IJsland (3)

De zin van het leven verzin je niet, die ontdek je.

Dinsdag 31 mei

Op de tijdlijn van de aarde is IJsland een relatieve nieuwkomer. Het is eigenlijk pas net ontstaan en dat merk je ook als je in het land bent. Op allerlei plekken bubbelt en borrelt het en wil het hete magma nog steeds eruit komen. Het rommelt hier ook nog steeds, de uitbarsting van afgelopen jaar is daar een voorbeeld van.

Een voordeel hiervan is dat er dan ook op allerlei plekken heet water uit de grond komt. Als dat in een poeltje mengt met kouder water dan kun je daar lekker in gaan zitten. Dat zijn de hot-pots die overal op IJsland te vinden zijn. We hebben er een hele lijst van. Soms liggen ze gewoon langs de weg en soms moet je er een tijdje voor lopen.

Het lijkt ons heerlijk hier in te gaan zitten en dat was ook het plan. Maar de praktijk blijkt weerbarstiger. De hot-pots die we tegen komen zijn vieze modderpoelen, overmatig bewoond door algen, vervuild of op afgelegen plekken. Maar er zijn ook hot-pots die min of meer commercieel worden geëxploiteerd. Dat betekent dat er een kleedruimte bij is, je voor en na die tijd kunt douchen en dat het onderhouden wordt. De bekendste is The Blue Lagoon maar dat is inmiddels zo’n kermis dat we daar geen zin in hebben. Wij komen vandaag langs een kleinere en daar gaan we lekker een uurtje in weken.

The Secret Lagoon (ook wel Gamla Laugin genoemd) is een van de oudste natuurlijke baden van IJsland. Al in 1891 kon je hier badderen. Vanaf 1909 werden hier zwemlessen gegeven maar toen er in 1947 een echt zwembad werd geopend, viel het hier stil en raakte het in verval. Recentelijk is het opgeknapt en opnieuw geopend. Het geeft mij een beetje een sauna idee. Je gaat er een beperkte tijd in met een beperkt aantal mensen. Vlak naast het bad zijn een aantal natuurlijke bronnen waar water van meer dan 100 graden uit komt. Dat voel je ook meteen als je te dicht bij die inlaten komt. De doorstroming is zodanig dat elke 24 uur het water vernieuwd is. En wat doe je in zo’n pool? Alleen een beetje dobberen. Meer niet. We komen er heerlijk relaxed uit.

Een nadeel is wel dat je daarna honger hebt als een paard. En dan is het een voordeel dat je je huis bij je hebt. In no-time tovert Mevr. van der Veeke een paar tosti’s op tafel.

We gaan weer op weg naar het zuiden om de weg langs de kust te vervolgen. Daarom zetten we koers naar Selfoss. En laten we dan toevallig langs de Kerið Crater komen. Men dacht eerder dat dit een explosieve krater was, zoals de uitbarsting vorig jaar.

Maar het is een krater die de lava net als de tandpasta uit een tube duwt. Dat deed hij ongeveer 6500 jaar geleden en toen die eenmaal leeg was stortte de zaak in en hield je de krater over die we nu zien. Ongeveer 270 bij 170 meter en 55 meter diep. Het is eigenlijk een hele grote grondwater-meter want het waterniveau stijgt en daalt met het grondwater en varieert tussen de 17 en 14 meter diepte. Van bovenaf lijkt het net een oog met een iris. De IJslandse zangeres Björk heeft ooit een concert gegeven vanaf een vlot in het midden van het meer maar de akoestiek schijnt belabberd te zijn.

Via Selfoss rijden we naar Þorlakshöfn waar we een mooie kleine camping vinden. We zijn overweldigd door alle indrukken van de afgelopen dagen dus we nemen een dag vrij om bij te komen.

Woensdag 1 juni

Met fietsen hebben we altijd rustdagen nodig om lichamelijk bij te komen. Nu hebben we een rustdag nodig om geestelijk bij te komen. Uitslapen, wasje doen, koffie drinken en wat lezen. Maar helemaal stilzitten is niets voor ons.

We doen dus toch even een rondje Þorlakshöfn. Vlak naast de camping ligt het kerkhof. Het zijn heerlijk rustige buren en we zoeken ze even op. Hier op het kerkhof zie je het IJslandse gebruik van de namen. De achternaam van de zoon wordt naar de vader vernoemd met uitgang son. De dochter werd altijd vernoemd naar de vader met uitgang dottir. Dus mijn kinderen zouden dan Steven Hansson en Lisa Hansdottir heten. Maar in IJsland zijn ze heel erg geëmancipeerd dus dat paternalistische gedrag ging op de schop. Een dochter word vernoemd naar de moeder. Dus mijn dochter zou in dit geval Lisa Saskiadottir heten. We zien hiervan een mooi voorbeeld op het kerkhof.

