Travel makes one modest. You see what a tiny place you occupy in the world. – Gustave Flaubert
Dag 012:
Gelukkig deed de verwarming het niet op onze kamer, dus als we buiten komen, zijn we al helemaal gewend aan de temperatuur van 4 graden. Ik vertrek weer in driekwart broek maart na een paar kilometer staat de rijp op mijn kuiten. Nu heb ik een lange hardloopbroek bij me , speciaal meegenomen voor als het koud is. Maar op de een of andere manier blijft hij toch steeds in de tas. Het is een beetje als met plassen ’s nachts. Je blijft maar liggen en liggen en uiteindelijk ga je 10 minuten voor je eruit moet. Je had beter meteen kunnen gaan. Maar beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald, dus voor het gemeentehuis in Bantouzelle sta ik in mijn onderbroek te wisselen. Goede keus, want daarna is het minder koud.
Honnecourt-sur-Escaut is de geboorteplaats van Villard de Honnecourt, één van de grotere middeleeuwse Franse architecten. Hij is ook een soort van lokale Leonardo-da-Vinci geweest. Voor de kerk staat een reproductie van zijn zaagmachine op water. Ik zie niet hoe dit ooit heeft kunnen werken, maar dat heb ik ook bij sommige werktuigen van Leonardo.
Verkeerd rijden op deze route is schier onmogelijk. Je wordt onderweg overvoerd met schelpen, pijlen en andere richtingsaanduidingen. Het verwarrende is wel dat sommige voor de wandelaars zijn en sommige voor de fietsers. Het helpt je wel steeds herinneren waar we mee bezig zijn.
De route is vrij landelijk vandaag. Voor Saint-Quentin is hij nog wel oké. De wegen zijn rustig en de koolzaadvelden staan in bloei. Her en der komen we nog een (gesloten) kerkje tegen.
We komen ook langs de bron van de Schelde. Nu zitten we al dagen langs de l’ Escaut, maar het duurde even bij mij voor het kwartje viel dat dit de Franse naam voor de Schelde is. In elk geval komen we langs de bron van deze rivier. Vanaf dit punt meandert hij in 360 kilometer langs 120 dorpjes in Frankrijk België en Nederland. Bijzonder dat zo’n waterput uiteindelijk uitmondt in een rivier van 5000 meter breed bij Vlissingen.
Via een jaagpad komen we in Saint Quentin. Ik ken deze naam alleen van het legendarische optreden van Johnny Cash in de gelijknamige gevangenis in Amerika, waar hij een van zijn hits ‘A boy named Sue’ heeft opgenomen. Maar het ligt hier al sinds de tweede eeuw. Eerst onder de Romeinse naam Augusta Viromanduorum maar later vernoemd naar de prediker uit Picardië, Quintines die in de derde eeuw onthoofd werd en zijn lichaam werd in het moeras gegooid. Heel normaal voor die tijd, toch? Maar wacht, nu wordt het interessant. Zijn lichaam wordt gevonden door een blinde vrouw (ze zal er wel over gestruikeld zijn) en daarna kon ze weer zien!
De route loopt langs de stad maar wij klimmen wel even naar het centrum om het flamboyante gotische stadhuis uit 1500 te bekijken en de gotische basiliek. De laatste is wat vervallen. Er ligt stof van eeuwen, vele beelden zijn nog gemutileerd door de Franse revolutie en er is wat achterstallig onderhoud. Toch is het een mooi gebouw waar genoeg te zien is. We vinden zowaar St. Jacobus ook in een van de erkers terug. In het schip van de basiliek van Saint-Quentin zijn, achter de kerkbanken, de vloertegels in de vorm van een labyrint gelegd. In vroeger tijden legden de kerkgangers deze 260 meter op hun knieën af.
In Saint Quentin hebben we trouwens een uitstekende maaltijd in een prachtig restaurant. Vooral het glas in lood plafond maakt indruk op me. We eten hier omdat we vanavond weer in een Airbnb zitten. Er is geen camping en ook geen restaurant.
De laatste dertig kilometer loopt eerst nog een tijd over het jaagpad langs het Canal de St. Quentin. Al snel komen we op drukkere en minder drukke D-wegen. Niet bijster interessant, zeker niet omdat de beloofde noordwesten wind een zuidwesten wind blijkt te zijn, en dus tegen.
Tegen kwart voor zes staat Annie ons al op te wachten in de Airbnb. Het is een adequate kamer maar wederom geen werkende kachel. Jacobus stelt ons telkens weer op de proef. In elk geval zitten we droog en warmer dan buiten. Want de voorspelling is vorst voor vannacht.
Dag 013:
Na een uitstekende nacht hebben we eerst Noyan op de agenda staan. Het belooft vandaag een mooie dag te worden en dan ziet alles er meteen anders uit.
