Pieterpad (4)

Dinsdag 7 januari 2020
Van Zuidlaren naar Rolde (18 km)

Het dreigt één dag mooi te worden deze week en dat is vandaag. Een uitstekende reden om nog een etappe van het Pieterpad te lopen. Het is de laatste keer dat we vanuit huis in één dag op en neer kunnen gaan. Hierna gaan we waarschijnlijk meerdere etappes aaneengesloten doen met een overnachting tussendoor. Maar zo ver is het nog niet. Eerst naar Zuidlaren en dat doen we onwaarschijnlijk snel. Daarom lopen we om kwart over negen al over de Brink in Zuidlaren. Deze keer nemen we iets meer tijd om dit dorp te bekijken.

Zuidlaren is onder andere bekend van de Zuidlaardermarkt oftewel de paardenmarkt. De grootste van Europa. Al in de 13e eeuw werd deze gehouden maar de eerste geschreven vermelding is pas in de 17e eeuw te vinden. De markt is op de derde dinsdag in oktober en er komen rond de 150.000 mensen en 2000 paarden, die hier verhandeld worden. (De paarden dan, niet de mensen.)  Reden genoeg om er na 800 keer een standbeeld voor neer te zetten en als je het Pieterpad loopt, kun je er nauwelijks omheen.

Zuidlaren is ook bekend van Berend Botje van het gelijknamige kinderliedje. De route van het Pieterpad loopt er niet langs maar we lopen er graag een stukje voor om want zijn monument staat ook in Zuidlaren. We zien een beetje een sullig Popeye-achtig figuurtje.

De algehele stelling is dat Berend Botje eigenlijk de zeeheld Lodewijk van Heiden is die uit Zuidlaren kwam, en op zijn 9e al op zee zit. Toen ik 16 was sleutelde ik voornamelijk aan mijn brommer en droomde van meisjes maar hij wordt op zijn 16e een luitenant ter zee. Als hij 22 is, komt hij in dienst van de Russische Tsaar en wordt bevelhebber over de Russische vloot. In een van de laatste zeeslagen met zeilschepen weet hij de Grieken te helpen tegen de Turken. Ze waren zo blij met hem dat hij zelfs een eigen Griekse postzegel krijgt. Na al die veldslagen was hij wat moe en keerde terug naar Zuidlaren waar hij met zijn bootje regelmatig op het Zuidlaardermeer te zien is. Maar Drenthe blijkt toch wat te landelijk voor hem. Iets wat ik me goed kan voorstellen als je zeeslagen gewend bent. Hij vertrekt naar Amerika, net zoals het versje verhaalt. Uiteindelijk gaat hij naar Talinn (Estland) waar hij ook zijn laatste adem uitblaast. Al met al doet het beeldje in Zuidlaren hem weinig recht vind ik.

Als we Zuidlaren uitlopen komen we ook langs Dennenoord. Eind 19e eeuw werd hier een tehuis ter verzorging van Krankzinnigen en zenuwlijders gesticht. Hier zitten de mensen met glanzende amygdala’s en overspelige dendrieten. Ze werden verzorgd in een soort van gezin met een surrogaat vader en moeder. En natuurlijk mochten ze niet van het terrein. Er stond een groot hek omheen en de bewoners kregen bepaalde kleding zodat je ze meteen als gekken kon herkennen als ze ontsnapt waren. Daarom was het gesticht ook zelfvoorzienend. Niemand hoefde weg.

Ik heb nooit geweten dat het zo groot was. Het bestaat uit meerdere paviljoens, een watertoren en een heel park erbij. We lopen er dwars overheen en kunnen een paar van de bijzondere gedichten lezen die hier hangen. Waarschijnlijk geschreven door bewoners van het park. Ook zien we een beeld dat we meteen als een Anita Franken herkennen. Anita kenden we van het sporten en omdat ze bij ons 25-jarig huwelijk een beeldje van ons gemaakt heeft. Hier staat een wat groter beeld ter nagedachtenis aan de helletocht aan het einde van de Tweede Wereldoorlog. Toen werd het hospitaal gevorderd door de Duitser en moesten de patiënten via een helse reis naar Franeker. Velen overleefden het niet.

Vandaag zitten we veel in de natuur. Als we Zuidlaren en Westlaren verlaten komen we in de bossen en over de heide en zien we tot Rolde nauwelijks meer bebouwing. Om onze tocht wat op te luisteren hebben Mevr. Van der Veeke en ik elk een eigen missie op ons genomen. Ik zou graag de bomen willen herkennen maar dat is in dit jaargetijde knap lastig. Mevr. Van der Veeke wil graag vogelgeluiden herkennen maar bij wat research blijkt dat de vogelpopulatie grofweg voor 50 procent uit eenden bestaat en voor de andere helft uit meeuwen. Die moeten te herkennen zijn, lijkt me.

De Drentse Aa heet hier inmiddels het Schipborgse diep en we zien hem hier mooi kronkelen door het landschap. Iets verderop komen we ook nog over het Anlooër diepje, een zijbeek van de Drentse Aa maar je zou mij ook goed kunnen wijsmaken dat het de Drentse Aa is. In juni schijnen hier orchideeën te bloeien maar nu zien we alleen maar zompig gras.

