Crozon
We rijden verder naar het Crozon-schiereiland. Camping les Pieds dans l’eau (€17,50) heeft Nederlands uitbaters maar het wordt er nog steeds met de Franse slag gedaan. Geen beheerder op het terrein, veel rommel overal maar wel grote plaatsen en een mooi uitzicht. We zitten aan de noordkant van het schiereiland dus geen zandstranden. Wel veel militaire installaties om ons heen en de drone waarschuwt daar ook voor en wil niet de lucht in. We zijn mooi op tijd om nog een stuk langs de vloedlijn te lopen en nog meer schelpen te verzamelen. Morgen kunnen we hier een mooie fietstocht maken.
Ik heb weer een fietstocht uitgezet naar wat bezienswaardigheden in de buurt. We steken eerst dwars over naar de andere (west)kant van het schiereiland. In Camaret zijn de genoeg dingen te zien. Aan de straat langs de haven is het meeste te doen. Veel cafés, restaurants en souvenirwinkeltjes. Maar alles staat er een beetje vervallen en verlopen bij. Op het havenhoofd is de Chapelle-de-notre-dame-de Rocamadour met schepen aan het plafond. Iets verderop is de Tour Vauban, een oude militaire verdedigingstoren.
We fietsen door naar Pointe de Penhir maar worden onderweg opgehouden door een menhir-veld en een vervallen kasteel.
De punt is het hoogtepunt van de dag. Prachtige uitzichten en met de ruwe rotsen lijkt het wel of we in Mordor zijn aangekomen. Er staat ook een enorm monument opgedragen aan de Bretonse vrijheidsstrijders in de oorlog. Een fantastische voie-verte laat ons op een autoluwe en niet te inspannende manier naar Crozon fietsen. Dit is de hoofdplaats van dit schiereiland en valt wat tegen. Er is niet heel veel te zien en geen sfeer. De winkels zijn tussen 12-3 dicht en we zijn dan ook zo weer vertrokken. We fietsen de voie-verte terug en slaan af op een andere voie-verte naar Le Fret. Een minidorpje dat ook weer op een punt ligt. Hier is het helemaal uitgestorven. Van hier is het nog een klein stukje naar de camping terug.
Lesconil
We schuiven weer een stukje op en rijden naar de Penmarc’h peninsula. Vlakbij het dorpje Lesconil komen we op camping Les Sables Blancs (genoemd naar het aanpalende strand).We staan hier voor minder dan €15 op een bijna lege camping met de grootste hoeveelheid sanitair die ik ooit gezien heb (wel 10 afwasbakken). Het is een kleine kilometer naar het strand en dat blijkt vol te liggen met wier. Het ligt zeker gunstig op de stroming.
Na een koude nacht staan we op met een stralend blauwe hemel. Ik heb hier een fietsrondje uitgezet. Deze keer een van 57 kilometer en we zien veel fraais onderweg. Natuurlijk een aantal authentieke Bretonse dorpjes. Het is hier minder toeristisch dan op eerder stukken, zeker nu het seizoen eigenlijk voorbij is. Loctudy was ooit een mondaine badplaats met strandhuisjes totdat ze besloten een boulevard te bouwen. Tegenwoordig is het meer een familiebadplaats. In de baai staat een mooie zwart-witte vuurtoren.
Op weg naar Pont-l’Abbé slaan we even af om de grote menhir de Penglaouic te kijken. Vroeger stond hij op het land, nu in het water. Het geeft aan hoe de kustlijn veranderd is. Daarna fietsen we (over wat eigenlijk een wandelpad is) langs de rivier naar Pont-l’Abbé. Eindelijk een wat grotere stad met een mooie kerk. De brug, waar de stad naar genoemd is, is zo groot dat er gebouwen op kunnen staan. Er is ook markt en Saskia kijkt even rond terwijl ik op een bankje zit.
Hierna steken we dwars over naar de andere kant van het schiereiland. Aan de westkant zijn flinke golven en wordt er gesurft. We fietsen door Saint-Guénole en zakken af naar Penmarch. Op de punt staat weer meerdere vuurtorens. De Phare d’Eckmühl is de mooiste. Deze vuurtoren dankt zijn naam aan de markiezin Adélaïde-Louise d’Eckmühl de Blocqueville, die hier flink aan meebetaald heeft.
We volgen een tijdje de kust en gaan dan via een mooie fietsroute naar de aanpalende dorpen Le Guilvinec en Léchiagat. Hier is wat meer leven en visserij. Langs de kust, met mooie witte zandstranden, komen we uiteindelijk weer in ‘ons’ dorp Lesconil. Een klein plaatsje waar uiteindelijk alleen in de haven wat te doen is. We zijn te moe om een terras op te zoeken en gaan lekker naar de camping terug. Hier wacht cider, bier en chips op ons. De ideale kroon op een erg mooie tocht.
