Het is met leven net als met fietsen; Als je denkt dat er geen wind is, dan heb je hem meestal behoorlijk mee.
Dag 107:
Alles is anders hier. Ondanks dat het hier ‘maar’ 31 graden wordt, voelt het veel benauwder. Er zit meer vocht in de lucht, dus ik zweet als een bootwerker. Niet alleen overdag, maar ook ’s nachts. Het koelt dan ook nauwelijks af. Waren in Spanje om acht uur ’s ochtends de straten uitgestorven, hier is iedereen al op de been. Ook op de camping is het druk op tijden waarop ik meestal alleen over het terrein liep. Het landschap is anders, veel groener, veel bossen en andere gewassen. En we zien ineens veel meer fietsers. Niet alleen mannen op de racefiets, maar ook bepakte fietsers op weg naar Barcelona.
Dit eerste traject is nog veel klimmen. Gisteren hadden we de hoogste klim, maar vandaag moeten we naar 320 meter. We hebben duidelijk last van de warmte want het gaat moeizaam vandaag. Vooral Mevr. van der Veeke lijkt haar dag niet te hebben. Na de klim dalen we af naar Thuir. Van daar is het een min-of-meer vlak stuk naar Corbiere en Ille-sur-Tet. De route loopt deels langs grotere wegen en boomgaarden. De plukkers zijn druk bezig het fruit binnen te halen en ook hier oogst het hoofddeksel van Mevr. van der Veeke de nodige consternatie.
Omdat het zo moeizaam gaat en we voldoende tijd hebben om in Avignon te komen (ik heb daar op de 19e een afspraak met iemand die onze vervolg routeboekjes heeft ontvangen) besluiten we om een uur al de camping op te zoeken in Ille-sur-Tet. Eerst doen we boodschappen en slaan flink in met meloen, bier, water en limonade. We hoeven immers toch niet verder.
De praktijk is weerbarstiger. De camping Municipal Le Colomer is vol en we kunnen er niet meer bij. Dit maken we nooit mee. Als fietsers is er altijd wel een plekje voor ons. Maar goed, nu worden we weggestuurd. Vijf kilometer van de route blijkt een andere camping te zijn. De campingbeheerder van Le Colomer belt voor ons en ze hebben nog één plek en die mogen wij. Het is tegen mijn principes om zo ver uit de route te gaan. Immers de vijf kilometer heen en terug brengt ons ook tien kilometer verder in de route. Maar deze keer doen we het toch.
De andere camping la
Garenne blijkt eigenlijk ook vol maar de dame van de receptie zoekt toch
een plekje voor ons. We kunnen kiezen tussen een plek in de zon tussen
gasflessen en een auto. Of op een parkeerplaats tussen de bungalows, vlak langs
de autoweg. Maar wel met later wat schaduw. En dat voor €26. Soms moet je het
nemen zoals het komt, dus we kiezen de tweede plek. Uiteindelijk kunnen we er
een aardige mouw aan passen want tegenover ons is een ongebruikte bungalow met
een terras in de schaduw en fijne stoelen. Daar brengen we de middag door. ’s Avonds
kunnen we er ook koken aan de picknick-tafel van de bungalow. Het probleem van
de volle campings schijnt hier meer voor te komen, dus maar eens zien hoe we de
komende dagen onderdak vinden. Voorlopig zijn we weer een dag verder.
Dag 108:
Vandaag hebben we een prachtige fietsdag door de Pyreneeën. Het is een beetje koeler en er waait ook een stevige wind. Soms tegen maar de verkoeling is erg welkom. We beginnen met een klimmetje om uit Ille-sur-Tet te komen. Er zijn hier bijzondere rotsformaties van Les Orgues d’Ille-sur-Tet. Ze zijn gemaakt door moeder natuur die er geduldig gedurende miljoenen jaren water en wind tegenaan gooide. Uiteindelijk houdt je een soort van schoorstenen over. In de verte lijkt het soms ook wel een kasteelruïne.
Een klim is vermoeiend maar het levert vaak ook prachtige uitzichten op. Eenmaal boven steken we over naar een ander dal. Je kunt ver kijken en het uitzicht is adembenemend. Hier doen we het eigenlijk voor. En de foto’s geven maar een deel van de werkelijkheid weer. Je moet hier gewoon staan. Dus allemaal op de fiets en naar de Pyreneeën.
De afdaling is de beloning van de klim. Maar de afdaling is niet altijd fijn. Soms is het wegdek te slecht en soms is de afdaling ook te steil. Dan ben je continu aan het remmen. Maar de afdaling vandaag is een feest. Niet te steil, mooi asfalt en lekker lang.
