Noord-Spanje (2)

Yo viajo porque la vida es corta y el mundo enormo (*)

Altamira

[zondag 23 april]
De verwachte regen maakt zijn belofte waar. Het komt in vele varianten. Van lichte spetters tot korte periodes van roffel-regens op het dak. Maar je wordt van alle versies nat. Daarom besluiten we om vandaag eerst naar Altamira te gaan.

Altamira is de naam van een grot waar tekeningen uit de Paleolithische tijd (35.000 – 11.000 jaar geleden) gevonden zijn. Er zijn natuurlijk vele grotten met vingerverf werkjes van onze voorouders maar die van Altamira is een van de best bewaarde, samen met zestien andere grotten in de buurt. De grot met tekeningen van 15.000 jaar oud is Unesco werelderfgoed verklaard en het bijzondere is dat er dus tekeningen van over duizenden jaren in staan. Want deze grot is gedurende die tijd vele keren in gebruik geweest. Uiteindelijk is de ingang grotendeels ingestort waardoor de tekeningen uitermate goed bewaard zijn gebleven.

Eind 19e eeuw werden de tekeningen weer gevonden en is er tijden gestecheld over of de tekeningen wel authentiek zijn. Methoden om dit goed te bepalen waren er toen nog niet. Ze zijn dus wel authentiek. Dit weerhield mensen er niet van om massaal te komen kijken en daarmee het microklimaat in de grot te verstoren. De kleuren verdwenen daardoor langzaam. Daarom is er een kopie van de grot gemaakt en in die kopie lopen wij vandaag rond. Omdat het zondag is en vandaag gratis, zijn we niet de enigen. In kleine clusters worden we in een filmzaaltje gelaten. En na een korte introductie mag je de (nep)grot in. En ondanks dat het een kopie is, ben ik toch nog zeer onder de indruk om naar zoiets ouds te kijken. Verder is er een erg uitgebreide tentoonstelling over de oermensen die voor ons gingen, hoe ze (over)leefden en hoe ze hun ze hun werktuigen maakten. Super interessant.

Santillana del Mar

Als we na twee uur het museum uit komen, regent het nog steeds. Uitstellen van een bezoek aan Santillana del Mar kan niet meer. Het is nu of nooit. Dus we vinden een parkeerplek voor de bus en gaan het Volendam van Spanje in. Samen met busladingen Spanjaarden.

Ze zeggen dat het dorpsaanzicht van Santillana del Mar behoort tot de best bewaard gebleven die je in Spanje kunt vinden. Zelfs Sartre vond dit le plus joli village d’Espagne. Als je door het dorp loopt dan waan je je in de middeleeuwen (maar dan moet je wel alle mobieltjes, selfie-sticks en paraplu’s wegdenken). Prachtige gave panden en hobbelklinkers waar niet op te fietsen valt. Het lijkt wel een groot openluchtmuseum. In het dorp is ook het benedictijnenabdij Colegiata Santa Juliana. Deze abdij stamt uit de twaalfde eeuw na Christus en ziet er min of meer net zo uit als toen (maar dan nu wel met wifi). In de abdij bewaren ze de resten (welke resten?) van de martelares Juliana van Nicomedië die volgens de vertellingen de duivel gevangen zou hebben. Onbekend is wat ze met hem gedaan heeft. In elk geval werd ze eerst in brand gestoken, daarna in de kokende olie gegooid en voor de zekerheid onthoofd. Geen halve maatregelen dus.

El Capricho

In een half uurtje rijden we naar Comillas waar een bijzonder gebouw staat. Het is het eerste werk van Gaudi (1883) die het in opdracht maakte voor Maximo Diaz de Quijano (iemand die zijn tijd ver vooruit was want hij had toen al een Facebook account). Deze had erg veel geld verdiend als advocaat en in zijn vrije tijd graag schreef en muziek maakte. Hij wilde een huis dat dit reflecteerde (dus veel geld kost en hem inspireert). En Gaudi kwam met El Capricho op de proppen.

