Noord-Spanje (1)

La vida no es la que uni vivió, sino la que uno recuerda, y cómo la recuerda para contarla (*)

Na tweeënhalve dag sturen zijn we in Zarautz aangekomen (zie kaart). Dit is een klein stukje over de grens in Spanje. Het was een lange ruk rijden maar in het algemeen was het erg rustig onderweg dus goed te doen. De route ging door Parijs en dat was natuurlijk een gekkenhuis. Om met zoveel mensen zo hard en zo dicht op elkaar te rijden terwijl motoren links en rechts tussen de auto’s voorbij scheuren doet me denken aan squid-game. Gelukkig komen we er heelhuids uit. Daarna is het honderden kilometers snelweg afgewisseld door tolpoortjes. Daar heb ik tegenwoordig een kastje voor van Bip-and-Go. Die pakt elektronisch het bonnetje en betaalt als het nodig is. Het raampje hoeft niet eens meer open terwijl we met 30 km/uur door de poortjes rijden.

Loire bootje

In Blois heb ik er genoeg van en zoeken we camping Le Val de Blois (€19,88) op. Een ruime camping aan de Loire waar ook veel fietsers staan. Le Loire a velo blijkt er langs te lopen.

Na Bordeaux begint het landschap te veranderen. In de verte komen de Pyreneeën in zicht en wordt de lucht steeds blauwer. Mijn Bip-and-Go blijkt het ook in Spanje te doen en de snelweg brengt ons in Zarautz. De Gran Camping de Zarautz (€23) ligt bovenop de Mount Talaimendi. Dat geeft ons een mooi uitzicht over de golf van Biskaje, het strand en de stad.
Op de camping zijn twee groepen mensen. De surf-dudes met surfplank en tatoeages enerzijds. En de rest anderzijds. Wij horen bij de tweede groep maar als ik mijn strijkplank had meegenomen dan had ik aardig kunnen meekomen. Voor het strand en de stad moet je diep afdalen. Dat bewaren we even tot morgen. Aan de noordkant van de camping zien we de restanten van een fort. Denken we. Het blijkt een voormalige mijn te zijn als we er gaan kijken. Er zijn geen Engelse teksten maar Spaans en Baskisch. Dat laatste is een taaltje waar ik geen touw aan vast kan knopen. We sluiten de dag af met een prachtige zonsondergang. Hoe vaak je die ook ziet, het gaat nooit vervelen.

Zarautz

We dalen af naar het strand. Als je via een steil pad gaat, dan ben je daar in tien minuten. Maar de obligatoire brug is stuk gegaan en wordt vervangen. Daarom moeten we een heel stuk omlopen en dat is geen straf want we gaan door Iñurritza, een beschermde biotoop van duinen en moerassen. Zarautz heeft het grootste duingebied van Spaans Baskenland maar ook hier heeft het grote geld weer gewonnen. Het grootste deel van dit duingebied is een golfbaan.

Het is een mooie wandeling en veel te snel zijn we in het centrum van Zarautz. Het stadje is in de dertiende eeuw ontstaan en de mensen hier hebben voornamelijk van de (walvis) visserij kunnen leven. Bovenop Talaimendi stond een toren om de walvissen te spotten. Tegenwoordig heeft Zarautz helaas niet veel meer te bieden. Het is dat we nog helemaal vers zijn en daardoor nog met ooh’s en aaah’s kijken naar het eerste Spaanse dorpje maar eigenlijk is er in Winsum meer te zien. Wat straatjes, een mooi pleintje en veel terrassen. We doen wat boodschapjes en gaan op zoek naar een paar zapatos. Die van mij blijken een scheur te hebben en de vraag is hoe lang ze het uithouden. In een Chinese winkel van sinkel vinden we die. En dat voor maar €35.

Palais de Narros (van koningin Isabella II)

Daarna gaan we naar het strand. Dat is, met zijn lengte van 2,5 kilometer, een van de grootste hier in de buurt en wordt de ‘queen of the beaches’ genoemd. Waarschijnlijk omdat Koningin Isabella II van Spanje hier in de 19e eeuw vaak kwam. Toen was het vrij mondain hier en Isabelle nam wat andere vriendjes mee die hier ook mooie optrekjes lieten bouwen. De meesten zijn inmiddels vervangen door flats om de zomergasten te kunnen bergen. Aan het oostelijk einde van het strand zien we het optrekje van Isabella nog wel staan. Het kan een likje verf gebruiken maar verder ziet het er nog aardig uit. Volgens mij wordt het niet meer gebruikt.

