Wie niets wil, heeft alles
Zondag 5 juni
De dag begint zonnig na een koude nacht. In de schaduwstukken zie ik zelfs de rijp op het gras staan. Het is vandaag zondag en Pinksteren. Geen idee of dat laatste hier gevierd wordt maar het is erg rustig op de weg.
We rijden eerst naar Borgarnes, een stadje op een schiereiland. We willen graag het Settlement Centre bezoeken. Gelukkig heeft die geen weet van zondagen of Pinksteren en het is gewoon open. Het is niet goedkoop (3000 ISK p.p.) maar ze schijnen een erg mooie expositie te hebben. Het blijken er twee te zijn. Je krijgt voor beide om de beurt een koptelefoon en speler mee en in goed Nederlands wordt je door de verhalen geleid.
De eerste expositie gaat over de eerste 60 jaar waarin IJsland bewoond raakte. Dit was van 870-930 en het meeste volk kwam uit Noorwegen. Hoe dit ging wordt op verschillende manieren uitgebeeld maar je ondergaat het ook. Zo sta je op een wiegend schip om te voelen hoe de zeereis was. Bijzonder is dat ze nog precies de namen weten van de eerst 350 bewoners. En veel van de boerderijen staan er nog steeds. Dat heb je met een land wat nog zo jong is.
De tweede expositie gaat over een van de sagen (mengsel van sprookje en geschiedenis) van IJsland en vertelt het verhaal van Egil. Een dichter en een barbaar. We horen over driehoeksverhoudingen, overspel en tovenarij. Dit wordt gedaan aan de hand van verschillende displays waarbij allerlei soorten materialen gebruikt worden. Het is prachtig gedaan en soms wordt het wel erg plastisch in beeld gebracht. Een rottend paardenhoofd en de toverkol van nachtmerrieachtige proporties.
We rijden de camping nog even voorbij om de Glanni waterval te bezoeken. Van deze waterval wordt gezegd dat er elven, dwergen en trollen in wonen. Wij lachen daarom in Nederland maar in IJsland wordt dit heel serieus genomen. Snelwegen worden omgelegd voor stenen waarvan men denkt dat er een bovennatuurlijk wezen in woont. Ik hoop hier later nog op terug te komen. De waterval is mooi maar niet bijzonder. Maar misschien worden we ook wat immuun en blase voor dit soort schoonheid. Leuk is om te zien dat er voor de vis een aparte trap is aangelegd. Glanni ligt in de Nordura rivier en die staat bekend om z’n zalm.
Vlakbij de waterval ligt Paradiserlaut. Dit is een vijvertje in het lavaveld (Grábrókarhraun) dat hier ligt. Het water stroomt van dit veld in deze vijver en het is uitzonderlijk helder. Een magisch plekje en ik snap wel waarom ze het paradijselijk vinden.
Een klein stukje verderop ligt de Grabrok krater. Ze hebben prachtige vlonders en trappen aangelegd zodat je boven op deze 170 meter hoge berg kunt komen. Het is onderdeel van Ljosufjoll vulkanisch gebied dat over een lengte van 90 kilometer loopt. De krater die we beklimmen is de grootste van drie (Stora Grabrok, Grabrokarfell en Litla Grabrok) en is ongeveer 3400 jaar geleden gevormd. Toen braakte hij overvloedig lava uit en bedekte de omgeving. De loop van de Nordura werd zelfs aangetast. We klimmen naar boven voor een fantastisch uitzicht. En ik weet nu hoe een uitgebluste vulkaan eruit ziet.
Maandag 6 juni
We slapen zomaar uit tot 8 uur en zijn wat later op pad vandaag. En dat is geen probleem want we hebben maar twee uitstapjes op het programma staan.
We gaan eerst naar Reykholt waar een soort vervolg hebben op het museum bezoek van gisteren. Hier heeft Snorri Sturluson gewoond. Snorri is een politiek belangrijk man geweest in IJsland. Hij leefde van 1178–1241 en was hoofdman, geleerde, dichter, schrijver en is rechtspreker geweest op de Althing in Thingvellir (waar we een paar dagen geleden waren). Ook kon hij goed overweg met het Noorse koningshuis. Maar ook weer niet zo goed dat de Noorse koning uiteindelijk een bende op hem afstuurde die hem dood of levend naar Noorwegen moest brengen. Ik denk dat als Snorri de keus had gehad, dat hij voor het tweede had gekozen. Maar die keus had hij niet.
