Oh salty sea, how much of your salt is tears from Portugal
— Fernando Pessoa
Lagoa de Santo André
Noot: Routes en genoemde plekken kun je vinden op deze kaart.
[zondag 7 mei]
Vandaag hebben we een zee-dag en komen we eindelijk aan in de Algarve.
We beginnen bij Lagoa de Santo André. Dit blijkt een mooie blauwe lagune én een langgerekt strand te zijn. Je kunt dus kiezen of je in zoet of in zout water wilt badderen. We zijn er vroeg, er is niemand op het strand. Toch is de enige strandtent al open. Maar we kunnen hem niet helpen, ik heb voor onderweg al koffie gemaakt en die drinken we op met uitzicht op de golven. De vanochtend aangeschafte Pastel de Nata maakt het af.
Lagoa de Santo André ligt aan de Alentejo kuststrook die zich uitstrekt over 150 km van Setubal tot de Algarve. Het is een woest stuk, (nog) niet ontwikkeld voor toerisme. Mede omdat de plaats Sines in dit stuk ligt wat bestaat uit industrie en raffinaderijen die niet alleen stank maar ook vervuiling afgeven. Ondanks dat de lagune en het strand er mooi bij liggen kunnen we zien dat ze nog heel wat moeten doen voordat de mensen komen. Het strand en de golven zijn hetzelfde als Nazare maar de huizen zijn vervallen en de flats zijn dicht gemetseld. Er is hier zeker ruimte voor verbetering.
Carrapateira
We rijden een heel stuk door het binnenland. Ondanks dat het maar 135 kilometer is, doen we er bijna twee uur over. Het is een mooie route (zie kaartje) die ons door natuurgebieden leidt en langs vele kurkeiken die in de blote bast staan. Eenmaal bij Carrapateira slaan we een klein weggetje in die ons boven naar een klif leidt. Daar hebben we een mooi uitzicht op de Praia da Bordeira en ook een mooi uitzicht op de zee die ongenadig tegen de rotsen aan beukt.
We eten hier een bammetje met uitzicht en we wandelen een stuk. De stranden lijken op de Nederlandse stranden maar de golven zijn toch echt een graadje anders. Daarom is het een gewilde surf-spot alhoewel we er vandaag maar weinig bezig zien. Het spel van de golven is fascinerend. Voor mij is dit hetzelfde als staren in het vuur. Ik zou het uren kunnen doen, een schouwspel dat nooit verveelt.
Cabo de Sao Vicente
Bij de klif van Carrapateira zou je een rondje moeten kunnen rijden maar ze zijn met de weg bezig en er is een grindbak waar je Jos Verstappen in terug zou kunnen vinden. Dus we nemen dezelfde weg terug en gaan verder naar het zuiden.
Het plan was om langs het meest zuidwestelijke punt van Portugal én Europa te rijden maar Mevr. van der Veeke ziet dat onze beoogde camping op maar een paar kilometers van dit punt ligt. We gaan dus eerst naar Camping Orbitur Sagres (€21,45) om de bus weg te zetten.
Met de fiets gaan we vervolgens naar Cabo de Sao Vicente. We hebben hierbij geen rekening gehouden met de stormachtige westenwind waardoor het ploeteren is. En eigenlijk vinden we dat wel fijn. Want bij de busreisjes zitten we veel meer dan bij de fietsreizen en elke vorm van inspanning is gewoon een bonus.
De kaap van Sao Vicente is vergelijkbaar met Kaap de Goede Hoop in Afrika. Ook hier kun je een continent ronden. Vroeger dacht men dat de wereld hier ophield en als je naar de horizon voer, je eraf zou vallen. Door zijn ligging is het een belangrijk punt voor de scheepvaart. De vuurtoren die er staat heeft een van de krachtigste lichten van Europa. Hij is op 95 km afstand nog te zien. Het is hier een stuk minder druk dan bij Cabo de Roca. Mevr. van der Veeke vindt het bereiken van ons zuidelijkste punt reden tot viering en bestelt twee Sangria’s, niet wetend dat ze hier in halve emmers geleverd worden.
Die houden ons een tijdje bezig en enigszins beneveld gaan we op de terugweg, nu met wind mee. Dat gaat zo hard dat we de afslag naar de camping voorbij fietsen en in Sagres uitkomen. Daar ligt Fortaleza de Sagres nog verder zuidwaarts in zee inclusief fort en vuurtoren. Helaas is het al na vijven dus gesloten.
