Iceland is a different version of paradise.
Zaterdag 28 mei
Vandaag gaan we op tijd op pad want er is weer een bomvol programma. Helaas gaat niet alles zoals gepland maar ook dan blijft er nog genoeg te zien. Zo willen we beginnen bij Núpsstaður, een boerderij waar ook een turf kapelletje bij staat. Het ligt aan de weg die we rijden maar als we er zijn, zien we een bordje Private Property. Ik vind het niet kies om dit te negeren en de 100 meter naar de boerderij te lopen. Deze laten we dus links liggen.
Bij Kirkjubear hebben we meer geluk. We gaan kijken bij Kirkjugólfið en we zijn hier helemaal alleen. Ik kan dus zonder problemen de drone even vliegen alhoewel de vogels het ook hier weer niet fijn vinden, zo’n indringer in hun terrein. Kirkjugólfið is een vloertje van zeskantige basaltkolommen. Ik zou het thuis wel in de woonkamer willen hebben. Even afvlakken en vloerverwarming eronder.
De structuur ontstaat door het langzaam afkoelen van de lava. Door het krimpen ontstaan er kolommen op de plek waar het warmteverlies het grootst is. De hexagonale kolommen werken het beste om de warmte kwijt te raken. Je ziet deze patronen vaker in de natuur bij opdrogende modderpoelen en natuurlijk honingraten. Overigens schijnt er hier één kolom met tien kanten te zijn. Ik heb hem niet kunnen vinden.
Fjaðrárgljúfur is een prachtige kloof maar het is een uitdaging om er te komen omdat de paar kilometer erheen under construction is (lees: een weg met grove brokken lava). Toch is het de moeite waard want Fjaðrárgljúfur geeft een van de mooiste uitzichten die we gezien hebben. Het is een kloof die twee miljoen jaar oud is.
Je loopt langs de kloof omhoog en op verschillende plekken zijn uitzichtpunten. Het is een plaatje met de kronkelende rivier en het groene mos. En aan het eind wordt je beloond met een schitterende waterval. Het lopen en klimmen vinden we niet erg, het is een fijne afwisseling van het rijden.
En soms komen we ook dingen tegen die niet op ons lijstje staan. We rijden door de lavavelden van het Katla Geopark. Het is niet precies duidelijk wanneer deze gevormd zijn, maar de meesten gokken op middeleeuwen. De lavastromen koelden af en op de brokken kan eigenlijk alleen mos overleven. Wat we overhouden is een buitenaards landschap met een soort van alien eieren. Prachtig om te zien en we rijden er kilometers lang doorheen.
Een stukje verderop denken we alsnog voor een turfkerk te gaan. We rijden er zelfs 20 kilometer voor om, waarvan een groot stuk over een steenslagweg. Kunnen we vast oefenen voor de Westfjorden, maar ik rij nog steeds met geknepen billen op dit soort wegen. Uiteindelijk zie we het kerkje in de verte en het is niet het bemoste turfdak dat we verwachten maar een van de karakteristieke rode daken van de kerken uit deze buurt. Ook mooi op deze verlaten plek maar niet wat we zochten. Blijkbaar zijn er meer beestjes die Grafarkirkja heten.
Met het bereiken van Vik (i Myrdal) zitten we ongeveer halverwege langs de zuidkust. Hier is een duidelijke scheiding. Het landschap wordt anders, lieflijker en meer gecultiveerd. En het wordt drukker. Op de weg en ook bij de dingen die we bekijken.
Vik is ook de meest zuidelijke plaats in IJsland. Het is wat groter dan de gehuchten waar we tot nu toe doorheen rijden. Het is een plek om te tanken, boodschappen te doen en het blijkt dat de Wok On (pun intended) een uitstekende bak noedels met groente serveert. Daarnaast was Vik de enige vissersplaats in IJsland zonder haven. De platbodems werden op het strand getrokken.
Als je een kerkje van IJsland ziet, dan is het meestal de Vikurkirkja die hier staat. Met name als de paarse lupines in bloei staan, geeft het een prachtig beeld. Overigens worden bijna bij alle kerkjes hier dezelfde bouwplannen gebruikt, merken we. Overal kunnen 100 personen in en alleen het dak komt in verschillende kleur-uitvoeringen.
Vik heeft ook een van de mooiste zwarte stranden en als je uit kijkt over zee dan is Reynisdrangar, een rij met basalten rotsen, niet te missen. Het lijkt wel of hier een stegosaurus gezonken is. We hadden over de kliffen bij Vik kunnen klimmen maar je kunt er ook omheen rijden. Je komt dan bij Reynishverfy waar je ook een prachtig zicht hebt op Reynisdrangar.
