Vrijdag 22 april 2022
Van Broek in Waterland naar Diemen (22 km)
We moeten steeds een heel stuk reizen voordat we het Trekvogelpad kunnen lopen. Met de huidige benzineprijzen doen we dat alleen als we meerdere dagen achter elkaar kunnen wandelen. Door afspraken en (best wel heftige) Corona was dat de laatste tijd niet gelukt. Maar ineens gloorde daar zowaar een drietal aaneensluitende dagen aan de horizon. En zo reisden we op donderdagavond af naar Broek in Waterland om de route weer op te pakken. Dat het, wegens het bijwonen van een uitvaart, maar twee wandeldagen werden, mag de pret niet drukken. We kregen er gezelschap voor terug.
Wandelen door het pittoreske Broek in Waterland is altijd een feest. Op de houten huisjes is nog altijd de reden van hun bestaan te vinden. Ook buiten Broek is het mooi. In dit gebied staat veel koolzaad in de bermen. Er is me verteld dat de koolzaad zorgt voor de ontzilting van de grond. Ik vind het gewoon mooi omdat het een kleurig plaatje geeft in het voorjaar.
Het Waterland ontleent zijn naam aan de vele watertjes die er doorheen stromen. Dit zijn aeën, eeën en dieën. Woorden waarover weinig te vinden is op internet maar afstammen van oer-Hollandse woorden zoals het woord ‘Aa’ dat staat voor water. Deze woorden komen we zelfs in Noord-Groningen tegen. De namen zijn ook terug te vinden in de plaatsnamen. Denk aan Diemen (dat aan de Diem ligt).
De watertjes zijn vaak gevormd uit oude zeekreken. Omdat het veen was, had het de neiging om in te klinken. Daardoor kon het water uit de Zuiderzee er gemakkelijk instromen en ontstonden grote meren zoals de Beemster en de Schermer. Die zijn ingedijkt en leeggepompt. Eigenlijk lopen we nu veelal over de bodem van zeeën en meren. We zijn al snel bij Zuiderwoude, het oudste dorp in Waterland. Dit was er al in de elfde eeuw. Het omliggende veengebied werd ontgonnen en er waren bossen. Vandaar de naam. Van het rijke dorp in de zestiende en zeventiende eeuw is maar weinig over. Toch is het met de kerk en de brug een plaatje.
De route gaat voornamelijk over fietspaden. Het is een doordeweekse dag en buiten de ‘spits’ dus het is erg rustig. De uitzichten zijn niet anders dan weids te noemen. Zo komen we ongemerkt op de Poppendammergouw. Poppendam was een oude nederzetting in de middeleeuwen. Je moet daarbij denken aan een paar plaggenhutten op een terp. Al in 1200 is het niet meer te vinden op kaarten en dus verdwenen. Mooi dat zo’n naam toch bewaard blijft.
We worden niet alleen vermaakt door het landschap. We komen ook langs een anarchistische enclave waar ze een partij skeletten in de uitverkoop hebben aangeschaft. Daar kun je best leuke en creatieve dingen mee doen. In de verte zien we Ransdorp in beeld komen. We hopen dat daar koffie is want dat is altijd wel een dingetje tijdens deze wandeltochten.
Ransdorp ligt er ook al een tijdje. Volgens de overlevering vanaf de veertiende eeuw. Het heeft een roerige geschiedenis. Hoogtijdagen in de gouden eeuw trokken veel kapiteins van de grote vaart. Maar na de verwoesting tijdens de Tachtigjarige oorlog liep het leeg. Willem van Oranje hield hier huis op zoek naar katholieken. Ze werden bij bosjes opgehangen. Ook de verschillende watersnoden gaven veel schade. Zo was er een slimmerik die dacht dat het handig was om het aanpalende Kinselmeer met een stenen beer (dam) af te sluiten. Tijdens de storm van 1825 spoelde die weg en kwam het dorp onder water te staan. Precies 100 jaar later was er weer een watersnood en de schade was te groot om uit eigen middelen te herstellen. Er wordt gekozen voor annexatie door Amsterdam.
Opvallend is de grote vierkante toren. In de bloeiperiode (zestiende eeuw) leek er genoeg geld te zijn voor een grote kerktoren. Maar de zompige grond gaf veel verzakking. Niet alleen de toren zakte, maar ook de bankrekening. Daarom was er geen geld meer voor de spits op de toren. Het dorp trok nogal veel kunstschilders vanwege de mooie lichtval. Zo was Rembrandt hier vaak te vinden. Maar het kan ook zijn omdat hij hier toch was om even van bil te gaan met zijn vriendinnetje dat hier woonde.
