Wie ziet kan vertellen. En wie vertelt legt vast. We hebben de taal nodig om onze ogen te helpen. – Sacha Bronwasser – Luister.
Een ietwat verlate blog omdat de tablet onderweg stuk ging. En zonder dat ding ben ik hulpeloos. Geen mogelijkheid om routes aan te passen, geen Photoshop en Lightroom en geen middelen om de blog te maken. Gisteren zijn we thuisgekomen dus nu alsnog het laatste stukje.
Zondag 16 juli
Edinburgh – Innerleithen – 58 km / 879 hm (1805 km)
We nemen afscheid van Mike en Sally. Het was een fijne plek om een paar dagen te verblijven en we hebben het er heel gezellig gehad met hun.
Onze eerste stop is Rosslyn Chapel. Als je het boek De Da Vinci Code van Dan Brown hebt gelezen of de film hebt gezien dan moet je het vast herkennen. De sleutelscene speelt zich hier af. Om er te komen fietsen we 15 kilometer, vooral door de buitenwijken van Edinburgh.
Een bezoek aan de kapel moet je boeken (Ā£8,50 pp) anders kom je er niet in. De kapel is een plaatje. Er is binnen en buiten zoveel beeldhouwwerk om te zien dat je niet uitgekeken raakt. Door een gids wordt uitgebreid verteld over de historie van de kapel.
Oorspronkelijk zou dit een kathedraal worden waarmee Sir William St. Clair in de 15e eeuw een plek in de hemel wilde kopen. Ze begonnen met dit deel en kosten noch moeite werden, met name aan beeldhouwwerk, bespaard aan binnen- en buitenkant. William ging dood en de bouw werd gestopt. In de 16e eeuw kwam de reformatie en waren dit soort kerken strafbaar. De kapel verviel en werd als paardenstal gebruikt. Ontbrekende ramen en een lekkend dak gedurende honderden jaren doen weinig goeds. Het is een wonder dat het zo mooi bewaard is gebleven. Pas in de 18e eeuw werden er ramen geplaatst en vonden de eerste restauraties plaats.
Het beeldhouwwerk aan de binnenkant is prachtig. Er is zoveel te zien. Het was vroeger bedoeld om het ongeletterde gepeupel wat normen en waarden bij te brengen. We zien veel Bijbelse taferelen, de danse macabre, engelen (waaronder een met een doedelzak), de zeven zonden en deugden en heel veel Green Men (eigenlijk heidense symbolen die de verbinding met de natuur symboliseren). Je hebt anderhalf uur in je tijdslot maar eigenlijk is dat te weinig om alles goed te kunnen bekijken.
Na de kapel kunnen we naar een camping dichtbij of 40 kilometer verderop in Innerleithen. Hiervoor moeten we een heuvel van meer dan 400 meter over in the Moorfoot Hills en grotendeels tegen de harde wind (kracht 6) in fietsen. Hij zou vanuit het westen moeten komen maar in de praktijk blijkt het zuidwest. En laten wij nu naar het zuidwesten fietsen. We kiezen toch hiervoor want anders hebben we later in de week een hele lange dag.
De route is prachtig maar het is erg bikkelen tegen de wind in en heuvelop. De enige manier om dit te doen is het verstand uit te zetten en op de pedalen blijven duwen. Dan kom je vanzelf boven. En zelfs tijdens de afdaling moeten we trappen omdat we anders niet vooruit komen. Gelukkig blijft het wel droog vandaag terwijl de voorspellingen niet goed waren.
Omdat het laat kon worden heb ik in Innerleithen een kamer geboekt. We zitten in St. Ronans Hotel (Ā£77), een authentieke hotel annex pub in het centrum. Alles heet hier overigens St. Ronan omdat deze monnik met een coracle over de Tweed trok om zieltjes te winnen. Het hotel is adequaat maar wat wel vervelend is dat ze de kosten twee keer incasseren en later moeilijk doen over de teruggave. Innerleithen is overigens een leuk dorpje met meerdere fietsenwinkels. Er wordt hier veel gemountainbiked en gewandeld. Tijdens de industriĆ«le revolutie stonden hier wel vijf wolmolens. Tegenwoordig verdienen ze hun geld aan de toeristen (blijkbaar door ze op te lichten).
