Pieterpad (13 en half 12)

donderdag 4 maart 2021
Van Vorden naar de Blauwe Tukker (22 km)

Tot nu toe lopen we de trajecten steeds van noord naar zuid. Voor het eerst lopen we vandaag van zuid naar noord. Voor Peter, onze liftgever, was het gemakkelijker om ons ’s ochtend weg te brengen dan om ’s middags op te halen. Daarom worden we naar Vorden gebracht en lopen we terug naar de camperbus.
Met het weer hebben we geluk. Op welke dag ik ook naar de voorspelling van vandaag keek, regen was steeds de boodschap. Daarom zijn we blij verrast met het weer wat we krijgen. Wel grijs maar de hele dag hebben we maar een paar sputters.

Kasteel Vorden.

Vandaag worden het veel kastelen en buitenplaatsen. We beginnen met het sombere, harde uiterlijk van Kasteel Vorden dat een beetje verzacht wordt door de krokussen die ervoor in bloei komen We zijn hier eerder geweest tijdens een fietsronde. Ook toen hebben we veel kastelen bekeken, altijd mooi. Het kasteel is in de 16e eeuw gebouwd, was begin deze eeuw een tijdje gemeentehuis en is nu particulier bezit. Je zou er maar wonen. Volgens mij ben je de hele week met schoonmaken bezig.

Daarna lopen we Vorden in. De naam geeft wat verwarring want het komt van een doorwaardbare plaats (voorde) in de Vordense beek. Maar dit kan niet kloppen. Het moet een doorwaadbare plaats in een naamloze beek zijn geweest want de Vordense beek kon pas de Vordense beek heten nadat Vorden zijn naam heeft gekregen. Afijn, het wordt geen hoofdpijngeval wat Vorden zelf geeft genoeg afleiding. Gewoon een gezellig stadje wat nog gezelliger zou zijn als er geen Corona was. De route gaat een beetje buiten het centrum om en dat vinden we jammer. Daarom lopen we wel even door het centrum en zijn onder de indruk van de prachtige marmeren stenen met een afbeelding over hoe het hier vroeger was.

Kasteel den Bramel.

Ook vandaag is het veel door de bossen en dat is helemaal goed. Zoals genoemd, komen we vandaag veel mooie optrekjes tegen. Via de zichtlijn lopen we op kasteel den Bramel af. Het schijnt al bekend geweest te zijn in de veertiende eeuw maar de huidige gevel is uit de negentiende eeuw. Ook deze is particulier bewoond en ze verhuren een gedeelte aan het spook Fenneke. Een onwettig kind dat hier opgroeide maar stierf in het buitenland. Daar had ze het als spook niet zo naar de zin en keerde terug naar den Bramel. Elke nacht om 12 uur hoor je haar. Ze moet als spook flink wat wegen want de trap kraakt ervan.

Het Enzerinck.

Een klein stukje verderop ligt alweer het volgende landhuis, Dat is buitenplaats het Enzerinck. Hier woonde de dochter van de bekende dichter Staring. Voordat dit paleisje er was, woonde men in het huis dat je ernaast ziet liggen. Het was blijkbaar te klein en er werd wat nieuws gebouwd. Het voormalige huis werd het koetshuis. Staring was er wel blij mee en schreef er een gedicht over. Voor de bouw was het landgoed ‘door schraapzucht uitgeteerd’ en na de bouw van het nieuwe landhuis heeft hij het over ‘een prachtpaleis ontstaat bij schelle jubelkreten’. Het woord schraapzucht ken ik niet. Het wordt tegenwoordig weinig gebruikt maar het betekent krenterig, vrekkig of inhalig. Zo leer je nog eens wat.

In de bossen.

Hierna zitten we lange tijd in de bossen van het Grote Veld en landgoed Velhorst. De eerste was een stuk heide dat begin vorige eeuw met naaldbossen beplant werd. Nu is het in bezit van Natuurmonumenten en proberen ze meer variatie in de bomensoorten te krijgen door te kappen en nieuw soorten te planten. Wij volgen hier de Larense weg, een pad dat al eeuwen door wandelaars gebruikt wordt.  Ook Velhorst is in bezit van Natuurmonumenten en bevat productiebos. Misschien door het voorspelde slechte weer of dat het donderdag is, komen we nauwelijks mensen tegen als we ons over de zandpaden noordwaarts begeven.

Bij de Berkel komen we op bekend terrein. Hier is een prachtig theekoepeltje dat de dochter van Staring liet bouwen. Via een trekpontje kun je er komen. Dat hebben we al een keer eerder gedaan dus deze keer slaan we over. Maar het is een magisch plekje dus als je er langs komt, toch even gaan kijken. De Berkel was ooit een belangrijke vaarverbinding maar vervangen door het Twentekanaal. Deze is begin twintigste eeuw met de hand gegraven als werkverschaffingsproject.

