De best verborgen schatten van Nederland (20)

Zondag 22 april
Asten (Heusden) – Kessel (77 km)

Bij het ontbijt ontspint zich een interessante discussie met de boerin, waar we verblijven. Wij vonden de Mariapeel erg mooi. En dat was dan met name om de rust en de natuur. Maar zij vindt de natuur daar één groot drama. En dat is omdat ze het weer in de oude staat proberen te herstellen, als veengebied. De boerin vindt het gebied, zoals het nu is, juist veel beter. Minder water en minder insecten. En het wordt nu helemaal overhoop gegooid. Daar is natuurlijk wat voor te zeggen. Vooruitgang is niet altijd slecht. Ze dist een hele samenzweringstheorie op met geld, macht en tegenstrijdige belangen. En ondertussen worden onze vers gebakken broodjes koud. Maar het geeft natuurlijk wel voedsel tot nadenken.

Wij vertrekken richting de Groote Peel. En ook dit natuurgebied zit onder beheer, dus daar is ook van alles mis. Volgens de boerin. Helaas kunnen we er deze keer niet doorheen fietsen. Er staat nadrukkelijk dat het verboden is, dus dan doen we het ook niet. We moeten maar een andere keer terugkomen om er te wandelen want de Groote Peel is erg mooi. Er is niemand te zien en het zindert van de vogelgeluiden. Het is een gebied van 1400 hectare waar de littekens van de turfwinning nog duidelijk zichtbaar zijn. Maar er zijn ook open velden, bossen met manshoge varens, heide, moeras en struwelen. Het is een erkend wetland voor een kleine honderd vogelsoorten. Maar zoals gezegd; we moeten ervoor terugkomen.


Daarna gaan we door naar Thorn, ongeveer 30 kilometer verderop. Het weer is mooi en het landschap afwisselend. We zien verschillende boomgaarden in bloei staan.


In Thorn is een hoop te doen. Het begint te lijken alsof we op bedevaart zijn. Want als eerste komen we bij Kapel onder de Linden, iets ten noordwesten van Thorn. Het is een rijk versierde, aan Maria opgedragen, kapel. Hij wordt ook wel de Loretokapel genoemd. Waarom? Omdat het huis van Maria ‘op magische wijze’ verplaatst was naar het Italiaanse Loretto en de indeling hier is gebaseerd op dat huis. Kun je het nog volgen?  Ons maakt het niet uit. Het is weer een mooi sereen plekje, waar we alleen zijn.

Vanaf hier is het een klein stukje naar Thorn. Ook wel ‘het witte stadje’ genoemd. We zijn hier al meerdere malen doorheen gekomen, dus het voelt bekend. Dat de huizen wit zijn heeft een reden. Zo meteen vertel ik meer over de kerk, maar toen de Fransen kwamen en de adel weg moest vluchten, trok het gepeupel in hun huizen. Dat ging goed totdat de Fransen belasting gingen heffen op de grootte van de open haard en de ramen. Dus de haard werd verkleind en de ramen gedeeltelijk dichtgemetseld. Maar dat zag er natuurlijk niet uit én mensen konden zien dat je niet teveel te makken had. Dat werd opgelost door de gevel wit te schilderen en zo ontstond het witte stadje.

De abdijkerk is weer een ander verhaal. Aan het einde van de 10e eeuw werd hier een klooster gesticht volgens de regel van de heilige Benedictus. Dit groeide uit tot een stichting voor (aantoonbaar!) hoog adellijke dames en dat wordt dan een stift genoemd. Het werd ook bestuurd door een vrouw. En niet alleen het stadje, maar ook een groot gebied eromheen. Je kunt je voorstellen dat deze middeleeuwse jonge, maagdelijke dolle-Mina’s als een magneet op elke ridder in de omtrek werkten. Het staatje had wel sterke banden met Duitsland, maar toch was het een soort van Liechtenstein. Dat ging goed tot begin 1800, als de Fransen komen. Die maken er korte metten mee en een hoop gebouwen van de abdij worden gesloopt. 