Sagres heeft een rijke historie. Hendrik de Zeevaarder (met zo’n naam zou je anders verwachten maar hij stapte zelf nooit in een bootje) stichtte de zeevaartschool van Sagres in de 15e eeuw. Hij verzamelde de beroemdste Arabische astronomen, cartografen en zeelieden om zich heen, theorieën werden getest en op steeds langere expedities in praktijk gebracht. Navigatiemiddelen van die tijd, zoals de sextant, werden verbeterd en ze leerden navigeren op de sterren. De cartografie werd verder ontwikkeld waardoor de Portugezen de beste cartografen ter wereld werden. Afijn, dass wahr einmal, nu is er niet heel veel meer in Sagres te doen. Wij gaan naar de camping om onze Sangria-roes uit te slapen.
Lagos
[maandag 8 mei]
Vandaag rijden we maar een heel klein stukje maar we komen wel door Lagos. Reden genoeg om hier even uit te stappen en dit dorpje eens goed te bekijken. Volgens de gidsen is het centrum erg gezellig en nog niet door massa toerisme aangetast. Dat eerste klopt maar over dat tweede heb ik mijn twijfels.
Lagos, ooit de hoofdstad van de Algarve (tot het door een aardbeving in 1755 met de grond gelijk gemaakt werd), is het vertrekpunt geweest voor vele zeereizen en ook die van Gil Eanes, de ontdekkingsreiziger die aantoonde dat de wereld niet eindigde bij Cabo Bojador en dat er geen monsters in de zee leefden. En Hendrik de Zeevaarder had hier natuurlijk ook weer een vinger in de pap. Als hij niet in Sagres was bij zijn zeevaartschool, dan was hij wel hier waar zijn schepen werden gebouwd.
Een feit wat, volgens mij, hier wat verdoezeld wordt is dat in Lagos de eerste slavenmarkt (1441) van Europa werd gehouden. Er zou een herdenkingsteken moeten zijn, maar wij kunnen het niet vinden. Verder zijn er nog wat kerken, kastelen en restanten van de oude stadsmuur. Wij slenteren wat door het centrum en nemen de tijd om alles te bekijken.
Voordat we verder gaan, kijken we nog bij Ponta da Piedade. Achteraf kunnen we het zien als het voorgerecht van al het moois dat we de komende dagen gaan zien. Indrukwekkende rotsformaties met grillige vormen en mooie uitzichten over zee.
Alvor
Camping Alvor (€ 17) in Alvor is de enige camping waar ik persé wilde staan vanwege de wandeling (zie morgen). De reviews waren wat wisselend en met name of er plek is. Het staat inderdaad vrij vol maar omdat we niet zo’n grote bus hebben en zonder stroom kunnen, vinden we toch een mooi plekje met veel schaduw. En dat laatste is belangrijk want het is inmiddels alweer loeiheet hier. Bij binnenkomst worden we overigens meteen geringd en daarmee zijn we ingedeeld bij de Homo Campismos.
Later in de middag lopen we naar het centrum van Alvor. Ook hiervan zeggen ze dat het unspoilt is maar het centrum bestaat voor de helft uit eethuisjes en de andere helft zijn souvenirwinkeltjes. Door de kneuterigheid krijgt het toch wat gezelligs. Het is hier vergeven van de Engelsen die ook op tijd al aan de pint gaan. Een voordeel is wel dat je hier gemakkelijk met Engels terecht kunt.
Als we langs de haven lopen, worden we aangesproken door Jim. Hij is een van de verkopers van boottochtjes langs de kust met als hoogtepunt de Benagil grot. Hij legt uit waarom zijn boten superieur zijn aan andere boten (ze zijn klein en kunnen de grotten in varen), dat we worden opgehaald, er tijd is om te zwemmen en te relaxen én dat we een drankje krijgen aan boord. Op de terugweg is er grote kans op dolfijnen. En dat alles voor maar € 30 p.p. Hij vertelt geen onwaarheden maar, later zal blijken, ook niet allemaal waarheden. We krijgen zijn nummer voor het geval we willen boeken. Maar voor morgen hebben we eerst andere plannen.
