Van Walcheren naar het Wad (10)

Donderdag 10 juni 2021
Scherpenzeel – Hindeloopen (67 km)

Door de heldere nacht en het ontbreken van elk zuchtje wind, was het een natte nacht. Ik sleep zeker een kilo extra mee. Water wat in de tent is blijven zitten.

Stratenmachine

Afgesloten wegen rijden we altijd toch in, omdat je er meestal wel langs kan. En soms is er ook nog wat moois te zien. Mannen zijn bezig een complete straat in een keer uit te rollen. Ze vinden het niet erg dat we via de berm gaan en hebben zelfs tijd voor een praatje. Het schijnt tegenwoordig Arbo technisch verplicht te zijn, als je meer dan een bepaald aantal vierkante meters moet leggen, dat er zo’n roadprinter aangerukt wordt.

Verder valt het me op dat de bermen hier zo mooi zijn. Ze hebben een beleid van niet maaien en er is kwistig met het zaad van wilde bloemen gestrooid. Een fantastisch idee. Ik hoop dat ze dat op meer plekken doen. Via Echtenerbrug gaan we naar het Tjeukemeer (of op zijn Fries Tsjûkemar).

Tjeukemeer

Het Tjeukemeer komt in zicht. Een naam die ons op de lagere school wat deed gniffelen. Vroeger was het kleiner maar door stormvloeden en veenbranden is het het grootste meer in Friesland (als je het IJsselmeer niet meerekent) geworden. Op de oevers liggen zes dorpen en er loopt een snelweg doorheen.
We komen het beeld van de zusjes Tsjûke en March tegen, de naamgeefsters aan het meer. Er zijn meerdere legendes over, maar de leukste vind ik, dat ze tijdens een brand elkaar kwijtraakten door de rook. Ze begonnen te roepen: Tsjûke, March, Tsjûke, March, Tsjûke, March…… En zo kreeg het meer zijn naam.

Lemmer

In Lemmer doen we even een rondje langs de Sylroede in het centrum. Zo kunnen we goed zien waar we het beste koffie kunnen drinken. Er zijn veel bootjes dia vanaf het IJsselmeer Friesland in willen. De brug heeft het er maar druk mee. En de brugwachtster ook. Ze moet ook nog naar al die mannen op het leugenbankje luisteren.

Als je een  beetje zeebenen hebt, dan ben je bekend met de Lemsteraak. In 1846 door scheepswerf de Boer ontworpen als vissersboot. Maar het bleek vooral een snel schip te zijn, dus hij was uitermate geschikt voor het transport van goederen. Ze brachten zelfs haring naar Londen. Als we Lemmer uitrijden dan zien we het Woudagemaal nog. Daar hebben we ooit een mooie rondleiding gehad.

Sloten

De route volgt in principe de kustlijn van Friesland maar buigt na Lemmer een stuk het binnenland in. Het blijkt dat we even langs Sloten gaan en dat dorpje is de extra kilometers zeker waard. Het dorp is begonnen met een toren en een woning van de familie Harinxma thoe Slooten. Daar omheen kwamen meer huizen. Het is in de geschiedenis maar vrij kort belangrijk geweest daarom is het vrij klein gebleven en is de structuur van de stad bewaard. Die de vorm heeft veel van een ui, de stad wordt dan ook wel de “sipelstêd” (uistad) genoemd. Het is echt een plaatje als je in het centrum over de stadsgracht kijkt.

Wijsheid

We passeren Sondel, Nijemirdum en Oudemirdum voor we weer aan het IJsselmeer komen. Oudemirdum is zijn naam waardig. Het is een van de oudste dorpen in het Gaasterland. Deze streek is wat anders dan de rest van Friesland omdat er wat accidentatie in het terrein zit. De ijstijden hebben hier wat keileemruggen achtergelaten. We moeten soms even op de pedalen. Gelukkig is hier ook wat bos zodat we minder last van de tegenwind hebben.

We gaan door Hemelum waar de gebouwen gesierd worden door stichtelijke woorden. Bij Warns laten we Stavoren links liggen. Hier is ooit de slag om Stavoren gevoerd. Die wonnen de Friezen en daarom ligt er nog een gedenksteen met de tekst ‘Leaver dea as slaef’ (Liever dood dan slaaf). Dat zijn straffe woorden.

Hindeloopen

Na Molkwerum komen we bij Hindelopen. Ook een dorp waar we wel eens over de koppen gelopen hebben terwijl we er nu bijna alleen doorheen fietsen. We verblijden een leeg terras met onze aanwezigheid om even bij te tanken voor we naar de camping gaan. Net als Sloten is Hindeloopen een van de steden van de Elfstedentocht. In 825 wordt de stad al genoemd en in de dertiende eeuw kreeg het stadsrechten. Fluitschepen vertrokken hier voor de handel met de Oostzee. Hindeloopen is ook bekend door zijn schilderkunst en klederdracht.

Niet mokken, lekker wokken

Iets buiten Hindelopen is camping Welgelegen. Op de weg erheen zie ik het omgekeerde huis weer. Het blijft een bijzonder gezicht. Twee jaar geleden was het nog in aanbouw. Nu lijkt het klaar te zijn. Ik zou er graag eens binnen kijken.

Voor de camping hebben we ooit zitten te schuilen in de regen. Het is een surf- en kiteboardcentrum met hippe bruingebrande jonge goden en godinnen. Als bejaarde fietsers steken we daar wel bij af maar met onze gespierde benen stelen we toch een beetje de show. Ik had me verheugd op het zwembad maar die ziet er door achterstallig onderhoud meer uit als een poel des doods. Dit wordt een beetje gecompenseerd door de gemeenschappelijke keuken waar ze zelfs een grote wokpan hebben. Dat scheelt het koken in meerdere porties in onze kleine pannetjes. Dus als je goed kijkt dan zijn de voordelen altijd weer groter dan de nadelen.

Leuk als je reageert