Helemaal goed zo

Live for the moments you cannot put into words.

Dag 99:

Wat was het weer een fantastische dag vandaag. Heerlijk weer, mooie dorpjes en betoverende landschappen. De Extremadura was bijzonder om door te fietsen maar ik houd toch meer van dit landschap met zeeën van zonnebloemen, goudgele akkers en fraaie vergezichten.

We verlaten Santa Cruz in de vroegte. Onze gastvrouw moest er zelfs eerder voor opstaan om ons eruit te laten. Als je hier ontbijt wilt, dan kan dat pas vanaf half tien (!). Nou, dan hebben wij de eerste 25 kilometer er al op zitten. Ik maak gewoon op de kamer een muesli en fruit ontbijtje en we gaan. Ook nog veel goedkoper. Afijn, we trappen naar Castillejo de Roblodo. Een gat met een paar huizen maar hier wordt wel een aardige wijn geproduceerd. Daarna naar Langa del Duero.

Hier hopen we koffie te vinden en voor de bar van de piscine municipal zien we ook meerdere mensen zitten. Maar de bar blijkt gesloten en de mensen zitten hier voor de gratis wifi. In het dorp kunnen we ook niets vinden dus uiteindelijk zitten wij ook voor de piscine maar dan om een eigen koffie te maken en gebruiken en-passant ook de wifi.

Naar San Esteban de Gormaz fietsen we door een agrarisch landschap met eindeloze velden zonnebloemen, gemaaide graanvelden en lage -mij onbekende- gewassen die besproeid worden.

En een achtergrond van heuvels die hier en daar besprenkeld zijn met resten van kastelen. Het is heerlijk om door de sproeiers heen te fietsen om een beetje af te koelen.

Zo komen we enigszins vochtig in San Esteban aan. En als je de bocht om komt en het dorp in zijn volle glorie ziet liggen, dan valt mijn mond in elk geval even open.

Hier nemen we een lange pauze en bekijken het dorp van uiterst links tot uiterst rechts. Links is het oudere gedeelte met de fraaie Romaanse San Miguel kerk waar we naar omhoog lopen. Je hebt hier ook goed uitzicht op het kasteel. Aan de rechterkant is het nieuwe gedeelte met de winkels. We zoeken eigenlijk weer een café met raciones maar meer dan een paar pinchos kunnen we niet vinden. Want vanavond zitten we in ‘the middle of nowhere’ en daar is geen restaurant of bar. We hebben inmiddels wel brood en beleg, dus verhongeren zullen we niet.

Na San Sebastian komen we door een gebied met veel fruitteelt. Kilometerslang rijden we tussen de boomgaarden door. Daarna moeten we wat omhoog klimmen en dan zien we pas de omvang van deze boomgaard. Op de foto hieronder lijkt het een meer maar het is boomgaard die met netten is afgedekt.

Aan de andere kant van de klim dalen we af door alweer een prachtig landschap met heuvels, kalksteen en kronkelende wegen. Op de achtergrond zien we het kasteel van Gormaz steeds dichterbij komen. We zagen het vanochtend al in de verte liggen, maar nu fietsen we er onderlangs. Een gedeelte lijkt gerestaureerd. Het moet, met zijn 390 meter lengte, een imposant geval zijn geweest in zijn hoogtij dagen. Het is in 790 gebouwd door emir Abd-Er-Rahman en dus een Moors kasteel dat verdedigde tegen christelijke invallen.

Hier zit ook onze overnachting in de buurt. La Casa Grande de Quintanas de Gormaz blijkt een on-Spaans koloniaal-achtig huis te zijn met een prachtige smaakvolle inrichting en een begripvolle gastvrouw, Marie-Jose, die weet waar ik nu het meest behoefte aan heb.

Daarnaast is ze bereid om vanavond voor ons een maaltijd te koken. We eten heerlijk met een lokale wijn en groenten uit eigen tuin. Ze proberen zo ecologisch mogelijk te leven door hun eigen groente te telen, vee te houden (en op te eten) en ze hebben zonnepanelen. Dat laatste zie je hier weinig (particulier). Van Marie-Jose begrijpen we dat de politiek hier nog niet helemaal klaar voor is. Bij ons krijg je subsidie, hier moet je er een extra belasting over betalen. Op ons balkon met uitzicht over de velden zitten we de avond uit en beseffen we hoe goed we het hebben, dat we dit allemaal mee mogen maken.

Dag 100:

Marie-Jose is heel flexibel en zo kunnen we al om half acht ontbijten. En het is een goed ontbijt, dus we kunnen er weer even tegen. Het kasteel van Gormaz ligt er in het ochtendlicht nog mooier bij dan gisteren.