Het strand is op dit moment vrij leeg ondanks dat het mooi weer is. In de zomer is de populatie hier zo’n 70.000, het drievoudige van wat het buiten het seizoen is. We lopen de hele lengte van het strand af en komen bij de kapotte brug waar ze druk aan het bouwen zijn. Per saldo kunnen we er echt niet langs dus nemen we dezelfde weg terug als heen. Op de camping lukt het heel goed om de tijd door te komen. Het ergste wit is van ons af en we kunnen gebruind morgen verder.

Bermeo

We rijden door naar Bermeo. Volgens de campercontactroute is daar van alles te doen; een  traditionele vissershaven, vier kerken, een stadhuis uit 1732 met wel twee zonnewijzers (zomer- en wintertijd waarschijnlijk) en een historische wijk met middeleeuwse sfeer. Reden genoeg om op tijd in de bus te stappen en te gaan.

De routes heb ik thuis voorbereid met Google. Je kunt hem sturen door meerdere (tussen) punten te zetten en als de route goed is, dan bewaar ik de link zodat ik hem later kan reproduceren. Ik heb er een mooie route van gemaakt via kleine weggetjes door de bergen (zie de kaart) met héél véél bochten blijkt nu. Het is wel prachtig rijden maar na een tijdje krijg ik kramp in de arm van het schakelen. Desalniettemin genieten we met straaltjes en het gaat helemaal goed tot we in Ondaroa op een wegafsluiting stuiten. We moeten terug en dan werkt de route niet meer omdat een van mijn tussenpunten in de wegafsluiting ligt en daar wil hij steeds weer naartoe. Gelukkig heb ik altijd een reserve navigatiesysteem bij me: Mevr. van der Veeke. Zij leidt me zonder blikken of blozen om de afsluiting heen en naar Bermeo.  We parkeren de bus op een camper-parkeerplaats (die wel erg goed in de campercontactroute staan) en we gaan de stad in.

En die blijkt toch weer wat tegen te vallen. Misschien komt het omdat ik meer een natuurmens dan een stadjesmens ben. De hele vissersvloot lijkt uitgevaren te zijn. Het stadhuis is niet te vinden en na één kerk heb ik ze wel gezien. Toch heeft Bermeo wel zijn charmes. Oude, zogenaamd middeleeuwse, straatjes en de Spanjaarden leven op straat. Iedereen lijkt er tussen de middag al aan de wijn en het  bier te zitten en ondertussen pintxos weg knabbelen. Heel gezellig en gemoedelijk hier. Maar wij hebben nog een half Hollands brood liggen en dat moet ook op.

San Juan de Gaztelugatxe

In een reisgids kom ik tegen dat er vlak bij Bormeo een eilandje ligt dat verbonden is met een stenen brug en een trap (241 treden) naar de top van het eilandje. Daar staat een kerkje dat gewijd is aan Johannes de Doper. Het is een magische plek waar de aarde de hemel kust omgeven door woeste golven. Dichter bij God dan hier kun je niet komen.

De plek is al eeuwen in gebruik en er hebben divers tempels, verblijven en kerken gestaan. Het is een van de meeste bezochte bedevaartsoorden in Spaans Baskenland. Met name de arrantzales (Baskisch woord voor vissers) komen hier voor een behouden vaart. Op 24 juni is het hier helemaal druk want dan wordt de geboortedag van Johannes gevierd. (Van alle andere heiligen wordt de sterfdag gevierd alhoewel dat woord in deze context wat ongepast is). Overigens is er op 12 meter diepte in de zee naast het eilandje ook een beeld geplaatst van de Virgin of Begoña waar de zeelieden ook kunnen offeren (lees: in het water flikkeren) voor een behouden vaart.

Nog even over Johannes de Doper. We kennen hem natuurlijk als een van de discipelen van Jezus die ook op niet al te fraaie wijze het leven liet. Herodes liet hem onthoofden om zijn dochter Salome te plezieren (Hell hath no fury like a woman scorned). En Herodes had al eerder bij de hand gehad dat iemand uit het graf opstond dus daarom moest het hoofd zover mogelijk van het lichaam verwijderd worden om weer zo’n gevalletje te krijgen. Dit hoofd is als relikwie door Europa gaan zwerven. Vandaar dat hij vaak als los hoofd weergegeven wordt. Bij het zwerven is hij vast op deze plek geweest (en natuurlijk heeft de Heilige Graal hier ook een tijdje gelegen maar die heeft overal gelegen. Ik denk zelfs ooit in Baflo).

