Schotland – Noordoost

Down a wandering path
I have travelled.
Where the setting sun
lies upon the ground.
The tracks are hard and dry
smoothened with the weather’s wear.
My mind did move with them 
that had before me been.
Trodding down the ground 
a track for me to follow.
Leaving marks for others
a sign for them to follow.
— David Dudgeon

Vrijdag 7 juli

Aberdeen – Stonehaven- 54 km / 706 hm (1500 km)

Gisteren waren we op tijd in de haven om onze ferry binnen te zien komen varen. Die is ‘s middags vanaf de Shetland eilanden vertrokken. Normaal gaat hij op maandag, woensdag en vrijdag maar dit is een extra vaart om de mensen van de Orkney eilanden, die aan de Island Games meedoen, op tijd te laten arriveren. Leuk detail is dat ik mijn fietstassen aan het herschikken ben als het committee zich achter me opstelt om de officiële foto te maken. Op het juiste moment draai ik me om en zet mijn officiële gezicht op en kom ook op die foto. Later zullen een hoop mensen zich afvragen wie die vent op de foto is met die grijns. 

Aan boord worden we netjes opgevangen en onze fietsen worden goed verzorgd. Alle hutten waren natuurlijk bezet door de sporters maar ik heb nog wel twee ‘pods’ kunnen boeken. Dit zijn ruime stoelen met een kussen en een dekentje in een stilte ruimte. Die stilte is beperkt want snurken blijkt niet onder lawaai te vallen. Afijn, het lukt ons wel om nog wat te slapen al is de houding niet super. Voor deze overtocht betaal ik overigens £104.

Stipt om zeven uur leggen we aan in Aberdeen en kunnen we aan het laatste deel van onze reis beginnen. We fietsen in alle vroegte door een leeg Aberdeen. Het moet duidelijk nog op gang komen. En ik ook. Via de gps probeer ik op de route te komen maar waar ik af wil slaan blijkt de weg metershoog te liggen. Die hoogteverschillen zijn lastig te zien op de kaart. 

Uiteindelijk zijn we vrij vlot buiten de stad en, eigenwijs als we zijn, negeren we de eerste omleiding. Hierdoor moeten we uiteindelijk vier kilometer terug fietsen maar hebben we wel een school dolfijnen in de baai gezien en een mooie vuurtoren. 

We volgen de NCR1 oftewel de LF1 alias the North Sea Cycle route die grotendeels langs de kust loopt over fietspaden en stille wegen. We boffen met het weer. Er was regen voorspeld en we hebben alleen even wat sputters gevoeld. De route gaat weinig door dorpen maar Stonehaven doen we wel aan. Gelukkig maar want we hebben boodschappen nodig. Stonehaven ziet er leuk uit. Netjes onderhouden en levendig met een actieve haven. Ook hier hebben ze weer een bijzonder gebruik met nieuwjaar. Een enorme brandende bal wordt aan een ketting rondgeslingerd terwijl ze door de straten lopen. Aan het einde worden de ballen in de haven geknikkerd en de slechte geesten zijn weer een jaar verdreven. Verder is Stonehaven de geboorteplaats van Robert William Thompson. De naam zal je niets zeggen maar je gebruikt zijn uitvinding dagelijks. Hij vond namelijk de luchtband uit. (En ook de vulpen maar wie schrijft er tegenwoordig nog met vulpen, behalve ik). 