Via een audiotour op de telefoon worden we eerst om en daarna door het huis geleid. Het huis is een architectonische mengelmoes van bouwstijlen, waarin zowel middeleeuwse, Catalaanse, Moorse en fantasie-elementen verenigd zijn. De toren staat op vier Dorische zuilen die de entree van het huis verbergen. De toren is, net als de rest van het huis, volgeplakt met zonnebloemtegels en versierd met smeedijzeren hekwerk en gesculptuurd metselwerk.

Gaudi was heel modern voor zijn tijd. Niet alleen bedacht hij dubbel glas maar ook een methode om warmte, verkregen door een grote glazen serre, te bufferen zodat het ook elders in het huis gebruikt kon worden. In het huis zit het ritme van de dag verwerkt. De slaapkamer is op het oosten omdat daar de zon opkomt. Van daaruit ga je via het zuiden naar het westen waar je eindigt in de avond. Ook zitten er allerlei details in verwerkt specifiek voor Maximo. Bijvoorbeeld een glas-in-lood raam met een gitaar spelende bij en een plafond waar precies 88 ornamenten in zitten (een piano heeft 88 toetsen). Je kunt wel voorstellen dat Maximo een blij mens was toen hij in het huis trok. Helaas was dit van korte duur want hij heeft er maar zeven dagen van kunnen genieten. Zijn hart kon zoveel blijdschap niet aan.

Daarna rijden we naar de Picos de Europa. De weg is smal, gaat op en neer en is geen honderd meter recht. We rijden tussen steile wanden door en komen in Potos bij camping La Isla Picos de Europa waar het wat meer open is. Het plan was om in de Picos een paar dagen te wandelen en fietsen. Maar het regent nog steeds en ook de voorspelling voor de komende dagen is niet bijster goed. We gaan over op plan B. Morgen rijden we via een mooie route de Picos weer uit naar de kust. En op de terugweg doen we nog een poging om hier door te brengen. We zijn dan een paar weken verder. In het zuiden is het dan al te heet maar hier precies goed. Hoop ik.

Riaño

[Maandag 24 april]
De beslissing om verder te gaan lijkt een goede. Als we om ons heen kijken zien we de bewolking hangen en toppen van de bergen zijn niet goed zichtbaar. We pakken de boel in en gaan op pad.

De weg kronkelt en stijgt. We gaan steeds hoger tot we eerst in de wolken rijden en later erboven. Het landschap is al prachtig en dan komen we ook nog een kudde schapen tegen. Die gebruiken ook gewoon de weg en zijn ook nog stijgend, dus die hebben voorrang. Het einde van de stoet wordt gevormd door een roedel Mastiff honden die zoveel kwijlen dat we er haast over slippen.

We rijden eerst zuidwaarts naar Riaño. Het is een van de vele dorpen die voor een stuwmeer plaats moest maken. Een proces wat ontzettend lang duurde maar uiteindelijk werd het doorgezet. Alle 900 inwoners protesteerden hevig maar het mocht niet baten. Wat de verhuizing ook niet meehielp was het feit dat in het nieuwe dorp alleen het gemeentehuis en het politiebureau af waren. Het stuwmeer (een van de twintig grootste van Spanje met een kustlijn van 103 km) kwam er en Riaño werd op de huidige plek opnieuw opgebouwd. Alleen de kerk werd steen voor steen verplaatst. Ondanks dat de bouwstijl van het dorp authentiek is, mist het toch iets. Op de een of andere manier zit er geen ziel in waardoor het aanvoelt als een leegte. Nu is er op maandagochtend natuurlijk ook niets te doen. Wij hebben hier niets te zoeken en rijden vrij snel verder.

Desfiladero de los Beyos

Via de N625 (zie kaart) gaan we richting Cangas de Onis. Hierbij rijden we door Desfiladero de los Beyos, een spectaculaire kloof ooit uitgesleten door de Rio Sella. Het schijnt een van de smalste kloven van Europa te zijn waar je gemotoriseerd doorheen kunt. Het is inderdaad niet breed en zeker niet recht dus bij een tegenligger is het toch even uitkijken. Ik heb respect voor de mensen die deze weg aangelegd hebben in de dertiger jaren van de vorige eeuw. Want zoveel machines hadden ze toen nog niet dus veel moest met de hand gedaan worden.
Om een indruk te geven maar eens een filmpje:

Daarna zoeken we de kust weer op. In Peran komen we op camping Perlora (€23) terecht. Ze hebben hier een prachtig plekje voor ons met uitzicht over zee. Hier heb je geen televisie nodig want er is altijd wat te zien. Het is een hele mooie camping met een grote wasmachine. We merken bij het boodschappen doen dat mensen om ons heen lopen dus misschien moet er maar een keer gewassen worden.

