Anders

Ik heb ontdekt dat alle ellende voortkomt uit het onvermogen van de mens om rustig in een kamer te blijven zitten.
Blaise Pascal

Alles is anders. Dus deze blog ook. We zijn op reis. Niet met de fiets. Maar de fiets is wel mee. We wandelen ook. En we reizen met een bus(je).
Voor de lezers die ik niet op Facebook als vriend heb, zal dit als een aangename/onaangename (doorhalen wat niet van toepassing is) verrassing komen maar we hebben tegenwoordig een camperbusje. Dat zal ik eerst even uitleggen.

Een droom was altijd om, als we de tijd hebben, ook in het voorjaar en najaar te kunnen reizen. Naast het fietsen in de zomer. Alles fietsen is teveel voor ons. Dat hebben we gemerkt tijdens de vijf maanden vorig jaar. Daarnaast krijg ik Mevr. van der Veeke niet in een tent in deze jaargetijden. Ik moet zeggen dat het me zelf ook niet aanspreekt. Als het mooi weer is, prima. Maar als het regent dan wil ik, na aankomst, graag wel droog zitten. Daarom heb ik, van een bakker, een tweedehands bestelbus gekocht en deze van binnen gestript. JWG campers heeft hier vakkundig een interieur, dat wij zelf hebben ontworpen, ingebouwd. Het administratieve circus kost net zoveel tijd. Keuren, BPM betalen, nieuw kenteken krijgen en kwarttarief regelen duurde maanden, maar dan heb je ook wat. We kunnen er eindelijk mee op pad. Hieronder het resultaat. We zijn er erg content mee.

Goed. Vorige week maandag zijn we op pad gegaan. Voor onbepaalde tijd. En onbepaalde bestemming. Bij het reizen met de fiets weet ik precies wat we gaan doen. De route is min of mee uitgestippeld en de dagen vullen zich met opstaan, tent inpakken, kilometers maken, boodschappen doen, tent opzetten, bier drinken en slapen. Repeat.
Met de bus is dit niet zo. We hebben wel een idee waar we heen gaan maar dit is niet verplicht. Afwegingen zijn voornamelijk Corona en het weer.

Onze eerste bestemming brengt ons in Limburg, tussen Baarlo en Kessel, aan de Maas. We parkeren de bus op boerderijcamping de Ulend. De bedoeling is dat hij hier blijft staan zolang we hier blijven. Boodschappen doen we te voet of met de fiets. De eerste keer is het even wennen. De luifel wordt opgezet en alles moet een plekje vinden. Om het af te leren heb ik voor de eerste dag wel een fietsroute gemaakt. Langs de Maas, door Limbo-land en langs twee verborgen schatten. Ondanks de hitte is het een mooie tocht.


We fietsen langs de gereformeerde (Gereformeerd stond voor alle andere geloven dan het Rooms-katholieke geloof.) begraafplaats Maasbree. Vroeger werden hier alleen zelfmoordenaars, ongeïdentificeerden en andere goddelozen (waaronder ongedoopte kinderen) begraven. Daarna is het in 1880 een officiële begraafplaats geworden. Toch weer vervallen en nu is het een magisch plekje in het bos.


De tweede verborgen schat is het Missiemuseum in Steyl. Hier waren we al eerder onverrichterzake aan de deur. Nu is hij wel geopend. Aan de deur wordt geadverteerd dat het lekker koel is. En dat klopt. In het museum staat alles wat uitgezonden missionarissen naar huis stuurden. Veel gebruiksvoorwerpen en ontzettend veel beesten. Ik ben met name onder de indruk van de vlinder- en insectencollectie.


Op dag twee heb ik niets voorbereid. Maar we gaan natuurlijk niet voor de bus zitten als belegen bejaarden. De campingbaas heeft een paar routes op de plank liggen en daar kiezen we er een uit van 55 km. Deze keer fietsen we aan de andere kant van de Maas en langs de Duitse grens. Ook een mooie route en onderweg doen we een aantal geocaches.
Vandaag is het iets minder warm maar wel winderig. In Venlo doen we boodschappen en halen onder andere scheerlijnen. Bij terugkomst hebben we die nodig want de luifel blijkt losgewaaid te zijn van de stokken. Dat had ik al verwacht dus in Venlo heb ik extra scheerlijnen gekocht. Daar blijft het spul beter mee staan.

Het wordt tijd om te verkassen. Vandaag kruipt Mevr. van der Veeke achter het stuur. Alsof ze nooit anders heeft gedaan, stuurt ze ons naar Luxemburg. Ze heeft het zelf niet door maar onder het rijden neuriet ze een liedje.

In stad Luxemburg willen we eerst nog even boodschappen doen bij de Aldi. Deze heeft geen parkeerterrein maar een parkeergarage. Met onbekende hoogte. Daar gaan we dus niet in. Mevr. van der Veeke rijdt achteruit de helling op en zoekt een andere parkeerplek. Zoals ik al zei; met de bus gaat alles anders.


Op de stadscamping Kockelscheuer is het rustig. Veel campers met bejaarde bewoners. In vijf minuten staat het spul. We kunnen niet anders dan loungen. De stad is te ver om te lopen. Het blijkt een kwestie te zijn van je eraan over te geven. Dan is het best lekker.

