Schotland – Orkneys

Did you know that on one of the islands of Orkney, in the North of Scotland, there are some runes that when translated turned out to be Viking graffiti? Eight feet up a wall it says “A tall Viking wrote this.” You gotta love that!

Zondag 2 juli 

John O’Groats – Kirkwall – 44 km / 535 hm (1377 km)

We hebben vandaag een bijzonder afwisselende dag. Ik mag (bijna) twee keer ontbijt eten, we zitten drie kwartier in een kermisattractie, hebben de hele dag gratis water en geen gebrek aan frisse lucht. 

Gisterenavond waren er overtochten naar de Orkney eilanden geannuleerd vanwege de wind. Als we wakker worden, checken we eerst de website of er nog meer ferries geannuleerd zijn. Ondanks dat het harder waait, is dit niet zo. Dus met een iets geruster gevoel aan het ontbijt. Eieren, spek, worstjes, tomaat en toast. Het is mijn ontbijt en lunch. 

Daarna gaan we naar het haventje van John O’Groats. We heb het voetveer geboekt (£ 36) van kwart voor negen. In de haven staat nog een groep mensen te wachten in de wind en de regen. De zee spoelt steeds over de pier en het schip ligt te stuiteren in het water. Het is nog steeds niet duidelijk of hij nu wel of niet gaat. Het personeel is druk in de weer met touwen om hem stabieler te krijgen en uiteindelijk mogen we erop. De fietsen worden vastgebonden en wij kunnen binnen zitten. 

De oversteek wordt een langdurige kermisattractie. We gaan meters omhoog met de golven en ook weer meters naar beneden. De mensen binnen vallen bijna van de stoelen en kiezen voor een van de twee opties; bidden of overgeven. Ik zou ook bij de tweede groep horen maar ik ga buiten op het achterdek staan met de blik op de horizon. Hiermee hou ik het ontbijt redelijk binnen. Een enkele keer piept een worstje omhoog maar die kan ik gelukkig terugslikken. Deze hel duurt drie kwartier en dan gaan we bij Burwick aan land. 

De Orkneys lijken qua structuur wel op de Hebriden. Het is een ketting van eilanden die met ponten, dammen en bruggen met elkaar verbonden zijn. We fietsen van South Ronaldsey via Burray, Glimps Holm en Lamb Holm naar Mainland, het hoofdeiland waar Kirkwall op ligt. Het is een uitdagende tocht met de harde wind en even harde striemende regen. Haast niet te doen zonder bril op en ik heb alleen een zonnebril bij me. Mensen zullen zich wel afgevraagd hebben wat die gek in de stromende regen met een zonnebril op doet. 

Op Burray komen we langs Polly Kettle, een tearoom waar ze ook hele goede koffie hebben. Eindelijk een keertje barista koffie in plaats van filterkoffie. Mijn maag heeft inmiddels ook weer vaste grond gevonden dus er kan ook nog een taartje bij. We slaan daar zeker een uurtje stuk want het is er droog en warm. Het is daarna best lastig om dan de kou (9 graden, ik heb voor het eerst mijn handschoenen aan) en de nattigheid in te gaan maar wat moet dat moet. 

Het oversteken van de dammen is een dingetje. Door de harde wind spoelen de golven over de weg dus oppassen. En ook de wind staat er vol op dus je moet ook nog op je weghelft zien te blijven. 

De Italian Chapel is even een leuke afleiding. Italiaanse POW’s (gevangen genomen in noord-Afrika) hebben die gebouwd in de oorlog. Hij ziet er heel solide uit maar bestaat voornamelijk uit karton en gips. De basis was twee nissenhutten die met karton, gips en wat beton opgepimpt werden tot deze kerk. De binnenkant werd beschilderd om het op tegeltjes te laten lijken. Het waren wel kunstenaars want het beschilderde altaar ziet er prachtig uit. (De volledige achtergrond lees je hier)

Daarna is het verder tegen de wind in naar Kirkwall. Het landschap is niet echt boeiend. Dat vinden de koeien ook want als we langs fietsen dan rennen ze naar ons toe als waren wij popsterren. Iets waar Mevr. van der Veeke altijd weer vrolijk van wordt. 