Iets buiten Stonehaven staat Dunnottar Castle die, wat mij betreft, best wel in Game of Thrones mee had kunnen doen. Bovenop een rots, in zee, zien we nu de restanten van dit eens machtige kasteel. Het heeft heel wat meegemaakt. Dat begon 440 miljoen jaar geleden toen het Puddingsteen gevormd werd waar het op staat. Vijfduizend jaar v. Chr. bouwden de Picten een fort op deze rotsen. En ze bleven een tijdje want pas in het jaar 400 werden ze bekeerd en kwam er een kerk te staan. Daarna kwamen de Vikingen en rond 1300 werd het uitgebreid naar een kasteel. Daarna volgden eeuwen van onrust en in een van die oorlogen werden de Schotse kroonjuwelen hier nog opgeslagen. In de zestiende eeuw begint het verval. Het kasteel wordt verkocht en alles van waarde wordt gestript en afgevoerd. Dat verval is doorgegaan tot de twintigste eeuw waarin het als toeristische attractie populair wordt. Je kunt er op verschillende plekken prachtige foto’s maken en als je erin wilt dan moet je betalen (£ 10) en een fikse klim maken. 

Wij gaan verder naar onze ‘camping’. We staan weer bij wildvreemden in de tuin want de officiële camping in Stonehaven heeft maar drie tentplekken en die waren natuurlijk al vol. Via Facebook kreeg ik een aanbod van Paula dat we bij haar en Keith in de tuin mogen kamperen. Ze wonen op een prachtige plek bovenop een heuvel en Paula ontvangt ons als waren we oude vrienden. In de tuin is een mooie beschutte plek waar we de tent opzetten. We kunnen de douche en wc gebruiken. En het is erg gezellig om met haar te kletsen. Inderdaad als oude vrienden. Keith komt even later thuis van zijn werk. Hij is joiner (soort van bouwvakker) en ziet eruit als een Viking. Vol trots laat hij zijn twee (!) Harley’s zien. Een trike en een gewone motor. Beide prachtige machines. Ik blijf het bijzonder vinden de hartelijkheid van de Schotten. Om negen uur liggen we al in de tent. Het is moeilijk de ogen open te houden na de afgelopen gebroken nacht.

Zaterdag 8 juli

Stonehaven – Montrose – 44 km / 291 hm (1544 km)

Het is strakblauw als we opstaan. Dit weer hier blijft me verbazen maar op deze manier laat ik me graag verrassen. De tent is erg nat van de condens dus het duurt even voor hij in het zakje kan. We nemen afscheid van Paula en Keith. Hopelijk komen ze een keer in Nederland vakantie houden. 

Onze boot terug naar Nederland gaat pas op 24 juli dus we hebben twee weken voor de resterende 600 kilometer. Dat betekent dat we rustig aan kunnen doen. De route gaat het eerste deel over kleine landelijke weggetjes met mooie uitzichten. En soms een kleurig tuintje. In Inverbie komen we aan de kust. Bij de Coop halen we wat lekkers voor de lange koffie pauze aan het strand. 

De route gaat verder over een fietspad langs de kust. Soms tikken we een klein havenplaatsje aan zoals Gourdon en Johnshaven. Pittoreske plekken met hun huisjes, straatjes en drooggevallen havens (het is eb). Een heel stuk gaan we over een off-road pad. Erg mooi maar ik ben blij als we weer op asfalt zitten want het stuitert verschrikkelijk over de stenen en mijn blote benen zijn ook geen vrienden van de brandnetels. Ook het stuk door het St. Cyrus Nature Reserve is prachtig. 

Het mooie weer zet helaas niet helemaal door maar de grote buien weten ons niet te vinden. In Montrose kunnen we voor £14 op camping South Links terecht. Een koopje. We zitten vlak aan zee en kunnen de branding en de meeuwen horen. De vakanties zijn hier begonnen en het staat vol met families met schreeuwende kinderen en bbq-ende vaders. En daarbij maakt het niet uit of het regent of niet. Voor de Schotten business as usual. We kunnen de tent droog opzetten en net een maaltje koken voor het begint te regenen. En dat blijft het de rest van de avond af en aan doen. En dat vinden we niet erg want het is heerlijk om met dit weer in de tent te liggen. 

