Paradise is not a location. It is an attitude of the mind.
Maandag 13 juni
Vandaag hebben we de eerste echte regendag in IJsland. We hebben wel eerder regen gehad, maar nooit de hele dag door en ook niet in zulke hoeveelheden. Maar goed, we zijn het grootste deel van de dag onderweg dus eigenlijk hebben we er eigenlijk weinig last van. Ook staat er weer een dikke vijftig kilometer gravel op het programma en even was ik bang dat dit een glibberpartij zou worden maar het viel wel mee. Ondanks dat de gemiddelde temperatuur onderweg rond de twee graden was.
Het was overigens de slechtste weg tot nu toe. Gaten, keien ter grootte van voetballen en mist maakt het rijden tot een flinke uitdaging. Ik had de meeste moeite met het feit dat ik ons busje zo moest mishandelen. Maar als je de Westfjorden wil zien, dan is dit de consequentie.
Je krijgt er veel voor terug. De landschappen zijn buitenaards, zelfs in de regen. Hier en daar een paar huizen wat voor een dorp door moet gaan. Verder leeg, want het is een van de meest dunbevolkte delen van IJsland (wat al niet echt dichtbevolkt is). Imposante bergen, onmetelijk diepe fjorden. We worden er helemaal stil van. En, zoals eerder genoemd, is dat lastig in foto’s te vangen. Om het helemaal zonder beelden te doen vind ik jammer, dus in de blog toch een paar foto’s.
Het hoogtepunt vandaag was de Dynjandi waterval. Of eigenlijk watervallen want het zijn er zeven achter elkaar, die ook nog weer eens allemaal eigen namen hebben.
De grootste is Fjallfoss. Het water valt ongeveer 100 meter naar beneden. Bovenin is hij 30 meter breed en onderin 60. Al deze watervallen liggen in de rivier Dynjandisá die uitmondt in het Amarfjörður.
De naam Dynjandi betekent zoiets als ‘lawaaimaker’ en dat doet hij goed. Er is een (klauter)route waarlangs je naar boven kan gaan. Je passeert dan eerst de zes kleinere, maar woestere, watervallen en staat dan onder aan de Fjallfoss. Ik moet zeggen dat deze zeker in mijn top-3 staat van IJsland.
We zoeken de camping op bij Isafjörður. Dit is een soort van hoofdstad van de Westfjorden. Eindelijk iets wat eruit ziet als een stad. Toch maar iets groter dan Baflo en zeker kleiner dan Winsum. De uitstraling is een stuk beter dan de andere ‘steden’ die we zien want de huizen lijken op huizen en niet op golfplaten schuurtjes. We lopen even door het centrum en na vijf minuten lopen we er ook weer uit. Bonus is wel dat ze hier een Vinbudin hebben en hij is ook nog eens open. Eindelijk weer eens een biertje vanavond.
Da camping is een verademing. De laatste campings hadden niet echt hoge sanitaire standaarden. Niet in hygiëne maar ook niet in aantal. Daar kan maar zo een correlatie tussen zitten als je met 30 man dezelfde wc moet gebruiken. En dan ook nog eens geen douche. De mensen die mij kennen weten dat dit een hel voor mij is.
Hier zijn zomaar drie toiletten (voor de mannen) en twee douches. En dit is niet eens het grootste pluspunt van camping Tungadalur. Dat is het uitzicht. Als we ons raam uit kijken dan kijken we rechtstreeks tegen de Bunárfoss waterval aan. Zo mooi hebben we zelden gestaan. Vanavond val ik in slaap met het ruisen van een waterval op de achtergrond. Wat een feest! Er gaat een pad omhoog bij de waterval en na zo lang in de auto zijn we altijd in voor een wandelingetje.
Noot:
Als laatste wil ik opmerken dat je mogelijk zondag 12 juni mist in de blog. Dat klopt. Gisteren was het zondag en als rust op die dag goed was voor God, dan is dat het ook voor ons. We hebben lekker een dag niets gedaan.