Candas

[dinsdag 25 april]
Om negen uur draait de was en om twaalf uur is het meeste droog. We lopen naar het aanpalende dorpje Candas. Aan de haven kiezen we het tweede terras dat een menu del diaz belooft voor 12 euro. Inclusief wijn. Kijk, dat zijn nog een prijzen. Met de pens vol doen we daarna nog een rondje door het centrum en lopen we langs de zee terug. Ondanks dat het wat begint te druppen, kunnen we alleen maar constateren dat het leven goed is.

Door de nationale parken

[woensdag 26 april]

Klik op de foto om hem groter te zien.

We verkassen een stukje westwaarts langs de kust. Rechtstreeks is dat iets van 90 kilometer. Maar we gaan niet rechtstreeks, we gaan via een grote lus van ongeveer 200 kilometer (zie kaart). Daar zijn we 5 uur mee zoet en daarmee gaan we door meerdere nationale parken als ik de bordjes mag geloven. Op de kaart zie je onder andere Parque National de Somiedo en Parque Naturel Las Ubin-La Mesa. Maar of je er nu wel of niet een label op plakt, belangrijk is wat ik met mijn eigen ogen zie en wat ik ervaar. En het is een prachtige route waarmee we door de bergen gaan. We stijgen en dalen een aantal keren flink. Een keer zelfs tot een kleine 1200 meter en dan moet het busje flink zijn best doen. De uitzichten zijn fantastisch omdat het vannacht geregend heeft en alles er fris en groen uitziet.

Onderweg zien we meerdere stuwdammen. In een van de stuwmeren is de waterstand zo laag dat de huizen weer boven water komen. Een van de aspecten van de klimaatsveranderingen. Ook rijden we door stukken die recentelijk nog door bosbranden geteisterd zijn. We zien en ruiken zwartgeblakerde hellingen langs onze route. Ik had het een paar weken geleden al in de krant gelezen. Het is gortdroog in Spanje en dan hoeft er maar iets te gebeuren en dan gaat de boel in de hens.

De camino loopt hier ook langs.

Naast dit slechte nieuws, zien we ook leuke dingen. We rijden een groot stuk op en parallel aan de Camino del Norte naar Santiago de Compostella. Het is nog niet echt druk in het begin van het seizoen maar toch komen we tientallen lopers tegen. Ondanks dat we nu in de bus zitten, komt het gevoel van 2019 toch een beetje terug.

Al met al rijden we vandaag een prachtige route die ik lastig te beschrijven vind. De foto’s geven wel een indruk maar je moet er geweest zijn. In de loop van de middag komen we op camping a Gaivota (€21) die pal aan zee ligt. Je hoeft alleen maar de weg over te steken en je staat op het strand. Het is heerlijk om met blote voeten door het warme zand en de koude zee te struinen. Tijd voor een strandwandeling.

Mondoñedo

[donderdag 27 april]

We gaan verder naar Mondoñedo dat maar een klein stukje verderop ligt. Het is een hoofdsteden van het oude koninkrijk Galicië geweest. Het centrum is cultureel erfgoed en, ondanks dat er veel Santiago-lopers zijn, voelt het daar absoluut niet toeristisch aan. Er zijn geen souvenirwinkels, op het plein voor de kerk is een marktje met kleding die ze bij ons 100 jaar geleden verkochten en de bejaarden hangen over de balustrade te roddelen op het plein. Eigenlijk hoop ik dat dit in Baflo ook ooit begint. Gewoon een plekje waar we met wat ouderen kunnen hangen, commentaar leveren op de voorbijgangers en een bakkie of een biertje wegtikken.