De plaats bestond al in de eerste eeuw en in de zesde eeuw werd het een van de hoofdsteden van het Frankische rijk. Dat verklaart ook waarom er zo’n belachelijk grote kathedraal staat. Hierin werd Karel de Grote in de 9e eeuw gekroond. De kathedraal wordt gezien als een stilistisch meesterwerk uit de overgangsperiode van romaans naar gotisch. Wij nemen er natuurlijk een kijkje. Onderhand hebben we al de nodige kerken en kathedralen gezien dus we worden wat blasé. Maar de sint van de smid trekt toch even mijn aandacht.
Achter de kathedraal staat de kapittelbibliotheek uit 1502 die deels rust op houten spanten. Ik vraag me af hoe lang ze het nog uithouden.
Bij de kerk was niets te doen en als we naar het centrum gaan, is het wel duidelijk waarom. Er is markt. Van alles wordt verkocht en sommige delen lijken wel een Berbermarkt. Er staan allerlei mensen die hun waar aankondigen en het werkt als een magneet op Mevr. van der Veeke. Met moeite kan ik haar redden uit deze poel van verderfs.
In Ourscamp staat wederom een priorij, gesticht door St. Bernardus. Wij hebben het wel even gehad met al het kerkelijke gebeuren, dus we wippen alleen even naar binnen voor een stempel.
Via het Foret de Laigue gaan we richting Compiègne. Na al die D-wegen is het heerlijk rustig in het bos waar je eindelijk de vogels kunt horen fluiten. Via Gert krijg ik nog een interessant feitje te weten:
Op de spoorlijn door het bos bij Compiègne is eerste wereldoorlog officieel beëindigd. In spoorwagon nummer 2419 D hebben de Duitsers op 11-11-1918 een wapenstilstand getekend. Sindsdien is de elfde van de elfde in België en Frankrijk een nationale feestdag. Op 24-06-1940 liet Hitler hetzelfde rijtuig op dezelfde plaats neerzetten om daar persoonlijk de Fransen op te wachten voor het tekenen van hun capitulatie. Wereldgeschiedenis dus.
Compèigne heeft een lange historie met Romeinse wortels. Koningen jaagden graag in de aanpalende bossen en de stad vormde zich in de 9e eeuw rondom een kasteel en een abdij. Ook Jeanne d ‘Arc heeft hier de nodige meters gemaakt. Sinds ik Game of Thrones kijk, heb ik een goed beeld van Jeanne. In de serie heet ze Brienne of Tarth. In elk geval kwam ze te hulp toen de stad werd belegerd. En als beloning werd ze voor 10.000 pond verkocht aan de Engelsen en we weten allemaal waar ze eindigde. Laten we hopen dat Brienne dit lot niet ten deel valt.
Ook werden hier in 1360 hier de eerste Franse Francs geslagen om Koning Jean II vrij te kopen van de Engelsen. Klopt me wat vreemd in de oren om je eigen monopolygeld te maken maar voor de Engelsen was dit geen probleem. De Franc werd overigens pas in 1795 de officiële munteenheid (als opvolger van de livre).
Wij zijn onder de indruk van het stadhuis die, volgens het boekje, een goed voorbeeld van de ontwikkeling van gotiek naar renaissance toont. En we gaan kijk bij de Eglise St. Jacques uit de 13e-14e eeuw. De naam is het enige wat we van onze beschermheer zien. In de kerk is het overbevolkt met andere heiligen, Jeanne d’Arc en ik vind een nisje dat uitpuilt van de relikwieën. Er liggen genoeg schedels, botten en andere lichaamsdelen om het volledige laatste avondmaal te bevolken.
De laatste 30 kilometer meanderen we door de velden richting Nointel. De klimmetjes worden hier wat langer en steiler, maar zijn nog steeds goed te doen. Er was hier wederom geen camping dus ik heb nu via Airbnb een heel huisje kunnen huren. En Christine, de verhuurster heeft beloofd de kachel lekker op te stoken voor als we komen. En dat doet ze. Heerlijk zoveel ruimte, luxe en warmte.
Dag 014:
Alles is in evenwicht. Hadden we gisteren een mooie, zonnige dag, vandaag hebben we een onstuimige dag met wisselbaden. We kunnen gelukkig nog vertrekken zonder regenbroek en gaan eerst even bij Clermont aan. Op zich hebben we het wel even gehad met de kerken, maar we gaan toch even in de Samsonkerk kijken. Dat we daarvoor naar het hoogste punt moeten klimmen, nemen we voor lief.
We komen speciaal voor de gebrandschilderde ramen en ze zijn prachtig. Alsof je naar een middeleeuws stripboek zit te kijken. Een ervan laat St. Jacob en de Jacobsladder zien. Een andere laat de boom van Jesse zien.
Als we de kerk uitkomen kan de regenbroek aan. En voorlopig hoeft hij ook niet uit. Een tijdje valt het wel mee, maar op een gegeven moment schuilen we toch even onder een paar bomen op een verlaten weggetje. Maar hoe lang moet je daar dan blijven staan? Wanneer houdt het op? Wij houden het vol totdat de bladeren boven ons ook verzadigd zijn en het onder de bomen natter wordt dan erbuiten.
