You have to go to Scotland at all times of the year – in order to appreciate the times when the sun does come out.
Donderdag 15 juni
Lochranza – Kilberry – 46 km/644 hm (584 km)
Met de ferry van half tien (£ 6,40) verlaten we Arran. Aan de overkant gaan eerst de auto’s eraf en daardoor hebben wij een vrije route. Het is een single-track wat betekent dat tegenliggers of inhalers dit bij een verbreding moeten doen. We zien nauwelijks auto’s maar die we zien wachten allemaal netjes bij een inham op ons. En wij gaan natuurlijk ook de inham in om mensen langs te laten.
Ik heb gisteren vreselijk zitten puzzelen hoe we het komende stuk, tot Oban, gaan doen. Er zijn nauwelijks campings of winkels. Als ik probeer een B&B of hotel te vinden dan zijn ze òf vol òf ze kosten meer dan £ 200. Uiteindelijk vind ik wel een oplossing. We doen vandaag een stuk van 40 km naar de enige camping in het traject. Morgen gaan we naar Lochgilphead waar ik voor een redelijke bedrag nog een B&B heb weten te vinden. Het is maar 30 km dus dan kunnen we ook een beetje bijkomen. De dag daarna was het grootste probleem. In dat stuk zat echt niets behalve een aanbod van iemand in de Facebook Bike Packing Scotland groep (waar ik vragen over onze reis heb gesteld) dat we in haar tuin mogen kamperen. Ik neem contact met haar op en het aanbod staat nog steeds. De afstand is maar 60 km maar het zijn wel bijna 1000 hm. Dat is tegen de grens van ons kunnen aan. Maar so be it.
Met dat probleem uit de weg kunnen we weer genieten van de route. We zitten op de Caladonia Way tot Oban en hij is mooi. Rustig, mooie uitzichten en bossen. We steken het schiereiland Kintyre dwars over en fietsen dan om Loch Tarbert heen. Tarbert zelf ligt iets buiten de route maar we fietsen er graag de extra kilometers voor om want het heeft de enige supermarkt van vandaag. Daarnaast is het ook een erg leuk dorpje met een bijzondere kerktoren en goede koffie. De naam Tarbert is afgeleid van het Keltische woord voor across-carrying. Vroeger werden schepen in het ene loch gelost en daarna werd de vracht overland naar het andere loch gebracht.
We vervolgen de Caladonia Way en komen langs Avinagillan, een standing stone. De lezers van Asterix en Obelix zouden menhir zeggen. Dit soort neolithische artefacten zullen we de komende dagen meer tegen komen. Altijd een reden om even af te stappen.
Hierna komen we in het Achaglachgach park. Zeg dat maar eens drie keer achter elkaar, dan is het net of je Klingons praat. In elk geval is daar een mooi plekje in het bos om een bammetje te doen. Een stuk verderop komen we langs de Cars Standing Stones. Je moet weten dat ze er zijn want ze zijn wat verscholen achter een heg en er staat geen bordje.
Daarna is nog een klein stukje naar Camping Port Ban die mooi aan het water ligt. Soms is dat lopen en soms is dat fietsen. De weg naar de camping is een stuiterweg waar nauwelijks te fietsen is. Bij het inchecken denk ik eerst dat ik de prijs niet goed hoor. Het is £31. Come again? Ik hoor het wel goed en de verklaring erachter is dat ze jaren geleden een prijs hebben gewonnen en dat hun douches superieur zijn. We hebben geen andere optie en hun douches zijn inderdaad superieur. We hebben een heel mooi plekje aan het water waar we het eiland Jura zien liggen.
Het tentje wordt opgezet en ingericht en meestal drinken we dan een bier/cider. Maar we hebben niks te drinken gekocht in Tarbert omdat we er dan nog kilometers mee heuvel op en af moeten. Ik gokte op de campingwinkel maar die mag geen drank verkopen. Soms zit het mee en soms zit het tegen. Maar het universum hoort mijn wens en een tijdje later komt Graham (van de camper verderop) vragen of ik misschien zin heb in een ijskoud biertje. Hij is zelf ook fietsreiziger geweest en weet waar die behoefte aan heeft. Wat een gelukje weer!