Maandag 17 juli
Innerleithen- Melrose – 29 km / 237 hm (1834 km)
We merken nu pas hoe zwaar gisteren was. We zijn er nog steeds moe van. Het plan is om naar de camping in Melrose te fietsen wat maar een kleine 30 kilometer is. Tot ik op hun site zie dat kamperen daar Ā£38 kost. Hopelijk klopt dat niet voor fietsers en anders moeten we toch door naar Coldstream wat nog 45 kilometer verderop ligt.
We zitten inmiddels in de Scottish Borders en fietsen door de Tweed Valley langs de rivier de Tweed. Het gaat veel over fietspaden en maar een klein beetje op en neer. Net genoeg om toch mooie uitzichten te krijgen.
Omdat het maar zo weinig kilometers zijn, komen we om 12 uur al aan in Melrose. We informeren bij camping Melrose Gibson Park en leren twee dingen; Het kost inderdaad Ā£38 per nacht en we kunnen er pas om Ć©Ć©n uur terecht. Eigenlijk vinden we dat bedrag vĆ©Ć©l te hoog voor een stukje gras en een douche. Maar met name Mevr. van der Veeke ziet nog 45 kilometer niet zitten. Het alternatief, een B&B, is nog veel duurder dus we slikken ons ongenoegen in en kiezen voor deze camping ondanks dat het tentenveldje het verst van het sanitair ligt en eigenlijk openbaar toegankelijk is.
We hebben alle tijd om Melrose nog even in te lopen. Het heeft een leuke Highstreet met winkels en het stikt in deze streek van de oude abdijen dus Melrose heeft ook nog wat steenhopen staan. We gaan er kijken en kunnen er voor half geld in omdat de boel op instorten staat. Je kunt er alleen omheen maar niet meer in.
St. Maryās Abbey is in 1136 gebouwd als Cisterciaans klooster (eerste in Schotland) in min of meer Gotische stijl. Een aantal van de Schotse koningen is hier begraven een ook het hart van Robert de Bruce kom je hier tegen als je een schep in de grond steekt (de rest van zijn lijf ligt in Dumferline). Het klooster was erg succesvol met zijn 100 monniken. Ze hadden een van de grootste schapenboerderijen van Schotland. In de loop van de tijd is het vaker aangevallen, afgebrand en opnieuw opgebouwd. In 1590 ging de laatste monnik dood en daarna raakte het in verval. In de 19e eeuw heeft (daar is hij weer) Sir Walter Scott een halfslachtige poging gedaan om de ruĆÆnes wat te redden maar gezien de hekken die er nu omheen staan, was dat niet genoeg. Gelukkig hebben we een handsfree audio tour zodat we toch nog wat meekrijgen van de historie.
Dinsdag 18 juli
Melrose – Coldstream – 47 km / 414 hm (1881 km)
Na een koude nacht staan we met zon op. Het lijkt hier wel een gegeven. Ćf het is ās ochtends mooi Ć²f ās avonds. Maar nooit de hele dag.
We pakken in en beginnen met koffie en taart. Precies 35 jaar geleden kozen we formeel en officieel voor elkaar en dat moet natuurlijk gevierd worden. We zitten heerlijk in de zon maar er moet toch echt gefietst worden. Het schijnt dat hier veel Romeinse restanten gevonden worden. Het Leaderfoot viaduct dat we zien doet ook Romeins aan maar ik kan me niet voorstellen dat die zo oud is en in zoān goede conditie.
Onze eerste stop is Scottās View. Het was het favoriete uitzicht van Sir Walter Scott. Op de een of andere manier lijken we niet van hem af te komen. Onderweg zien we een schaapherder met twee honden een kudde schapen bijeendrijven. Ik vind dat altijd een prachtig gezicht. Het samenspel van de boer met de honden. En het enthousiasme van die beesten. Even later komt hij langs met zijn honden en maken we een praatje. Zo weten we van alle problemen waar je als schaapherder mee te maken krijgt.