Zondag 9 juli

Montrose – Dundee – 56 km / 372 hm (1600 km)

Het heeft de hele nacht geregend. Meestal zachtjes maar ook periodes zo hard dat we wakker worden van het geroffel op de tent. Die het uitermate goed droog heeft gehouden. Rond een uur of zeven houdt het op met regenen. De rest van de dag blijft het droog en ‘s middags wordt het ook nog mooi weer. Helemaal goed zo.

Omdat het zoveel geregend heeft, begint de ochtend klam en mistig. Het landschap is mooi maar niet bijzonder. We komen langs The Red Castle of Lunan . Origineel gebouwd in de 12e eeuw en daarna in vele handen geweest. Vanaf de 17e eeuw is het verval begonnen en nu is het een hoop mooie rode stenen. 

Arbroath is de eerste grotere stad die we tegenkomen. We hebben dan ook de twee klimmetjes van deze dag gehad en we denken hierna een makkelijke vlakke route te hebben. Vlak is hij wel maar niet makkelijk. We rijden min of meer langs de kust tot Dundee en de zuidenwind is erg vervelend. Bij een klim weet je tenminste dat er een eind aan komt en daarna een afdaling. Bij wind blijft het bikkelen en het houdt niet op. We komen vandaag dan ook erg vermoeid aan. 

De route langs de kust is wel erg afwisselend. Vuurtorens, Millennium palen en typisch Engelse badplaats taferelen. Hordes mensen die hun auto met zicht op zee parkeren en daar dan hun bammetje (in de auto) opeten. Ook veel speeltuinen die afgeladen vol zijn omdat het zondag is én mooi weer. 

Bij Monfieth beginnen de voorsteden van Dundee. Het fietspad loopt erg mooi langs het water over de boulevard en er is steeds wat te zien. Dat maakt dat ik weinig meer van de wind merk. Bij Broughty castle staan we even stil. Het ziet er aardig gaaf uit voor een gebouw uit de 15e eeuw. Maar goed, het is dan ook lange tijd in gebruik geweest als strategisch verdedigingspunt. Zelfs tot in de tweede Wereldoorlog nog. 

Dundee is de vierde grootste stad van Schotland. En volgens de statistieken ook de meest zonnige. Ik kan dat niet weerleggen want het is inderdaad zonnig als we aankomen en zonnig als we vertrekken. Het is best een leuke stad om een dagje door te brengen. Er is geen camping dus ik heb een kamer in het Dundee Backpackers Hostel (£ 63,25) geboekt. Het ligt pal in het centrum en ik kan het hostel eerst lastig vinden want het blijkt een deur te zijn tussen twee winkels en de kamers liggen erboven. De kamer is mooier dan de meeste hotelkamers die we gehad hebben maar ligt wel op de derde verdieping. Dat betekent met vier fietstassen, een stuurtas en een tent de trappen op. Om mijn rug te ontzien doe ik dat in drie keer. De fietsen kunnen mooi op de binnenplaats staan. 

Na het opfrissen maken we een rondje door het centrum. Helaas is het zondag en na zessen dus alles is al dicht maar er zijn genoeg mooie gebouwen te zien. 

Maandag 10 juli

Dundee – Falkland – 61 km / 563 hm (1661 km)

Het is heerlijk weer als we de hostel verlaten, voor het eerst dat ik in T-shirt vertrek. We moeten over de Tay Road Bridge maar hoe kom je daarop als fietser? Gelukkig is er weer een behulpzame Schot die ons op de lift wijst om erop te komen. We passen er met z’n beide tegelijk in. De brug is iets van twee kilometer lang dus we zijn wel even onderweg. Aan de andere kant kunnen we er zo af rijden en daar kijken we nog even terug op Dundee. 

Een heel stuk van de route gaat door het Tentsmuir National Nature Reserve over off-road paden. (Het valt me sowieso op dat de routes hier in zuidelijk Schotland meer over autovrije of autoluwe paden lopen.) Je kunt hier niet alleen in het bos wandelen maar er is ook een grote speeltuinen een mooi strand. Het trekt veel mensen. Onderweg komen we nog een oude ijskelder tegen waarin vroeger de vis werd bewaard. In de winter werden er blokken ijs in gelegd omgeven door stro dat als een soort isolatie werkt. 