De grote trekpleisters van Mondoñedo zijn de kathedraal en de taart die ze daar maken. We zijn vandaag op tijd op pad en de kerk gaat pas om half elf open. Dan maar eerst aan de taart. In het taartencafe (O rei das Tartas cafe) bestellen we een koffie en een stukje taart. Omdat je nooit weet wat je krijgt, bestellen we maar één stukje en die delen we dan. In dit geval hadden we makkelijk twee stukjes kunnen bestellen want het is een heerlijke taart. Deze Tarta de Mondoñedo is al 800 jaar oud (niet ons stukje, dat was gewoon vers) en staat zelfs bij de koning van Spanje op tafel. In de taart zitten onder andere gekleurde konfijten en combinaties van meel, boter, suiker, ei, engelenhaar (meestal is het vervelend als je een haar in je eten vindt, maar in dit geval is zelfs een bosje niet erg), kaneel en citroen.

Na deze lekkernijen gaat de kathedraal open. Hij werd ook wel de ‘knielende kathedraal’ genoemd omdat hij zo klein is. De kathedraal-basiliek van La Asunción, de oudste basiliek van Spanje, is een nationaal monument en heeft nog steeds de oorspronkelijke Romaanse deuropening. Door allerlei verbouwingen is het van binnen een allegaartje van stijlen. Ik zie barokke, gotische en rococo stijlen door elkaar heen. We kopen een kaartje (€6 pp) en krijgen een telefoon met rondleiding en daar zijn we wel een uurtje mee zoet. Het meest verbazingwekkende vind ik dat ze een hele kast met relikwieën hebben van echt tientallen heiligen. Ik wist niet eens dat er zoveel heiligen waren. En net als zombies, worden ze in stukjes verspreid zodat ze nooit meer tot leven kunnen komen. Daarna dwalen we nog even door de straatjes waar erg weinig te doen is. Zo is dus een Spaans stadje zonder toeristische aspiraties op een doordeweeks ochtend.

Santiago de Compostella

In anderhalf uur rijden we naar Santiago de Compostella. We zoeken camping As Cancelas (€23,30) op dat aan de rand van het centrum ligt. Het is redelijk druk daar. Veel Nederlanders en Duitsers maar we vinden toch weer een prettig plekje. Ondanks dat we in de stad zitten, zijn hier veel vogels. Je hoort ze roepen, fluiten en krassen. Het geeft toch een landelijk gevoel. Ik haal de fietsen van de bus en we fietsen naar het centrum.

Op de Plaza del Obradoiro zijn we in 2019 ook geweest maar dan op de fiets. Toen bleven we een aantal dagen in deze stad en hebben we het van boven tot onder gezien.  Daar heb ik toen al voldoende over geschreven. Toch is het leuk om hier weer terug te komen en heel veel komt bekend voor. Toen stonden we hier na een behoorlijke inspanning. Nu heb ik alleen het gaspedaal in hoeven duwen en dat is toch een stuk minder bevredigend. Vorige keer stond de binnenkant van de kathedraal in de steigers en was er weinig te zien. De schilders hebben de spullen ingepakt en nu kunnen we alles in volle glorie bekijken. We lopen zelfs nog een keer langs het kistje waar de resten van Jacobus in zouden moeten liggen. Je kunt zeggen wat je wilt maar het is er prachtig binnen.

Santiago de Compostella is een van de dertien Spaanse steden die op de Unesco Werelderfgoed lijst staat en terecht. Het is heerlijk om door Casco Historico (het oude centrum) te dwalen of in Parque Alamedate te zitten. Alhoewel dat laatste niet zonder gevaar is want je wordt zomaar gemolesteerd. Deze dames zijn trouwens bekend van het feit dat ze tegen het regime van Franco protesteerden door in opvallende kleding te lopen. Not all heroes wear capes. De temperatuur is inmiddels flink boven de twintig graden dus een ijsco is geoorloofd. En daarvan buiken we uit op de camping.

