Het is beter om een kilometer te reizen dan om duizend boeken te lezen.
Woensdag 8 juni
Jules Vernes schreef zijn boeken in de negentiende eeuw. Een van zijn bekendste is ‘De reis naar het middelpunt der aarde’. En dat boek ben ik op dit moment aan het lezen. Daarin vindt professor Lidenbrock in een oud IJslands boek een papier met een gecodeerde tekst. Zijn neefje Axel weet het te ontcijferen. Het geeft aan waar je een reis naar het middelpunt van de aarde kunt beginnen. Dat blijkt in IJsland te liggen. Ze reizen vanuit Hamburg eerst naar Denemarken. Daar nemen ze de boot naar IJsland. Vanuit Reykjavik moeten ze naar Snæfellsjökull zien te komen. In die tijd ging dat wat anders dan nu. Ze pikken de gids Hans op en reizen met paarden naar het stadje onder de Snæfellsjökull. In het boek heet dat Stapi. Tegenwoordig heet het Arnarstapi. Wij hebben min of meer dezelfde reis gedaan en kamperen vandaag in Arnarstapi. Maar voordat we daar zijn, doen we nog wat andere dingen.
We gaan naar het schiereiland Snæfellness. Dat ligt tussen Reykjavik en de Westfjorden. Volgens onze fotografenkaart (Dat is een speciale landkaart die alle fotogenieke plekken aangeeft) is het daar een grote parade van mooie uitzichten. We moeten eerst terug naar Borgarness. En van daar kunnen we verder naar het noorden.
Onze eerste stop is bij de basaltkolommen van Gerðuberg. We hadden ze al eerder gezien en we zullen ze nog vaker tegen komen maar het blijft elke keer weer een wonderlijk gezicht, die zeshoekige kolommen. Hier zitten ze in een klif, over een lengte van een kilometer. En deze keer zijn het reuzekolommen tussen de 7 en 14 meter hoog en sommige zijn wel anderhalve meter in doorsnee. Ook deze zijn gevormd door snel afkoelende lava die de geometrische vorm maakt.
Dit is onze poort naar Snæfellnes en wat een genot is het om hier te rijden. Onze fotografenkaart heeft niet gelogen. Elke kilometer is prachtig. We volgen de kustlijn naar het westen toe. In de verte zien we de Snæfellsjökull liggen met de toppen in de wolken. Dat is ons baken van vandaag.
Bij Ytri Tunga gaan we even naar het strand. Daar liggen zeehonden te zonnen en te spelen in het water. Het is een prachtige gezicht om ze bezig te zien. Een enkeling is nieuwsgierig genoeg om even te komen kijken.
Met moeite weten we ons los te rukken van de zeehondjes. We moeten verder. Voor we op de camping komen, hebben we nog één stop. We gaan langs Búdakirkja. ‘Alweer een kerk?’ vraag je je misschien af. Maar deze is ontzettend fotogeniek omdat het een geheel zwart kerkje is. Origineel gebouwd in 1703 en in 1848 vernieuwd. De zwarte kleur steekt mooi af tegen de witte Snæfellsjökull en de lucht. Prachtig plekje!
En zo komen we in Arnarstapi, net als de hoofdpersonen uit de roman van Jules Verne. Zij beklommen de Snæfellsjökull en gingen daar de aarde in waar ze allerlei avonturen beleefden. In die tijd was het nog niet wetenschappelijk vastgesteld dat de aardkern uit hete magma bestaat dus zij konden gewoon naar het middelpunt reizen zonder weg te branden.
Wij besluiten hier ook een wandeling te doen maar niet naar het middelpunt van de aarde. We houden het simpel. Via een lavaveld lopen we, langs de kust, naar het aanpalende dorpje en terug. Een wandelingetje van zo’n 7 kilometer en alleen maar mooie uitzichten onderweg. De kust en de lava hebben samen een paar prachtige kunstwerken gemaakt met de Gatklettur als een van de topstukken. In het haventje beginnen de vissersschepen binnen te lopen en hun vis te lossen. Wij gaan voor het eerst in drie weken uit eten. En dat kan niet anders dan in de pizzeria die speciale Jules Verne pizza’s serveert.
Donderdag 9 juni
Vandaag doen we de bovenkant van het schiereiland Snæfellness. Daarna gaan we richting de Westfjorden. Daar wordt het steeds leger. De bezienswaardigheden die je dan overhoudt zijn de natuur en de uitzichten. Maar eerst hebben we hier nog wat te zien.