Afijn, we waren op weg naar Scottās View. Hij ging er vaak heen met zijn paard. Zo vaak dat toen hij dood was en er in de kist achterop de kar langs kwam, de paarden ook stopten. Ze zeggen om hem de laatste keer het uitzicht te geven. Maar volgens mij omdat de paarden net zo moe waren van die steile klim als wij. Het is in elk geval een machtig mooi plekje. Als ik hier woonde dan zou ik er ook vaak even gaan zitten.
In de afdaling zien we eens wie en hoe ze al die mooie muurtjes maken. Ze hebben al meer dan een kilometer gedaan en ze moeten nog veel meer. Geduldig worden de stenen passend gekapt met een hamer. En voor de stevigheid stoppen ze er tegenwoordig cement tussen. Die staan hier nog wel even. En de muurtjes ook.
Via kleine wegen fietsen we naar Kelso. deze stad heeft het grootste marktplein van Schotland. In de praktijk komt dit erop neer dat ze nog meer autoās midden in het stadje kunnen parkeren dan andere stadjes. Verder is hier ooit de laagste temperatuur van januari gemeten (-26,7 graden Celsius) en is er natuurlijk een abdij. Ook deze is wederom in zoān staat dat het bezoeken ervan spelen met je leven is.
Over de route van Kelso naar Coldstream kan ik kort zijn. Het is net alsof je over de provinciale autoweg van Groningen naar Baflo fietst. We zijn even in Engeland maar bij Coldstream komen we toch weer in Schotland.
Inmiddels is het begonnen met regenen maar niet heel hard. We kunnen op camping Coldstream Holiday Park (Ā£25) de tent redelijk droog opzetten. Het blijft regenen tot een uur of zeven. Maar er is niets romantischer dan op je trouwdag in de regen in een tent te liggen. Het is net als bij onze huwelijksreis, die toen ook in Groot-BrittanniĆ« plaats vond.
Woensdag 19 juli
Coldstream – West Kyloe – 37 km / 507 hm ( 1918 km)
Als we Coldstream verlaten dan verlaten we ook Schotland. Met spijt in het hart want Schotland is mooi en vol met vriendelijke mensen. De laatste stuk van onze reis zitten we in Engeland en Nederland. Vrij snel gaan we weer over voornamelijk landelijke routes met soms een stukje drukkere weg als verbinding.
Hierboven denk je een mooi uitzicht te zien. Maar dit land is doordrenkt met bloed want hier was de Battle of Flodden Field. Waarschijnlijk zegt je dat niets maar het is een van de grootste en bloedigste oorlogen tussen de Schotten en Engelsen geweest. Daarbij was de Battle of Culloden een kinderfeestje terwijl mensen die dan wel weer kennen (vooral door Outlander). Bij Culloden stierven hooguit 2500 mannen.
Bij Flodden stierven 14.000 mannen (waaronder de Schotse koning) in Ć©Ć©n middag (!). Deze slag vond in september 1513 plaats en door verkeerde tactische keuzes en wat pech ging het helemaal fout voor de Schotten. We maken er even een koffie en laten de informatie op ons inwerken. Die koffie is net op tijd want hierna begint het te regenen. En dat blijft het tot ās middags af en aan doen.
Bij Ford is een steile klim en halverwege is Ford Castle. Een goede reden om even te stoppen. Het ziet er nog behoorlijk patent uit voor een gebouw uit de 13e eeuw. Je kunt het niet bezichtigen want het is nog steeds in gebruik als outdoor activity centre voor schoolkinderen. Daarom mag je eigenlijk geen fotoās maken maar omdat het zo regent, is er niemand te zien dus ik ben even ongehoorzaam.
Via stille wegen weven we ons een weg naar de kust. En omdat we wat hoger zitten, zien we de zee op een gegeven moment liggen. Aan de kust is onze camping van vandaag.