Waar Snorri later vooral om bekend werd is het feit dat hij heel veel van de geschiedenis van IJsland, die tot dan toe vaak mondeling werd overgeleverd, op schrift stelde. Onder andere wordt gezegd dat hij de sage van Egil heeft geschreven. Daarnaast nog vele andere sagen en geschriften. En daarom is hij nu zo beroemd. We gaan natuurlijk het museum in om dit allemaal te zien. Hierbij gaan we door een traditionele deur met gekleurd houtsnijwerk. Volgens de overlevering zou dit geluk moeten brengen. En geluk is iets wat ik later op de dag goed kan gebruiken. De expositie is informatief maar niet echt speels. Veel droge stof die voornamelijk voor Mevr. van der Veeke interessant is omdat ze er in haar studie ook veel mee te maken had.
Verder lopen we over het terrein waar nu een kennisinstituut en een hotel gevestigd is. Naast het oude kerkje hebben ze een moderne kerk neergezet die voor mij als een vork in de soep overkomt. Het past niet, geef mij maar de traditionele IJslandse kerkjes. We kijken bij Snorralaug (Snorri’s hot pool) en de bron Skrifla, waar het warme water voor de pool vandaag komt. Het is hier weer een geothermisch actief gebied en tegenwoordig wordt dit water gebruikt in de kassen waar groente verbouwd wordt. Tenslotte zien we een oude nagebouwde paardenstal waarvan ik eerst dacht dat het een traditioneel huisje was.
Een dag zonder waterval is een dag niet geleefd in IJsland dus die staat ook vandaag weer op het programma. En zoals gewoonlijk is het weer een setje. Deze keer liggen ze in het lavaveld Hallmundarhraun. Het water stroomt voornamelijk onder de lava door. Twee watervallen met een heel verschillende uitstraling alhoewel ze beide in de Hvita uitmonden. Deze watervallen zijn overigens een nationaal monument geworden in 1987.
We kijken eerst bij Barnafoss. Dit is de woesteling van de twee. We zitten hier in een lavaveld en niet alleen het water oogt woest, ook de stenen zijn scherpe jongens waar niet mee te spotten valt. Ze hebben verschillende platformen gebouwd waarop je de mooiste uitzichten hebt op de waterval. Barnafoss kan vertaald worden als kinder-waterval. Niet dat hij klein is maar volgens een legende zijn twee kinderen in de waterval gevallen en er niet meer uitgekomen.
Naast Barnafoss ligt Hraunfossar (vertaald: lava watervallen). In tegenstelling tot de meeste watervallen hier, is deze niet heel hoog maar wel heel breed. Iets van 900 meter. Ook hier weer verschillende platformen voor het beste zicht. Wat ik zo bijzonder vind aan IJsland is, dat bij al dit spoort bezienswaardigheden geen entree betaald hoeft te worden. Terwijl er wel allerlei voorzieningen zijn aangelegd. Dat zijn we van andere landen wel anders gewend.
Nadat we alles bekeken hebben, bedenk ik dat het leuk is om hier nog even met de drone te vliegen. Zo gezegd, zo gedaan maar als hij boven de waterval hangt, krijgt hij kuren en stort naar beneden. Gelukkig niet in het water maar aan de overkant. Het doet bijna lijfelijk pijn dit te zien gebeuren. Er komen nog zoveel mooie plekken waar ik de drone wil gebruiken!
Er zit een lokaliseer-laatste-plek functie op de drone dus natuurlijk ga ik op zoek naar in het lavaveld aan de overkant ondanks dat je daar eigenlijk niet mag komen en Mevr. van der Veeke mij al in spelonken, scheuren en kokende lava ziet vallen. Ik vind hem snel en ik heb geluk. Ondanks de vele lavastenen die hier liggen, is hij in redelijk zacht mos gevallen. Wel van 20 meter hoogte dus niet geheel ongeschonden.
Op de camping in Husafell kijk ik wat de schade is. De gimball (het mechaniek dat ervoor zorgt dat de camera stabiel blijft ondanks het schommelen van de drone) is wat uit zijn houder gewipt. Met wat geduld weet ik die weer in de rubbers te hangen. Ook vliegt hij nog steeds stabiel. Na wat proefvluchtjes heb ik er weer voldoende vertrouwen in.