Als laatste leuke detail kan ik melden dat in seizoen 7 van Game of Thrones deze plek is gebruikt voor filmopnamen. Hier was Dragonstone, de plek waar Daenerys Targaryen verblijft alhoewel het in de filmopnamen nauwelijks te herkennen is.

Tot zover de theorie. De praktijk is dat je eerst ongeveer een kwartier afdaalt tot je bij de brug bent. En daarna de 241 treden omhoog moet. Enig zweet in de bilnaad kan daarbij niet vermeden worden. Overigens zouden een paar defibrillatoren onderweg ook geen overbodige luxe zijn. We zien hordes mensen die wel een stroomstootje kunnen gebruiken.

Toch is het allemaal de moeite waard want het is inderdaad een magische plek als je boven staat. Het uitzicht over de golf van Biskaje, de beukende golven, het kerkje en de granieten rotsen maken het een ervaring. Ik doe/zie dit tien keer liever dan een stadje. Daarna is het weer de 241 treden af en weer helemaal omhoog sjouwen naar de parkeerplaats. En dat gaat nu niet meer in een kwartier.

Een klein stukje brengt ons bij de camping in Gorliz (€24,38)  waar het sanitair ook uit de tijd van Johannes de Doper lijkt te komen. Maar de douches zijn schoon en warm (in tegenstelling tot Johannes de Doper) en de is ontvangst super-vriendelijk. En we zowaar staan we op een groen grasveldje, iets wat ik in Spanje niet verwacht. Morgen gaan we naar Bilbao.

Bilbao

Met de auto ben je er in een half uur maar wij kiezen voor het openbaar vervoer. De bus stopt voor de camping en die brengt ons voor € 1,45 (pp) naar de metro aan de andere kant van het dorp. Daar kopen we een kaartje voor € 1,85 (pp) en daarmee rijden we naar het centrum van Bilbao. Al met al zijn wel een uurtje onderweg maar geen tijd om je te vervelen.

Voor Bilbao heb ik een lijstje gemaakt van de dingen die ik wil zien. Een deel ligt in het nieuwe gedeelte van de stad aan de westkant van de Nervion. Maar er zijn ook wat dingen die we in de oude stad gaan bezoeken.

We lopen eerst naar de Plaza Euskadi dat gewoon een parkje in een rotonde blijkt te zijn. Maar het brengt ons wel  vlakbij het Guggenheim museum, een gebouw dat qua architectuur kan concurreren met het Groninger Museum. We vinden het zonde om op zo’n mooie dag in het museum te gaan dus we doen het met wat kunstwerken die om het museum staan zoals de Puppy, The Tall Tree and the Eye en Maman. Daarna lopen we langs de rivier naar het oude centrum. Onderweg komen we de Zubizuri brug tegen en kijken we nog even in Abando station dat een prachtig glas-in-lood raam heeft met allerlei Baskische aspecten.

We steken de rivier over om in het oude centrum te komen. Daar gaan we eerst op zoek naar de Mercado de la Ribero. Ik had een mooie overdekte markt verwacht met veel azulejo’s maar het is een gebouw zonder enige kraak of smaak met vlees-, vis- en groentekraampjes. Wel is er ook ruimte voor een aantal barretjes waar natuurlijk pintxos te koop zijn. En daar laten we ons deze keer wel door verleiden.

Het oude centrum bestaat uit een patroon van smalle straatjes. Ze zeggen dat het er zeven zijn maar volgens mij is dit aantal bepaald door een tel-analfabeet. Dat maakt niet uit want het is hier heerlijk slenteren tussen de hoge gebouwen. Ondertussen gaan we even langs de Santiago kathedraal (maar niet erin want dat is € 6,= pp en daar koop je bijna drie pintxos voor) en de Plaza Nueva. De temperatuur heeft inmiddels de 27 graden bereikt dus de bus met een lekkere stoel, koud bier en een boek lokt ook. Zoveel dat we een uurtje later daar in de zon zitten met de beoogde attributen. Tegen de avond betrekt het, komt er een klap onweer en begint het vreselijk te waaien. Maar deze mooie dag nemen ze ons niet meer af.