Het is windstil en tegen de avond komen de midgets. We bedekken ons helemaal en zelfs het hoofd-netje komt uit de tas. We willen graag buiten blijven zitten want er komt een prachtige zonsondergang aan. En die stelt zeker niet teleur. Als de zon weg is dan stellen we de midgets wel teleur want we kruipen lekker in de tent.
Vrijdag 16 juni
Kilberry – Lochgilphead – 35 km/438 hm (619 km)
We hebben vandaag een korte dag dus we doen lekker rustig aan. Iets later weg en onderweg iets meer en langer stoppen. De Caladonia Way geeft nog steeds de richting aan en leidt ons lang Loch Caolisport. Aan het einde steken we dit schiereiland weer over met de nodige klimmetjes en komen aan de andere kant langs het Crinan kanaal. Het is heerlijk om even over een vlak jaagpad te kunnen fietsen. Het is nu iets na enen en we kunnen pas tegen drie uur terecht in de geboekte B&B. De tussenliggende tijd slaan we stuk op een lekker plekje langs het kanaal.
Bij B&B Kilmory House (£113) lijkt het wel een lounge club. Ma is op vakantie en heeft de boel aan de kinderen en partners overgelaten. Maar de ontvangst is er niet minder hartelijk om. Stoelen worden klaargezet in de schaduw en een van de jongens helpt me met een mechanisch fietsprobleem. Bij een van de trappers is de rubber afdichting van de lagers eraf en er zit nu een tik in die steeds erger wordt. Ik ben bang dat de lagers er binnenkort uitvallen. En ik kom voorlopig geen fietsenmaker tegen. Geen nood, Wes is vroeger monteur bij een wielerploeg geweest en heeft nog wat trappers liggen. Hij wisselt ze om en mijn oude trappers gaan in de revisie. Zo hebben we een heerlijke rustige middag om even bij te komen. Want morgen moeten we er flink tegenaan.
Zaterdag 17 juni
Lochgilphead – Taynuilt – 67 km/957 hm (686 km)
Tegen deze dag kijken we een beetje op. Het schijnt wel een prachtige route te zijn maar je moet er flink wat voor doen. Het is niet anders, een ander alternatief heb ik niet kunnen vinden.
We gaan goed voorbereid op pad. Francesco en Stuart hebben een uitgebreid ontbijt voor ons gemaakt. Mevr. van der Veeke heeft voor pancakes gekozen. Het is zoveel dat de helft mee gaat voor de lunch. Ik ga voor een klein Engels ontbijt; eieren, spek, tomaatjes en blackpudding (bloedworst). Daar kunnen we wel even mee vooruit.
Het eerste stuk gaat nog langs het Crinan kanaal. Het is in de 18e eeuw aangelegd om vanuit Glasgow naar de westelijke eilanden te varen zonder het verraderlijke Mull of Kintyre te moeten ronden. Of ze hiermee de mensen of de wateren bedoelen, is me niet duidelijk. Er zitten vijftien sluisjes in, waarvan er nog elf met de hand geopend en gesloten moeten worden. Een fikse klus zoals ik aan den lijve ondervind als ik kort een bijbaantje als sluiswachter neem.
Op weg door natuurreservaat Moine Mohr zien we in de verte de Bens (Schotse bergen) al opdoemen waar we straks doorheen gaan. Maar voor die tijd hebben we eerst nog wat vertier.
We komen langs de 5000 jaar oude stenen circles van Templewood. Ze begonnen met houten palen en al snel zijn er grote stenen voor in de plaats gekomen. De stenen moesten een verbinding vormen tussen de mensen en de hemel. Bij specifieke gelegenheden werden hier riten uitgevoerd. En tweeduizend jaar later is er een jager in het midden begraven. Waarom is niet duidelijk.
Het wemelt hier van de neolithische restanten want verderop komen we Nether Largie, een soort van hunebed tegen. Het is er één van een serie. Anders dan bij ons hebben ze hier meteen een rotstuin van gemaakt. Minder mooi vind ik. Bij de volgende kun je een luik open schuiven en in het hunebed zelf klimmen. Wat we natuurlijk even doen.