Door een gevarieerd landschap fietsen we verder. Met de klimmetjes worden ook de uitzichten beter. We komen door kleine dorpjes waar steeds maar één rijtje huizen staat. Een grote verrassing is Falkland maar daarover morgen meer. 

Iets buiten Falkland is de Pillars of Hercules waar ze organisch groente en fruit verbouwen die ze in een eigen winkeltje verkopen naast andere organische producten. Er is ook een café bij en bij beide is het druk. Ik heb gelezen dat ze ook een camping erbij hebben en dat klopt. Het is een camping naar mijn hart. Er is voor fietsers en wandelaars een afgescheiden veldje. Er is een stroompunt en een plek om binnen te kunnen zitten en koken. We staan er prachtig besloten en als enigen. En dat voor £ 12.

Er staat ook een prachtige Millennium wegwijzer maar ze hebben zelf geen idee wat het is. Dat heb ik ze natuurlijk even uitgelegd. 

Het regende vanmiddag al wat maar vanaf een uur of zes gaan de sluizen pas echt open. In principe redden we ons dan in de tent maar hier staat een fijne polytunnel waar we warm en droog kunnen zitten. 

Dinsdag 11 juli

Falkland

Er is veel regen voorspeld voor vandaag en er zit nog ruimte in de planning. Dus we fietsen een dag niet. Daarnaast is in Falkland genoeg te zien. Via het bos lopen we in twintig minuten naar Falkland. Omdat het regent, besluiten we te beginnen met het Falkland Palace

In de 12e eeuw begon dit met een hunting lodge en werd in de 13e eeuw uitgebreid naar een kasteel. Moord, doodslag en intriges voeren de boventoon in de volgende eeuwen. Uiteindelijk kwam het in handen van de (Schotse) koning en werd het een paleis. Een van de vele want deze mensen trokken van paleis naar paleis zodat het maar een paar dagen tot een paar weken per jaar bewoond was. Een keeper zorgde in de andere tijd ervoor. Iemand die hier graag kwam was Mary Queen of Scots.  

Er gebeurde hier teveel om allemaal te noemen, je vindt het op de Wikipedia pagina. Uiteindelijk ontstond er in de 17e eeuw brand toen het door Cromwells troepen bezet was. Een vleugel werd verwoest door brand en voor een koning is het dan niet meer aantrekkelijk om hier te komen. Voor de herbouw van deze vleugel was natuurlijk geen geld. Net als vele andere kastelen sloeg ook hier de verwaarlozing toe zodat het aftakelde. Pas in de 19e eeuw is het gekocht door de markies van Bute die genoeg geld had om het te restaureren (behalve dan de afgebrande vleugel). Tegenwoordig is het van de National Trust. 

Een interessant feitje is dat hier de oudste, nog in gebruik zijnde, tennisbaan ter wereld ligt. Het is een ander soort tennis dan wij kennen. Dit real tennis  (ook wel the sport of kings genoemd) is een combinatie van tennis en squash. Die koningen sloegen niet zelf op maar daar hadden ze een bediende voor. 

Voor £9 (pp, voor het eerst krijg ook ik ouderenkorting 😬) kunnen we erin. Van binnen is het volledig ingericht en er lopen gidsen rond die toelichting geven. Als we fietsen, dan nemen we meestal niet de tijd om iets zo uitgebreid te bekijken. Op een rustdag hebben we wel voldoende gelegenheid. Je mag binnen geen foto’s maken. Toch maak ik er een van de  apotheek omdat die in Outlander gebruikt is. 

Dat brengt me op het tweede onderwerp waar Falkland bekend van is geworden. Het stond model voor Inverness in de serie Outlander. Op diverse plekken in Falkland zijn opnamen gemaakt alhoewel ze voor de film soms zo gewijzigd zijn, dat je ze nauwelijks herkend. We lopen ze allemaal even af. 