Plaza Nueva

Santander

Op zaterdag reizen we door naar Santander. De route is recht-toe-recht-aan over de snelweg dus we zijn er al voor de middag op camping Virgen-del-Mar (€23), een stukje buiten de stad. En dat is mooi want ik heb een fietstochtje gepland langs de hoogtepunten van Santander.

We zitten inmiddels in de provincie Cantabrië en Santander is daar de hoofdstad van. Het ligt mooi tussen de golf van Biskaje en de groene bergen van het vasteland. Het is namelijk een schiereiland. Aan de zuidkant ligt de oude stad en meer naar het noorden de nieuwere gedeelten. De oude stad is in 1941 compleet uitgebrand dus van een middeleeuws centrum is hier geen sprake. Veel moderne gebouwen en veel luxe huizen. Met name langs het strand van El Sardinero staan paleisjes.

Overigens staat er ook een echt paleis. Aan het schiereiland zit nog een schiereiland(je) ‘La Magdalena’ vast en daar staat Palicio de la Magdalene, het voormalige paleis (het is nu een hotel) van koning Alfons XIII. Hij kwam hier van 1912 tot 1929 graag in de zomer. Er omheen is een groot park en zelfs een kleine dierentuin. We zien in elk geval wat zeehonden zonnebaden.

We kijken op de heenweg even bij de Faro de Cabo Mayor. Het is er druk want op zaterdag gaan de mensen hier in het park wandelen en natuurlijk zijn er ook voldoende eet- en drinkgelegenheden. Verder is het leuk om langs de boulevard te fietsen want er is genoeg te zien. De beelden Monumento a Los Raqueros, Centro Botín (een opvallende museumgebouw dat geschonken is door de familie van de grote bank Santander wat bedekt is met 280.000 tegeltjes), de jachthaven en andere gebouwen.

Het stadcentrum is inderdaad wat saai en smakeloos. De Plaza Porticada oogt erg steriel en de kathedraal ziet er vervallen uit. Via dit centrum weven we ons een weg terug naar de camping. Daar kijken we nog even bij het heiligdom van de maagd van de zee dat ligt op een eiland met daarop een 14e eeuwse kapel van de ‘Virgen de la Mar’, de beschermheilige van Santander. Je hoeft niet door het water want ze hebben een brug gebouwd. We hebben een mooi uitzicht langs de kustlijn van Cantabrië maar helaas geen zonsondergang. De bewolking begint binnen te trekken en er is regen op komst..

(*) Het leven is niet wat men beleeft heeft, maar wat men zich herinnert, en hoe men het zich herinnert om het te kunnen navertellen — Gabriel Marcie Marquez

5 gedachten over “Noord-Spanje (1)

  1. Dory zegt:

    Wat leuk dat jullie helemaal naar het kerkje San Juan Gatzelugatze konden lopen! Wij moesten 2 jaar geleden reserveren voor een tijdslot én de weg was halverwege stuk. Wel een erg mooi uitzicht op deze plek! Nog Jan-van-Genten zien vliegen?

  2. Willem zegt:

    Prachtig verhaal. ( ik denk de langste tot nu toe) mooie foto’s met prachtige kunstwerken vooral dat glas in lood.
    Wat betreft Johannes: Johannes de doper zijn kont is van koper zijn gat is van blik, Johannes de doper ben ik🫣

  3. Liedeke zegt:

    Prachtig Noord Spanje…. Ik hoorde net op het nieuws dat in Zuid-Spanje een hittegolf van wel 40 graden voor komende week wordt verwacht. Hier zal het in de ochtend 2 graden net boven de grond zijn op komende Koningsdag.

  4. Aukje zegt:

    Wat laat je weer veel zien en wat een bijzondere verhalen zitten daartussen. En dan nog maar een week op stap. Ik vind net als Willem je glas in lood foto prachtig. Maar ook de puppy bij het museum, ach eigenlijk zijn alle foto’s bijzonder, mooi om mee te reizen 🍀

  5. Marjan zegt:

    Mooi Hans, ik leer weer een stukje geschiedenis. Mooie reis tot nu toe. En dat glas in lood, prachtig! Nog fijne voortzetting en ik volg jullie tot het volgende verhaal.

Leuk als je reageert