Huisvlijt.

We trekken door het buurtschap Groot Dochteren. Bij het voormalig schooltje eten we op een bankje onze boterham. Vlak voor Laren komen we een stukje Pieterpad huisvlijt tegen. Er wordt gebedeld om een dubbeltje voor de ‘klijnkinderen’. Dat geven we natuurlijk graag in de hoop dat ze hiervan wat spellingslessen nemen.

Een waterstaatkerk.

In Laren gaan we op zoek naar een coffee-to-go. Die vinden we bij de bakker en daar scoren we er ook een croissantje bij. Laren is een voormalig esdorp en heeft een waterstaatskerk. Dit zijn kerken die, met overheidssteun, door waterstaatskundige ingenieurs ontworpen worden. Dat kun je zien aan het goedkope klokkentorentje. Een ander voordeel is dat ze nooit wateroverlast hebben.

Hiermee sluiten we traject 13 af. We lopen nu nog het restant van traject 12 waarvan we gisteren ook al een deel gelopen hebben.

We verlaten het dorp via een mooi Larens laantje. Het is aan beide kanten omgeven door bomen. Nu wat kaal maar in het voorjaar en de zomer zal het een lommerrijke laan zijn. Het laantje leidt naar de Binnenhof. Blijkbaar hebben ze maar twee kleuren verf in de verkoop maar het zwart-wit misstaat niet voor deze voormalige pastorie. In de negentiende eeuw liet de freule Verwolde het ombouwen naar een villa.
Ze grossieren hier in mooie laantjes. Als we richting landgoed Verwolde lopen komen we er nog een tegen. Een genot om hier te lopen.

De dikke boom

Op het landgoed van Verwolde staat ‘Dikke boom’. Je kunt er letterlijk en figuurlijk niet omheen. We moeten er een stukje voor omlopen maar dit zijn wel de krenten in de pap
Deze bekende boom is in 2018 uitgeroepen tot dé Boom van Gelderland. De schatting is dat de boom zo ‘n 450 tot 500 jaar oud is en met een omtrek van 7,70 meter moet het de dikste zijn van Nederland. Hij heeft zelfs een eigen pad en een hekje gekregen om de boomknuffelaars af te weren. De reden dat we zo weinig bomen van deze omvang in Nederland hebben, zit in het feit dat van het dikke hout zware constructies, zoals molenassen of scheepsonderdelen, gemaakt kunnen worden. In 1767 werd er nog 275 gulden (een fors bedrag in die tijd) voor geboden. Gelukkig had men het geld niet nodig, anders had hij er nu niet meer gestaan.

Huis Verwold.

We hebben nog één landhuis op het programma staan en dat is Huis Verwold. In de veertiende eeuw stond hier al iets en dat is later steeds verder uitgebouwd en vervangen. Via de poort kijken we even naar binnen en het staat er inderdaad mooi bij. Maar iets te groot voor mijn smaak.

Door de bossen van het landgoed komen we ongemerkt weer op de Horstweg. Bij nummer vijf staat onze bus die we na 22 kilometer bereiken. We pakken het spul in, nemen afscheid van Peter en rijden naar huis. Lopen in de bossen is heerlijk maar ik verlang naar een warme douche en mijn benen omhoog.

Halverwege.

Ik eindig met een foto uit Vorden. We zijn nu ongeveer halverwege. Volgens de bordjes hebben we er 232 kilometer opzitten. En nog 256 kilometer te gaan. Boekje 1 ruimen we op. Volgende keer zijn we met boekje twee op pad.

Vorige traject: Van Hellendoorn naar de blauwe Tukker
Volgende Traject: Van Zelhem naar Braamt

6 gedachten over “Pieterpad (13 en half 12)

  1. Gert zegt:

    De huisvlijt in de buurt van de Berkel toont als toponderdeel het huis voor de wijzerplaat van een weegschaal zoals ze vroeger bij de groenteboer te zien waren. De fabrikant had de naam Van Berkel. In eerste instantie verwonderde het me dat je daar geen verhaaltje over had opgetekend maar na even zoeken zag ik dat er geen verband is tussen de rivier de Berkel en de vroegere fabrikant Van Berkel (https://nl.m.wikipedia.org/wiki/Van_Berkel)

  2. Willem zegt:

    Leuk om om weer de belevenissen te lezen en natuurlijk Mevr. Van der Veeke te zien ( al was het op de rug).
    Mooie omgeving en wederom prachtige gebouwen.

Leuk als je reageert