Dikke torens en mooie huisjes zijn leuk. Maar beter is een goede bak koffie. En die vinden we gelukkig ook in Ransdorp. De Zwaan is een authentiek bruin café waar de inrichting al jaren ongewijzigd lijkt. Geen hipstertent met dubbel-foam-vegan-soja-latte-shaken-not-stirred cappuccino’s maar gewoon een bak zwarte koffie. Wel met worteltjestaart en cheesecake. Helemaal goed zo.
Na Ransdorp komen we bij het IJsselmeer dat hier Buiten-IJ heet. Het is leuk lopen langs het water want er is genoeg te zien op en aan het water. Zo lopen we door Durgerdam met zijn houten huisjes in zachte kleuren. Ooit groot geweest door de visserij in de Zuiderzee. Toen telde het dorp meer dan vijftig botters. Nu is het een slaperig stadje met onbetaalbare huizen. Het houten kappelletje op de dijk is hier een mooi voorbeeld van. Naast kapel is het een school, een raadhuis en een cachot geweest. Nu is het een woonhuis. Jort Kelder heeft er onder andere gewoond.
Een andere dorpse legende is van de drie vissers (vader en twee zoons) die twee weken op een ijsschots in de Zuiderzee ronddreven. In de strenge winter van 1849 konden de vissers niet uitvaren. Daarom klommen ze op een ijsschots, zaagden er een gat in en probeerden daar door vis te vangen. De schots verdween in de mist en in veertien dagen dreven ze (via Enkhuizen) naar Vollenhove (in de kop van Overijssel!). Alleen de jongste zoon overleefde het.
Met de landelijkheid van de route is het nu wel afgelopen. We hebben weinig trekvogels gezien en verwachten er nu nog minder. We lopen onder de A10 door die even verder de Zeeburgertunnel in gaat. Daarna zouden we via de Oranjesluizen het IJ over moeten steken. Maar de sluizen zijn al tijden afgesloten voor wandelaars vanwege renovaties. Gelukkig kunnen we ook via de Schellingwouderbrug. Het is prachtig om te zien hoe de grote schepen onder je door gaan.
We zitten aan de buitenkant van Amsterdam. Op de grens van het ordelijke stedelijke en de rommelige randen. Om ons heen zijn het kleine industriegebiedjes waar de kleine garages in nissenhutten zich aaneen rijgen.
Onder de Zeeburgerbrug door en langs de Ipenslotersluis komen we bij de Nesciobrug. Met een lengte van 780 meter is het een van de langste van Nederland. Rechts ligt de nieuwe wijk IJburg in het IJmeer, een belangrijk vogelgebied. Ondanks dat er tegen de bouw van IJburg gestemd werd (ook de gemeente Diemen was tegen), ging hij toch door omdat de kiesdrempel niet gehaald werd. Toen er een fiets/voetgangersbrug over het Amsterdam-Rijnkanaal moest komen wilde de gemeente Diemen dan ook niet meewerken. Daarom ligt deze palingbrug in een rare kronkel zodat het binnen de gemeentegrenzen van Amsterdam blijft. Ik vind dit geen probleem. De brug ziet er van alle kanten mooi uit. Ze zouden dat vaker moeten doen. Ik snap wel dat een rechte brug goedkoper is, maar hier heb je jarenlang visueel plezier van.
Langs het Amsterdam-Rijnkanaal lopen we nog een klein stukje Diemen-Noord in. Toen dit kanaal in 1885 gegraven werd, heette het eerst het Merwedekanaal. Hiermee konden de schepen gemakkelijker in het Ruhrgebied komen. Pas in 1952 kreeg het de naam Amsterdam-Rijnkanaal. Er gaan wel 100.000 schepen per jaar over dit kanaal en is daarmee het drukst bevaren kanaal ter wereld. Het is 72 kilometer lang en daarvan doen wij er vandaag maar een. Daarna slaan we af richting station Diemen waar we de trein terug willen nemen. En we hebben geluk. Als we langs een bushalte komen, kunnen we zo in de bus stappen. Dat scheelt weer 2 kilometer waardoor we ‘maar’ op 22 kilometer komen. Met trein en bus komen we terug in Broek in Waterland.
We overnachten bij de beste B&B die je je kunt voorstellen. Schoonzus Liedeke en zwager Martijn zijn hele fijne gastgevers die alle moeite doen voor ons. We hebben een heerlijk bed, een warme douche, er worden speciaal-bieren voor me gehaald én er wordt een heerlijke maaltijd voor ons gekookt. Ze laten ons zelfs winnen met het spelletje Rummikub. Beter dan dit gaat het niet worden.
Wederom mooie verhalen met interessante annekdotes. Vooral dat van de bil gaan is wel hele bijzonder. 😉
Weer een prachtige tocht. Het café in Ransdorp kennen we ook, hier met de kids al eens koffie gedronken tijdens een fietstocht. Helaas kan ik geen foto’s toevoegen anders had ik dat gedaan.