De volgende dag gaan we naar Luxemburg. De bus stopt vlak voor de camping en is gratis. Net als het andere openbaar vervoer hier. Wel mondkampjes op natuurlijk.

Het valt me op dat de bus veel speciale rijstroken heeft en ons in no-time in het centrum brengt. Ook voor de fietsers is goed gezorgd met vele rijstroken. Mevr. van der Veeke heeft gisteravond in de folders zitten puzzelen en heeft een sight-seeing tour uitgezocht.

Met mijn navigatie-skills leid ik ons daar langs. En dat valt niet mee. Want Luxemburg kent nogal wat hoogteverschillen in de stad.
De bus stopt voor de kathedraal, dus daar gaan we eerst kijken. Er is zo vroeg nog weinig te doen en we kunnen alles goed bekijken. Wel met mondkapjes maar daarover zo meer. De kathedraal is niet veel groter dan de kerk in Baflo maar heeft wel een paar mooie gebrandschilderde ramen, beelden en een crypte.


Wat betreft de mondkapjes worden we nu wel met het buitenlandse beleid geconfronteerd. Een tankstation kom je niet in zonder mondkapje en hier in de stad lijkt het een ambivalent mode-accessoire te zijn geworden. In de winkel heb je hem nodig. Niet iedereen lijkt zich hieraan te houden. De postbode zie ik bijvoorbeeld zonder kapje lopen. Maar de pakjesbezorger weer wel. Mensen hebben hem heel, half of niet voor hun neus hangen. Veel mensen lopen op straat zonder. Nog meer hebben hem als een halslap hangen. En de meeste hebben hem als ellebooglap om de arm. De enige plek waar ik hem consequent gebruikt zie, is in het openbaar vervoer. Ook bij mij hangt hij meestal als een verdwaalde stropdas om mijn nek.
Stad Luxemburg is prettig om in te lopen. Ondanks dat het een hoofdstad is, moet je moeite doen om te verdwalen. De hoogteverschillen helpen daar wel wat bij. Voor mijn gevoel is het kleiner dan Groningen. We dwalen wat door de hoge binnenstad. Het gaat hier blijkbaar goed met de economie want de halve stad is een bouwput. Niet alleen wordt het centrum grondig gerenoveerd, er is ook veel hoogbouw gaande van de kantorentorens en vernieuwing van wegen. Ook aan de prijzen merk je dat het hier goed moet gaan.


Om de bewoners enigszins van hartinfarcten te bewaren is op sommige plekken een lift geïnstalleerd. Zo dalen we, via de Panorama Aufzug Pfaffental, af naar het lager gelegen deel van de stad. Hier hebben we een mooie wandeling langs de Alzette die door de stad kronkelt. Hierna klimmen we weer vreselijk naar fort Niedergrunewalt. Eigenlijk is dit park afgesloten maar op slinkse wijze weten we twee keer langs de hekken te komen. We dalen af via de wijk Clausen waar ook een bierbrouwerij staat. Die heeft Mevr. van der Veeke speciaal voor mij in de lijst van bezienswaardigheden gezet. Ik heb ooit gezegd dat het nooit te vroeg voor bier is maar daar stap ik nu vanaf.


De stad kent veel groen. Met name in de diepere dalen zijn veel parken. We bezoeken Grund Park. Nemen de lift omhoog en dalen weer af naar Petrus Valley. Deze laatste is een oase van groen in de diepte waar je nauwelijks door hebt dat je in een stad zit. Er is een kappelletje Saint Querin (met voormalige geneeskrachtige bron) dat compleet vervallen is en een skatepark dat net nieuw aangelegd is. Het is prachtig weer en vele jongelui laten met ontbloot bovenlijf hun kunsten zien. Helaas is de gender-neutraliteit hier nog niet doorgedrongen want ik zie weinig stoere meiden met ontbloot bovenlijf. Nou ja, je kunt niet alles hebben.


Dit alles geeft genoeg stof tot nadenken en we nemen de bus terug naar de camping. Morgen gaan we weer op pad. De volgende stop is het Zwarte Woud in Zuid-Duitsland waar we hopen te kunnen wandelen en weer fietsen.

9 gedachten over “Anders

  1. Yvon zegt:

    Niets blijft hetzelfde. Gelukkig maar.
    Succes met jullie life in a van! Het went; echt. Van 2 wallen is een fijne modus, ook voor ons. De bus dwingt ons tot onthaasten, een pas op de plaats, het langer blijven op 1 plek. Dat hebben we nodig en kunnen we in een fietsreis moeilijker verwezenlijken, heeft de ervaring geleerd.
    En nu regent het.. het busje droog en warm 🙂

  2. Heleen van Wijnen zegt:

    Veel plezier met de bus! Het zal wel anders zijn. Wij willen voorlopig nog fietsen en trekken. Hoewel ik wel een rijbewijs heb zit dat er voor ons niet in. Ik heb al 38 jaar niet gereden haha!

  3. Willem zegt:

    Wat een verandering! Niet meer natte kleren uithangen en als verkleumden in de tent. Ik vind het wel stoer van Mevr. Van der Veeke dat ze rijdt💪 En dan ook nog neurien. Een teken dat ze het naarde zin heeft🥳. Veel plezier en gezond weer thuis!

Leuk als je reageert