On the road again

If you can’t fly, then run, if you can’t walk run, then walk, if you can’t walk, then crawl, but by all means keep moving.

Op dinsdag is het dan eindelijk zo ver; we gaan op weg naar IJsland. De bus is grotendeels ingepakt. Nog een paar laatste dingen en we kunnen weg. We trekken deze keer niet de deur van ons huis achter ons dicht. Daar is Marek aan het werk in onze badkamer. Die moest eens een keer vernieuwd worden en het lijkt ons een goed plan om dan niet thuis te zijn. Ik maak één keer koffie voor hem en zet wat koekjes klaar. De rest is aan hem. Hij gaat eerst aan het slopen en belooft er dan wat moois van te maken. We zijn benieuwd.

Op zaterdag gaat de boot vanuit Hirtshals, in de kop van Denemarken. We hebben dus vier dagen om er te komen en dat doet me besluiten eens niet via Hamburg te gaan maar meer binnendoor. Dan kunnen we vast wennen aan het reizen in IJsland. De dame van Google schotelt ons een mooie mix van snelwegen en provinciale wegen voor. Bij dat laatste passeren we menig Duits dorpje. We steken de Weser over via een brug. Verderop moeten we de Elbe over met een pont naar Gluckstadt. Daar blijkt dat meer mensen op dit idee zijn gekomen. De wachttijd bij de pont is anderhalf uur. Elke twintig minuten schuiven we honderd meter op. Maar dit vinden we niet erg want ondertussen serveert Mevr. van der Veeke een koude lunch die ter plekke wordt gemaakt. Het is alleen even oppassen met optrekken en remmen anders rollen de gehaktballen door de bus.

Het resultaat van anderhalf uur wachten.

Hierna rijden we nog een klein stukje door. Aan de Duitse Noordzee annex Waddenkust zoeken we een camping op aan de dijk. Het had zomaar een kopie kunnen zijn van Noordpolderzijl zij het dat de camping hier een hoeveelheid troosteloze caravans bevat. Om deze, toch wat vervallen en uitgeleefde, witte dozen zien we het equivalent van de Duitse kuilen op het strand. Men heeft de neiging toe te eigenen, af te bakenen en bij te bouwen. Ons maakt het voor een nacht niets uit. Het sanitair is schoon en het is maar 100 meter lopen naar het wad.

De volgende dag kiezen we weer voor de kleinere wegen. Langzaam ruilen we het Duitse landschap in voor de Deense variant. Vlakker, opener en witte kerkjes. Omdat we steeds met maar 70-80 km/uur rijden is het verbruik er ook naar. De tank lijkt maar niet leger te raken. We koersen af op Esbjerg, een van de jongste steden van Denemarken. Verrassend is dat ze daar ook aan siësta doen. Tussen 12-15 uur is de camping gesloten. We lopen daarom maar even naar het strand verderop. Het blijkt een smalle strook wit zand te zijn langs water waar niet in gezwommen mag worden. Volgens een bordje is dit vanwege de vogelpoep. Maar ik heb sterk het vermoeden dat de industrie van Esbjerg ook wat in de zee te brokkelen heeft. Terug op de camping zijn ze inmiddels wakker. We hebben een zonnig plekje op het camperveldje en brengen de middag door met wachten op de wifi en puzzelen. Geheel onverwacht moeten we tegen zes uur de bus in vluchten vanwege een stortbui. Dan is zo’n bus toch wel erg handig. Daarna trekt het weer open. Hopelijk blijft het droog want morgen hebben we een fietsrondje naar Esbjerg op de planning staan.

Het strand waar je niet mag zwemmen.

Het lijkt een waterige dag te worden. Eerst in gasvorm, later in vloeibare vorm. Langs het strand des doods ligt een mooi fietspad naar Esbjerg toe maar door de mist gaat ons zicht maar een enkele honderd meter ver. Uit deze mist zien we de witte mannen van Esbjerg opdoemen. Deze vier Mennesket ved Havet zijn negen meter hoog  en kijken uit over de (wadden)zee. Inspiratie waren de Moai van Paaseiland. Ze trekken zich weinig aan van de groep scholieren die er een fotosessie houdt.

