Faeröer (2)

The best journey takes you home

Maandag 18 juli

Koffie met (Deens) gebak

Vandaag is een feestdag voor ons dus we doen rustig aan. Temeer omdat ik er vannacht nog uit ben gegaan om de bus te verplaatsen vanwege de windstoten die ons deden schudden in bed. Pas na tienen gaan we op pad en dat past ook bij de slow-travel die we deze laatste dagen hebben. We hebben immers nog een paar dagen om ons te vermaken.

Vandaag gaan we eerst helemaal naar het zuiden richting Æduvik. Daar ligt nog een klein stukje buttercup route die we willen doen. En ondertussen zien we ook weer een ander gedeelte van Eysturoy. Het fijne van rijden hier is dat het allemaal asfalt is. Nog geen steenslag weg gezien. Wel zijn heel veel wegen erg smal met diepe afgronden ernaast. Even een berichtje versturen onderweg is er niet bij.

Eenmaal in het zuiden kijken we uit over de oceaan. Mevr. van der Veeke neemt de gelegenheid te baat om een fotosessie te doen. Van de wapperende jurk is in IJsland niets gekomen dus geeft ze het hier nog een laatste kans. En als je dan een keer wind nodig hebt, dan laat hij het afweten. We hadden beter afgelopen nacht foto’s kunnen maken…

Hierna rijden we helemaal naar het noordelijke stuk van het rechterdeel van Eysturoy. Weg 62 en 63 zijn allebei buttercups. We gaan eerst naar Oyndarfjørður. Alle plaatsen hier liggen aan het water, vaak op de punt van een schiereiland of in de oksel. De grote trekpleister van Oyndarfjørður is de Rocking Stone. Nee, deze maakt geen muziek maar schijnt te bewegen. Waarschijnlijk is de batterij leeg want we zien niets gebeuren. Zelfs even aan zijn ketting rammelen helpt niet. Verder zijn hier de gebruikelijke huisjes en kerk met grasdak. Ik heb inmiddels genoeg grasdaken voor de rest van mijn leven gezien.

We meanderen de 63 terug en zoeken de 62 naar Elduvik op. Het scheelt nauwelijks iets met Æduvik in naam en het komt dan ook regelmatig voor dat iemand bij het verkeerde dorp staat. De weg loopt langs een fjord en de uitzichten op de bergen zijn weer fantastisch. Inmiddels kunnen we er wat structuur in zien. Vaak zijn het piramides maar ook stoomboten komen veel voor. De laatsten hebben langgerekte hellingen met verschillende plateaus.

Eldukvik is een plaatje. Op mijn fotografenkaart wordt hij niet eens apart genoemd maar het kan zeker concurreren met Gjogv, Tjørnuvik en Saksun. En er is hier een ‘geheime’ camping. Dit wil zeggen, hij staat niet op de reguliere campinglijsten. Deze camping is een parkeerterreintje aan de oceaan en je kunt gebruik maken van het openbaar toilet. Het mooiste is dat je hier gratis staat.

Aan de andere kant van de berg ligt Oyndarfjørður en daar kun je via een pad heen lopen. Dat willen we dan ook (deels) doen. De route gaat via een schapenpaadje langs een steile helling. Na een kilometer of wat wint de vrees voor de diepte het toch van het verlangen om te wandelen en keren we terug.

Het andere haventje

Gelukkig heeft Eldukvik ook een iets minder heftig wandelpad naar zijn tweede haventje. Dat is een mooie manier om deze feestdag af te sluiten.

Dinsdag 19 juli

De weersvoorspelling voor vandaag is niet best maar als we opstaan, lijkt het allemaal wel mee te vallen. De temperatuur is mild en er piept zelfs wat zon uit. We talmen dan ook lang voor we vertrekken want om ons heen zien we de donkere wolken hangen. Vandaag rijden we naar Vestmanna. Een van de weinige wegen die we hier nog niet gedaan hebben en je kunt er mooi wandelen.

En zo laten we het mooie weer achter ons. Het wordt donker en mistig. Van het mooie landschap zien we niets meer tot we in Vestmanna aankomen.  

De camping daar lijkt wel een caravanstalling. De meeste zijn leeg want de lokale mensen komen alleen in het weekend. Helaas worden we wel omgeven door Duitsers die in groepsverband reizen. Je waant je haast in Duitsland als je de geluiden om je heen hoort.

Vestmanna betekent zoiets als ‘mannen uit het westen’. Dat waren de immigranten die uit Engeland en Ierland kwamen. Dit en een aantal andere geschiedenis en legenden horen we in het lokale sagamuseum waar ze met een aantal verrassend echt lijkende poppen de historie van de Faeröer tot leven brengen. Mooi om te horen. Van IJsland heb ik heel veel gelezen maar van de geschiedenis van deze eilanden wist ik weinig. Nu weet ik dat de monniken hier kwamen om de bestaande bewoners te bekeren, stamhoofden vreselijke gevechten, misdaden met tovenarij opgelost werden waarbij zelfs onthoofde mannen opgeroepen konden worden, piraten de boel plunderden en vrouwen ter dood werden gebracht door verdrinking maar dan moest het haar wel afgeknipt worden anders zonken ze niet.