Verder is Falkland een authentiek pittoresk typisch Engels dorpje waar het echt leuk is om rond te kijken. Alleen geeft het hetzelfde nadeel als bijna alle andere Engelse dorpjes; overal staat blik geparkeerd. 

De rest van de middag besteden we droog en warm in onze polypod. Ook wel eens lekker om niet te fietsen. 

Woensdag 12 juli

Falkland – Kinross – 24 km / 234 hm (1685 km)

Naar Edinburgh is het ongeveer nog 75 kilometer. En daar hebben we twee dagen voor. Ik heb wat geboekt waar we niet voor 5 uur kunnen aankomen. Er zit een camping op 25 kilometer en een op 60 kilometer. Wat zou jij doen? Wij hebben in elk geval een korte dag die stralend begint. Met zo weinig kilometers halen we voor vertrek nog een van de uitstekende koffies van de Pillars of Hercules. 

Er zit één bult in vandaag aan het begin van het traject met een geleidelijke klim en een mooie afdaling. Hierbij hebben we uitzicht op Loch Leven , een meer dat vroeger veel groter was. Tussen 1826 en 1836 liet men het waterpeil 1,4 meter zakken waardoor het 75% (!) kleiner werd. Er zijn zeven eilanden in het loch en een ervan, Castle Island, heeft Mary, Queen of Scotts (ja, zij weer…) , gevangen gezeten in Lochleven Castle (waaruit ze wel wist te ontsnappen). 

Tegenwoordig is Loch Leven een groot natuur- en recreatiepark waar de Schotten graag komen. Een van de plaatsen aan het loch is Kinross waar onze camping van vandaag is. Gallowhill is een werkend boerenbedrijf die wat geld bijverdiend. In ons geval £24 (en voor douchen betaal je ook nog £1) maar de faciliteiten zijn verder goed. We kunnen (hopelijk de laatste keer) wassen, er is een picknicktafel en een bothy waar je binnen kunt zitten en eten. Het wassen is wat behelpen want net als de boel hangt, komt er een stortbui. Gelukkig is er ook nog een droger. 

Donderdag 13 juli

Kinross – Edinburgh – 62 km / 723 hm (1747 km)

Gisterenavond en vannacht heeft het veel geregend. Gelukkig is het vanochtend weer droog. De voorspelling voor vandaag is goed en ondanks dat regenen we toch een paar keer nat. Maar je wordt ook weer droog dus het leed blijft beperkt. We hebben vandaag een langer stuk te overbruggen. Dat komt mooi uit want we kunnen toch pas na vijf uur op ons overnachtingsadres in Edinburgh terecht. We zitten overigens niet in de stad zelf maar in Colinton, een van de voorsteden. In het eerste stukje van de route zien we nog wat van Kinross en gaan we nog een stukje om Loch Leven.

Daarna volgt een best wel steile klim naar boven de 300 meter. Hier regenen we twee keer nat. Ik waan me bijna weer in de hooglanden omdat de heuvels om me heen hoger worden en het landschap leger. We zijn nu zo getraind dat dit soort klimmen eigenlijk weinig problemen meer opleveren. En ondertussen scoren we onze 1300-ste geocache. Na de klim hebben we een hele lange, geleidelijke afdaling. Precies zoals ik ze het liefste heb. De afdaling brengt ons in Dunfermline en vanaf hier zitten we voornamelijk in stedelijk gebied.

We volgen een oude spoorlijn. Je merkt dat aan het feit dat het traject vrij vlak is en dat je regelmatig door onder viaducten door gaat. In Dunfermline stuiten we per toeval op Luca’s kitchen een uitstekend restaurant waar we vast onze warme hap van vandaag halen. Na Dunfermline gaan we door Rosyth en Inverkeithing. Hier komen we langs Ryans Bike Surgery en mijn fiets heeft toch weer wat operaties nodig. Mijn trapper is niet goed strak genoeg aangedraaid en tikt wat. Als je daar niets aan doet dan slijt dat steeds harder en als je heel lang wacht dan kan het schroefdraad in de crank wegslijten. Ondertussen merk ik ook dat de bevestiging van mijn stander van het frame afgescheurd is waardoor de stander los hangt op één schroef. Die moet eraf. Voor beide problemen heeft Ryan gelukkig een oplossing.