Dinsdag 14 juni
Met spijt rijden we de camping af. Echt een mooi plekje hier. Vandaag hebben we heel wat kilometers op het programma. Hemelsbreed verplaatsen we niet zo veel maar omdat we fjord na fjord af moeten meanderen, komen we uiteindelijk toch nog op ruim 250 kilometer. En met een dieselprijs hier van €2,36 de liter geen goedkope dag.
Om langs de fjorden te rijden is fantastisch. In het water liggen zeehonden te zonnen. Er stort om de paar kilometer een waterval naar beneden en de vormen van de bergen zijn adembenemend. En vandaag hebben we weer zon dus het is een groot visueel feest.
Als een zilveruitje in de fruitsalade zien we ineens een huisje met een grasdak. Er staan vlaggen bij en een bord beloofd koffie en taart. Geen enkele reden om niet te stoppen dus. Het blijkt Litlibær te zijn. Het is een minihuisje, gebouwd in 1895 door twee families. Ze woonden elk in een helft ervan. Op gegeven moment leefde hier wel 20 mensen in deze kleine huisvesting. Een tiny house voordat het concept bedacht was. Vanaf 1917 woonde er nog maar één familie.
En nu is het een mini-museum waar we ook door een mini-serveerster bediend worden. Ik schat haar niet ouder dan 12 maar ze spreekt vloeiend Engels. En ze serveert ons een koffie en een happy-marriage taart. Die we natuurlijk alleen maar kunnen delen.
Zo passeren we Skutulsfjörður, Álftafjörður, Seyðisfjörður, Hestfjörður, Skotufjörður, Mjörfjörður en Isafjörður voor we het binnenland in gaan om door te steken naar het volgende fjord. En dat betekent dat we de hoogte in gaan. En als we de hoogte in gaan, wordt het kouder. Dan blijkt er nog verhipt veel sneeuw te liggen. We komen zeker pakken van enkele meters hoog tegen.
Bij Steingrimsfjörður kun je links of rechts. Onze beoogde camping ligt links. Toch gaan we rechts want we willen in Holmavik het Museum of Icelandic Sorcery and Witchcraft zien. Als je verbaasd wilt worden, dan kun je hier goed terecht.
Alhoewel de heksenjacht in IJsland nooit echt een ding was, is er in deze regio toch relatief veel vervolging geweest. In de zeventiende eeuw werden hier zeker 120 mensen vervolgd. Bijzonder is dat het voornamelijk mannen waren dus eigenlijk zou je het geen heksenjacht maar tovenaarsjacht moeten noemen. Uiteindelijk zijn er 24 mensen (23 mannen) op de brandstapel gekomen. Iemand met invloed hoefde in die tijd maar een hekel aan je te hebben en je werd als heks bestempeld. Vaak was het proces bij de Althing (in Thingvellir waar we eerder waren).
In het museum hebben ze een groot aantal magische runen en toverspreuken verzameld. Daaruit blijkt dat je het als heks (m/v) niet gemakkelijk hebt. Je moet voortdurend op zoek naar maagdenbloed, mensenmagen, tepelbloed, ravenharten en babyhersenen.
Het meest bijzondere zijn de necropants. Een manier om nooit zonder geld te zitten. Let goed op want ik leg het maar een keer uit. Je graaft een, kort geleden, overleden man op (wel met diens toestemming) en je vilt de huid vanaf het middel naar beneden. Dit moet zonder gaten en ongeschonden. Daarna stap je erin en het wordt deel van je eigen huid. Met Pasen, Pinksteren of kerst steel je een euro van een arme (!) weduwe en dit stop je in het scrotum van de necro-pants. Dat zal het geld van anderen aantrekken en je scrotum zal nooit leeg zijn. Easy-peasy, zul je denken. Maar er is een catch. Je moet de broek weer kwijt zien te raken voordat je zelf overlijdt. Dat doen je door je opvolger in de linker pijp te laten stappen terwijl jij uit de rechter pijp stapt. Kortom, als jij geld krijgt van iemand en dat geld ruikt wat raar, dan weet je genoeg: necropants!