Maar wij zijn niet de enige die last hebben van regen. In allerlei dorpen is er wat te doen omdat het een feestdag is. En dat verregend ook compleet. We zien mensen bij verlopen marktjes staan en bij sommige is het ook gewoon afgelast.
Naast de marktjes vinden we het opvallend stil op straat. En ook de meeste winkels zijn gesloten. Van de dorpsgek in Clermont had ik al vernomen; het is vandaag een feestdag. Voor ons is het even puzzelen maar 8 mei in Frankrijk is hetzelfde als de 5e mei bij ons. Hier heet het de Féte de la Victorie Alles is dan gesloten en bij de oorlogsmonumenten worden kransen gelegd.
Wij zijn inmiddels flink verregend en snakken naar een bakkie koffie. In Mouy vinden we een bar-tabac die wel open is. Inmiddels weten we dat het altijd gezellig is in zo’n bar. Mensen die binnen komen geven vaak iedereen (dus ook ons) een hand en er zijn altijd mensen geïnteresseerd in onze reis. Ik heb een boekje met daarop de hele route en die gaat de hele kroeg rond waarbij we allerlei loftuitingen en bewonderende blikken krijgen.
Na het uitdelen van de handtekeningen moeten we toch verder. Het weer begint inmiddels een beetje op te klaren. Op de Europese buienradar zie ik dat het om een grote storing boven Frankrijk gaat, maar dat wij redelijk aan de rand zitten.
Meru heeft een historie in parelmoer, ivoor en been. Hiervan werden knoopjes, dobbelstenen en dominostenen gemaakt. Er is een museum over deze industrie, de la nacre et de la Tabletterie, en we willen daar graag kijken. Maar we moeten drie kwartier wachten voor een rondleiding van een uur en dat vinden we wat te lang. Daarom kijken we alleen even rond in de expositieruimte.
Het gaat vandaag flink op en neer (de hoogtemeters kun je hier zien) dus we zijn al best moe. In Henonville rusten we even, in het zonnetje, uit. Het symmetrische chateau geeft ons een mooi plaatje om naar te kijken.
Vanaf hier rijden we door de velden naar Marines. Het valt me op dat het landschap zoveel mooier is onder blauwe hemel met zon, dan een grijs wolkendek. Het wordt zelfs nog een beetje warm met een temperatuur in de dubbele cijfers.
In Marines heb ik wat geboekt via booking.com. Het blijkt bij een gezin thuis te zijn. Cecile doet alle moeite om het ons naar de zin te maken. Ze stuurt zelfs haar man op pad om een biertje te halen en we krijgen zelf gebakken koekjes gepresenteerd. Heerlijk om zo verwend te worden.
Heerlijk, de in de eerste alinea direct al een ‘vanderveekeje’, een overpositivering gevolgd door een observatie en/of vergelijking. Ik zit dankzij jullie reis weer een halfjaar taaltechnisch gezien op rozen. Geniet van jullie reis, dan doe ik dat van je verslag!
Op een of andere manier verwondert het me niet dat er veel kerken langs een pelgrimsroute staan. Van jou als voormalig misdienaar verwacht ik dat je beter bent ingevoerd in de katholieke verbeelding van de bijbelse verhalen dan een NederlandsHervomde-ketter als ik. Kennis helpt om de beeldverhalen die in de kerk voor de analfabeten van weleer gemaakt zijn wat langer en met interesse te bekijken. Je kunt een kerk ook als een stapel stenen beschouwen en dan is wat architectuurkennis best handig. Een overdosis duidt op teveel van hetzelfde, ben benieuwd of er een specifiek aspect van de bezochte kerken dat tot de verzadiging heeft geleid.
Heerlijk zo’n houtkacheltje! Hopelijk wordt het weer langzamerhand beter. Wij zitten op dit moment in Yellowstone waar het ook koud is, morgen sneeuw. Rob heeft gelukkig afgedwongen dat we niet kamperen😄. Hier geen kerken maar veel wildlife. Veel plezier en dank voor de mooie verhalen.
Leef met jullie mee in die kou en regen. Vandaag weer een hoop geleerd Hans het was zeer interessant! Vanmiddag naar het afscheid van Howard Levinsky. Blijf warm!
O wat schrijjf je weer leuk!! Genieten!
Interessante links, nodigt uit om m’n frans weer wat op te halen. Hoewel ik niet alles er van begrijp, kan ik de grote lijnen er wel uithalen. Leuk Hans
Wat een reis en wat weet je het prachtig op te schrijven. Ik zit regelmatig even te gniffelen.
Dat was een fijn begin van mijn vrije vrijdagochtend (ja, er zijn ook mensen die gewoon werken). Heerlijk om te lezen!