Het Pieterpad loopt over de Gasterse duinen. Heel vroeger was dit allemaal heide en vennen maar door overbegrazing en druk verkeer (!) is het stuifzand geworden. De wielen van de karren reden de heide stuk waardoor het zand omhoog kwam en de meeste vennen gedempt werden. Als ik hier loop, dan waan ik me in het verleden. Volgens mij moeten de mensen toen hetzelfde gezien hebben als ik. Alleen heide, zand, karrensporen en geen tekenen van beschaving. Het is prachtig hier.

Klik op de foto om hem groter te zien.

Als we de duinen verlaten komen we hunebed D10 tegen, vlak boven het dorpje Gasteren. Het hunebed werd tijdens de renaissance Duyffelskutte, ’s Duyvels Kut of De Kut van de Duivel genoemd. Nou ja, het is maar waar je opgewonden van raakt. Het hunebed is niet compleet want er missen twee dekstenen.

Gasteren is wederom een esdorp met een centrale brink en bestaat slechts uit een paar huizen. We hopen even binnen te kunnen zitten met een bakje koffie maar helaas. De pannenkoekenboerderij is door de week gesloten.

Daarom gaan wij door naar het Balloërveld. Dit is een groot stuk woeste heide van 367 hectare. Vroeger werd dit al bewoond en archeologisch gezien is hier een hoop te doen. Er zijn 40 grafheuvels uit de late steentijd, bronstijd en ijzertijd, urnenvelden en een raatakker (celtic field). Veel later is het een tijdje (1918-2006) gebruikt voor legeroefeningen en de zandpaden waar de tanks over reden liggen er nog steeds. Het is hels zwaar lopen door dat losse zand en we worden er best moe van. Gelukkig hebben we genoeg afleiding van het landschap met vennen en een pingoruïne. Pingo’s zijn heuvels die ontstaan omdat het ijs de bodem omhoog duwt. In Alaska en Groenland kun je ze nog in het wild vinden. Als het ijs smelt, zoals hier in Nederland al lang geleden gebeurt is, dan zakt de heuvel in en ontstaat er een kratervormig meertje. Tegenwoordig wordt het Balloërveld bewoond door Drentse heideschapen, het enige Nederlandse ras met hoorns. En er schijnen ook wat hooglanders rond te zwalken, maar beide zien we niet.

Het torentje van Rolde komt al in zicht als we weer een archeologische locatie tegenkomen. Tenminste zo lijkt het. Het zijn veel grote stenen in een cirkelformatie. Maar het is helemaal niet oud. Het is van deze tijd. Een kunstwerk als markering van het Pieterpad.  Bedenker van dit markeringsteken is Pieterpad-wandelaar Jilles Bodegom uit Assen. De uitvoerder van het idee is kunstenaar Arie Fonk uit Rolde, hij gebruikte er zestig zwerfkeien voor, die samen goed zijn voor veertig ton. De grootste steen, met daarop de afstanden tot Pieterburen en de Sint Pietersberg in Maastricht, weegt zes ton. De kei is aan de rand van het Balloërveld bij Gasteren opgegraven. In de steen zit een plaat waarop staat hoever het wandelen is naar de Sint-Pietersberg in Maastricht en naar het Groningse Pieterburen.

Hierna is het nog een klein stukje naar Rolde. De route loopt eigenlijk ten noorden van Rolde langs, maar wij gaan naar het centrum om de bus te pakken. Rolde is een van de zes dingspelen, maar daarover later meer. Rolde schijnt ook het dorp van Bartje te zijn, maar hier is weinig van te zien. We nemen de bus naar Assen en komen daar wel Bartje tegen als we naar het museum lopen. Het is een beeldje met gewelddadige geschiedenis. Het origineel is van steen maar dat bleek erg kwetsbaar. Daarna is er een bronzen versie gemaakt die meerdere malen van zijn sokkel geroofd is, met name door oudejaarsverenigingen.

In Assen nemen we nog even een kijkje in het Drents museum. Daar is tot 22 maart 2020 een tentoonstelling van kunstenaars die het Drentse landschap hebben geschilderd. Het is extra leuk om dit te zien omdat we zojuist door dit landschap zijn gelopen. Veelal werd het liefelijke plattelandsleven weergegeven. Je moet je dan voorstellen een herder of, nog liever, een herderinnetje die op een landerige voorjaarsdag wat schapen hoedt op een bloemrijk veld. Topstuk is een schilderijtje van van Gogh die juist de andere kant liet zien. Het was een hard en zwaar leven op dit schrale platteland. Als je in Assen de bus of trein pakt, dan is het zeker de moeite waard om deze tentoonstelling nog even mee te nemen.

Vorige traject : Van Groningen naar Zuidlaren
Volgende traject : Van Rolde naar Schoonloo

8 gedachten over “Pieterpad (4)

  1. willem zegt:

    Weer knap geschreven Hans. Het was voor mij deze keer niet onbekend. Wat betreft de koffie in Gasteren had ik jullie met alle plezier een thermoskan willen brengen hoor.

  2. Aukje zegt:

    Toch ook leuk om deze zo herkenbare plaatsen tegen te komen. En met jouw achtergrondinformatie wordt het helemaal weer een boeiend stukje van mijn (onze) geschiedenis.

  3. Loes zegt:

    Ha Hans en Saskia,

    Leuke onderneming hoor; Pieterpad wandelen. Die Van Gogh vond ik ook prachtig. En er was nog een werk van een Italiaan wat uit streepjes bestond. Een lokaal met lichtstralen en schaduwen. Heel wonderlijk.

    Affijn, fijne zondag verder. Tot ergens!

    Bye,

    Loes ________________________________

Leuk als je reageert