Verder lopen we even naar de vuurtoren en dat valt nog niet mee. Ze zijn hier iets aan het doen met grote stenen want er rijden telkens enorme kiepwagens rond en paden zijn nauwelijks begaanbaar. Toch komen we bij Hafnarnesviti, een kleine vierkante vuurtoren van 9 meter hoog. In 1951 gebouwd en toen werkte hij op een gaslamp. In 1962 geëlektrificeerd met gas als back-up. In 1994 werd zelfs de back-up elektrisch. Her en der staan een paar mooie beelden die lokale legendes als inspiratie hadden. Erg leuk om die lokale verhalen te lezen.

Donderdag 2 juni

Voor vandaag hebben we weer een paar leuke dingen op het programma. We kijken op een plek waar de warmte heel graag uit de aarde wil, een meer met een monster en we lopen weer van Europa naar Noord-Amerika. Maar eerst zien we een heel bijzonder kerkje.

Het Strandakirkja staat vlak aan de kust en kijkt uit over zee, een baken voor de zeelui. Het heeft meer fans uit andere landen dan welke kerk dan ook in IJsland en is een van de rijkste kerken van het land. Het is de ‘wonder-kerk’ en er worden goddelijke krachten aan toegekend. Oorspronkelijk in de 12e eeuw gebouwd maar deze versie is van 1988.

Het verhaal gaat dat ooit een schip in een storm terug probeerde te navigeren naar IJsland. Maar door de gevaarlijk kust was dit niet te doen. Ze baden tot god en beloofden een kerk te bouwen als ze veilig thuis zouden komen. En opeens verscheen er een engel die ze veilig naar de kust leidde. En op die plek bouwden ze deze kerk en noemden het Strandarkirkja. De baai ernaast heet Angel’s Bay (Engilsvík in het IJslands). Sindsdien zijn hier veel wonderen gebeurd.

We zijn duidelijk weer uit de Golden Circle want we zijn er helemaal alleen. Het is inderdaad een prachtig kerkje en ook van binnen is het goed onderhouden. Er hangen twee prachtige schilderijen die de historie uitbeelden.

Seltun vanuit de lucht is een abstract schilderij

Hierna rijden we naar Seltun. Op deze plaats is een verbinding tussen de binnen- en de buitenaarde. Als we de plek naderen, ruiken we de zwavel al in de auto. Het doet me denken aan de stinkbommetjes die je vroeger kon kopen (zouden ze nu nog te koop zijn?) Het leukst was om dat in de klas los te laten. En hier hangt het gewoon in de lucht.

De aarde bubbelt, borrelt, stoomt en spuugt hier. En dat heeft allemaal speciale namen.  De solfataras zijn ondiepe vulkanische kraters. De fumaroles zijn openingen in de grond waar gas en stoom uitkomt. En dat zijn er nog de modder-potten (nee, geen mopperpotten) die bubbelen als een goede snert. Dit is altijd een actief gebied geweest alhoewel de laatste grote uitbarsting in de 12e eeuw was.

Het water hier onder de grond kan wel 1000-1200 graden worden maar zo heet komt het niet aan de oppervlakte. Erbij komen nog allerlei chemische componenten zoals zwaveldioxide, waterstofsulfide en koolstofdioxide omhoog. Samen tasten ze de rotsen aan waardoor je die vreemde kleuren krijgt. Er is meerdere keren geprobeerd hier wat mineralen te winnen maar elke keer was er een uitbarsting of iets anders waardoor ze snel de spullen inpakten en naar huis gingen.

We laten de stank voor wat hij is en rijden een klein stukje door naar Kleifarvatn. Het landschap is hier prachtig en de uitzichten adembenemend.

Grillige lavastenen en zwarte oevers. Dit meer is ontstaan uit een vulkanische spleet en is wel 1 kilometer diep.

Er wordt gezegd dat er een wormachtig beest, zo groot als een walvis, in woont. Geen monster van Loch Nes maar een monster van Kleifarvatn. Wij zien hem niet maar als we op zoek gaan naar een paar geocaches dan vinden we wel de ingang naar het rijk van de Huldufolk.

Op weg naar onze laatste stop komen we langs een parkeerplaats aan zee waar meerdere toeristen staan. Daar is vast wat te doen en dat is ook zo. Het landschap is hier buitenaards. Als het licht zou zijn op de maan, dan kan ik me voorstellen dat het zo eruit ziet. Grote lavavelden met puin waar de zee op zit te beuken. Hieruit is Brimketill ontstaan. Een soort van zwembad aan zee. Het is niet zozeer het water dat in de spleten stroomt dat voor de erosie zorgt, maar meer de lucht die erin geperst en eruit gezogen wordt wat de schade doet. De natuur maakt zo mooie kunstwerken.