Als het even droog is, lopen we door de rest van Vestmanna heen. Het is een langgerekt dorp wat om de oksel van een baai ligt. Voor het eerst zien we actieve visserij, met name door de hoeveelheid meeuwen die hier op het slachtafval afkomt. Het is hier windstil en dat geeft mooie spiegelende plaatjes van het fjord.

Woensdag 20 juli

Het is nog een dag met Faroers weer. Dit betekent dat de bewolking op ongeveer 100 meter hoogte hangt en zodra je omhoog gaat in de wolken komt. En in de hoogte moet je hier als je van de ene plek naar de andere wilt. We willen nog graag wandelen naar de optische fop die Sørvágsvatn/Leitisvatn heet maar dan hebben we wel wat beter weer nodig. Donderdag lijkt dit te gebeuren dus we parkeren deze nog even. Dan blijft Kirkjubøur nog over en die bezoeken we vandaag,

Kirkjubøur is zeker een bezoek waard om verschillende redenen:

– Er staat de enige (ruïne van de) kathedraal van de Faeröer
– Er staat de oudste, nog gebruikte, kerk van de Faeröer
– De oudste houten boerderij ter wereld die nog in gebruik is staat hier
– En tenslotte is het gewoon een prachtige plek om te bezoeken

Kirkjubøur was in de middeleeuwen een spiritueel centrum en er stonden er wel vijftig huizen in het dorp. De meeste zijn weggevaagd in een van de grote stormen. In de veertiende eeuw begon bisschop Erlendur met de bouw van de Magnus kathedraal. Ze zijn er niet over uit of die ooit voltooid was maar feit is dat na de reformatie (1537) de kathedraal verlaten is en verviel. Eind twintigste eeuw kwam het besef dat dit historische gebouw bewaard moet blijven en is men met de conservatie begonnen. Het staat er nu best redelijk bij voor een ruïne.

De St. Olavskerk is middeleeuws, waarschijnlijk voor de dertiende eeuw gebouwd. Het is daarmee de oudste, nog in gebruik zijnde, kerk van Faeröer. In 1832 is een runesteen in de kerk gevonden die uit de Vikingtijd stamt. Toevallig krijgt de kerk net een nieuw laag verf dus met het onderhoud zit het wel goed.

Kirkjubøargarður is een boerderij die al 17 (!) generaties (vanaf de elfde eeuw) door dezelfde familie Patursson bedreven wordt. Het is een van de oudste houten huizen (misschien wel de oudste) ter wereld  die nog bewoond wordt. Omdat er geen bomen groeiden op de Faeröer is de eerste versie waarschijnlijk van aangespoeld hout gebouwd. En niet zomaar aangespoeld hout maar bundels die (genummerd) in Noorwegen in het water waren gegooid.

Verder is het heerlijk om hier rond te struinen op het zuidelijkste puntje van Streymoy. We lopen naar de punt van het eiland en terug. Zo heb je een mooi zicht op het dorpje dat nu net onder de wolken ligt.

Daarna rijden we naar de camping in Torshavn. Daar staan we weer aan de rand van de oceaan. Voor de boodschappen en kleingeld om te douchen lopen we naar het centrum. Maar eigenlijk hebben we hier niets meer te zoeken want we zijn er al twee keer eerder geweest. Af en toe laat de zon zich zien en het is heerlijk rustgevend om over de oceaan uit te kijken. In de verte zien we Nolsoy liggen en om half zeven zien we onze ferry langskomen. Hij gaat nog even naar IJsland maar vrijdagnacht om 3.00 uur is hij hier weer terug om ons op te pikken.

Donderdag 21 juli

Inmiddels hebben we op de Faeröer alle wegen, die je zonder veerboot kunt bereiken, wel gereden. Behalve die op het eiland Vágar. Je moet door een betaalde (100 kronen) tunnel heen om er te komen. Dus dan moeten we er ook echt wat te doen hebben. En dat hebben we want daar is de wandeling naar Sørvágsvatn alias Leitisvatn alias “Lake Above the Ocean”. Het is het grootste meer van de Faeröer en het is vooral bekend vanwege de optische fop. Het lijkt te drijven boven de oceaan. Je klimt bij de wandeling erheen een stuk omhoog en dan wil je wel een beetje goed weer hebben en niet in de mist lopen. Daarom heb ik het weerbericht in de gaten gehouden en vandaag lijkt het goed genoeg. Het parkeerterreintje aan het begin van de wandeling is klein, dus we zijn er op tijd. Dat is een goede keus want op de terugweg komen we drommen mensen tegen en is het parkeerterrein zo vol als een potje met peren.

