2022 – Bretagne – Deel 2

Normandie

We rijden door naar Normandië. Het is een lang stuk en uiteindelijk kiezen we voor een camping aan de kust. Iets boven Dieppe komen we in het dorpje Berneval le Grand op camping le Val Boise. Bovenin de camping vinden we een mooi rustig plekje waar we voor €13,40 kunnen staan. Het plekje is mooi maar het sanitair is een vieze bende. Ik vraag me af of er ooit schoon gemaakt wordt. Gelukkig zijn er maar een paar mensen op de camping. Een voordeel is wel dat we in een kwartiertje naar het strand kunnen lopen. Dat doen we dan ook en daarna lopen we nog een lang stuk over het strand. Het is heerlijk om hier te zijn en we genieten van de witte krijtrotsen die wel heel erg aan Engeland doen denken.

Dinan

Na wat communicatie spreken we met Kees Swart af in Dinan. Kees is fietsroutemaker, doet hier wat veldwerk en het is leuk om even samen te komen. Wij zijn er in het begin van de middag al op camping Municipal Chateaubriand (€ 12,70) en lopen naar het centrum. Het is een prachtig middeleeuws geconserveerd stadje. We kijken onze ogen uit. Een steil straatje (Jerzual) brengt ons bij het water beneden. Terug lopen we langs de Basiliek Saint-Saiveur waar het hart van een heilige zou moeten liggen. Eindelijk iemand die hart heeft voor de kerk. Daarna gaan we terug naar de camping om Kees op te pikken. We drinken samen nog thee, eten Bretonse gebakjes en drinken een bier voor we in een uitstekend restaurant (Le Longueville) gaan eten.

Louannec

We rijden door naar de Bretonse kust. Veel campings blijken hier al dicht te zijn maar bij Louannec is camping Municipal Ernest Renan (€13,10) nog wel open. En ze hebben hier een wasmachine dus we kunnen een keer de was doen.

Het is een grote camping met veel ruime plaatsen. We Kiezen er een dicht bij het water. Je loopt van de camping zo het wad op want het is nu laag water. We lopen een stuk langs het strand en over het Douaniers-pad terug. Later komt de vloed op en klotst tegen de rotsblokken die de camping van de zee scheiden. Het is hier prachtig en we besluiten een paar dagen te blijven om te wandelen en te fietsen.

Eb.

De volgende dag heb ik een rondje gepland dat deels bestaat uit de Tour de Manche en deels uit de route van Kees Swart. Maar die kunnen we niet helemaal doen wat aan het eind van de middag komen mijn neef Richard en zijn vrouw Miky bij ons op de camping. Ze zijn hier toevallig in de buurt en het lukt om wat af te spreken.

Het is prachtig weer dus ideaal om te fietsen. Al gelijk in Perros-Guirec wijken we af van de route. Het is veel leuker om langs de kust te gaan ondanks dat dit veel klimmen betekent. Zo ronden we deze baai en sluiten daarna weer op de route aan om door te fietsen naar Ploumanac ‘h. Het heet hier de roze granietkust en bij Ploumanac’h zie je de meest bijzondere vormen. We parkeren de fiets en lopen een rondje langs de kust. Het zijn fascinerende vormen van grote gestapelde keien en soms is het een kunstwerk van evenwicht. Ik heb de drone mee en ook van boven is het een schouwspel. Ook kijken we bij de Phare de Men Ruz. Wat mij  betreft een archetype vuurtoren van graniet. Hij staat daar prachtig.

De roze granietkust met Phare de Men Ruz.

We besteden hier veel tijd en moeten toch weer snel terug om op tijd op de camping te zijn voor Richard en Miky. Sterker, ze appen dat ze er al zijn maar de camping niet op kunnen omdat het kantoor pas op maandag open gaat. Dat lossen we op door mijn nummerbord op zijn auto te plakken. Dat is voldoende voor de slagboom om open te gaan. We drinken gezellig een biertje en maken dan een lange wandeling. We willen graag ergens wat eten maar alle restaurants zijn hier dicht. Gelukkig weten Saskia en Miky nog wat lekkers te fabriceren. Zo zitten we in het donker nog lang na te tafelen.

We worden wakker terwijl de wind om de bus huilt en de regen op het dak klettert. Reden genoeg om er een rustdag van te maken. ’s Middags klaart het een beetje op en fietsen we naar Perros-Guirec voor wat boodschappen. We struikelen daarbij over de Eglise de St. Jacques, je weet wel van die wandeltocht naar Santiago. Een mooi voorbeeld van een typisch Bretons kerkje.

De volgende dag fietsen we een rondje van ongeveer 50 kilometer (650 hoogtemeters). Een deel hiervan hadden we zondag al gefietst maar nu gaan we andersom. Hiermee zien we ook wat van het binnenland van Bretagne. We zien prachtige villa’s, spannende paadjes, een tweetal hunebedden en zelfs een enorme menhir. In de ochtend is het weer fris maar droog. Een stukje voor we thuis komen begint het te regenen. Toch hebben we genoten van het klimmen, het dalen en het landschap.