Vandaag ligt Snæfellsjökull mooier in de zon dan gisteren. Je ziet nu bovenop de verschillende punten die Jules Verne beschreef. Ik kan we goed voorstellen dat professor Lidenbrock, Axel en Hans daar naar binnen gingen.
Bij The Pillars of Londrangar had ik weer basaltkolommen verwacht. Maar het zijn twee gigantische lavatorens. Men denkt dat het ooit pluggen in een vulkaan waren. De grond eromheen is weggespoeld en in tienduizenden jaren hebben wind en zee er deze kunstwerkjes van gemaakt. De grootste is 75 meter hoog en de andere 61 meter. Via een kustpad lopen we erheen. Van dichtbij zijn ze mooi maar van afstand ook. Als je aan komt rijden lijkt het wel een groot zeilschip.
Een onverwachte bonus is de vuurtoren van Malariff. Stond niet op ons lijstje maar hij staat er prachtig bij. Een archetype vuurtoren.
De Saxhóll krater is niet heel bijzonder. Hij staat als een puist in het landschap. Eigenlijk zijn er twee kraters, een van 125 meter hoog en een van 109 meter. We hebben vandaag veel kilometers dus elke gelegenheid om even de benen te strekken pakken we aan. Ze hebben een soort van wenteltrap aangelegd zodat je gemakkelijk naar boven kunt lopen. En natuurlijk is er weer een fantastisch uitzicht op de Snæfellsjökull.
Elke kilometer is hier mooi dus ik blijf bezig met foto’s maken. Maar als ik de foto’s terugkijk dan doe ze de werkelijkheid geweld aan. Die is zoveel mooier als het platte plaatje. Blijkbaar is natuurlijke schoonheid moeilijk in een foto te vangen.
We komen nu bij een iconische plek van IJsland. Als je een foto van IJsland ziet, dan is het vaak deze. Kirkjufellsfoss met op de achtergrond de Kirkjufell. Dit is een van de plekken waar de meeste foto’s in IJsland gemaakt worden.
Dat hebben die IJslanders heel goed door want hier moet je voor het parkeren wel betalen. Je kenteken wordt gefotografeerd als je binnen rijdt. En op dit kenteken betaal je ook. Wordt er niet betaald, dan krijg je de rekening thuis. Alhoewel ik me wel afvraag hoe ze dat met buitenlandse auto’s doen. Natuurlijk betaal ik want hier in IJsland gebeurt een hoop op vertrouwen.
Via wegnummer 54 gaan we naar het oosten. Deze weg kruist een paar keer een fjord. Op een plek is een bijzonder monument ingebouwd dat je niet ziet als je gewoon over de weg rijdt. Hiervoor heb je de bird’s-eye view nodig en gelukkig hebben we die bij ons. Het zwaard is een herinnering aan de Viking-achtergrond van de IJslanders.
We hebben het redelijk lang kunnen uitstellen maar hier bij de Westfjorden is het onvermijdelijk; de steenslagwegen. Voor mij is dit rijden met samengeknepen billen. En dat een kleine 70 kilometer lang. Alles rammelt en ratelt en ik moet meerdere keren terugrijden om de vullingen uit mijn kiezen op te halen. Ze lijken redelijk vlak maar door de wasbord-structuur en de incidentele gaten wordt je flink door elkaar gehotst. Het beste is niet te langzaam te gaan. Met 60-70 km/uur lijkt het goed te gaan. Toch zal dit, met onze camper, nooit een hobby van me worden.
Bij een stop kijk ik of alles er nog een beetje aan zit. Onder de auto zie ik een slang los hangen van de kachel. Gelukkig is dit gemakkelijk te repareren en we kunnen weer verder. Als het asfalt weer begint, dan kan ik het wel kussen. De komende dagen hebben we nog wat trajecten onverhard.
Waarom kiezen we hier dan voor? De omgeving is hier weer adembenemd. Dat is de reden dat we ook de Westfjorden willen zien.
We gaan naar een camping bij Reykholar. Hiervoor moeten we wel 14 kilometer van de route af (en later weer terug) maar hij ligt op de punt van een van de schiereilanden dus een mooi uitzicht is haast gegarandeerd. En we kiezen er ook voor omdat het een campingcard camping is. Normaal betalen we tussen de 3000 en 4000 ISK voor een nachtje kamperen. Deze card kost ISK 19.900 en je kunt er maximaal 27 keer op kamperen. Dus bij 6 keer gebruiken heb je hem eruit. En daarna kampeer je min of meer gratis. Vanavond gebruiken we de kaart voor de 7e keer.