Om de wandeling te kunnen doen moet je betalen. En niet zo’n klein beetje ook. We betalen 200 kronen (€ 27) per persoon om er te kunnen lopen. Dat ze geld vragen vind ik logisch maar dit bedrag is wat over-de-top. Maar goed, toeristen betalen het en wij willen het graag zien dus we pinnen zonder morren.

De wandeling is drie kilometer (enkele reis) en niet heel erg zwaar. Je ziet de klif (Trælanípa) steeds dichterbij komen en alleen het laatste stuk moet je wat klimmen. Het is handig als je geen hoogtevrees hebt want de mooiste foto’s maak je aan de rand met de diepte (142 meter) naast je.

Klik op de foto om hem groter te zien

Vanaf het ene punt zie je het iconische beeld van het meer boven de oceaan.

Als je de andere kant op kijkt zie Streymoy, Hestur, Koltur, Sandoy, Skúvoy en Suðuroy  liggen. Door de wolken en de zon hebben we een prachtig licht.

Als je naar de andere punt van de klif loopt, dan kijk je naar het noorden waar Sørvágsvatn met een kleine waterval (Bøsdalafossur) in zee stort. Het spel van de zee en de rotsen kan ik uren naar kijken.

Daarna lopen we terug naar de auto en vervolgen we de (enige) weg op Vágar. We passeren Midvágur, Vatnsoyrar, het vliegveld en Sørvágur. De weg langs het fjord leidt ons lang het dorpje Bøur. Hier stappen we even uit en laten ons toch weer verleiden door de huisjes met grasdak. Vanaf de pier in het dorp heb je alvast een mooi uitzicht op het vreemde eilandje Vága Sysla wat eigenlijk alleen uit een halve kom bestaat.

Aan het einde van de weg ligt het dorpje Gásadalur. Dit was zonder twijfel het meest geïsoleerde dorpje van de Faeröer. Je kon er alleen komen door een pad van 5 kilometer te volgen waarbij je klimt tot boven de 400 meter. Er was een postbode die dat drie keer in de week (!) deed. Door de isolatie woonden er in 2002 nog maar 16 mensen in het dorp. Toch is er in 2006 een tunnel gebouwd waardoor het dorp uit de isolatie kwam. Je bent er nu in vijf minuten met de auto. En dat is goed nieuws voor de toeristen want het is er prachtig. Je hebt er de Mulfossur waterval die zich in zee stort. Het dorpje zelf is niet bijzonder maar de groene hellingen er omheen wel.

In de verte zien we Mykines liggen. Die hadden we ook op ons lijstje staan, ik had zelfs de veerboot al geboekt. Maar toen kwamen we erachter dat de wandeling naar de vuurtoren gesloten is en als je ergens anders heen wilt lopen, moet je een hoop geld betalen voor een hiking-permit of een gids boeken. Dat hebben we er niet voor over.

Na al dit visuele genoegen rijden we terug naar Tórshavn. We kiezen hiervoor de mooiste wegen om nog een keer te genieten van het landschap. Het is een hele mooie afsluiting van onze week op de Faeröer. Eenmaal in Tórshavn zoeken we het parkeerterrein van een conferentiecentrum op. Daar blijven we tot een uur of twaalf. Dan rijden we naar de haven en om kwart over drie kunnen we aan boord. Zaterdag komen we om half twee in Hirtshals aan. Op zondag hopen we thuis te komen. En ik moet eerlijk zeggen dat ik daar ook wel aan toe ben. Reizen is best vermoeiend door alle indrukken die je te verwerken krijgt. Het hoofd zit vol, het is goed zo. En ik kijk er naar uit om de kleinzoons weer te zien. Want niet alleen hebben zij opa gemist maar opa hun ook.

11 gedachten over “Faeröer (2)

  1. Gert zegt:

    De gedachte kwam bij me op om een crowdfunding te starten zodat jij en Saskia nog wat langer op reis zouden kunnen blijven met als doel een voortzetting van de verhalen. Als ik jou afsluiting lees, is het goed dat het bij een gedachte is gebleven. 😇

  2. flower power zegt:

    Maar lekker bekomen thuis en genieten van jullie familie. Ik heb genoten van de prachtige reisverslagen en zal ze missen!

  3. Kiek zegt:

    Dank voor de mooie verhalen en prachtige foto’s Hans.
    We hebben genoten van het gevoel met jullie op reis te zijn.
    Goede reis naar Baffelt.

  4. Liedeke Harschnitz zegt:

    Heel erg bedankt voor de mooie verhalen en prachtige foto’s! Ik heb ervan genoten. Hoef nu zelf niet meer zo nodig op vakantie ;). En wat is saskia mooi in haar rode jurk. Maar goed dat ze niet een paar eeuwen geleden hier was…. in het verleden waren de bezoekers niet zo vriendelijk. De jongens zullen blij zijn met jullie thuiskomst. En jullie met de nieuwe badkamer! Liefs Liedeke

Leuk als je reageert