Plouguerneau

Het regende vannacht en het regent vanochtend. Reden genoeg om de boel in te pakken en verder te gaan. Via Morlaix rijden we naar iets boven Plouguerneau. Helemaal op de punt ligt camping du Phare de l’ile Vierge (€18) vernoemd naar de vuurtoren die in het zicht op het eilandje (L’ile Virge) voor de kust ligt. Eigenlijk staan er twee vuurtorens op het eilandje. De eerste is gebouwd in 1845 en heeft een huisje voor de vuurtorenwachter. Maar hij bleek te klein en in 1902 is de grote gebouwd. Met een hoogte van 82,5 meter is het de grootste vuurtoren van Europa. Je kunt helaas alleen met een bootje heen maar daar vind ik later nog wat op. We staan zo dicht langs de kust dat hij ’s avonds in de bus naar binnen schijnt. Het weer is gelukkig helemaal opgeklaard en we lopen een mooie ronde naar de haven van Lilia en terug.

De volgende dag is het droog maar wel koud (13 graden) en winderig. We fietsen een rondje in de buurt. Daarbij gaan we veel over fietsroutes en we bezoeken een paar van de stadjes hier in de buurt.

In Plouguermeau kopen we brood, kijken we op de markt en kopen een prachtig mes voor Saskia. We steken de rivier de l’ Aberwrach over en kijken even in Lannilis. Daarna gaan we richting de kust. In Landeda zoeken en vinden we een authentiek Bretons (vis)restaurant in de haven. We eten heerlijk van het dagmenu in L’Écailler Des Abers. En dat voor maar € 18,50. Met de buik vol kunnen we het eerste stuk voor de wind. Daarna is het weer klimmen om de l’ Aberwrach over te komen. Via de zuidkant van ‘ons’ schiereiland gaan we terug naar de camping. Het is weer eb geworden dus we zien veel slik, wier en drooggevallen bootjes. Eenmaal thuis is het inmiddels lekker zonnig geworden. Een mooi einde van een mooie dag.

De volgende ochtend is het redelijk helder en geen wind. Ideaal om de drone naar de vuurtoren te vliegen en wat foto’s te maken. Het is wel twee kilometer dus een beetje zweet in de bilnaad is niet te vermijden. Maar het is de moeite waard want het zijn mooie foto’s geworden.

Locmaria-Plouzane

We rijden door naar Locmaria-Plouzane. Het wordt steeds lastiger om nog een camping te vinden die open is. Maar camping Municipal de Portez, iets lager aan de kust is nog open. We krijgen een mooi plekje met uitzicht op de baai (€18,54). We nemen voor de zekerheid stroom erbij omdat de kachel wat moeite heeft met een niet volle accu.

Na de lunch lopen we een stuk langs het strand en de wandelroute langs de kust. We zoeken schelpjes want we zien hier leuke knutseldingen van schelpen. En ook voor Tygo is het leuk om daar wat mee te fröbelen. Het weer is inmiddels winderig en regenachtig geworden dus we besteden het einde van de middag in de bus met een boek en een drankje.

Lekker uitgeslapen doen we een fietsrondje in de omgeving van 40 kilometer. In Plougon-Velin kijken we even bij het gesloten fort de Betheaume en gaan dan door naar Saint-Mathieu dat op de punt ligt. Hier is een oud vervallen klooster (Abbey de Saint-Mathieu de Fine-Terre) en wel drie vuurtorens lijkt het. Eigenlijk is dit niet zo. Een is een soort van communicatietoren voor het scheepvaartverkeer. Er is een lichtbaak en één echte vuurtoren. Er loopt hier ook wat meer toeristisch publiek rond.  Hierna gaan we langs de kust omhoog naar Le Conquet, ook een toeristisch dorpje waar ze net de lunch aan het uitserveren zijn. We eten in een parkje onze meegebrachte bammetjes op. Dan is het een heel eind door het binnenland. Het is aardig geaccidenteerd hier en we moeten flink klimmen. Via  Locmaria-Plouzane, waar we boodschappen doen, komen we rond een uur of drie weer thuis.

Hierna besluiten we dat een rustdag op zijn plaats is. Het reizen met de bus is zo luxe dat je het eigenlijk geen rustdag zou moeten noemen. Maar deze term houden we erin van de fietsreizen waar het wel degelijk een dag is om bij te komen.

We eindigen de dag met een mooie zonsondergang.

2 gedachten over “2022 – Bretagne – Deel 2

  1. Anja zegt:

    Heerlijk om te lezen, en herinneringen op te halen. Wij hebben vorig jaar op onze route door Frankrijk ook Bretagne aangedaan. Terug bladeren in Google foto’s zie ik af en toe dezelfde foto’s 😁.

Leuk als je reageert