Als laatste gaan we naar de brug over de continenten. We hebben dit fenomeen ook al bij Þingvellir gezien maar hier is het nog veel duidelijker. Het is de plek waar de tektonische platen van Noord-Amerika en Europa uit elkaar drijven. Gelukkig gaat dit met twee centimeter per jaar niet zo hard dus ik kan er met een gerust hart in gaan staan. Een been in Amerika en een in Europa. Ook hier zijn grote lavavelden met grillig gevormde brokken. Overigens

is dit gebied de laatste maanden nogal geteisterd door aardbevingen. Er wordt gezegd dat er dan weer een vulkaanuitbarsting aan komt. Ik weet niet goed of ik daar blij van moet worden omdat ik daarmee een uniek fenomeen te zien krijg. Of dat bang moet worden vanwege de natuurkrachten.

We rijden door naar Sandgerdi en zoeken daar de camping op. Omdat we wat voor lopen op het schema en over een paar dagen pas de geboekte excursie hebben, gaan we hier nog een dagje luieren. De weersvoorspelling is niet zo goed, dus dat komt mooi uit.

Vrijdag 3 juni

Niks doen is hard werken. Nu helpt het zeker mee dat de regen op het dak tikt. En dat ik eindelijk een keer wifi op de camping en zelfs tot in de bus heb. Vandaar dat het verslag deze keer gekruid heb met wat filmpjes. Maar op een gegeven moment jeukt het zo, dat ik wel moet krabben. We gaan dus toch even op pad. Een dorp verderop zijn twee mooie vuurtorens. We zouden hier morgen sowieso langs gereden zijn maar nu kunnen we het mooi op de fiets doen. Die hebben we tenslotte niet voor niets meegenomen.

Fietsen in IJsland is uitdagend. Er is heel weinig fiets-infrastructuur. Meestal deel je, als fietser, de weg met de auto. De fietsers die we tegenkomen doen dan ook meestal de ringweg, wat eigenlijk de snelweg van IJsland is. Hoe verder naar het oosten, hoe rustiger. Maar aangenaam fietsen vind ik het niet. Als je dan toch graag zoveel mogelijk autoloos wilt rijden, dan kom je meestal op grove steenslag wegen. Er zijn dan nauwelijks auto’s maar het rijdt beroerd en zwaar. Gelukkig zien we wat verandering. Meer in het westen komen we her en der wat prachtige fietspaden tegen. Zo loopt er ook een van Sandgerdi naar Gardur. En daar fietsen we over.

Met wind mee zijn we er zo. De vuurtorens zijn prachtig. Aan zee staat de oude vuurtoren. Deze is in 1897 gebouwd door de Denen. Daarom heette hij eerst Skagataarviti. Later heeft hij de IJslandse naam Garoskagaviti gekregen. Vijftien meter hoog en een lamp op kerosine die elke 15 seconden flitste. Het mechaniek dat voor de draaiing zorgde moest elke 4 uur opgedraaid worden. Dus bij slecht weer sliep de vuurtorenwachter in het aanpalende huisje.

In 1944 is een nieuwe vuurtoren gebouwd om de oude te vervangen. In drie maanden werd deze 28,6 meter hoge vuurtoren gebouwd door Sigurdur Peterson. Het is daarmee de hoogste van IJsland. De naam en het mechaniek van de oude vuurtoren werd gebruikt maar nu hoefde het maar elke 10 uur opgedraaid te worden. In 1946 werd dit vervangen door een elektrische installatie. Binnenin zijn vijf verdiepingen en 116 treden. En het leuke is dat wij die allemaal beklimmen want je kunt erin. Binnen is een expositie over het noorderlicht en over walvissen. Hele interessante informatie maar het helpt ons niet om ze te zien. In de zomer is het niet donker genoeg voor het noorderlicht. En de walvissen zijn blijkbaar elders. Toch hebben we een mooi uitzicht vanaf de vuurtoren.

Via een alternatieve route rijden we naar de bus terug. Nu weten we ook hoe het is om over steenslag tegen de wind in te fietsen. In Sandgerdi maak ik nog even een foto van de lokale vuurtoren. Minder mooi maar wel kleurig.

Bij thuiskomst maak ik het af door een lokaal biertje ter ere van de zojuist bezochte vuurtoren weg te tikken. Beter kunnen we dit tochtje niet afsluiten.

3 gedachten over “IJsland (3)

  1. Marjan zegt:

    Wat een prachtig avontuur en opnieuw Hans geniet ik zo van je schrijfstijl, ik moet er vaak bij lachen. Zo beeldend en als beelddenker vaar ik daar wel bij. Nog heel fijne voortzetting!

  2. Erna Joseph zegt:

    Ik ben nog steeds blij dat je mij via ” vakantie in IJsland” deze link gaf. Wij krijgen op deze manier voor onze 1e vakantie in IJsland volgend jaar echt alle info die wij zoeken. Leuk om jullie verslag te lezen.

Leuk als je reageert