Via Morales komen we in Berlango de Duero. Hier staat wederom het restant van een kasteel op de heuvel. Wij gaan door een van de stadspoorten naar de Plaza Major. Er is één bar open maar dat is genoeg voor onze koffie. Bij de apotheek staat een rijtje mensen te wachten op de apotheker. Ze nemen het hier niet zo nauw met de openingstijden. Even later zie ik hem uit de kroeg komen en de deur open doen.

We zitten nu in de provincie Soria. Ze zeggen dat het een van de leegste van Spanje is en dat kunnen we duidelijk zien. Andaluz is zo’n klein, leeggelopen dorpje. Bij de waterpomp hebben we een leuk gesprekje met een oudere (86 jaar) Spanjaard. Hij heeft heel lang in Duitsland gewerkt en diept wat van die talenkennis op. Mensen halen vaak water uit de (natuurlijke) bron omdat het lekkerder is dan het chloorwater dat hier uit de kraan komt.

Via de wandel/fietsroute van Senda del Duero gaan we verder. Het is een mooi pad maar wel erg stoffig. Langs de Duero strijken we neer voor een korte siësta.

In Almazan heb ik een hostel/hotel geboekt aan de Plaza Major. Als we er aankomen, is het nog rustig. Bij de buurman kunnen we een menu del dia krijgen en dan gaan we naar onze kamer die een sauna blijkt te zijn maar waar we toch maar gaan zitten. Zolang je niet beweegt, zweet je niet. Mevr. van der Veeke neemt dat wel erg letterlijk en valt meteen in slaap. ’s Avonds storten we ons in het Spaanse nachtleven dat zich vooral op straat en de terrassen afspeelt.

We hebben wat te vieren. Het is de honderdste dag dat we op pad zijn en vandaag zijn we de 5000 kilometer gepasseerd. Een goede reden om te proosten.

Dag 101:

Het was een slechte nacht. En het is geen goed plan om een kamer te boeken aan het centrale plein boven een bar. De kamer heeft wel geluidsisolerende ramen maar als het binnen een sauna is, dan wil je die ramen toch graag open doen. En als je dat doet, dan wordt het wel wat koeler maar dan lig je vol in de polonaises van het plein. En die gingen tot half vijf door. Maar goed, het zij zo. Soms zit het mee, meestal zit het tegen…

In Almazan zoeken we in alle vroegte nog een bakker op want de verwachting is dat we vandaag niets tegen gaan komen. Het is een verwachting die uitkomt. Soria is inderdaad leeg en dat werd vandaag pijnlijk duidelijk. De meeste dorpen die we tegenkomen zijn compleet vervallen. Er is nog een enkele boer die er woont om de enorme landerijen te bebouwen. Een beetje een trieste bedoening. De leegloop is een algemeen probleem zoals je hier kunt lezen. En dus ook geen bar, we maken gewoon zelf weer een koffie voor de kerk of langs de weg. De route is knap inspannend vandaag. Het golft de hele dag op en neer. De temperaturen lopen weer op zodat we de natte T-shirt tactiek weer toepassen. Bij een waterplek maken we de jurk of T-shirt helemaal nat en trekken hem weer aan. Heerlijk om zo’n koude lap op je bast te hebben. Door de verdamping van het water blijf ik lekker koel.

Naast de landschappen is er niet zoveel meer te zien. En wat betreft de bezienswaardigheden, kerken, mooie dorpjes en fraaie straatjes voel ik me een beetje als een kind in een snoepwinkel die vrijelijk mag snoepen. Op een gegeven moment heb je genoeg gehad. Je bent nog niet misselijk maar je hebt ook geen behoefte meer aan een snoepje erbij. Daarom laat ik het bij een paar landschapsfoto’s van de dag.

De overnachting vandaag was een probleem. Aangezien het zo leeg is hier en de dorpen leeggelopen, kon ik niets vinden. Op de site van de route zag ik gelukkig een berichtje van een Nederlands echtpaar dat een kamer aanbiedt, even van de route af. Zo komen we bij Willem en Klien in Reznos terecht. Ook een leeggelopen dorp dat zij weer een beetje leven proberen in te blazen. Wij zijn er blij mee, temeer omdat we ook een vorkje mee kunnen prikken en we in een authentiek Spaans huisje kunnen slapen. Het zal hier in elk geval rustiger zijn dan afgelopen nacht.