En dan moeten we de Firth of Forth over. Hier liggen drie bruggen. Een voor de treinen, een voor het snelverkeer en een voor de bussen, taxi’s, voetgangers en fietsen. Als we op de brug komen, is het fietspad afgesloten. Dan maar over de rijbaan. Gelukkig is die vrij rustig. Er komen een paar bussen en taxi’s langs en allemaal toeteren ze en gebaren ze dat we op het fietspad moeten. Blijkbaar weten ze niet dat dit afgesloten is. Afijn, na een paar kilometer zijn we van het getoeter af want dan zijn we aan de overkant. Vanaf de brug heb je een mooi uitzicht want met name de spoorbrug is een plaatje. In 1890 gebouwd, Unesco Werelderfgoed en in 2016 bestempeld als Scotlands greatest man-made wonder. Dingen waarmee ik het alleen maar eens kan zijn.

Na nog een klein landelijk stukje komen we in de voorsteden van Edinburgh. Het is een prachtig stuk want de route leidt ons door van alles. We komen door woonwijken, achterbuurten, luxe buurten, begraafplaatsen, volkstuintjes, oude spoorlijnen en winkelstraten. De kilometers glijden zo ongemerkt voorbij en het is een groot feest om hier te fietsen. Totdat we bij een afslag komen waar we twee trappen op moeten. En dat gaat natuurlijk niet lukken met onze fietsen en bagage. Edinburgh is nogal geaccidenteerd en het is erg complex om dan weer op het gewenste fietspad te komen dat op een oude spoorlijn ligt. We proberen het een paar keer waarbij we óf te hoog óf te laag zitten. Erg frustrerend maar ook hier is er weer een behulpzame Schot die ons red. Hij wijst ons een sluippaadje waardoor we toch weer op de route komen.

En daar zijn we heel blij mee want in het laatste stukje zit de Colinton tunnel die met prachtige graffiti bewerkt is. Je kunt hier zo een half uurtje besteden met het bekijken van de prachtige schilderingen. Tot 2019 was dit een donkere, grijze tunnel tot wat bewoners bedachten dat dit anders moest. Twee artiesten maakten een ontwerp en begeleiden de uitvoering. Het resultaat is prachtig.

Hierna is het nog maar een klein stukje naar onze overnachting voor drie dagen. Er bleek zelfs een Vriend op de Fiets (£50 per nacht) in Edinburgh (er zijn er meer in Groot-Brittannië) te zitten en daar blijven we drie nachten zodat we twee dagen hebben om de stad goed te bekijken.

7 gedachten over “Schotland – Noordoost

  1. Dory Abrahamse zegt:

    Wat een mooi en uitgebreid verslag weer met bijbehorende foto’s. Een genot om te lezen!
    Jullie zijn wel kanjers hoor: bulten en regen trotseren!
    Geniet van Edinburgh, groeten Dory

  2. Willem zegt:

    Weer een prachtig verslag Hans. Wat betreft de verschillen op die foto’s: die vrouw is even mooi maar ze hebben het geveltje links groen geschilderd.
    De tunnel is prachtig. Vooral de reacties van mevr van der Veeke zijn mooi.
    Een prachtige reis tot nu toe. Respect hoor voor jullie doorzettingsvermogen💪

  3. Anoushka zegt:

    Wat een mooie reis maken jullie. Heel indrukwekkend hoe jullie de elementen trotseren. Prachtige foto’s en steeds weer geniet ik van jouw verslag.

Leuk als je reageert