Van Walcheren naar het Wad (4)

Vrijdag 4 juni 2021
Willemstad – Biesbosch (43 km)

We zijn toe aan een rustdag maar besluiten daar nog wel 43 kilometer voor te fietsen. Want de camping waar we nu zitten, willen we weg zijn voordat de Polen de barbecues aansteken. In de Biesbosch is een natuurcamping waar we graag willen staan. Dus pakken we gewoon het spul weer in en gaan op pad.

Moerdijk

Na Klundert komen we bij Moerdijk. Ik ken het van de Moerdijkbrug waar ik vele malen overheen gereden ben. We woonden in Dordrecht en altijd als je naar het zuiden moest, dan ging je over de Moerdijkbrug. Beide opa’s en oma’s woonden in Eindhoven. Als we dan ‘s avonds weer naar huis reden dan werd ik meestal bij de Moerdijkbrug wakker. Om te melden dat we veilig thuis waren gekomen, hadden we geen WhatsApp of SMS nodig. We belden met de gewone telefoon naar de grootouders, lieten hem twee keer overgaan en legden dan neer. Dat kostte niets. Jeugdherinneringen. Wie heeft ze niet?

Afijn, Moerdijk is een bijzonder dorp waar ze van de kerk een voetbalveld hebben gemaakt en waar ze blij waren met zware chemische industrie. Moer (of moor) komt van een moeras waar veel veen in zit. Een dijk erom en je hebt Moerdijk. Het chemisch complex is er ooit gekomen om te voorkomen dat Shell Chemie naar België zou overlopen. Ook zijn een aantal havens gebouwd om zeeschepen op te kunnen vangen. Die kunnen namelijk niet door de Volkeraksluizen. Uiteindelijk komen er nu jaarlijks 200 zeeschepen en meer dan 12.000 binnenvaartschepen in de havens van Moerdijk. Is goed voor de economie maar wij vinden het een afzichtelijk gebied wat ongezond aanvoelt en ruikt. Zonder stoppen fietsen we door naar Lage Zwaluwe.

Het pontje bij Lage Zwaluwe

Lage Zwaluwe is het dorp waar mijn voorouders vandaan kwamen. De naam van der Veeke is er niet onbekend. Sterker, er wonen er nog steeds meerdere. Lage Zwaluwe ligt tegen het Biesbosch gebied aan en in 1960 werd er al begonnen met toeristische rondvaarten. Wij moeten hier ook een bootje hebben om over te steken naar de Biesbosch. Een simpele handeling die toch redelijk chaotisch blijkt te zijn.

Het pontje is deze week weer begonnen te varen na een lange Coronapauze. En nu hij weer vaart mogen er maar 12 mensen per keer mee. Als we aankomen, staat er al een meute. Het gonst van de geruchten. Dat het pontje maar een keer per anderhalf uur gaat. Maar ook 45 minuten wordt genoemd. Je ziet de wanhoop en onzekerheid op de gezichten van de mensen. En dit alles omdat de kaartjesautomaat stuk is. Die geeft een volgordenummer. Nu krijg je dat niet dus als je bij het aanpalende café een koffie wil halen, dan ben je je plekje kwijt. Wij hebben wel alle tijd maar niet zoveel tijd.

Uiteindelijk komt het pontje en de eerste twaalf mensen gaan erop. Daardoor kunnen wij met de fietsen naar voren dringen en ze strategisch neerzetten. Ik zet ze zodanig neer dat we zeker met het volgende pontje mee kunnen en dat niemand er wat voor kan zetten. Dat is dan weer een voordeel van zulke volle, zware fietsen. Nu hebben we de gelegenheid om op het terras een bakkie te gaan doen tot het volgende pontje komt. Als we terug komen ziet het eruit als een Coronafeest na de lockdown. We waden naar de fietsen (sorry,… pardon… mag ik er even langs? Mijn fiets staat daar…) en rijden de pont op. Après nous, le déluge.

Biesbosch

De Biesbosch is het tweede natuurpark waar we doorheen fietsen. Als kind kwam ik er vaak omdat mijn vader een bootje in Drimmelen had en we elk mooi weekend daarmee de Biesbosch in voeren. Niet dat ik wat herken maar het zomerse gevoel van de privé-strandjes die we dan opzochten, staat me nog steeds bij.

Door de Biesbosch.

De Biesbosch is eigenlijk gevormd door een aantal dijkdoorbraken waarvan de Sint-Elisabethvloed de ergste was. Zo ontstond er een soort van binnenzee en door de open verbinding met zee waren er ook getijden. Deze binnenzee werd de Verdronken Waard genoemd. De rivier de Merwede ging hierlangs naar zee maar de botsing van zout en zoet water gaf veel sedimenten. En zo ontstond de Biesbosch. Getijden verdwenen na aanleg van de Deltawerken maar ook daarna bleef het een prachtig gebied met meren en drassige eilanden met een erg gevarieerde flora en fauna. Je moet er eigenlijk met een bootje doorheen gaan om het goed te kunnen waarderen. Fietsen is een goede tweede. Waterfietsen zou ook hier nog beter zijn. In 1994 kreeg het de status van Nationaal Park.

Wij fietsen er vandaag maar een klein stukje doorheen. Het is een prachtig gebied en omdat veel wegen doodlopen, is er weinig autoverkeer. De natuurcamping de Knotwilg is dan ook mooi gelegen in het gebied. Omdat het vrijdag is, heb ik een plekje gereserveerd, ondanks dat we al om een uur aankomen. Meer mensen hebben dit gedaan, dus de plekjes met de mooiste uitzichten zijn al vergeven. Wij hebben liever schaduw dan uitzicht en kiezen een plekje onder een boom. Ook op deze camping wordt de fietser verwend met een vriezer en een koelkast. We leggen het bier en de Radler koud en zetten de tent op. De rustdag is begonnen. Daarna hoeven we alleen nog toe te kijken hoe het volstroomt en hoe andere mensen hun tent opzetten. Beter dan televisie.

Heerlijk schaduwplekje.

Door het hete weer zijn er onweerbuien onderweg. Op de buienradar zie ik dat het om zes uur los zal gaan. We eten op tijd en net als ik met de afwas terug kom, begint het te druppen. Even later roffelt het als een Josti-band op de tent. Er gaat niets boven met een regenbui lekker in je tentje te liggen. Tegen half negen is het onweer er moe van geworden. Het is er lekker van opgefrist. Morgen zal het gelukkig wat koeler zijn met fietsen.

2 gedachten over “Van Walcheren naar het Wad (4)

Leuk als je reageert