Ook komen we vandaag door het dorpje Latour-de-France. Een dorp met een gewild naambord. Zo gewild dat ze er zelfs camera’s op de plaatsnaamborden hebben gezet tegen diefstal. Wij kunnen hem toch niet meenemen, dus ik laat hem zitten. Ook hebben alle dorpen hier een laan met platanen. Wij noemen dat dichterlijk een lommerrijke laan maar de praktijk is dat het daar altijd heerlijk koel is. We mogen er graag langs fietsen.
De route daarna is nogal geaccidenteerd. Voor mijn gevoel ben ik de rest van de dag aan het klimmen. Daarom maken we er weer een korte dag van. Na 47 kilometer zijn we in Tuchan. Ik heb voor de zekerheid maar gemaild of er een plek is op de camping, en die zou er moeten zijn. Bij aankomst wordt dat in eerste instantie ontkend, maar als ik de mail noem gaat er een lichtje branden. We kiezen een plekje onder een grote olijfboom en met veel schaduw. De camping heeft een bar en een restaurant. Vandaag laten we ons verwennen. Op deze manier houdt ik het nog wel even vol op de fiets.
Dag 109:
Het is weer een stralende dag en vannacht is de wind gaan liggen. Het is nog steeds iets koeler en dat is fijn fietsen. We beginnen met een klim naar de Col d’Extreme. Dat klinkt erger dan het is want met zijn 251 meter zou ik hem niet dit predicaat geven. We zijn dus zo boven en ook zo weer beneden. We zitten overigens in het Parc Naturel Regional de la Narbonnaise en Méditerranee. Een hele mond vol maar het zegt gewoon dat het hier mooi is.
Vandaag rijden we eindeloos langs wijngaarden. Onder andere komt hier de Corbieres wijn vandaan. Naast wijnranken zie je hier ook veel Katharenkastelen op de bergtoppen staan. De Katharen (oftwel de ‘zuiveren’) was een religieuze beweging die tijdens de 12e en 13e eeuw veel aanhang had met een andere kijk op het geloof. Ze zaten vooral in het Languedoc gebied waar we nu doorheen fietsen. Zoals vaak gebeurt bij een afwijkende mening in het geloof, ging het hun slecht af. Uiteindelijk zijn ze uitgeroeid door de ridders van de kruistochten waarbij de inquisitie de laatste leden uitrookte. Maar nu heb ik het idee dat de beweging nog springlevend is want in veel dorpen zie je het teken staan.
In de loop van de middag steekt de wind weer op en heeft af en toe stormachtige vlagen. Het is de tramontana, meestal uit het noordwesten en zo ook nu. We hebben hem gedeeltelijk mee, dus niet alleen verkoeling maar ook een duwtje in de rug. Sowieso is dit een meteorologisch interessant gebied want ze hebben ook regelmatig last van zware regenval en overstromingen. Wat dat betreft hebben we geluk.
We eindigen vandaag in Salleles d’Aude. Al die druiven die hier verbouwd worden en tot wijn gemaakt moeten natuurlijk ergens in vervoerd worden. Nu zijn dat flessen maar de wijn werd ook al in de Romeinse tijd gemaakt. En toen werden amforen van 26 liter gebruikt. Die amforen werden hier in Salleles in een grote pottenbakkerij gemaakt.
De camping is klein (13 plaatsen) en ik heb niet
gereserveerd. Maar we hebben geluk want er is nog een plaatsje voor ons.
Gelukkig een beetje in de luwte want het stormt nog steeds. Het is inmiddels
ook bewolkt en met 26 graden voelt het bijna koud aan voor ons. Vannacht maar
weer eens in de slaapzak in plaats van erop.
Dag 110:
Vandaag is kanalendag. In Salleles d’Aude kwamen we er al een tegen met een gigantische sluis. Dit was een aftakking van het Canal du Midi waar we een groot deel van de dag langs zitten. Het kanaal is overigens Unesco werelderfgoed.
Maar eerst komen we nog bij het Oppidum d’Enserune. Hier woonden de eerste inwoners uit de streek. Vanaf de heuvel heb je een mooi uitzicht op de voormalige Etang de Montady. Dit meertje werd in de 12e eeuw drooggelegd door radiaal kanalen te graven. Iets wat je nu, 800 jaar later, nog steeds ziet.
Het Canal du Midi (Kanaal van het zuiden) is 240 km lang en loopt van de Atlantische oceaan naar de Middellandse zee. In de 16e eeuw kwam Jean-Piquet uit Beziers op het idee en hij had ook nog wat geld om het uit te voeren. In die tijd waren er nog geen graafmachines en ruim 12.000 arbeiders gingen met de schop aan het werk. Uiteindelijk kostte het hem al zijn geld en hij maakte nog niet eens de openstelling mee in 1680 want een half jaar eerder overleed hij. Nu wordt het met name nog gebruikt voor pleziervaart. Wij fietsen er een groot aantal kilometers langs. Soms op een mini-paadje door een bamboebos, maar soms ook op een prachtig fietspad. Het is erg in trek bij de fietsers want we zien er veel. Met name families omdat het zo gemakkelijk fietsen is.