We zijn niet de enigen die dit gedacht hebben want het parkeerterrein staat vol en je kunt over de koppen lopen. Iedereen wil het black pebble beach zien en de basaltzuilen. Maar als je even geduld hebt, dan lukt het toch om er rustig te kijken en een foto te maken. Hier zit ook de zeegrot Hálsanefshellir. Bij vloed staat hij onder water maar nu kunnen we er even in kijken. Samen met vijfhonderd andere mensen…
We lopen het strand wat verder op om de mensenmassa kwijt te raken. Daar is een zeenimf met een fotosessie bezig in wel heel weinig kleren. Reden voor mij om met de drone een beter plaatje van Reynisdrangar proberen te krijgen. Daar heb ik alle aandacht voor nodig dus de nimfen moeten het maar even zonder mij doen.
Onze laatste stop is de camping bij Skogafoss. Dit is een vrij grote toeristen trekpleister en er schijnt ook een camping bij te zijn. Wij zien eigenlijk alleen een groot parkeerterrein en een weg naar de waterval. Ernaast ligt een grasveld en dat blijkt de camping te zijn. We twijfelen even maar zetten de bus er toch neer. Als eerste maar later komen er veel meer kampeerders.
We laten Skogafoss nog even stromen en gaan eerst richting Kvernufoss. Dat is een half uurtje lopen en we komen langs het Volksmuseum van Skogar. Tot onze verbazing is het open en dan nemen we toch even een kijkje. Dit volks- en streekmuseum bewaart de culturele erfenis van dit gebied. Rond 1945 ontstond er een keerpunt in de geschiedenis van de IJslandse natie waarbij de oude boerengemeenschap op het punt stond om te verdwijnen. In een hele korte tijd werd IJsland modern. Niet meer te paard maar gemotoriseerd. Reden om voorwerpen en gebouwen uit die tijd te conserveren.
Kvernyfoss is wat minder bekend dan Skogafoss maar zeker niet minder mooi. Een voordeel is dat het er erg rustig is en je kunt achter deze waterval langs lopen. Het is een heel apart gevoel om het gedonder van het water om je heen te horen. De grond trilt ervan en je houdt het niet helemaal droog maar dat mag de pret niet drukken.
Terug op de camping loop ik toch eerst even naar Skogafoss. Hij ligt nu nog net even in de zon en door de mist die van de waterval af komt zijn er een paar mooie regenbogen te zien. En ze hebben een trap aangelegd om boven op de waterval te staan. Ook mooi. Daarna zetten we de stoelen voor de bus en vergapen ons aan de toeristen.
Zondag 29 mei
Ik heb een lijst gemaakt met 130 dingen die we zouden kunnen bekijken of doen in IJsland. Vandaag staat als eerste het zwembad/hot spring van Seljavallaug op het programma. Het warme water borrelt hier uit de grond en in daar kun je zo in gaan zitten. En dat wilden we vanochtend als eerste doen. Maar na het lezen van deze blog (https://icelandtrippers.com/seljavallal) vergaat ons alle lust om in deze lauwe algenbak te gaan zitten. Zeker omdat je er ook nog 20 minuten voor moet lopen.
We hebben meer geluk met het weer. Blauwe luchten en het warmt vandaag zelfs op boven de twintig graden. We gaan op weg naar de volgende watervallen. Blijkbaar komen ze in paartjes want nu zijn het er ook weer twee. De 62 meter hoge Seljalandsfoss is niet over het hoofd te zien. Nu we dichter bij Reykjavik en de Golden Circle komen wordt het ook commerciëler want we moeten ineens voor het parkeren betalen. Seljalandsfoss is een gewone degelijke waterval. Mooi om te zien maar niet bijzonder. En dat komt misschien ook omdat hij ‘s middags pas in de zon komt, dus we zien hem niet op zijn mooist.
Leuker is het zusje, Gljufrabufoss, dat een kleine kilometer verderop ligt. Het is een waterval in een schoorsteen en om er te komen moet je over stenen in het water hoppen. Voor mij betekent dit dat ik de hele dag met een natte sok loop. Mevr. van der Veeke was zo slim om een regenjasje mee te nemen want je wordt erg nat daarbinnen. Om beurten trekken we die aan en hoppen naar binnen. Je bent van buiten goed te volgen want de jas is op een kilometer afstand zichtbaar. En binnen geeft hij licht. Het is daarbinnen niet vast te leggen in een foto, je moet het ondergaan. De mist, de kou, de tocht en het geluid zijn een aanslag op de zintuigen. Prachtig. (Ik zou graag filmpjes willen posten maar mijn bundel laat het niet toe. Wifi is hier ver te zoeken dus ook geen optie).
We zijn nog steeds niet uitgekeken op de kerkjes. Bij Oddi staat het Oddakirkja, wederom een mooie. We rijden er een stukje voor van de ringweg af en gelijk is alle drukte verdwenen. We zijn hier helemaal alleen. Zoals gisteren aangegeven, hebben ze hier maar een soort kerkje op het platteland. Deze kwam in de uitvoering met het rode dak.