Seven Hanging Valleys Trail
[dinsdag 9 mei]
Een van de redenen dat we hier zijn is een wandeling die over de rotsen langs de kust gaat. Het is een van de mooiste van de Algarve en staat ook hoog in de lijst met wandelingen wereldwijd. Het is de Seven Hanging Valleys Trail (alternatieve link) die langs prachtige uitzichten, hagelwitte stranden, natuurlijke grotten en verschillende zinkgaten gaat.
Ik wil er niet met de auto heen dus het wordt een bike-walk-bike tour vandaag. We vertrekken op tijd en in de koelte weven we ons een weg door de drukte van Portimao en fietsen langs Ferragudo naar Carvoeiro. Een dikke twintig kilometer later staan we daar aan het begin van de wandeling (zie kaart).
De lengte van de wandelroute is zes kilometer en overal zeggen ze dat je voor heen en terug minstens vijf tot zes uur uit moet trekken. Ik ben natuurlijk weer hartstikke eigenwijs en denk dat we twaalf kilometer toch makkelijk in drie uur moeten kunnen doen. Die drie uur klopt wel maar dan zijn we alleen nog maar op het eindpunt en moeten we nog terug.
Uiteindelijk zijn we echt wel die zes uur onderweg. Want je gaat zeker veertien keer naar beneden en weer omhoog. Redelijk vermoeiend dus. Maar de grootste uitdaging zit niet in het klimmen, de ongelijke ondergrond of de afstand. Het zit hem in de hitte. Je loopt in de zon, nauwelijks wind en al helemaal geen schaduw. We slaan liters vocht (water hoor!) naar binnen en blijven dorstig. Op de terugweg gaan we op een strandje even uitrusten en in de oceaan zwemmen. Die is erg koud en zout maar wel heerlijk verfrissend.
En was het mooi? Ze hebben niet gelogen. Het is inderdaad een van de mooiste wandelingen die we gedaan hebben. Overal is wat te zien en de rode rotsen vormen een mooi contrast met de azuurblauwe zee. Maar goed, plaatjes vertellen meer dan woorden dus hieronder een kleine selectie van wat we gezien hebben.
De kust vanaf het water
[Woensdag 10 mei]
Na alle fijne uitleg van Jim eergisteren besluiten we dat we de kust van de Algarve ook graag vanuit het bootje willen zien. Dertig euro p.p. is natuurlijk niets en vandaag blijkt dat we daar nog veel meer entertainment voor krijgen.
Gisteren heb ik contact met Jim gehad en we boeken bij Manguitu’s Boat trips. We worden om kwart voor elf opgepikt om met de tour van half twaalf mee te gaan. Om elf uur is er nog niemand en na wat contact blijkt dat ze wat verlaat zijn. Uiteindelijk komt er om kwart voor twaalf een busje aanrijden. Ik hoor hem eerder dan dat ik hem zie want de baas rijdt en het is zijn dag niet. Ik mag voorin en kan voor de €30 ook nog mijn vocabulaire aan Portugese scheldwoorden aanvullen. De chauffeur blijkt ziek te zijn. Dat kan natuurlijk gebeuren maar het hele schema loopt nu in de war hoor ik tussen het tieren van de baas door. Maar geen probleem, de boot vertrekt niet zonder ons, verzekert hij.
En dat klopt helemaal want als we in de haven komen, zijn ze nog aan het sleutelen met de boot. Er is iets met de motor en weer leer ik een paar Portugese scheldwoorden. Uiteindelijk is het probleem opgelost. We varen weg en halverwege de haven keren we om en leggen weer aan. Gelukkig is het niet weer de motor maar ze zijn een paar toeristen vergeten.
Daarna volgt een mooie tocht langs de kust. Opa is mee en schreeuwt bij elke plek drie keer de naam in het Portugees. En voor de buitenlanders schreeuwt hij het daarna nog twee keer, in het Portugees, maar dan een beetje harder, zodat wij buitenlanders het ook kunnen verstaan. Hij spreekt geen Engels maar kent wel een paar woorden waaronder ‘Nudy beach’. Als we daar langs komen, lacht hij zijn tandeloze grijns en roept iets van ‘Hé vieze naaktlopers!’. Ik spreek geen Portugees maar de bedoeling is duidelijk.