Kirkwall is tegen een heuvel opgebouwd. Ik heb wat geboekt in het Royal Oak Guesthouse (£ 108 maar je moet wat als de hostels vol zitten) dat boven op de heuvel ligt. En de supermarkt is onderaan de heuvel. Maar ik heb het er graag voor over. Een biertje na zo’n uitdagende dag is een fijne beloning. We hebben een prachtige kamer en als we eenmaal gedoucht hebben en in droge kleren zitten, terwijl de regen nog steeds tegen te ramen klettert, dan is het weer helemaal goed. Morgen heeft dezelfde weersverwachting dus we nemen lekker een dagje rust.

De trapper heeft het gelukkig uitgehouden tot hier en het probleem wordt ter plekke opgelost. Alweer een B&B dat me ermee helpt. Een van de eigenaren, Erik, is zelf ook fietser en heeft nog een nieuw setje liggen wat we erop zetten. Hij wil er absoluut geen geld voor hebben. Kijk, zo’n B&B lijkt dan duur maar met dit soort service dan is het toch nog een koopje.

Maandag 3 juli

Rustdag Kirkwall

We nemen even een dag om bij te komen, te wassen en op te drogen. En alle tijd om Kirkwall goed te bekijken.

De Orkney eilanden bestaan uit zo’n 200 stuks, waarvan er ongeveer twintig bewoond zijn en ligt iets van 16 kilometer boven het Schotse ‘vasteland’. Het grootste eiland hebben ze zonder gêne Mainland genoemd en daar liggen dan ook de twee grootste plaatsen. Kirkwall is de hoofdstad en Stromness is belangrijk omdat daar de grootste ferry aankomt. De Orkney eilanden zijn al heel lang bewoond en dat weten we omdat er ontzettend veel neolithische restanten zijn gevonden. Maar daarover morgen meer.

In de achtste eeuw werd het bevolkt door de Vikingen. Ook daar zijn heel veel sporen van gevonden. Tot in de 19e eeuw werd hier nog Norn gesproken in plaats van Gaelic. Pas aan het eind van de middeleeuwen is het bij Schotland gaan horen omdat het onderdeel was van een bruidsschat.

Tegenwoordig leven ze van de landbouw, het toerisme en natuurlijk de whisky die hier gedestilleerd wordt (Highland Park ). De beschutte baaien hier waren uitstekend geschikt voor de Britse vloot. Totdat een Duitse onderzeeër hier de HMS Royal Oak tot zinken bracht. (overigens is onze B&B hiernaar vernoemd). Daarna werden Italiaanse POWs binnengehaald (ja, die van die Italian Chapel) om hier wat tegen te doen.

Kirkwall heeft iets van 9000 inwoners en is de hoofdstad. De boten legden hier vroeger aan tegen de muur van de kerk, vandaar de naam. We lopen in een kwartiertje naar het centrum dat verrassend leuk blijkt te zijn. Geen dichtgetimmerde etalages en gaten in de weg maar een opgeruimde en frisse boel. Het enige vreemde is dat ze hier voetgangersgebieden hebben waar je wel met de auto door mag. Zoiets als dat ze steeds met auto’s door de Herestraat in Groningen gaan.

We drinken koffie bij Judith Glue, eigenlijk een winkel met gebreide truien maar ook een koffietent. Mevr. van der Veeke valt hier helemaal voor een lokaal gebreide trui en gelukkig past die nog in de tas.

Daarna bekijken we de St. Magnus kathedraal, een gebouw opgetrokken uit rode zandsteen. Deze is opgericht ter ere van Magnus Erlendsson die bij een machtsstrijd vermoord werd. Op een stamboom zie ik dat hij wat nazaten met klinkende namen had. Wat te denken van Thorfinn the Mighty, Sigurd the Stout en, als klap op de vuurpijl, Thorfinn Skulsplitter! Rond zijn graf gebeurden allerlei wonderen en dan ben je zomaar heilig. Zijn neef Rognavald kwam orde op zaken stellen en zorgde voor de kathedraal. Later zijn zijn botten (minus een vingerkootje, dat ligt in de kerk op Kirkjubour, op de Faröer, waar we vorig jaar waren) verplaatst en in een van de pilaren ingemetseld. Van binnen is de kathedraal mooi. Sober, maar niet te sober. En versierd maar niet te versierd. Een bezoekje waard.