Vroeger fietsten wij gewoon een dag en melden ons bij een camping langs de route voor een plekje. Een heerlijk gevoel van vrijheid. Dat is tijdens deze reis afgelopen. In Schotland zijn al niet veel campings en de meeste zijn caravanparken (geworden). Je kunt er met een tent niet terecht. En als ze al tentplaatsen hebben dan zijn er maar een paar en die zijn altijd allang besproken. Ik ben elke avond een half uur tot Ć©Ć©n uur bezig om ons volgende plekje te vinden Ć©n te boeken. Zo heb ik gisteren camping Old Mill geboekt waar we voor Ā£15 terecht kunnen. Het is een camping zoals we die het liefste hebben. Kleinschalig en zonder poespas. We vinden een mooi plekje in de walled garden en als de tent staat dan begint zowaar de zon te schijnen. Het kon minder.
Donderdag 20 juli
West Kyloe – Longhoughton – 55 km / 505 hm (1973 km)
We zakken een stukje langs de kust naar het zuiden af. En alhoewel het hier erg leuk fietsen is over de Noordzee route, is het ook weinig spectaculair. Het zijn gewoon rustige wegen met weinig autoās en af en toe een klimmetje. Die zijn in het algemeen veel steiler dan in Schotland maar ook veel korter. We moeten het hebben van de bezienswaardigheden onderweg.
De eerste is een toren midden in het veld. Is het een vuurtoren? Een uitkijktoren? Nee, het is een self-catering cottage die je kunt huren met een fantastisch uitzicht. The Ducket is in 1969 gebouwd en zijn laatste functie was een duiventil. En tegenwoordig kun je er dus in slapen. Kost je wel Ā£1100 voor een weekje.
In Bamburgh hebben ze het wat groter aangepakt en ik betwijfel of het te huur is. Ik heb het dan over Bamburgh Castle. Het kasteel is uit de 11e eeuw maar in de eeuwen daarvoor heeft er ook al van alles gestaan. Het is vele malen belegerd en ook vele maken in andere handen overgegaan. In de 17e eeuw was er te weinig geld om het kasteel goed te onderhouden en trad het verval in.
Maar in de 18e en 19e eeuw probeerden de eigenaars het toch wat op te kalefateren. Tot het door de industrieel Lord Armstrong gekocht werd. Die was rijk genoeg om het compleet te restaureren. Het is nog steeds in het bezit van de familie Armstrong en je kunt het bezoeken (Ā£15,50 pp).
Het kasteel is in wel 30 films gebruikt waaronder Robin Hood, Indiana Jones, Macbeth. Ivanhoe en de Netflix serie The Last Kingdom waar het de thuisbasis is van Uhtred.
Daarna gaat het verder via kleine weggetjes. Nadeel daarvan is dat er geen bankjes langs staan om een bammetje te doen. De dorpjes zijn te klein voor een kerk of een kerkhof. Dat zijn plekken waar we ook graag even gaan zitten. Dan maar een willekeurig weggetje in en met ons eigen stoeltje zit dat ook prima.
Van heel ver weg zien we de restanten van het 14e eeuwse Dunstanburgh Castle. Die is te ver heen voor wat restauratie. Het is tegenwoordig van The English Heritage en je kunt die hoop stenen nog steeds bezoeken en dan durven ze er ook nog Ā£8,50 voor te vragen.
In Longhoughton heb ik camping Coast and Castles (Ā£ 24) kunnen vinden die nog wel tenten accepteert. Boeken gaat op een moderne manier, dus online. Bij aankomst op de camping staat op een bord waar je mag staan. De sanitaire voorzieningen bestaan uit een pre-fab keet met twee douches en twee wcās. Heel efficiĆ«nt allemaal maar wel minimaal. Toch staan we er prima. En voor deze keer niet als enige tent.
Vrijdag 21 juli
Longhoughton – Widdrington – 35 km / 222 hm (2008 km)
Vandaag hebben we maar een kort stukje. Liever was ik verder gegaan maar dichterbij Newcastle zit geen camping die tenten accepteert. En voor deze camping moeten we ook nog zes kilometer van de route af. Het zij zo. We hebben wel een mooie dag. Niet alleen qua weer maar ook het landschap en de dingen die we zien.