Op verschillende plekken (zie kaart) gaan we even tussen de rotsen door of een grot in. De vormen van de rotsen zijn net als een horoscoop. Er is altijd wel wat in te zien. Voor mijn gevoel geheel willekeurig roept opa dan ook af en toe ‘Baby elephant’, ‘The face’ of ‘El pollo’. Het doet niets af aan het moois wat we zien. Het is echt heel mooi en ook heel bijzonder om deze plekken gisteren van boven te hebben gezien en vandaag vanaf het water. Het klapstuk is de Benagil grot met binnenin een strandje en een gat in het dak waardoor de zon naar binnen schijnt. Gisteren stonden we nog erboven. Daarna gaan we iets verder zeewaarts terug. Midden op zee is het zwemmoment. We mogen hier overboord springen maar het zeewater is 5 graden. Niemand heeft hier zin in, dus dat scheelt weer in de tijd. Ook het beloofde drankje wordt vergeten en gelukkig hebben we zelf water mee. In de folder wordt nog iets van dolfijnen genoemd maar ze hadden net zo goed zeemeerminnen kunnen noemen. Beide zijn door het lawaaioverlast van opa allemaal naar rustiger oorden vertrokken. Bovendien gaan we full-speed naar huis.
Vlak voor we bij de haven zijn komt opa langs voor de fooi. Het is wel duidelijk dat niets geven geen optie is. We zijn tenslotte nog steeds niet op zwemafstand van de haven. Terug in de haven staat de volgende groep weer te wachten. Niet wetend welke entertainment ze te wachten staat. En dat allemaal voor dertig euro.
Praia de Alvor
[donderdag 11 mei]
We besluiten nog één dag te genieten van zee en strand. Bij Alvor schijnt een heel mooi strand te liggen, waar we nog niet geweest zijn. Het is maar een klein stukje fietsen en en passant bezoeken we nog even de kerk in Alvor die vandaag erg mooi kleurt met de lucht.
We zijn wat bang voor de hitte die we daar gaan krijgen maar dat is volkomen onterecht. Het is een prachtig wit strand met een azuurblauwe zee en een heerlijk verfrissend windje.
Een van de fijnste dingen om te doen is lopen over het strand op de grens van land en zee. Ondertussen speurend naar mooie schelpjes en af en toe de branding om je voeten laten spoelen. Zo lopen we het hele strand af en achter een paar rotsen vinden we nog een kleiner, beschut strandje waar een café op volkomen natuurlijke wijze in het landschap geïntegreerd is. Hier kijken we een tijdje uit over zee, mijmerend over heden en verleden. De toekomst is duidelijk. Morgen gaan we het binnenland van Portugal in en is het voorlopig afgelopen met zee en strand. Ik snap helemaal wat mensen hier zoeken. De afgelopen dagen waren alsof we in een vakantiefolder leefden. Het is lastig om hier te vertrekken maar nieuwe landschappen lokken ons.
Silves
[vrijdag 12 mei]
En klein stukje rijden van de kust ligt het plaatsje Silves, dat aan de Rio Arcade ligt. Tijdens de Arabische bezetting was Silves de hoofdstad van de Algarve (er woonden toen 16.000 mensen). In die tijd werd ook het kasteel door de Arabieren gebouwd, waarschijnlijk bovenop een Romeinse ruïne uit de 4e of 5e eeuw. Het wordt beschouwd als het mooiste islamitische militaire bouwwerk in Portugal en het is ook het grootste van de Algarve. Het is een grote rode burcht op een heuvel. Het wordt veel bezocht en ik vermoed omdat het zo dicht bij de kust ligt. Het is een leuk alternatief voor een dagje strand. We zijn vroeg dus er staat nog maar een enkele bus die toeristen uitbraakt. En die kunnen we makkelijk ontlopen.
Het kasteel kent een roemrijk verleden, gebouwd door de Moren, die verslagen werden door kruisvaarders (ze werden naakt de stad uitgejaagd) en later weer terug veroverd door de Moren. Om het een kleine honderd jaar later weer te verliezen. Daarna raakte het in verval en de aardbeving in de 18e eeuw was de nekslag. Vanaf 1940 zijn ze met de restauratie bezig van dit Lego-kasteel en dat doen ze goed. Voor €2,40 kunnen we binnen kijken en dat is zeker de moeite waard. Vanaf de toren heb je mooie uitzichten op de omgeving. Los van de kerk is er verder weinig te zien in Silves. Die kerk is overigens een omgebouwde moskee uit de Moorse tijd.