In de haven van Esbjerg zijn alle vissersschepen weggevlucht. Inmiddels heeft de industrie het overgenomen met name in de vorm van energie. Wind, olie en gas bepalen het beeld. Een van de boorplatformen ligt voor revisie in de haven. Leuk om dit eens van dichtbij te kunnen zien.

Een boorplatform op het droge.

Daarna gaan we door naar het centrum. Ons lijstje is kort. Er is een watertoren, een winkelstraat, een kroegenstraat en wat musea. De watertoren is vandaag gesloten. Op zich niet zo erg want er is nu toch alleen een witte soep te zien. De winkelstraat is rustiger dan de Hanebijtersgang in Baflo op zondag. Nu ben ik niet zo van het winkelen dus ook hier kan ik me goed in vinden. Inmiddels is het vocht in de lucht overgegaan in vloeibare vorm. Tijd om koffie op te zoeken.

Door de aanhoudende regen kiezen we toch maar voor een museum. Het wordt het kunstmuseum waar een tentoonstelling van moderne kunst te zien is. Met echt moderne kunst kan ik niets. Het is voor mij gewoon een verzameling rommel maar een ander zal het wel kunnen duiden. Net als de wollige uitleg in het boekje. Ik sta even te kijken naar twee brandblussers waarbij de ene wel kunst is en de andere niet. Schiet mij maar lek.

In de regen maken we ons rondje van 22 kilometer af en zien ook nog de woonwijken van Esbjerg. Hiermee hebben we alles gezien wat de stad te bieden heeft. Als we op de camping komen klaart het op en ’s middags zitten we gewoon weer in de zon. Het had een dag in IJsland kunnen zijn.

Op vrijdag rijden we verder richting het noorden. Ik neem de groene kustweg die grotendeels langs de westkust van Denemarken loopt. Het is een mooie rustige weg langs water en duinen. Op de plek waar we het dichtst bij het strand komen, stoppen we even. Het is er erg leeg. Dat vindt Arnold Duplo ook. Arnold is de grote vriend van Tygo omdat hij altijd boodschappen doet en snoepjes voor hem haalt en in het holle rotsblok stopt. Dat werkt niet als wij niet thuis zijn dus Arnold mag ook mee op reis.

We zoeken nog een keer een camping op aan de kust. Op weg erheen waan ik me in een pornofilm omdat we langs het Slettestrand komen alles hier iets met een klit heet. Zelfs de camping doet eraan mee en heet Tranum Klit Camping. Het is overigens een gedroomde camping. Prachtige vrije plekken in een bos en het sanitair ziet eruit als onze badkamer straks. Na twintig minuten lopen we door de duinen naar het strand wat leeg en verlaten is. Ondanks de protesten van de drone laat ik hem wel even uit hier.

De bus van boven.

Op zaterdag is het nog een uurtje naar de boot. Het druppelt als we erheen rijden maar bij aankomst is het droog. Er staat al een enorme rij en we sluiten achteraan. Totdat ik zie dat er veel meer rijen gebruikt kunnen worden. En zo staan we ineens vooraan en rijden als een van de eersten op de boot.

Die is voor drie dagen ons thuis. De folder vermeldt als een van de hoogtepunten een dutje in je hut. Dus dan weet je wat er allemaal te doen is. Weinig dus. Maar ik heb de tablet (met films), e-reader en een puzzelboek mee. Overigens heb ik iets meer in de buidel getast voor een hut met een raam. Dus we kunnen ook nog naar buiten kijken. Het kan niet anders of we komen uitgerust en helemaal zen aan.

9 gedachten over “On the road again

  1. marjorie zegt:

    Mooi dat jullie weer op pad zijn. Ik kijk uit naar de verslagen van IJsland, ben zeer benieuw. Goede reis en vooral veel plezier.

  2. Ben Huve zegt:

    Veel plezier Hans en Saskia!!
    En groetjes uit Zweden, we zijn aan het genieten van een rust( cq regen) dag in Nossebro. Prima plek vooral door de konditori met enorme stukken taart( wel 3x zo groot als in NL) en standaard 2 koppen koffie. Doegdoeg Ben en Ingrid

  3. Dory Abrahamse zegt:

    We gaan jullie weer volgen. Ik ben benieuwd hoe IJsland jullie bevalt. Ondertussen trekken wij rond door Litouwen en nu in Estland. Volop wandel- en fietsmogelijkheden in een schitterende natuur.

Leuk als je reageert