Daarnaast zijn er nog een hoop andere leuke tovertruukje te leren. Maar die ga ik hier niet allemaal delen want dan heb ik er niets meer aan. Al met al levert deze hele expositie heel wat vragen op bij mij. Genoeg voor de komende dagen.
Met de wenkbrauwen omhoog rijden we terug naar de afslag en gaan nu wel links om bij de camping in Drangsness te komen. Gisteren stonden we mooi maar vandaag ook. Nu met uitzicht over het fjord. Weer een prachtig plekje. Ik heb wat last van de rug dus we hebben zin om nog even te weken in een hot-tub. In Drangsness kun je dan kiezen tussen het zwembad en een openbare (gratis) hot-pot langs de weg. Het zwembad blijkt bijna dicht te gaan, dus we gaan naar de hot-pot. Ze hebben zelfs kleedhokjes en douches maar de pot blijkt vol, vies en niet zo hot. We gaan er wel even in zitten en meteen wordt ik getrakteerd op een nieuwe verbazing. Tegenover me zit een jongen een literfles rosé weg te tikken en ondertussen snuift hij lijntjes coke weg. Welkom in IJsland en weer nieuwe vragen om over na te denken. Zo komen we de avond wel door.
Woensdag 15 juni
We staan erg mooi op de camping, er is een fijne wasmachine en het is nog mooi weer. Ingrediënten om hier nog een dag te blijven. We zijn halverwege onze reis dus het beddengoed mag wel eens in het sop. Een uurtje later hangt het lekker te wapperen aan de lijn. Gisteren hebben we de kleding al gedaan dus we zijn weer helemaal klaar voor het volgende deel.
Stilzitten is niets voor ons. Achter ons is de Bearfell, een klim naar 345 meter hoog. Er is een pad omhoog en bovenop is zelfs een geocache. We trekken de wandelschoenen aan en na dik een uur staat we te genieten van de mooiste uitzichten.
En omdat we toch de tijd hebben , gaan we nu wel voor de hot-pot in het zwembad. Mevr. van der Veeke mag er voor half geld in en we hebben het hele zwembad voor ons alleen. Geen coke-snuivende, rosé-drinkende visser te bekennen hier. Het water is met 40-41 graden heerlijk. En bij al deze zwembaden aan zee heb ook daadwerkelijk uitzicht op zee als je in bad zit. Jammer dat we dit soort faciliteiten in Nederland niet hebben. En zo zijn we heerlijk relaxed voor de rest van de middag. Morgen rijden we naar Reykjavik (terug) waar we de stad willen bekijken en een excursie naar Landmannalaugar hebben.
Donderdag 16 juni
Vandaag rijden we in één ruk naar Reykjavik terug. Een dikke 250 kilometer en onderweg hoef je je niet te vervelen. Van deze route wil ik één moment delen. We zijn net op weg, het Steingrimsfjordur ligt erbij alsof het gestold is in de tijd. We stappen uit en genieten van dit ogenblik. Wat het helemaal bijzonder maakt is het geluid. Mevrouw van der Veeke was zo helder om dit op te nemen. Start de video, sluit de ogen en geniet even mee.
Mooie geluiden op het filmpje van Sas!
Bedankt voor het prachtige verhaal en de mooie foto’s en geluiden! Vooral de watervallen zijn zeer indrukwekkend!
De Westfjorden zijn magistraal. Ze staan op mijn verlanglijstje
Geluid is van de ijsduiker in het filmpje van Saskia.
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/ijsduiker
Schitterend geluid!
En bedankt, nu zit ik met allerlei vragen. 😉 wat een macabere necrofiele dingen deden ze vroeger. Gruwelijk! Oh en bedankt aan Gert, de ijsduiker! Fijn te weten. Ik had het geluid gehoord via polarsteps en vroeg me steeds al af welke vogel dit zou kunnen zijn. Mooi om in ieder geval het geluid te hebben waargenomen.
Genieten zeg…. van een buitenaards genot. Maar wat een rare snuiters van die necropants.. En ik begrijp dat er ook de nodige toeristen zijn die het hogerop zoeken. Je houdt ze netjes buiten beeld 🙂 Hier was het net een dag 30 graden (boven nul…)