We lopen door de straatjes van het centrum en kijken ook even in de haven. De hele ochtend door drizzled het. Het centrum is leuk om doorheen te gaan maar daar ben je niet heel lang mee bezig. Toch is het de grootste stad die we zien sinds Newcastle.

Vanwege de regen duiken we het Orkney Museum in wat verrassend leuk is (en gratis). De expositie laat veel van de geschiedenis van de Orkneys zien. Uit de tijd van de Picten, de Vikingen en de Schotten. Er is ook een tijdelijke expositie over de Fantastic Beasts van Schotland die aan de hand van tekeningen, gedichten en verhalen langs komen. Erg leuk om te zien omdat we het verhaal van de spin ook al eerder tegenkwamen in de Kings Cave.

Wat betreft lokale gebruiken moet ik de Ba Game nog noemen, dat met kerst gespeeld wordt. De stad wordt min of meer in twee teams verdeeld. De Uppies en de Doonies. Vroeger werd dit op basis van geografie gedaan, tegenwoordig op familieband. Aan beide kanten van de stad is een ‘doel’ (de haven en een muur) waar de Ba (een soort leren bal) in gegooid moet worden. In het midden van de stad wordt de Ba in een kluwen van meestal 350 man gegooid. Er zijn verder geen regels dan ‘zorg dat de Ba in het doel van de tegenstander komt’. Je kunt je wel voorstellen wat voor chaos dit oplevert. Om een indruk te krijgen, klik hier (de actie begint op 2:30).

Wij scrummen terug naar onze tijdelijke woonstek om daar in alle rust de middag door te brengen. Morgen beloven ze beter weer en dan gaan we op de fiets op stap.

Dinsdag 2 juli

Kirkwall – Skara Brae – Kirkwall – 64 km / 531 hm (1441 km)

Het is een grijze maar droge dag en wij maken er ook nog een neolithische dag van. De Orkney eilanden waren 5000 jaar voor Christus al bewoond en daar zijn ontzettend veel sporen van terug te vinden. Met een fietstochtje (zonder bagage) kunnen we een  aantal van die locaties bezoeken en we krijgen ook wat meer mee van het eiland zelf. 

Het valt me op dat alles hier gecultiveerd is. Allemaal nette weilanden afgezet met stenen muurtjes en overal bebouwing. Woeste stukken met wildernis, zoals we in de noordelijke Highlands zagen, komen we hier niet tegen. Veel koeien en schapen maar ook genoeg landbouw. 

Onze eerste stop is bij Cuween Hill Chambered Cairn. Het is een oude grafheuvel met meerdere kamers erin. Ik kan me voorstellen dat de hunebedden er ook zo uit hebben gezien. Er is een kleine ingang waardoor ik kruipend naar binnen kan. Het is erg donker en de zaklantaarn die er hangt is leeg. Met mijn telefoonlampje kan ik toch nog wat zien. 
De cairn is meer dan 5000 jaar oud en gedurende duizenden (!) jaren zijn er (niet veel) mensen en honden in begraven. Het is een kleine versie van Maesehowe waar we later langs komen. Leuk detail is dat het bijgeloof hier zegt dat er ook Trows (een soort trollen) in kunnen wonen die je kinderen stelen en opeten. 

Een stukje verderop ligt Meashowe als een puist in het landschap. Het is een grotere versie van Cuween Hill en net zo oud.  Je kunt er alleen met een besproken rondleiding in. Het is ook een begraafplaats geweest en het leuke is dat er ooit Vikingen in geschuild hebben bij slecht weer en allerlei graffiti in runen hebben achtergelaten. Zoals het citaat bovenaan deze blog en nog meer nutteloze zinnen. Via deze app kun je virtueel een bezoek brengen aan deze grafheuvel. Het is bouwkundig bijzonder omdat er stenen van drie ton in verwerkt zijn. Ook astrologisch wisten ze van wanten want precies drie weken voor en drie weken na de kortste dag schijnt het licht van de ondergaande zon precies in de gang. 