Iets voor Kilmartin kunnen we kiezen. Over de weg of off-road langs kasteel Carnassarie te gaan. We kiezen voor dat laatste want een kasteel zou je nooit over moeten slaan. Bovendien zijn we aan koffie met pancakes toe.
Het is afgelopen met de makkelijke kilometers. De komende tijd zitten we langs Loch Awe. Het Is het langste en twee na grootste zoetwater loch van Schotland. De weg erlangs lijkt wel een rollercoaster. En dan letterlijk. Steil omhoog klimmen. Dat duik je weer in een gat van 30 meter diep om daar weer steil uit te klimmen. Repeat. Ondanks het strakke asfalt, de mooie uitzichten en de afwezigheid van auto’s is het toch behoorlijk inspannend. Daarom zijn we blij als we bij Dalevich komen. Het voormalige postkantoor is nu een café en het is de plek voor onze warme maaltijd vandaag.
Over de rollercoaster gaan we verder tot een laatste klim nog een laatste mooi uitzicht geeft op Loch Awe. We slaan linksaf en ploeteren nog een tijdje door tot Taynuilt. Hier doen we bij Graham de laatste boodschappen. Bier en ontbijt staat op de lijst.
Via Facebook kreeg ik een aanbod om in de tuin bij iemand te komen kamperen. Het blijkt een groot landhuis te zijn met een aantal cottages die nu als B&B is ingericht. We worden naar het weiland achter het huis geleid waar we de tent op mogen zetten. In het wasmachine hok is een wc. Het is een prachtige plek met uitzicht op een van de hoogste Bens (1126 ft) van Schotland, Ben Cruachan. Gelukkig blijven de schapen uit de buurt. Die houden niet van tenten. Als de tent net staat, begint het te regenen. En dat houdt het een uurtje vol. Binnen is het wat dringen met de spullen, de boterhammen en het bier maar uiteindelijk lukt het allemaal. Later op de avond wordt het droog en genieten we van het uitzicht en de rust. En het lijf kan even bijkomen.
Zondag 18 juni
Taynuilt – Oban – ferry naar Barra – Vatersay 29 km / 441 hm (715 km)
De slaap der vermoeiden is het beste maar vannacht gaat dat niet op. We liggen wat scheef, de wind doet de tent regelmatig schudden en om vijf uur worden de koeien losgelaten. Die koeien smakken bij het grazen. En ik lig niet echt relaxed als je ze om de tent hoort stommelen. Het zijn best grote beesten en wie zegt me dat ze niet over de tent heen gaan lopen?
Het gaat gelukkig allemaal goed en we kunnen de tent heel inpakken. Bij het ontbijt kom ik erachter dat ik gisteren bij Graham geen yoghurt maar ongeslagen slagroom heb gekocht. Vandaag een alternatief maar machtig ontbijtje.
Naar Oban is iets van 20 kilometers dus we zijn ruim op tijd voor de ferry van half twee naar Barra (£ 31.80) Die doet er bijna vijf uur over dus dat is lekker uitrusten.
Barra is een van de onderste eilanden van de Buitenste Hebriden. We gaan eerst nog een stukje verder naar het zuiden. Vatersay is het onderste bewoonde eiland van de Hebriden. Aan de andere kant is een semi-wildkampeerplek waar we kunnen staan. We staan in een landschap van machair, wat alleen op de buitenste Hebriden en Ierland voorkomt.
Er is wel een wc beschikbaar maar je staat gewoon in het veld waar de koeien en schapen langs klossen. Gelukkig hebben we dat gisteren kunnen oefenen. Vlak achter ons is een strand met mooie uitzichten.
Verrukkelijk om te lezen. Schotland Staat nog op mijn lijstje voor……
Het lijkt mij toch een stevige fietsroute……? Heb je deze route zelf uitgezet of volg je een bestaande route met een fietsgids?
Wat een prachtig verhaal weer… het universum is jullie goed gezind 😘