Dinsdag 1 juni 2021
Vlissingen – Middelburg(11 km)
Voor deze tocht maken we gebruik van het boekje Fietsen van Walcheren naar de Waddenzee van Marica van der Meer. Ze is een bekende fietser die al meerdere lange tochten heeft gefietst en hier ook boeken over geschreven heeft. Door de Corona kon ze, net als wij allen, niet op pad en toen besloot ze maar een nieuwe fietsroute door Nederland te maken. De route gaat door vier nationale parken en bezoekt een groot aantal Hanzesteden. We gaan kijken of ze er wat moois van gemaakt heeft.
Vlissingen
Onze route begint in Vlissingen op het Keizersbolwerk bij het beeld van Michiel de Ruyter. Van deze kloeke zeeheld, ook wel Bestevaêr (=grootvader) genoemd (een titel die hij van zijn bemanning kreeg) , heeft iedereen wel eens gehoord. Ik heb geen idee of hij met de laatste inzichten ook een foute zeeheld was, maar het beeld staat er nog, dus het zal wel goed zitten. Hij wist al vroeg dat hij naar zee wilde. Met 11 jaar ging hij al op pad. Daar werkte hij zich op tot kapitein en verdiende een aardig centje. In de eerste Engelse Zeeoorlog liet hij zien dat hij de dingen goed in het snotje had. Uiteindelijk groeide hij uit tot de grootste admiraal uit zijn tijd en voerde diverse zeeslagen. In 1676 ging hij kopje onder tijdens een slag met de Fransen bij Sicilië. Hij is niet meer komen bovendrijven. In 1841 is dit beeld gemaakt en in 1894 kwam hij hier te staan. Hij stond er nogal eenzaam dus tegenwoordig staat er een patatkraam naast hem.
Vlissingen voelt héél erg ver weg van Baflo. En dat is het ook. Van Vlissingen zien we niet zo heel veel. We zijn er al vaker geweest, het is warm en we willen verder. Hierdoor zien we weinig van de historische binnenstad van Vlissingen. Het heeft een roerig verleden, heeft vele nationaliteiten gekend en is eigenlijk altijd een stad van scheepsvaart en scheepsbouw geweest. Bij het naderen van de stad vind ik hem er behoorlijk mondain uitzien. Een prachtig strand dat zeker niet onderdoet voor Scheveningen en een futuristisch ogende boulevard.
Middelburg
Wij hebben onze keuze laten vallen op Middelburg om beter te bekijken. De stadscamping ligt op loopafstand en zo kunnen we de spullen veilig op de camping achterlaten. Om bij die camping te komen moesten we wat omrijden want het regent omleidingen vandaag. Maar goed, uiteindelijk komen we daar vroeg in de middag aan. De site belooft een tentenveldje met picknicktafels. Dat eerste is er (alhoewel wij daarvoor de tent moeten toevoegen), de tafels niet. Die staan natuurlijk weer bij de caravans die ze niet echt nodig hebben. Klagen bij de receptie helpt niet. Doodleuk meldt de dienstdoende puber dat ik een andere camping kan zoeken of zelf een tafel kan verplaatsen. Dat laatste is natuurlijk een onmogelijke opgave. Dus mopperend zet ik de tent op en componeer al een vernietigende Google-review in mijn hoofd. Gelukkig is het zo dat wie zeurt krijgt een beurt en daarom komt na een tijdje een aardige oude baas met een golfkarretje een tafel brengen. Hij verklapt ‘Ze horen ook op het tentenveldje te staan.’
Na douchen gaan we de stad in en struikelen zwetend het eerste terras op. De temperaturen zijn ronduit Spaans en we kiezen ervoor om eerst te drinken en te eten voordat we de stad in gaan. In vind dat je in Zeeland mosselen moet eten en dit kan heel goed op dit terras.
Middelburg is de hoofdstad van Zeeland en is ontstaan in de 9e eeuw. Het lag strategisch goed voor de handel maar toch kregen ze steeds maar geen stapelrecht. De stad brandde een paar keer af tot er een verbod kwam op bouwen met hout. In de 17e eeuw beleefde de stad zijn gouden eeuw maar in de 18e eeuw begon het toch onder te doen voor Rotterdam. In de oorlog had Middelburg eerst te lijden onder bombardementen met branden en later onder de inundatie van Walcheren. Dat hadden ze beter tegelijk kunnen doen, dan waren die branden ook niet zo vernietigend geweest. Het is na de oorlog gerenoveerd en heeft nu nog 1100 rijksmonumenten. Na het eten slenteren we wat door een verlaten centrum om wat van deze pracht te bekijken.
Het stadhuis uit de 15e eeuw (laatgotische stijl) is de grootste aandachtstrekker. De klok noemen ze Malle Betje omdat ze altijd wat achterloopt op de klok van de Lange Jan. Het is een naam die hij verdient want met zijn 90,5 meter is het een van de hoogste kerktorens van Nederland. Het is eigenlijk de abdijtoren. Verder zien we wat mooie straatjes, het abdijplein en prachtige pandjes. De avondzon zet alles in een mooi licht. Helemaal lichamelijk en geestelijk voldaan zoeken we de tent weer op.
Leuk, mijn geboorteplaats, en ja die camping is helemaal niks. 200 meter verderop zit een boerencamping en 600 m verder een ook hele leuke boerderijcamping. Het lijkt zo leuk een stadscamping maar bij Middelburg niet! In Leiden waar we vorige week waren is juist een hele leuke stadscamping! Ben benieuwd naar jullie volgende rit. Dat is voor ons leuk want wij zijn hier bekend.