In Selfoss doen we nog even de laatste boodschappen voor we het binnenland in gaan. Selfoss is de grootste plaats hier in het zuiden. En ook de lelijkste. Huizen en gebouwen worden hier vaak met golfplaat gebouwd. Daardoor lijkt elk dorp wel op een industrieterrein. Selfoss heeft ook geen herkenbaar centrum. De grootste snelweg van IJsland (Ringweg, nr. 1) loopt door de winkelstraat. Dit is niet echt lekker shoppen.
We gaan wel even langs het kerkhof van Selfoss. Hier ligt een van mijn vroegere helden. Toen dacht ik nog het schaken goed onder de knie te krijgen maar het is nooit echt wat geworden. In elk geval was Bobby Fischer een voorbeeld. Deze Amerikaan werd in 1972 wereldkampioen door het verslaan van Boris Spassky in de wedstrijd van de eeuw. De spanning van de koude oorlog was op een hoogtepunt en dit was een soort van mini-oorlog. De Russen moesten na 25 jaar eindelijk de wereldtitel opgeven. Bobby sleet zijn laatste jaren in IJsland en ik geef hem geen ongelijk. Selfoss heeft ook een Bobby Fischer museum.
Na vijf dagen verlaten we (tijdelijk) de zuidkust. We gaan het binnenland in richting Þingvellir (die rare Þ spreek je uit als ‘th’). En als we daar zijn, laten we Þingvellir eerst even links liggen en rijden een stukje door naar Porufoss. Bij het afstruinen van internet kwam ik deze tegen als een verborgen pareltje. En dat is hij ook want er gaat niemand heen. Terwijl hij wel de moeite waard is. We kunnen er een paar mooie foto’s maken.
We eindigen vandaag in Þingvellir. Samen met Gullfoss en Geysir vormt deze plek (het is geen plaats) de Golden Circle, de toeristische hotspot van IJsland. Þingvellir is heel belangrijk geweest (en nog steeds) voor de IJslanders. Daarnaast is het een geologisch interessante plek en een park van natuurlijke schoonheid. Het staat sinds 2004 op de Unesco lijst.
Laten we beginnen met de geschiedkundige waarde. Þingvellir betekent ‘Parlements veld’. Op deze plek kwam in 930 voor het eerst het democratische parlement (of AlÞing) van IJsland bij elkaar. En daarna jaarlijks. Dat ging een hele tijd goed tot 1271. Toen kwamen de Noren hier aan de macht alhoewel deze plek nog steeds de administratieve zetel bleef. In 1798 werd het geheel ontbonden. In 1843 kreeg het de macht terug maar de vergadering werd naar Reykjavik verhuisd. Tijdens de jaarlijkse bijeenkomsten werd er recht gesproken, er werden wetten gemaakt, er was markt, er werd gedicht en het was de Tinder van die tijd. Ook groeide het nationalisme hier. Men wilde los komen van Denemarken. In 1930, duizend jaar na de eerste AlÞing, werd dit het eerste nationale park van IJsland. In 1944 verzamelden zich hier 20.000 mensen (een zesde van alle IJslanders toen) in de stromende regen om de verklaring van onafhankelijkheid te horen voorlezen. Elke IJslander heeft een speciaal plekje in het hart voor Þingvellir.
De tweede reden waarom deze plek zo bijzonder is, is omdat het op een breuklijn van continenten ligt. De ene kant is Noord-Amerika en de andere kant Europa. Héél langzaam maar ook héél zeker drijven deze continenten uit elkaar en hier kun je (met heel veel geduld) dit live aanschouwen. Het gaat met ongeveer 2 mm per jaar maar de spleten zijn indrukwekkend genoeg. Je loopt van het bezoekerscentrum door de spleet naar beneden. Daar staat Þingvallakirkja. Dit kerkje staat er al sinds de 11e eeuw maar deze versie is van 1859. Als je goed hebt opgelet, dan weet je welke bouwtekeningen gebruikt zijn.
Tenslotte is dit gebied één groot natuurpark waar ze heel veel doen aan de conservatie ervan. Kortom, als je naar IJsland gaat, dan moet je deze plek gezien hebben. Wij vinden het welletjes voor vandaag en zoeken de camping in het park op. Daar hebben ze alleen meerdere winderige velden, dus we kiezen lekker een plekje in de bus. En met de zon in de deur zit dat ook prima.
Maandag 30 mei
Vandaag doen we het wat rustiger aan. Denken we. Slechts drie hoogtepunten maar daar vullen we wel de hele dag mee.