Pontevedra

[ vrijdag 28 april]

We hebben nog één Spaanse stad op het programma staan voordat we oversteken naar Portugal. Dit is Pontevedra, een stad vergelijkbaar met Groningen qua grootte. Als we naar de beoogde parkeerplaats rijden dan valt het me al op hoe ramvol alles staat met auto’s. En dat is op de plek waar we willen parkeren niet anders. Er is geen plekje te vinden. Het staat zelfs zo vol dat ik er nauwelijks meer uit kan rijden. En nu? Maar doorrijden? Dat zou jammer zijn. Gelukkig zie ik een bordje voor het lozen van grijs water voor campers. Daar is vaak een camperplek bij. En dat blijkt ook hier zo te zijn. Een gratis parkeerplaats met de juiste grootte en veel ruimte. En daar staat hij ook nog veilig.

Vanaf hier lopen we de stad in. Ik moet hevig plassen dus eerst maar aan de koffie. Dat doen we bij een bakkertje dat er gelijk wat lekkers bij kan leveren. Want als de Spanjaard wat drinkt, dan moet er ook wat bij gegeten worden. Naast het ‘zijn’ tussen de Spanjaarden heb ik maar twee dingen op het programma staan: Iglesia de Santa Maria la Mayor en de Iglesia de la Peregrina. Beide liggen aan verschillende kanten van de stad dus dat geeft ons een mooi rondje. De laatste ligt hier vlak naast ons koffieterras die doen we eerst.

De kerk van de beschermvrouwe van Pontevedra is een apart gebouw in de vorm van een Sint Jacobsschelp. In de bovenste gevel zijn de Apostel Santiago, San Roque en La Peregrina afgebeeld, de drie heiligen die de Pelgrims op hun tocht naar Santiago beschermen. Meestal is de pelgrim een man maar in dit geval is het een vrouw. En ook nog een met een kind op de arm zien we binnen. Nu gaan de pelgrims de ongemakken niet uit de weg dus dit zal er ook wel bij horen. Afijn, het is een bijzonder gebouw met een mooi interieur.

Daarna lopen we naar de andere kant van de stad. Het is gezellig druk onderweg. En dat komt ook omdat er veel winkels zijn. De Iglesia de Santa Maria la Mayor dat een van de meest hippe websites heeft die ik ken. Het is onder andere een kerk voor bakkers en zeelieden (Pontevreda ligt aan een inham aan de zee) en het heeft een prachtige voorkant met een hoop beelden. Natuurlijk sluipen we ook even naar binnen om te kijken en foto’s te maken maar alleen dat eerste lukt. Er zitten tientallen mensen binnen in devotie (of ze hebben wat teveel Frankincense gesnoven) en Eucalypta zit bij de ingang om ervoor te zorgen dat je zelfs niet naar je fototoestel/telefoon kijkt. Dus we zitten gewoon een tijdje te kijken en als je ogen eenmaal gewend zijn aan het donker dan heeft dit ook wel wat. We zouden dit vaker moeten doen want je wordt er heerlijk rustig van.

Maar goed we hebben nog meer te doen dus we lopen via een andere route terug naar de auto. En daarmee gaan we zuidwaarts tot we bij de Rio Minho komen. Deze rivier is de grens tussen Spanje en Portugal. We steken de brug over en beginnen aan een nieuw hoofdstuk. En daarover meer in de volgende blog.

(*) Ik reis omdat het leven kort is en de wereld gigantisch.

8 gedachten over “Noord-Spanje (2)

  1. ben huve zegt:

    Prachtig verslag weer ! Dank. In Potos hebben wij ook op jullie camping gestaan en van daar uit een paar wandelingen gemaakt. De Picos kent een eigen microklimaat met nog al wat regen maar gezien het huidige klimaat inSpanje misschien wel even lekker…..Goede reis verder!

  2. Marjan zegt:

    Prachtig prachtig, heerlijk om mijn dag te beginnen met je verhaal. Fijn tijd in Portugal! Gedeelte van Spanje wat je hebt laten zien is erg mooi!

  3. Willem zegt:

    Overweldigend! Prachtig verhaal. Het is iedere keer weer een feest om het te lezen. Wat een weelde in die kerken.
    Heb je die twee Maria’s nog aangeklaagd voor ongepast gedrag?🫣

Leuk als je reageert