Genoeg grafheuvels. We gaan verder met stenen. Meer mijn favorieten. In het veld komen we eerst de menhir, Barnhouse Stone,  tegen die in lijn met de ingang van Maeshowe staat. Hij wordt bewaakt door schapen dus ik kan alleen maar een foto op afstand maken. 

Dan komen we bij de Standing Stones of Stenness. Ooit waren dat er 11 met een grote gracht en wal eromheen. Waarschijnlijk werd de plek ceremonieel gebruikt. Het zijn enorme stenen en je vraagt je af hoe ze die toen, zonder hijskraan, overeind hebben gekregen. Leuk verhaal is dat de boer, die het land pachtte, de stenen lastig vond en ze om probeerde te trekken. Hij begon net de Odin-stone aan stukken te slaan. Die staat er dan ook niet meer. De lokale bevolking was woest en stak zijn huis in brand. Twee keer! De stenen zijn op verschillende platenhoezen terug te vinden, onder andere een van Van Morrison.

Een stukje achter de stenen vind je de restanten van de huizen van Barnhouse .Er hebben er waarschijnlijk zeker 25 gestaan en ze zijn van 3000 v. Chr. Je ziet alleen de fundamenten nog. Bij opgravingen hebben ze veel restanten van aardewerk en stenen gereedschappen gevonden. 

We fietsen langs de Watch Stone verder. Daarna langs de Ness of Brodgar. Hier kunnen we helaas niet in want het is (nog) niet open. Wel zien we er tientallen mensen met emmertjes, schepjes en kwasten bezig een nederzetting bloot te leggen. 

De mooiste stenen cirkel komt hierna. Het is de Ring of Brodgar. Het is de grootste op de Orkney eilanden(de derde van heel Groot-Brittannië) en, net als de andere genoemde plekken Unesco werelderfgoed. De cirkel is 104 meter in diameter en van de zestig originele stenen zijn er 36 over en daarvan staan er nu nog 27. Ik mag er helaas niet dronen dus het is lastig een goed overzicht te geven.

Het is prachtig om omheen te lopen want elke plek geeft weer een ander beeld. Wat mij betreft een magische plek. Natuurlijk zijn er weer allerlei folkloristische verklaringen voor. In dit geval waren het dansende trollen die de tijd vergaten en bij zonsopkomst in steen veranderden. Bijzonder detail is dat hier in 1941 oefeningen met tanks zijn geweest omdat er zo’n mooie gracht omheen zat. 

Klik op de foto om hem groter te zien.

Ik kan hier wel uren blijven kijken maar het klapstuk van de dag moet nog komen. Helemaal aan de westkust van het Mainland ligt Skara Brae. Deze nederzetting kwam na een storm in 1850 tevoorschijn. De zee en wind hadden grote stukken gras en zand verwijderd en daaronder zaten de wonderbaarlijk goed geconserveerde huizen van 3200 v. Chr. inclusief inboedel. Dat is ouder dan Stonehenge en de pyramides.

De indeling van de huizen is nog steeds te zien. Er waren bedden, kasten, een haard en zelfs mogelijk een soort van koelkast terug te vinden. Het geeft heel veel inzicht in hoe de mensen toen leefden. Ze konden zelfs bepalen dat ze toen al last van vlooien hadden. In die tijd was het klimaat milder en lag het dorp veel verder van zee. Rond 2500 v. Chr. veranderde het klimaat. Het werd kouder en natter. In die tijd is de nederzetting verlaten maar het is niet precies duidelijk waarom. Mogelijk een zware storm. Daarna is de hele nederzetting langzaam onder het zand begraven tot die storm in 1850. 

Een van de huizen is gereconstrueerd zodat je mooi kan zien hoe het geweest is. Verderop kun je de daadwerkelijke restanten bekijken via een pad wat er overheen en tussendoor loopt. Het lijkt of de huizen deels ondergronds lagen maar dat is niet zo. Vroeger stonden ze op grondniveau. Erg indrukwekkend om te zien. 

Hierna fietsen we het hele stuk weer terug naar Kirkwall. Nu hebben we wind mee dus dat gaat een stuk gemakkelijker.

We gaan naar een andere plek om te slapen. De B&B had geen ruimte meer voor ons dus nu zitten we in de Peedie Hostel (£ 60) in de haven. Het is een van de mindere plekken waar we gezeten hebben. Wel schoon, maar oud, klein en geen ruimte om lekker te zitten. Gelukkig is er wel een (mini-) keukentje zodat we een maaltijd kunnen maken. Het is maar voor één nacht want morgen zitten we weer ergens anders. 