Later wordt dit door Cuijpers (die we straks ook in Roermond tegen komen) weer gerestaureerd in neogotische stijl. Maar van het interieur bleef hij af. Dat bleef een bombastische barokke versiering.

Maar waar ik met name voor kom is de mummie. Die ligt rechts achterin de kerk in een crypte. Lange tijd dacht men dat dit om de 18e eeuwse monnik Quanjel (alleen de naam al) ging, maar het blijkt een pijprokende, corpulente meneer uit de 17e eeuw te zijn. Later werd hij een actief lid van de weight-watchers want hij zit nu wat ruimer in zijn vel. Maar lang zo ruim niet als de gratenbaal die ernaast ligt.

En tot mijn verrassing ligt er nog een fraai relikwie. Ze hebben hier namelijk <tromgeroffel> de arm van St. Benedictus (maar niet heus) in een mooi kokertje liggen. Dat is extra smullen vandaag.

Verder is hier nog veel meer te zien, maar dan moet je maar een keertje zelf langs gaan. Wij hebben het geluk dat we binnen naar de film over de abdij zitten te kijken terwijl het even met bakken uit de lucht komt. Zijn al die kerken, heiligen en relikwieën toch nog ergens goed voor.


We volgen de komende tijd de Maas en hij brengt ons eerst in Roermond en daar komen we in een gekkenhuis terecht. Niet alleen is er de hele dag een soort loopfestijn, er is ook nog een of andere markt die alles in de stad shock-en-klem zet. 


Met moeite weten we ons een weg te banen naar de Munsterkerk waar de goddelozen, gedreven door het weer, het plein hebben veranderd in één groot verleidelijk terras. Het kost veel moeite maar we gaan toch voor de kerk. Het blijkt dat Pierre Cuijpers, die meer dan 80 kerken verbouwde, ook hier heeft huisgehouden met zijn neogotiek. Toch doet deze kerk wat saai aan, na de kerk van Thorn, ondanks het kleurige praalgraf van graaf Gerard van Gelre en zijn vrouw Margareta van Brabant.


In Roermond was ook een Karthuis klooster en daar gaan we naar op zoek. Zo’n klooster bestond uit een aantal individuele monnikenhuisjes die door een kruisgang met elkaar verbonden waren en een paar gemeenschappelijke ruimten hadden. Een soort van studentenflat, zeg maar. Alleen mochten ze hier niet praten.

Ik had verwacht dat er nog wat van het klooster zou staan, maar we vinden alleen een groot grasveld, omgeven door nieuwbouw flats. Tot overmaat van ramp, worden we ook nog weggestuurd want het park sluit om vier uur. Blijkbaar heb ik mijn huiswerk niet goed gedaan want ergens blijkt nog de schedel van Dionysius te liggen en is er een mooie muurschildering, die we niet zien. Gemiste kans.


Dan maar door naar Kessel. We worden achtervolgd door een tweede bui die wat begint de sputteren als we net op de pont over de Maas zitten. En voor hij echt los kan barsten vinden we een overdekt terras waar we deze bedevaartsdag afsluiten met een gewijd water.

ps-kaart-4.jpg

Noot:
Deze blog maakt deel uit van een serie van artikelen over bijzondere plekken in Nederland. Het overzicht van alle plekken kun je vinden op mijn website. Daar kun je ook info-boekjes, kaartjes en gpx (route) bestanden downloaden.

4 gedachten over “De best verborgen schatten van Nederland (20)

  1. Willem zegt:

    Ik leef met die boerin mee Hans🤔. Vroeger was alles beter😉. Mooi dorp “Thorn”. Het was weer leerzaam. Jammer van die bui.

  2. Gert zegt:

    Brabantse natuur was recent in het nieuws als budgettair neutrale stortplaats. Zien jullie daar iets van bij het doorkruisen van het groen?

Leuk als je reageert