Monchique
Als je een half uurtje verder het binnenland in rijdt, naar het noorden, dan kom je bij Monchique (door ons steevast Monchou genoemd). Dit ligt net op de grens van waar de badgasten nog komen. Het dorpje stelt niet heel veel voor maar met zijn ligging op 458 meter is het een van de hoogste dorpen in Portugal. Het dorp ligt tussen de Fóia (902 meter, hoogste berg van Portugal) en de Picota (773 meter) wat het een mooi wandelgebied maakt. De valleien staan hier vol met kurkeiken (meeste ontdaan van de bast) en in dit gebied wordt de beste medrono gemaakt. Tenslotte is dit gebied bekend vanwege de kuuroorden. Ik heb nog gekeken voor een uurtje sauna maar je kunt alleen tegen hypotheek-prijzen een kamer huren en voor een kuur-periode gaan.
De weg erheen is spectaculair. Je kunt het met goed fatsoen geen bergen noemen, het zijn meer heuvels. Het landschap is vrij kaal en rotsachtig, wel met beplanting, maar de uitzichten zijn prachtig.
Wij kijken even bij de kerk (die een prachtige manueline ingang heeft) en slenteren wat door de nauwe straatjes. Hier zijn we zo klaar mee en omdat het een wandelgebied is, maken we ook een wat langere wandeling. Je kunt naar een van beide toppen maar dat is iets te hoog gegrepen voor ons. We doen een wandeling van zeven kilometer door het gebied van de kurkeiken.
Nu lijkt zeven kilometer niet veel maar omdat het continu met 12% stijgt (eerste helft) of daalt (tweede helft) én omdat mijn rug er vanmorgen weer de brui aan gaf, was het toch een uitdaging. Ik heb er geen spijt van want het is heerlijk om even uit de mensen en in de natuur te zijn. En als bonus krijgen we een aantal mooie uitzichten. We hoopten nog de Iberische lynx tegen te komen die in dit gebied voorkomt maar we struikelen alleen over zijn uitwerpselen.
We verlaten de Algarve en onze reisrichting is vanaf nu noordwaarts. Het gaat door een bijzonder landschap. Door de rode kleur van de aarde hier lijkt het alsof we op Mars onderweg zijn. Het wordt steeds rustiger en minder toeristisch. Dat betekent ook dat er minder campings zijn. We komen op Serro da Bica (€19) terecht. Het is alsof je thuis komt. Een camping gerund door Nederlanders op een Nederlandse manier. Dit betekent georganiseerd, schoon en vaste plekken. Het is ook voornamelijk bevolkt door Nederlanders en het is ook de eerste camping waar ze een borreluurtje hebben. Dat leek me altijd een hel maar ik moet zeggen dat ik me goed vermaakt heb. Ik leer een hoop nieuws. Omdat het in noord-Spanje geen goed weer is, gaan we de vertraging in. We blijven hier een dag extra. Een mooie plek om de rug even tot herstel te laten komen.
Geweldig Hans, het voelt alsof je erbij bent.
Hoihoi, sterkte met je rug Hans!!
We genieten van jullie mooi reisverhalen hoor.
Groetjes vanuit Den Treek( we fietsen ‘ heel de heuvelrug rond’) ook van Henk de Leeuw die op weg naar Noorwegen.
Ben en Ingrid
Wat laat je een prachtig deel van Portugal zien met schitterende beelden en dito verhaal! En die onderste foto, dat lijkt me geen straf om te staan, heerlijk!
Nederlanders hebben vooral campings in het binnenland in beheer. Dus die zul je vast nog meer gaan tegenkomen. Het is soms een verademing. Die borreluurtjes zijn vrij standaard geloof ik. Kwestie van smaak 😉
Leuke verhalen en prachtige foto’s!!
Genoten van je reisverslag, wederom. Wonderlijk die sink holes boven hè hoofd!
Prachtig Hans. We zijn er een keer geweest en het is leuk om die mooie foto’s te zien. Herkenbaar!!!!
Wat zijn jullie weer op prachtige plekken geweest!
Schitterende foto’s van een mooi gebied!