Lek(ker)

Als je getrouwd bent moet je dikwijls ruzie maken, want daardoor leer je iets van elkaar. – Goethe

Dag 113:

Voor de statistieken. Gisteren had ik een lekke band. De eerste. Aan het einde van de middag zag ik dat de achterband plat was. Er zat een scheurtje in de binnenband terwijl de buitenband onbeschadigd was. Band vervangen en hierna op zoek naar een nieuwe.

Sommige dagen zijn gewoon een feest om mee te maken. Vandaag was er zo een. Hij wordt gedomineerd door de l’Herault. Deze rivier ontspringt in de Cevennen en loopt door tot de Middellandse Zee. En onderweg heeft hij (zij?) een paar aardige kloven uitgesleten. En daar fietsen wij doorheen. En we zitten langs, boven en in de l’Herault. Maar goed, voordat we zover zijn, moeten we eerst nog een stukje overbruggen. En dat is geen straf want het is hier landschappelijk nog steeds de moeite waard. Overal om ons heen zien we wijngaarden, groene bergen en goudgele dorpjes.

Ook komen we regelmatig nog Katharenkruizen tegen. En de ouderwetse richtingaanwijzers hebben ook wel wat. Zo maken ze die tegenwoordig niet meer.

Wij sluiten aan bij de l’Herault bij St. Jean de Foss. Hier is ook meteen de Duivelsbrug. Hier zijn er vele van volgens Wikipedia. En dan staat die van ons er nog niet eens bij. De Pont du Diable is in de 11e eeuw gebouwd door monniken en natuurlijk ook weer Unesco Werelderfgoed. Er springen mensen vanaf en soms gaat dat niet goed aan de gedenkstenen te zien. Ik vind het gewoon leuk om naar beneden te kijken naar de mensen die er onderdoor zwemmen en de kano’s die door de l’Herault gaan.

Daarna fietsen we door de kloof naar het noorden. Het is hier druk met toeristen. Veel canyoning, kanoën en gewoon dagjesmensen die een strandje opzoeken. Voorbij het punt waar je nog auto’s kunt parkeren wordt het steeds rustiger. Tot aan het punt waar het dorpje St. Guilhem le Desert begint. Het ligt eigenlijk in een kloof dwars op de kloof van de l’Herault (heet dat dan een zij-kloof?)

St. Guilhem (oftwel Willem met de Hoorn) was natuurlijk niet altijd een sint. Het was de kleinzoon van Karel Martel en een goede vriend en adviseur van Karel de Grote. Na veel knokkerij tegen de Saracenen wil hij met een soort van pensioen. Hij krijgt van Karel de Grote een splinter van het kruis (ja, ja…) en sticht op de huidige plek van St. Guilhem een klooster. Dit groeit uit tot een bedevaartsoord (ook een Santiago route loopt hier langs). Het ging goed totdat de toeristen het dorpje 40 jaar geleden ontdekte. Het is nu een verzamelplaats van galerijen, pottenbakkerswinkels, macramé-shops en alternatieve modewinkels. Afgewisseld door restaurants en souvenirwinkels natuurlijk. Het is inderdaad een mooi bewaard Frans dorpje en het is zeker de moeite waard om even in rond te struinen. In de kelders onder de huizen zijn veel winkeltjes en eentje serveert ook een biologische maaltijd met ingrediënten uit de omgeving. Daar schuiven we even aan.

Daarna gaan we verder door de kloof. Mevr. van der Veeke kan de verleiding van het koele water niet weerstaan en duikt er even in, met kleren en al. Is op zich geen probleem want met deze warme wind ben je in een kwartier weer droog.

De rotsen in de kloof laten mooi de laagjesopbouw van de gesteenten zien gedurende de millennia. En ook de uitzichten mogen er wezen. We kiezen een camping aan de l ‘Hearault. Het is een van de duurste tot nu toe maar door de hartelijke ontvangst maakt me dat niet uit. Het is verrassend hoe een praatje en wat vriendelijkheid je perceptie over de prijs kunnen veranderen. We vinden een mooi plekje aan het water. Ook hier duikt Mevr. van der Veeke meteen weer de rivier in. Een heerlijk koele afsluiting van een prachtige dag.

Dag 114:

Was gisteren een prachtige dag, vandaag was het beduidend minder. Ondanks dat de landschappen nog steeds betoverend zijn, gaat het fietsen moeizaam. Ik heb het gevoel dat we de hele dag klimmen en niet opschieten. Mevr. van der Veeke is moe en de warmte helpt niet mee. Dat maakt ons mopperig en snel geïrriteerd. Het is 113 dagen goed gegaan, maar nu barst de bom toch even. Schreeuwend staan we tegenover elkaar op de weg. Buurtbewoners kijken schielijk en gegeneerd de andere kant op. Gelukkig kunnen ze het niet verstaan. Nadat alles eruit is, fietsen we mokkend verder. De omgevingstemperatuur is boven de 30 graden maar de sfeer ijzig. Zo komen we hangend en wurgend aan in Cardet. Het is een camping onder Nederlands beheer en daarom voornamelijk bevolkt door Nederlanders. Op een open veldje langs de rivier zoeken we een mooi stukje gras op voor de tent. Met een koude fles rosé komen we toch weer nader tot elkaar. En samen aan de pizza maakt het af. Het is goed om de dingen uit te spreken, zelfs als dit moet op (te) luide toon. Morgen gaan we gewoon weer vrolijk en met wat meer begrip voor elkaar op weg. We zijn niet voor niets meer dan 30 jaar getrouwd.

