de eigen tijd…De totaliteit van natuur en kunst die, net als de wereld zelf, blijft veranderen.’Je ziet ook dat sommige beelden in verval zijn. Maar goed, die worden straks weer vervangen door nieuwe exemplaren met een tijdelijk leven.

Omdat het zo’n lange dag zou worden hebben we getwijfeld of we de Mariapeel over moesten slaan of niet. Maar het fietsen gaat lekker en daarom trekken we zuidwaarts naar dit natuurgebied. En we krijgen er geen spijt van. Er is even een uitdaging aan het begin, maar daar trekken we ons niets van aan.

Het is weer een uniek natuurgebied dat een beetje apocalyptisch, unheimisch en surrealistisch aandoet. Uitdijend veenmos verstikte de boomwortels van berken die daardoor het loodje legden. De stronken zakten vaak in het veen en fossiliseerden. Als een turfsteker op zo’n ‘peelpuist’ stuitte, dan werd hij daar niet blij van. Ondanks dat het veenmos maar 1 millimeter per jaar groeit, was het toch teveel voor de bomen. Het veen is veel afgegraven maar nu proberen ze dit natuurgebied weer in evenwicht te krijgen door het veenmos te laten groeien waardoor er weer hoogveen ontstaat. Wij genieten van de serene rust en de prachtige beelden die het biedt. Ook dit is weer een aanrader om te bezoeken.

Inmiddels loopt het al tegen vijven. In Helenaveen vinden we een terras in de zon. Ze serveren prima gemarineerde spare-ribs en voor Mevr. van der Veeke een portie asperges. En dat komt ons wel goed uit want we zitten weer in een soort van tuinhuisje op het platteland. 

Tegen half acht komen we daar aan met een persoonlijke ontvangst. Het huisje blijkt nog mooier en ruimer te zijn dan gisteren. En uiteindelijk zijn we blij dat het zo’n lange dag was, want nu konden we er extra van genieten.


ps-kaart-3

Noot:
Deze blog maakt deel uit van een serie van artikelen over bijzondere plekken in Nederland. Het overzicht van alle plekken kun je vinden op mijn website. Daar kun je ook info-boekjes, kaartjes en gpx (route) bestanden downloaden.

2 gedachten over “De best verborgen schatten van Nederland (19)

  1. Willem zegt:

    Prachtige foto in dat straatje in Oirschot, je waant je een paar eeuwen terug in de tijd. De foto met die man op de grond met roos mocht natuurlijk niet ontbreken Hans😉. Prachtig weer mensen, geniet er van!

Leuk als je reageert