Morgen nemen we hier ook een dag vakantie. Daar zijn we wel aan toe.
Vrijdag 10 juni
We nemen een dag vakantie. Dat betekent een beetje later op en we gaan lekker een tijdje weken in het naastliggende zwembad. Beter gezegd, in de hot tubs van het zwembad. Je zit daar meestal met meer mensen in en dat is best gezellig. Zo praten we een tijdje met IJslanders die met hun kleinzoon op de camping staan. Van hun leren we meer van de IJslanders en hun gebruiken.
’s Middags doen we een wandeling vanaf de camping. Je kunt zo achter het veld in lopen. Hier blijkt het hete water gewoon uit de grond te komen in vele pruttelpotjes. Nu gebruiken ze om het zwembad op te warmen maar vroeger werd hier de was gedaan en ook gekookt door schelpdieren gewoon in zo’n potje te stoppen. We lopen helemaal tot aan de waterlijn waar blijkt dat het uit vele eilandjes bestaat. Ook komen we veel volgelnesten tegen, velen gevuld met eieren. Lekker zo’n rustdag. Niet dat we lichamelijk heel moe zijn maar het is fijn even een dag zonder indrukken te hebben. Dan krijgt de geest ook even rust.
Zaterdag 11 juni
Afgelopen nacht hebben we liggen schudden in bed. Tot nu toe hebben we erg veel geluk gehad met het weer. Geregeld zon, weinig regen en heel weinig wind. Terwijl ik verwacht had dat we regelmatig regen en altijd wind hebben. Dat laatste is dus even bijgesteld.
We reizen door de Westfjorden. Eigenlijk betekent dit dat we van deze schiereilanden fjord naar fjord afrijden. Soms is er een brug gemaakt om een stukje af te steken. En soms moeten we een pas over.
De cursus gravel en steenslag rijden is vandaag overgegaan op de gevorderden module. Het rijden is uitgebreid met hellingen boven de 15% en haarspeldbochten. Gelukkig doet onze bus dat allemaal prima. Ondanks dat alles rammelt, komen we er wel.
Los van de uitzichten en het landschap hebben we niet veel vertier onderweg. En dat is ook prima want er is elk moment wat moois te zien. En dat moois is niet echt in foto’s te vangen. Je moet het ervaren. Om niet alleen bij tekst te blijven post ik er toch een paar.
Is er dan helemaal niets gebeurd vandaag? Jazeker wel. We hebben een hemelse ervaring gehad in de Hellulaug natural pool. Het stikt hier van de warme bronnen en dit is een van de mooiste. Gewoon langs de kant van de weg (maar je ziet hem niet liggen en in de pool zie en hoor je de weg niet). Water van 38 graden en een fantastisch uitzicht over het fjord.
In de bus kleden we ons uit en met 5 graden wil je er wel snel in zijn. We hebben het geluk dat er bij aankomst niemand in zit en we de hele pool voor onszelf hebben. Na een minuut of twintig komen er wat mensen bij en tegen die tijd willen we toch weer verder. Wel heerlijk relaxed, warm en opgefrist.
In Patreksfjordur zoeken we de camping op. Voor de Westfjorden is dit een van de metropolen. Het is eigenlijk een vissershaven maar er is een supermarkt, tankstation, een touristinformation en een Vinbudin. Die laatste is een van de staatswinkels waar je alcoholhoudende dranken (bier, cider) kunt kopen. Dat proberen we de laatste dagen steeds te doen. Telkens als we bij deze winkels komen zijn ze of nog niet open of alweer dicht. Het is erg lastig voor alcoholisten in IJsland. Als je er al geld voor hebt, is het niet te krijgen.
Verder is het in Patreksfjordur feest. De lokale Just Started staat te zingen, er zijn springkussens voor de kinderen en er is vooral veel eten te koop. En iedereen is hiervoor uitgelopen. Zo kunnen we constateren dat een dorpsfeest in IJsland niet veel verschilt van een dorpsfeest in Baflo.
Zo mooi allemaal weer! En dan die foto in de poel, zo schitterend mooi. Waar Saskia met de rug naar je toezit, wat een prachtplaat! Fijne reis verder!
Dank je. Leuk dat je meeleest.
Heeeeeel bijzonder. Inderdaad die foto van Saskia op de rug gezien is prachtig. Alhoewel van dat kunstwerk van uit de lucht ook. Dit zie je normaal gesproken niet!
Heerlijk meegenieten, wat een prachtige foto’s!
Prachtig weer… deze reis naar het middelpunt der aarde 🙂