Dag 115:

Om vijf uur worden we beide wakker van een nachtmerrie. Nee, niet de gebeurtenissen van gisteren, maar er loopt een paard om de tent. Ik hoorde hem al aan komen klossen maar dacht toen nog dat het een hert was. Dat had ik nog weg kunnen jagen maar het paard trekt zich niets van mij aan. Wat haar betreft staan wij gewoon in een bord met het lekkerste en groenste gras. Nu ben ik niet bang voor paarden maar heb wel respect voor hun grootte. En ik ben ongerust dat het op een gegeven moment over de tent, en ons, heen loopt. Maar zij graast gewoon en let goed op. Nu gaat dat grazen met een hels kabaal als je doodstil in je tent ligt. Zo liggen we de tijd uit tot zeven uur, als we opstaan. Het paard blijkt wel vaker uit te breken horen we later.

Vandaag hebben we een lange dag met meer dan 70 kilometer, omdat er in de tussenliggende kilometers geen camping is. En net zo veel klimmetjes en warmte als gisteren. We hebben dus een tactiek bedacht om dit beter door te komen. We nemen vaker pauze voor een koffie of om gewoon even te zitten. Tussen de middag nemen we zelfs even een siësta om de ogen dicht te doen in de schaduw van een boom. En op die manier werken we ons een weg door de 70 kilometer. En dat gaat goed. Wel hadden we wat vaker wat kouds willen drinken. Maar er is gewoon helemaal niets in de dorpjes. In Spanje lag de helft van de dorpen in puin maar er was altijd wel een bakker en een of meerdere kroegen. Hier in Frankrijk zijn de dorpjes mooi gerestaureerd maar er is geen enkele voorziening. Gelukkig vinden we wel af en toe een waterpomp om de kleding nat te maken. Want een beetje afkoeling helpt ook goed om met de warmte om te gaan. Tegen vijf uur zijn we in Conneaux waar de winkel gelukkig nog open is. Hadden we vorige week nog last van volle campings, nu zijn ze allemaal grotendeels leeg en kunnen we steeds een fijne plek vinden. Dat maakt het een stuk gemakkelijker. En het zal alleen maar rustiger worden want de Nederlandse én de Franse vakantie is bijna voorbij.

Dag 116:

Het is nog maar een klein stukje naar Avignon dus we doen het erg rustig aan. Pas om tien uur hebben we het spul ingepakt en op de fiets. Mijn voorband is wat slap, dus die pomp ik op. Uiteindelijk moet ik hem een paar kilometer verderop toch wisselen.

Het laatste stukje is vlak en gemakkelijk fietsen. In de verte zien we de bergen nog liggen. Het is onze laatste blik op de Cevennen. Onderweg doe ik nog her en der een geocache. Mevr. van der Veeke neemt deze gelegenheid te baat om de bramenstruiken te plunderen. Bij Montfaucon worden we nog even verrast door het mooie kasteel op de heuvel.

Avignon zijn we in 2012 ook geweest toen we de Groene Weg naar Baflo fietsten. We komen langs de camping waar we toen gestaan hebben en uit nostalgische overwegingen nemen we nog even een kijkje. Het is nog net zo. Toen stond het tentenveld vol. Nu is er niet een kampeerder.

Avignon is zoals ik me herinner met het pauselijk paleis op de heuvel en de halve Pont d’Avignon van het bekende rijmpje. Het is hier druk. Veel toeristen en ook heel veel fietsers. Ik heb hier voor een paar dagen een Airbnb appartementje gehuurd. Het blijkt midden in het oude centrum te liggen en de hele dag komen er groepen langs wandelen met een gids. Hier gaan we een paar dagen vrij nemen. De was doen, maar voornamelijk even bijkomen. Het is heerlijk de luxe van een bank, keuken, bed, eigen douche en stopcontact te hebben. Kamperen is fijn maar deze luxe is een feest.

3 gedachten over “Lek(ker)

  1. Liedeke zegt:

    Ik heb het altijd al verdacht gevonden als mensen zeiden dat ze noooooit ruzie of onenigheid samen hadden… Lijkt me heerlijk maar dan is er ook geen groei of ontwikkeling in de relatie denk ik dan maar. Het is af en toe ook gezond om de vastgeroeste aannames los te schudden. Ik vind het knap hoe jullie dat zo doen. Ik krijg zin in vakantie in Frankrijk als ik dit relaas lees… Maar eerlijk gezegd had ik dat ook toen ik over Portugal las ;). xxx

Leuk als je reageert