In de verte zien we Beziers met zijn kathedraal liggen. Ook dit was een Kathaarse conclave. In 1209 werden hier 30.000 mensen afgeslacht door de kruisvaarders. Alleen omdat ze wat anders geloofden dan de kerk. Pas in de 19e eeuw kwam het er weer een beetje bovenop. Vooral door de wijnbouw.
In Beziers komen we ook bij een van de mooiste sluizencomplexen in het Canal du Midi. Dit zijn de Ecluses de Fonserannes. Een stelsel van 9 sluisjes die enkele tientallen hoogtemeters overbruggen. Als we er langs komen gaat er net wat pleziervaart doorheen. Mooi om te zien.
De route gaat niet helemaal langs de Middellandse zee. Maar wij nemen de extra kilometers voor lief om dit toch nog even te aanschouwen. En omdat het lekker warm is, kan Mevr. van der Veeke niet de verleiding weerstaan om even pootje te baden.
De campings zijn hier een gekkenhuis. We kennen dat van de Velodysee. Het zijn massale, dure campings met veel zwembaden die veel te vol zijn, geen belang hebben bij een nachtje van een fietser en handen vol geld kosten. Daarom hebben we een Airbnb in Bessan geboekt. We verwachten een heerlijk appartementje maar het blijkt een omgebouwde garage te zijn. De fietsen zouden binnen kunnen staan. Nu klopt dat helemaal maar er werd niet bij verteld dat er dan geen ruimte meer is voor ons. Afijn, met wat passen, schikken en meten weten we toch alles erin te krijgen. Zo maak je elke dag wat nieuws mee.
Dag 111:
Het mooie weer houdt niet op alhoewel het wel een stuk koeler is geworden. Er waait nog steeds een harde wind en vandaag hebben we hem tegen. Langs het riviertje de Herault meanderen we noordwaarts. Het is leuk fietsen en soms brengt een geocache ons onverwacht bij een watermolen.
Het eerste grote stadje wat we tegenkomen is Pézenas. Het was de stad van Molière, de Franse toneelschrijver. En dat feit is niet over het hoofd te zien, als je in het stadje bent. Evenals de horden toeristen die hier door de straten lopen. Blijkbaar is er niet veel anders te doen want ze zitten allemaal hier. Pézenas bestond al in de Romeinse tijd, heeft grote bloei gekend en de bestuurders van de Languedoc zaten hier. Het is te zien aan de huizen en de geveltjes. Ondanks de toeristen is het een mooi stadje om te bezoeken. Door de mooie huizen maar ook omdat hier de meeste winkels gevuld worden door kunstenaars. En we zien een hoop mooie dingen hier.
Na een kleine dertig kilometer vinden we het goed voor vandaag. We willen al een paar dagen een rustdag want het lijf is moe. Maar tot nu toe konden we geen geschikte plek vinden. In Adissan is een camping met een plekje voor ons. Niet ideaal want is het weer een steenvlakte maar wel rustig en met schaduw. ’s Middags denk ik even boodschappen te kunnen doen in Adisson. Maar de epicierie blijkt opgedoekt. Het enig wat ze nog hebben is een mooie muurschildering. Vijf kilometer verderop is wel een supermarkt. Op deze manier maak ik toch nog de kilometers van de dag. Het begint wel steeds harder te waaien en ondanks dat we redelijk beschut zitten, waait toch de salade van je bord. Maar de wind geeft ook wat verkoeling want het is inmiddels weer boven de 30 graden.
Dag 112:
Vandaag een rustdag. De enige activiteit is boodschappen doen wat heen en terug toch nog 10 kilometer is. De rest van de dag lezen we, werken de verslagen bij en rusten lekker uit.
Volle camping, Hans, dat fenomeen kende ik ook niet, maar zelfs met een mini tentje wordt het proppen; ook in Duitsland soms en in Oostenrijk (vaker)..
als je nog behoefte hebt aan een stukje lezen: https://raproride.travel.blog/
Groetjes Yvon
In augustus is in Frankrijk iedereen op vakantie. Daar hebben ze geen gespreide vakanties per regio. En dan nog alle buitenlandse toeristen erbij… Prachtige vergezichten, indrukwekkend! En toch nog even een dip in de Middellandse zee! xxx
Mooi te zien hoe mevr. Van der Veeke zich voortploegd door het zand en geniet van de
Middellandsezee. Jammer dat er soms geen plaats meer is in de herberg, maar het lost zich weer op en dat is goed.
Mooie muurschildering!
Jammer dat het lastig is plek te vinden op een camping, zoveel ruimte hebben jullie nou ook weer niet nodig. Hans, zitten jullie nog steeds op de min of meer geplande route via Nice, Monaco en dan Italië, Zwitserland etc.?
Hennie, we zitten tot Avignon nog op de route. Dan treinen we naar Basel en steken een stukje af.