Hittegolf

It’s so hot, the sweat walks over my back.

Dag 122:

Bij vertrek gaan we door Eguisheim. Ze zijn alles aan het klaarmaken voor het grote wijnfeest dat dit weekend gaat plaatsvinden. We horen de kurken ploppen. Er worden 20.000 mensen verwacht. Je betaalt een toegangsprijs en dan krijg je een glaasje. Daarmee kun je dan bij de verschillende wijnhuizen gaan proeven. Dit verklaart meteen waarom het zo druk was op de camping. Maar zoveel mensen is voor mij een reden om te vertrekken.

De dorpjes waar we doorheen komen zijn allen mooi. Ze hebben allemaal een toegangspoort, veel vakwerkhuisjes in het centrum en veel bloemetjes. De een heeft wat meer blik staan dan de ander. Voor mij wordt het dan weer wat minder mooi. Turckheim, Katzelthal, Sigolsheim en Bergheim zijn de meest in het oog springende namen met de mooiste huisjes. Maar geen van deze dorpjes is zo mooi als Eguisheim. Daarmee hebben we de lat iets te hoog gelegd.

Daarnaast fietsen we natuurlijk ook veel door de velden. En dan bedoel ik de wijnvelden want je ziet druiven, zover het oog reikt. Het droge klimaat en de goede bodem heeft ervoor gezorgd dat de Elzas een wijngebied bij uitstek is geworden. Rassen die hier groeien zijn de Sylvaner, de Riesling, de Tokay d’Alsace, de Pinot Blanc, de Muscat, de Gewurztraminer en de Pinot Noir. En elk wijnhuis geeft er dan weer zijn eigen ‘smaak’ aan.

De route kan ik zondermeer fraai noemen. We fietsen aan de voet van de Vogezen. Soms hebben we daar wat last van en moeten we flink klimmen. En dat geeft dan weer mooie uitzichten. Het is hier ook mooi fietsen omdat het rustige wegen zijn. Vaak fietspaden, soms een oude Romeinse weg en voor de rest hele rustige wegen met weinig autoverkeer. Zo komen we in Barr aan, ook weer een mooi Elzasser stadje. De camping wordt bestierd door een oudere mevrouw die me erg aan mijn oma en mijn moeder doet denken. Ze is heel gezellig en vertrouwelijk. En de camping heeft mooie schaduwplekjes want we zitten nog steeds in een hittegolf met temperaturen boven de 30 graden. Barr had een grote super waar we lekkere dingen hebben kunnen halen. En met deze temperaturen kunnen we genieten van een zwoele zomeravond.

Dag 123:

Op zondagochtend is het altijd fijn fietsen. Het is dan heerlijk rustig op de weg. We zitten vandaag in het laatste stukje Elzas. Waar ze van wijn houden én van fietsen. En dat kunnen we beamen want het is een feest om hier met de fiets doorheen te gaan. Wij volgen af en aan de EuroVelo 5. Het voordeel van de fietsroute is dat er voorzieningen zijn. Mooie bankjes langs de weg en fietspaden zonder auto’s.

We verwachten op zondag geen winkel open te vinden dus boodschappen is lastig. In Marmoutiers vinden we een restaurant. Het eten is hier niet duur want het is een luxe restaurant en we zijn voor minder dan €50,= klaar. Het voelt wel raar om in onze bezwete fietskleding tussen de lunchende bejaarden te zitten. In Saverne komen we voor het eerst weer een grotere stad tegen. Op het centrale plein hebben ze een mooie fontein waar Mevr. van der Veeke haar fiets even wast.

Ik maak gebruik van een van de paraplu’s waar koele lucht wordt verspreid. Want ook vandaag is het weer erg warm.

Sauverne is de stad waarmee we de Elzas verlaten. We komen dan langs het kanaal van de Marne naar de Rijn. Dit is fijn fietsen want het is koel en vlak. Het kanaal loopt door een groot deel van Oost-Frankrijk en maakt het mogelijk om van Parijs naar Straatsburg te gaan. In het kanaal zijn 154 sluizen. In de jaren 60 van de vorige eeuw is er een scheepslift aangelegd die 17 sluizen verving. Dat heet het Plan Incline. Vroeger werd het kanaal voornamelijk commercieel gebruikt, maar nu zien we alleen pleziervaart langs komen. Vlak daarbij vinden we een camping. Ze hebben een trekkersveldje met voorzieningen voor fietsers. Een stopcontact en een paar overdekte picknicktafels. We staan voor het eerst met meer fietsers op een veldje wat erg gezellig is.