Dag 102:

Het wordt steeds warmer en dat heeft ook tot gevolg dat het ’s nachts nauwelijks afkoelt. Ik kan hier weer gewoon zonder jas vertrekken want het is om 8 uur al 22 graden. Vandaag hebben we weer een leeg stuk land. Eerst nog een deeltje Soria en dan steken we over naar Aragon. Het wordt hier meer hobbit-land. Hoge heren kijken op je neer met hun ongeschoren hellingen. Het zijn woestelingen die weer prachtige uitzichten geven. Ertussen een aantal dorpjes die nog in de middeleeuwen lijken te bestaan. We passeren Aranda de Moncayo, Jarque, Gotor en Illueca. We dalen langzaam af van de hoogvlakte waar we de laatste weken op zaten. Toen zaten we meestal tussen de 1000 en 1200 meter. Vandaag eindigen we op 400 en morgen gaan we nog lager.

Na het middaguur wordt de hitte verstikkend. Het liefst zitten we dan ergens in de schaduw of binnen. Meestal lukt het om rond deze tijd aan te komen. Vandaag zitten we weer eens in een Auberge. Is relatief goedkoop en mijn inschatting is dat we de kamer niet hoeven te delen. In de praktijk blijkt dat we de hele hostel niet hoeven te delen. Het is lekker koel en in de middag kan ik mijn boek uitlezen. Morgen gaan we door naar de braadpan die Zaragoza heet. We willen proberen weer een uurtje eerder te vertrekken om van de ochtendkoelte gebruik te maken. En omdat er meer dan 80 kilometer op het programma staan.

Dag 103:

’s Nachts wordt ik wakker van de hitte en dwaal ik door de gangen om wat ramen open te zetten. Er is toch niemand anders in het gebouw. Beneden zie ik dat ze het ontbijt voor morgen klaar hebben gezet. Er zit een pak perensap bij en die breek ik vast aan. Lekker even voor de dorst.

Mooi op tijd weg zoals te zien is op de kerkklok van Morata de Jalon.

We zijn dan ook ’s ochtends op tijd eruit en op pad om de hitte voor te zijn. De route is hier wat onduidelijk. Origineel loopt hij via bospaden op en neer maar ze zijn hier ook bezig met de aanleg van een nieuwe weg. Volgens de website zou die nu onderhand klaar moeten zijn. We komen erachter dat de weg er al wel ligt, maar nog zeker niet klaar is. Er staan afschrikwekkende borden die manen hier weg te blijven. Daar trekken we ons niets van aan. Met de fiets kunnen we er wel op, zij het dat we hem soms een eens stukje over een gat moeten tillen. Vinden we niet erg want we zijn hierdoor helemaal alleen op de weg maar ik knijp hem wel dat we teruggestuurd worden of dat we uiteindelijk toch niet verder kunnen en terug moeten. Maar het valt mee. De mensen die we tegenkomen reageren niet. Zonder problemen komen we bij la Almunia waar we de gewone route weer op kunnen pikken en bij de bakker brood kunnen halen.

Hierna volgen we een lang stuk door het dal van de Ria de Jalon. De route gaat deels over steenslagwegen, deels over de autowegen en deels door de dorpjes Calatorea, Epila (met het klooster op de heuvel), Urea de Jalon (met de toren op de heuvel), Bardalur en Bardoles. Onderweg is er genoeg te zien met de uitgehakte woningen, nu schuren, in de rotswanden.

We naderen de braadpan van Zaragoza en het wordt steeds heter. Het laatste stuk zitten we langs het Canal Imperial de Aragon. Dit water geeft een beetje verkoeling en brengt ons via een rustige route de stad in. Er is een camping in Zaragoza maar we kiezen toch voor een hotelkamer in de stad. Die heeft airco en geeft ons ook meer mogelijkheden om de stad in te gaan want de camping ligt er een stuk buiten. Zo komen we na 84 kilometer om half twee, in hotel Horus terecht, een voormalige chocoladefabriek. De kamer is heerlijk koel, dus we nemen eerst de tijd om bij te komen. Bij de super om de hoek haal ik wat te eten en te drinken. In de avond is de ergste hitte weg en dan lopen we de stad in om wat te eten en te drinken. De eerste kennismaking met Zaragoza is positief. Morgen maar eens kijken wat het meer te bieden heeft.

8 gedachten over “Helemaal goed zo

  1. Willem zegt:

    Wat betreft het eten ( ik las iets over een beetje yoghurt met müsli : ‘s morgens eten als een keizer, ‘s middag als een koning en ‘s avonds als een bedelaar! 😉

Leuk als je reageert