Woensdag 3 juli 

Wandeling Kirkwall

Het oorspronkelijke plan was om een rondje op het westelijk deel van Mainland te fietsen. Dit is iets van 100 kilometer en we zouden dan halverwege kamperen. Maar gisteren hebben we de belangrijkste plekken al bezocht dus vandaag hebben we vrij. Omdat we toch wat willen doen, maken we een wandeling van een paar uur om Kirkwall heen. Maar eerst koffie in het centrum waar het ineens retedruk blijkt te zijn. Er zijn twee cruiseschepen aangekomen en die hebben hun vakantiegangers uitgebraakt in de haven. En nu lopen ze allemaal in Kirkwall. 

Ondanks de belofte van goed weer, regent het toch. Met regenpak aan deert het niet. We lopen naar Scapa Bay waar de Royal Oak ten onder ging. Daarna terug naar de Bay of Kirkwall. Daar zijn we te vroeg om naar onze volgende hostel te gaan dus we drinken nog wat in een pub. Het is ongelofelijk maar dit is voor het eerst dat we deze vakantie in de pub komen. 

Tegen vijf uur doen we boodschappen en fietsen we naar het Kirkwell Youth Hostel (£ 82)  waar we op een hele leuke manier ontvangen worden. Er is een grote keuken, een eetzaal en een lekkere lounge waar je kunt zitten. Helemaal goed hier. 

Donderdag 6 juli

Kirkwall – Stromness – Haven – 5 km (1035 km)

We hebben nog één dag te besteden voordat de ferry ons vanavond meeneemt naar Aberdeen. We hebben overwogen om een auto te huren en het eiland nogmaals rond te rijden. Maar we doen het liever low-budget dus we pakken de bus naar Stromness om daar rond te kijken. 

Als we bij de bushalte komen, blijkt dat 150 mensen hetzelfde idee hebben gekregen. Er zijn weer twee cruiseschepen aangekomen en die willen allemaal naar de stenen cirkels waar onze bus toevallig langs komt. We hebben alle tijd en sluiten relaxed aan in de rij. Met de eerste bus kunnen we niet mee dus we wachten nog een half uurtje. Van Amerikanen horen we dat ze een tiendaagse cruise doen (voor een kleine € 4000 pp) en ook in tien plaatsen in Schotland, Ierland en Engeland aanleggen. Met de volgende bus (£ 4 pp enkele reis) kunnen we wel mee en tuffen we naar Stromness. 

Stromness blijkt een leuk plaatsje te zijn dat zijn authentieke zelf heeft weten te bewaren ondanks dat de ferry vanuit Thurso hier aankomt. Blijkbaar rijden de meeste mensen gewoon door zonder uit te stappen. De gebouwen zijn grijze steen, de openbare voorzieningen zijn verdwenen en het zijn voornamelijk galeries en winkeltjes met tweedehands spullen. We lopen het hele dorp af tot aan de pier en terug. Het is verrassend mooi weer vandaag en lekker om op te warmen in de zon. In de loop van de middag bussen we terug en lopen we naar de hostel waar onze spullen nog zijn. Ondanks dat we geen kamer meer hebben, mogen we wel gebruik maken van de faciliteiten tot we naar de ferry kunnen. Die vertrekt om kwart voor elf, we kunnen inchecken vanaf half tien. Er was geen hut meer beschikbaar op de boot dus ik heb twee luxe stoelen gehuurd die ze pods noemen. In totaal betalen we £ 104 voor de overtocht. Om zeven uur komen we morgenochtend aan voor het laatste deel van onze reis.

7 gedachten over “Schotland – Orkneys

  1. Hennie zegt:

    Een ontzettend leuk verhaal, Hans. Het blijft me altijd verbazen dat mensen zo lang geleden op zulke afgelegen plekken gingen wonen.

  2. Willem zegt:

    Dat was me een boottocht🫣. En wat een mooie geschiedenisles. Ik wist niet dat daar zo veel historie was. Prachtig beschreven!

Leuk als je reageert