Concarneau
Alweer een zonnige dag. We rijden door naar Concarneau. Deze keer eens een camping (€17) in de stad. Ze zijn hier origineel met het bedenken van campingnamen want, net als de vorige, heet hij Les Sables Blancs omdat … rofffl…hij naast het gelijknamige witte strand ligt. En het blijkt een luxe camping te zijn. Mooie plek, water en stroom naast de deur, brandschoon en nieuw sanitair en heet water in de douche zonder dat je elke 5 seconden op de knop moet duwen.
In een kwartiertje lopen we naar het centrum van Concarneau. Het oude (touristische) centrum ligt in een fort op een eilandje voor de kust. Leuk om even doorheen te lopen. We drinken er wat en lopen dan langs de boulevard naar huis terug. De volgende dag doen we dat nog even dunnetjes over.
Pont-Aven
We gaan een stukje verder naar het oosten. Het is steeds meer bebouwd hier en onder Pont-Aven, aan de kust gaan we naar camping Tal Ar Moor (€16) dat iets voorbij Kergroës ligt. De namen doen hier wel heel erg Engels aan. Op een steenworp ligt Plage de Kerfany, een mooie en gezellig klein zandstrandje. We lopen een stukje van het douanierspad en gaan ’s middags naar het strand waar Saskia zelfs nog even een duik in zee neemt. De heldin!
Carnac
We gaan richting Carnac, het episch centrum van oude stenen. Camping Kerabus (€21,50) is nog open en ligt vlak naast de velden met stenen. We kunnen er gemakkelijk terecht want er staan maar een paar campers. We zetten de bus neer, eten nog een bammetje en gaan op pad.
Over een lengte van 4 kilometer liggen stenen. Deze zijn in drie groepen verdeeld; de alignement du Ménec, de Kermario en de Kerlescan. Rijen stenen zien we liggen met daartussen verspreid diverse hunebedden en tumulussen (bedekt hunebed). Op een van die laatste is de Chapelle St-Michel gebouwd, een mooi kerkje op een heuvel met binnenin prachtige schilderingen. We kunnen toevallig in de kerk omdat een paar mannen daar aan het werk zijn. We fietsen de verschillende velden met stenen af en waar mogelijk pakken we nog extra’s mee zoals de grootste menhir Le Géant du Manio, Le Quadrilatér de Manio en de Tumulus de Kercado. In maison des Mégalithes lezen we over de achtergronden. Er is nog steeds erg weinig bekend over waarom ze hier staan en hoe ze hier zijn gekomen.
We hebben nog lang niet alles in de buurt gezien dus we stappen nog een dag op de fiets om de rest van de stenen én de stranden hier in de buurt te bekijken. Het is fris als we vertrekken maar later lijkt het wel hoogzomer. We komen eerst bij de dolmen de Kerival, een hunebed met meerdere kamers. En iets verderop dolmen de Nauterio. De fietsroute is erg avontuurlijk en gaat veel over bospaden met dikke stenen en wortels.
Bij de Chapelle de la Madeleine stoppen we ook even. Een magische plek ondanks dat de kerk dicht is. In de verte zien we de gelijknamige dolmen liggen. We fietsen tussen de Alignement du Petit-Menec door en we gaan nog een keer naar het veld van Kerlescan om met de drone wat luchtopnamen te maken. Hiermee is veel duidelijk de ‘alignement’ te zien.
Hierna wordt het tijd voor de zee en het strand. We gaan over de boulevard van La Trinité-sur-Mer en daar wordt net de lunch geserveerd. Reden om aan te schuiven en ik eet voor het eerst van mijn leven een zonnevis (die erg veel als schol smaakt). Via vijf stranden fietsen we terug langs de kust tot Carnac-plage. Daarna naar Carnac waar het al net zo uitgestorven is als bij de andere dorpen. Je kunt merken dat het einde seizoen is. De (vakantie)huizen hebben de luiken dicht en de parkeerplaatsen zijn leeg. De herfst zit ook overduidelijk in de lucht ondanks dat we vandaag zonovergoten fietsen. Op weg naar de camping komen we nog een keer langs het Ménec veld. Lastig om zomaar voorbij te fietsen maar het is mooi geweest zo. Morgen gaan we op de terugweg naar huis.
Dit stuk kennen we nog niet. Dank voor het delen van jullie verhalen en foto’s.
Wat een prachtig seizoen. De stilte en de heldere kleuren. Ik zou er voor tekenen.
Leuk Hans! En al je zorgvuldige informatie erbij maakt dat het een lust is om te lezen!
Dank weer!
Dank voor alle verhalen en nuttige info Hans !