Dinsdag 7 juni`
Om half tien zijn we bij de bus die op het parkeerterrein bij de camping staat. De oude chauffeur heeft moeite met het vinden van mijn naam op de lijst. Gelukkig zijn zijn rijvaardigheden een stuk beter. Moeiteloos laveert hij de stadsbus (niet eens een four-wheel-drive) door een maanlandschap over de steenslagwegen naar de gletsjer toe. We arriveren bij Klaki-basecamp. Daar begin ons eigenlijke avontuur van vandaag pas.
Ik heb een tocht geboekt over, maar ook in de gletsjer. Met een voertuig dat ze ook op Mars kunnen gebruiken, rijden we naar de ijsvlakte toe. De bestuurder kan draadloos de bandenspanning aanpassen zodat we nergens vast zullen komen te zitten. Eerst rijden we nog over steen. Met bordjes is aangeven in welke jaartallen de gletsjer nog tot waar kwam. Die getallen liegen er niet om. Elk jaar verdwijnen er tientallen meters.
De witte vlakte doet zeer aan mijn ogen. Na een half uurtje rijden, stoppen we voor een tunnel. We zijn dan gestegen tot boven de 1300 meter. We gaan de bus uit en de gletsjer in. Het is koud en ik zet de verwarming in mijn jas (ja, zo’n jas heb ik…) wat hoger.
Langjökull is de een na grootste gletsjer op IJsland met zijn 1021 km2 (ongeveer 5 keer zo groot als de provincie Groningen). Hij is iets van 50 kilometer lang, 15-20 kilometer breed en op het dikste punt een kleine 600 meter dik. Gletsjers ontstaan omdat er sneeuw valt. Als er minder sneeuw wegsmelt dan dat er valt, dan wordt de sneeuwlaag steeds dikker. Op den duur gaat het gewicht de sneeuw omzetten in ijs. En als deze ijsmassa dan ook nog gaat bewegen, dan noemen we het een gletsjer. Sommige gletsjers bewegen snel. Deze gaat maar 20 centimeter per jaar. Maar daardoor moeten de tunnels wel onderhouden worden, anders zouden ze steeds verder in elkaar gedrukt worden.
Onze gids Thor, god van de donder, is een rasechte IJslander. Eerst moeten we een soort van sneeuwkettingen onder onze schoenen doen. Daarna leidt hij ons door een gangenstelsel van een kleine kilometer. Het is een van de langste gletsjergangenstelsels in de wereld.
Hierbij komen we een 50 meter diep in de gletsjer. Je ziet de muren van (samengeperst) sneeuw in ijs veranderen. Leuk is ook dat je, net als jaarringen in een boom, kunt zien wanneer de zomers waren. Ook zit er een zwarte ‘ring’ van de vulkaanuitbarsting van 2010. Onderweg vertelt hij van alles over de gletsjer. Op wat voor manieren water wordt afgevoerd in een gletsjer. Wat voor soorten gletsjerspleten er zijn, hoe ze ontstaan en ook weer verdwijnen.
Het meest verontrustende wat hij vertelt is over het verdwijnen van de gletsjer. Geschat wordt dat deze over 150 jaar niet meer bestaat. En dit is de een na grootste!
Na anderhalf uur komen we weer buiten. Het is nog steeds wit hier. We hobbelen in twee etappes en twee bussen weer naar beneden waar het verrassend lekker weer blijkt te zijn.
Hraunfossar, Barnafoss, Bourganes zijn bekend. Mooi!
nog steeds leuk om jullie verhalen te lezen….wat ontzettend balen van je drone zeg, wat zullen jullie geschrokken zijn. Wel heel fijn dat je hem hebt gevonden en hij het nog doet.
Hans Wat een prachtige reis Lees met veel plezier jullie reisverslag
3000 ISK is ongeveer €21 als ik het goed heb. Inderdaad niet goedkoop voor een expositie.
Weer met veel plezier gelezen. Wat een prachtig stuk natuur! Gelukkig de Drone weer gerepareerd👍
Fijn van je drone.. Martijn is er al 1 kwijt geraakt in een boomtop die ook met een boomklimmer niet is teruggevonden :(… Wat een avontuur zo in een gletsjer te kunnen lopen…