We komen eerst in het plaatsje Alnmouth. De aanrij route is al fraai en het dorpje is een plaatje. Het zou zo in een oude Engelse serie mee kunnen doen (als je de autoās weg zou halen). Hier is St. Cuthbert ooit verkozen als abt van Lindisfarne. In de 18e eeuw was het een rijke handelsplaats omdat het een haven aan de rivier de Aln had. Maar een storm verlegde de loop van de rivier en de haven slibde dicht. De rijkdom van weleer is nog steeds te zien aan de huizen.
Nu we het er toch over hebben wil ik noemen dat we de Schotse mentaliteit missen. Mensen waren daar open, vriendelijk en behulpzaam. Altijd zin en tijd voor een praatje. In Engeland groeten weinig mensen en we maken nauwelijks praatjes. Ze komen op mij over als uit de hoogte en snobistisch. In Schotland waren we interessante reizigers. Hier worden we beschouwd als landlopers die je beter kunt mijden.
Langs een drukke weg met gelukkig een vrijliggend fietspad rijden we naar Warkworth. Net zoān schattig stadje en dan ook nog met een prachtig kasteel.
De eerste versie uit de 12e eeuw was van hout. Dat kun je nauwelijks een kasteel noemen. Pas later is het van steen gemaakt en, zoals het meestal gaat, voegden de volgende bewoners telkens wat toe. Sinds 1984 is het bezit van The English Heritage.
Je kunt het bezoeken voor Ā£11-15 (afhankelijk van welke dag) maar liever laat ik de drone even op voor een foto.
Iets verderop ligt Amble, een grotere stad en iets minder pittoresk. Als we door Highstreet gaan, zitten we in een ware file. Het is hier wel gezellig druk en in de haven is het mooi flaneren. We vinden daar een mooie lunchplek om dat alles te aanschouwen. De route loopt daarna over gravelpaden en kleine wegen vlak langs de kust verder. We ruiken de zee, horen de branding en zien de golven. Het is een mooi stuk van de Noordzeeroute.
Te snel moeten we afslaan naar het binnenland om naar Seddons Caravan Park te gaan (Ā£20). De ontvangst is wat vreemd maar ze hebben een mooi tentenveldje. En met volop zon is het geen straf om daar te staan.
Zaterdag 22 juli
Widdrington – Newcastle – 64 km / 352 hm (2072 km)Ā
Het is vandaag de laatste echte fietsdag in Groot-Brittanniƫ en dat gebeurt natuurlijk op passende wijze. Het regent als we wakker worden, we pakken de tent in de regen in, ik regen onderweg drie keer doornat en droog twee keer op. Typisch Schots weer.
De route gaat langs de kust zuidwaarts. Veel door druk stedelijk gebied en ik vind het altijd weer verrassend welke routes de routemakers hebben kunnen vinden zodat het fietsvriendelijk blijft. We zitten dan per saldo veel langs snelwegen maar wel afgescheiden door groen en op een eigen weg. We passeren een paar grote steden zoals Ashington en Blyth. Daarna nog wat stukken langs het strand en het verbaast me dat de mensen, ondanks de regen, er gewoon nog op uit gaan om een strandwandeling te maken. Ik zie een enkeling zelfs op een kleedje met een picknickmand zitten.
Bij Whitley Bay komen we in de voorsteden van Newcastle. Voor Newcastle zelf fietsen we nog 13 kilometer landinwaarts. Langs een snelweg. Dat voelt net als fietsen over de Afsluitdijk in de regen. Erg lawaaierig. In Newcastle slapen we twee nachten bij Kate in een Airbnb (ā¬127 voor 2 nachten) zodat we nog een extra dag in de stad hebben. We komen daar erg nat aan maar na een warme douche en met de kachel aan, is het weer helemaal goed.
Zondag 23 juli
Newcastle
Het weer is zo mogelijk nog slechter dan gisteren. Mooi dat het zo is en niet andersom. Met het regenpak aan deert de regen ons nauwelijks.