We maken eerst een wandeling naar de Bruarfoss. Hiermee vullen we de hele ochtend. Eigenlijk is dit niet één waterval maar drie. En eigenlijk zijn het geen watervallen maar meer stroom versnellingen. Ik had erover gelezen op internet als een hidden gem. En blijkbaar hebben meer mensen dit gelezen want we staan niet alleen op het parkeerterreintje. Dit is het niet storend want uiteindelijk is het maar een handjevol mensen die je verspreid tegen komt.
Het is een mooie wandeling van ongeveer drie en halve kilometer naar het eindpunt en onderweg loop je door struikgewas en wordt je wel drie keer verrast met een mooie stroomversnelling.
Op elk van de plekken kan ik de drone ook even uitlaten. Het water is onvoorstelbaar helder en blauw, en kolkt aan alle kanten. Ik vind dit soort natuurgeweld erg indrukwekkend alhoewel het nog veel erger kan, zoals ik later op de dag merk.
We zijn nog steeds in de Golden Circle. Die bestaat uit drie dingen. De eerste is Þingvellir, die hebben we gisteren gedaan. Nu gaan we naar de tweede. Dat zijn de geisers waar IJsland om bekend staat.
De bekendste is de Geyser, de moeder van alle warmwaterspuiters en grondlegger van de naam. Deze was in de dertiende eeuw al bekend en ooit spoot hij tot 80 meter hoog maar op het moment heeft hij wat last van verstopping omdat toeristen er stenen in gooiden om een eruptie op te wekken. Dat werkte niet en nu is hij uitgespoten en slapend. Incidenteel, bij een aardbeving, wil hij nog wel eens actief worden.
Hij heeft het werk uitbesteedt aan Strokkur die elke 5-10 minuten trouw zijn werk doet. Voor deze keer vind ik het niet erg dat het wat drukker is want met zijn allen zit je in spanning te wachten wanneer hij weer los gaat. Het begint wat te borrelen in de bron en dan gaat hij los. Binnen een paar tellen is het ook weer gebeurd en wacht je op de volgende keer. Een enkele keer is het resultaat een flinke scheet en komt het water niet hoger dan een meter. Maar als hij zijn best doet dan zit je zo op 35 meter hoog. Wat een fenomeen! Hoe het precies werkt weten ze niet. Het heeft te maken met de opbouw van stoom en heet water onder een laag van kouder water. En als de druk dan te hoog wordt, dan moet die ergens heen.
De derde in het trio van de Golden Circle is de Gullfoss waterval. Ik dacht dat ik al wat flinke jongens gezien had maar dat is kinderspel vergeleken bij deze. Wat een overweldigend spektakel is de Gullfoss. Wat een hoeveelheid water komt hier langs. deze ‘Gouden’ waterval. Het water komt van de rivier de Hvita en valt 32 meter naar beneden. Prachtig is ook de regenboog die je krijgt doordat het zonlicht door de mist van de waterval gaat. Bij dit soort natuurgeweld kan ik me alleen maar heel nietig voelen en stil worden.
Bijna hadden we hier niet van kunnen genieten want in 1920 wilden ze hier een waterkracht centrale bouwen. Ondanks dat de eigenaar van het land de verkoop weigerde, kregen de projectontwikkelaars toch groen licht uit Reykjavik. De dochten van de landeigenaar, Sigríður, liep uit protest naar Reykjavik en dreigde zich van de waterval te werpen als het toch doorging. Hiermee redde ze dit unieke natuurfenomeen. Sommige helden dragen geen cape.
Ik blijf wauw zeggen! Zo gaaf al jullie foto’s en ook de beelden met jullie drone!
Wat een prachtige beelden. Ik geniet met jullie mee.
Wauw wauw wauw.
Weer een erg mooi verhaal Hans!
Heb de verwijzing gelezen over Seljavallaug. Laat weer eens zien dat wat voorbereiding geen kwaad kan. Het verhaal over de bak met algen zelf vormt een mooi contrast met het ontbreken van onvertogen woorden in het verslag van jullie eigen belevenissen
Alles even indrukwekkend. Wat maken jullie weer een mooie reis. Ben nieuwsgierig: er zitten meer letters met tekens in het IJslandse alfabet dan in het onze, weten jullie hoe je al die namen uitspreekt?
Wat weer een prachtig verhaal en mooie beelden! Wel heel bijzonder. Jammer dat er geen beelden van die Nimf zijn😉. Blijf gezond!
Adembenemend mooie beelden!! Wat een prachtig land om te bereizen. Geniet verder dan doen wij dat ook.
gaaf hoor….leuk om jullie vakantie van een afstandje mee te mogen maken….benieuwd naar het volgende stuk.
Lijkt wel in het land van Lord of the Rings…. Fjaðrárgljúfur is onwaarschijnlijk mooi.. En het gestolde lava… Je loopt op het binnenste van de aarde.. Al die natuurkrachten… De kracht van water, wat een plek! Ik geniet van het verhaal en de beelden Hans en Sas!