Dag 124:

Het is een vochtige nacht, de tent gaat nat in de zak. We volgen eerst een stukje het kanaal dat niet meer in gebruik is door de lift. De waterloop wordt langzaamaan terug geclaimd door de natuur en de sluishuisjes raken in verval. Dat is jammer want het zijn best mooie huisjes. Als je hier een café zou beginnen dan doe je goede zaken.

Na het kanaal komen we in Sarrebourg. Niet een bijzonder stadje maar we gaan wel even bij de Chapelle des Cordeliers langs. Hier hangt een werk – la Paix- van de kunstenaar Chagall. Een enorm glas-in-lood raam dat in opdracht gemaakt is. Het is prachtig om naar te kijken en hoe langer je kijkt, des te meer details je ziet.

We hebben de Elzas met de Vogezen voorgoed verlaten en komen in Lotharingen. Het land wordt hier opener. De bergen worden vervangen door heuvels. En de wijngaarden door landbouw en veeteelt. Het is het gebied van de Etangs. Door de lemen ondergrond ontstonden hier vele meertjes, al dan niet natuurlijk. Er werd vis in uitgezet en na een aantal jaren liet men de etang leeg lopen om de vis van de bodem te rapen. De drooggevallen grond was erg vruchtbaar en werd gebruikt voor landbouw. Ook nu zijn er nog vele Etangs en die worden voornamelijk als visvijvers gebruikt.

Het is een leeg deel van (Noord-) Frankrijk. De dorpen zijn hier klein. Twee boerderijen, een paar huizen en soms een kerk. Het is niet zo dat de dorpen zijn leeg gelopen want er is geen leegstand. Er zijn gewoon weinig mensen en  daarmee ook ontzettend weinig voorzieningen. We hebben het geluk nog een rijdende bakker tegen te komen want anders komen we niet aan brood. En later komen we nog een pomp annex garage tegen waar een bejaard stel wat frisdrank verkoopt. Over vijf jaar is die ook gesloten. Maar we zien geen winkel om boodschappen te doen. We komen één restaurant tegen. Gelukkig rond 12 uur en ze hebben een menu-du-jour. Hiermee kunnen we de boodschappen uitstellen tot morgen.

De leegte betekent ook dat er weinig campings zijn. Er is er één langs de route. Maar voor de ingang moet je 5 kilometer omfietsen terwijl de achteringang op 500 meter van de route ligt. We gokken erop maar er staat een groot hek. In de gids lezen we dat je de receptie kan bellen en dan doen ze het hek open. Ik verwacht dat ze dan op een knop duwen maar er moet apart iemand met de auto en een sleutel komen. En er wordt wel even duidelijk gemaakt dat dit niet de bedoeling is. Afijn we zijn binnen en er is een terras waar we nog even een koud biertje kunnen doen. Morgen zitten we nog steeds in de leegte maar daar hebben we een plan voor gemaakt.

Dag 125:

We kunnen de camping helaas niet weer verlaten door de achteringang. Er zit niets anders op dan gewoon om te fietsen. Na een half uur en 7 kilometer zijn we dus weer op 500 meter van ons beginpunt. Ik wordt altijd een beetje sacherijnig van dit soort nodeloze kilometers, maar het zij zo.

De route van vandaag is gelijk aan gisteren. Het enige bezienswaardige wat we tegenkomen is een vergadering van ooievaars. We heuvelen door het landschap en dat is vermoeiend. De temperatuur is nog weer hoger dan gisteren. En gedurende de 50 kilometer zien we precies één winkel. Die verkoopt bloemen en die kun je niet eten. Maar de uitzichten zijn mooi dus we genieten nog steeds van het fietsen.

Er was op redelijke afstand geen camping dus voor vanavond hebben we een B&B geboekt. Le Vieux Nayeu is een heerlijk plek. Er is een koelkast met drankjes, een mooie tuin en er is zelfs een zwembad. Hier maken we graag gebruik van bij deze hitte. En er wordt vanavond een maaltijd voor ons verzorgd. De andere kamers zijn bezet door een aantal tolken. Het geeft een soort hostel-gevoel. Ben benieuwd wat we gaan spreken. Morgen hopen we in meer bewoond gebied te komen. Dan kunnen we weer boodschappen doen en zelf koken op de camping.

0 gedachten over “Hittegolf

  1. Marjorie zegt:

    Het blijft altijd wat lastig in het Noorden van Frankrijk. Er is weinig en als het er wel is ben je er meestal tijdens sluitingstijd ! Maar ach, nog even doorfietsen maar. En blijven schrijven vooral want ik geniet erg van de verslagjes.

Leuk als je reageert