70 km (totaal 431 km) – 1061 hoogtemeters.
Camping Alpiski (€22,=)
De geest stelt zich voor
Het ergste ooit ervaren
Koester het moment
Dit is wat we vandaag ongeveer gaan doen. Eerst hobbelen we een tijdje op en neer. Dan klimmen we vanaf ongeveer 500 meter naar 1200 meter. Bovenop gaan we de grens over naar Slovenië. Dan dalen we nog een kilometer of vijf en we denken dat we dan helemaal gesloopt aankomen op de camping.
We beginnen alvast met mooi weer en dat is fijn. De tent kan even drogen en alles past in één zak. Voor ons is dit een onontdekt stukje Oostenrijk. Kleine weggetjes, soms een fietsroute en aardige Karintische dorpjes. En in elk dorp natuurlijk een kerk. Zoals er ook om de paar honderd meter een religieus ‘iets’ staat, tot zelfs kappelletjes in de voortuinen.
Onderweg naar Bleiburg komen we een hangbrug tegen met houten planken. Erover fietsen wiebelt wat dus we gaan maar lopen. Deze is speciaal voor fietsers en wandelaars gemaakt.
Je merkt dat we dichter bij Slovenië komen want de plaatsen krijgen dubbele namen. Zo heet Bleiburg ook Pliberk. Het is al best zwaar fietsen dus we zijn wel aan een koffie toe. Mevr. van der Veeke heeft er een lekkere ‘snecken’ bij gekocht, een ritueel dat we dagelijks doen. We fietsen de calorieën er toch wel weer af.
Bleiburg is een druk stadje met smalle straatjes. Er is veel blik in het stadje waardoor we in het centrum bijna de pestzuil missen. Van Bleiburg Castle zien we helemaal niets.
Die in Globasnitz is daarentegen niet te missen. Het is een gat van niets maar een kasteel uit een sprookje. Slot Elberstein is door een zonderling neergezet en het ziet er nog steeds prachtig uit.
Bij een meertje (Sonnegger See) gaan we even ‘jausen’ en eten we een boterhammetje. Er is veel te zien en gelukkig vinden we een plekje in de schaduw want de temperatuur zit weer rond de dertig graden.
Ondanks alle fietservaring zien we wat op tegen de klim zo meteen. Het is best een lang stuk dat we omhoog moeten. In Noorwegen deden we dit een paar keer per week maar inmiddels hebben we al een week in de benen zitten en eigenlijk zijn we toe aan een rustdag. We rekenen uit dat het minstens drie uur omhoog fietsen is, in een lage versnelling. De temperatuur werkt natuurlijk ook niet erg mee. In Sitterdorf halen we daarom nog wat extra’s te drinken. Het eerste deel, tot Bad Eisenkapel, loopt nog op een vrijliggend fietspad langs de Vellach en gaat nog niet zo steil.
En we komen langs een natuurlijke bron zodat we de bidons nog bij kunnen vullen.
Daarna is er nog maar één weg. Die is op zich niet druk maar wel geliefd bij de motorrijders die met hels kabaal en hoge snelheden langs komen razen. Ondertussen klimmen wij geduldig voort. Het is gewoon een kwestie van de trappers naar beneden blijven duwen. Ik klim iets sneller dan Mevr. van der Veeke dus ik wacht regelmatig even op haar. Meestal gewoon langs de kant in de schaduw maar soms is er een mooie waterplaats om even af te koelen.
Niet dat we extra motivatie nodig hebben maar dit soort bordjes geeft je wel energie om door te fietsen.
Een paar kilometer onder de top komen we in een serie van haarspeldbochten terecht. Niet dat het daar gemakkelijker van wordt, maar je hebt iets meer uitzicht.
En uiteindelijk zijn we dan op de Seebergsattel op 1215 meter. De benen zijn moe maar dat wordt ruimschoots gecompenseerd door de voldoening. Om dit op eigen kracht te (kunnen) doen voelt gewoon goed. En dan wil ik extra kudos geven voor Mevr. van der Veeke, die dit toch maar zo even doet zonder mopperen en klagen. Waar vind je tegenwoordig nog zo’n vrouw?
Er zijn geen grensformaliteiten, dus we kunnen zo door. Aan de andere kant zijn nauwelijks motoren meer maar dat kan te maken hebben met het slechtere wegdek. We dalen in een paar minuten een paar honderd meter en komen bij de camping. Moe maar voldaan. Tentje opzetten en douchen. Om gewicht te besparen hebben we geen eten en drinken meegenomen. Maar de kroeg bij de camping heeft een koude Radler en verderop zit een restaurant waar we voor een habbekrats eten. Dat hebben we verdiend.
Gelukkig heb je volgens het bord maar 25% kans dat je door een beer aangevallen wordt. ( ze eten voor 75% planten en Vruchten) Maar je moet wel goed om je vrouw denken Hans en niet voor uit gaan fietsen, want inderdaad dit soort vrouwen zijn zeldzaam😉.
Een genoegen om jullie verslag te lezen. Het is voor mij een feest der herkenning aangezien ik hier in september 2016 fietste.
Vee; fietsplezier verder!
Respect!