Omdat we binnendoor lopen zien we een hele andere kant van Newcastle. Het is altijd een industriestad geweest met veel mijnbouw. Dat is nu allemaal voorbij en de stad moet zichzelf opnieuw uitvinden. Dat doen ze goed want veel van de industriƫle gebouwen worden omgezet naar woningen, musea, hipsterlocaties en kantoorpanden.
We lopen eerst door parken en onder hoge bruggen door naar het Ouseburn gebied. Daar zit van alles creatiefs en ook een soort van Downies en Brownies. Beter kun je niet bediend worden en de koffie met scones zijn dan ook voortreffelijk.
Langs de Ouseburn gaan we naar Quay side, de kades aan de Tyne. Dit is de plek waar we zeven weken geleden, aan het begin van onze tocht, ook langs fietsten. Je hebt hier een mooi zicht op de verschillende bruggen over de Tyne. Ze zijn allemaal bijzonder.
We hebben een gelukje want de Millenniumbrug gaat net open (elke dag om 12 uur, voor de toeristen). Het is de eerste kantelende brug ter wereld. Daarom noemen ze hem hier The Blinking Eye. Hij is ook erg energiezuinig omdat hij zo mooi in evenwicht staat. En als hij open gaat, dan rolt alle rommel naar een kant waar een speciale afvoergoot is gemaakt. Mevr. van der Veeke maakt een mooie time lapse van de vier minuten die het kantelen duurt.
Aan de overkant is het Baltic Centre for contemporary art waar we een prachtige fototentoonstelling van Chris Killip zien. Deze Engelse Ed van der Elsken legde het Britse leven in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw vast in ontroerende zwart-wit fotoās.
Net als dertien jaar geleden eten we weer een uitstekende maaltijd bij Barluga in Grey Street. Verder kijken we nog in het centrum waar het, ondanks de regen, nog verrassend druk is. De winkels zijn dan ook gewoon open. Die winkels vind ik niet zo boeiend, ik vind de gebouwen mooier. Aan het eind van de middag vinden we het wel best. Lopen is toch weer een hele andere beweging dan fietsen en dat merken we aan de heupen en spieren.
Maandag 24 juli
Centrum Newcastle – North Shields – 17 km / 127 hm (2089 km)
Onze boot gaat pas om vijf uur. We kunnen gelukkig wat langer bij Kate blijven hangen zodat we niet als zwervers op een bankje in Newcastle de tijd uit hoeven te zitten. Tegen twaalf uur laden we toch de spullen op en gaan we eerst nog even in de stad warm eten. Dat is veel lekkerder en veel goedkoper dan op de boot. Om het goed af te sluiten opteer ik voor de traditionele Fish and Chips.
De terugtocht naar Nederland kost ā¬440. Het grootste deel van dit bedrag zit in de (verplichte) hut. We fietsen dezelfde route terug langs de Tyne als die we zeven weken geleden heen hadden en zijn tegen half drie in de haven. We kunnen meteen inschepen, de fietsen worden vastgezet en we kunnen naar onze hut. Gelukkig is het niet al te woest weer zodat ik de vis niet opnieuw hoef te laten zwemmen.
Dinsdag 25 juli
IJmuiden – Enkhuizen – pont – Stavoren – 77 km / 127 hm (2166 km)
Het ontschepen na Brexit is flink veranderd. Kon je vroeger min of meer zo doorfietsen bij de douane, nu wordt iedereen nauwkeurig gecontroleerd. Het duurt al lang voor we van boord zijn en dan staan we ook nog ergens achter aan in de rij voor de douane. Op slinkse wijze weet ik ons naar voren te verhuizen en daar spreek ik een van de stewards aan. Met de belofte dat ik vandaag nog 80 kilometer wil fietsen, laat hij ons door. En dat laatste klopt wel. Via de routeplanner van de Fietsersbond heb ik twee routes gepland. Eerst een route naar Enkhuizen. Daar hopen we met de pont van 16.45 (ā¬48) naar Stavoren over te kunnen steken. We fietsen flink door en hebben een beetje geluk met de wind. Soms mee, soms opzij maar zelden tegen. En het is droog en zelfs soms zonnig.
Onderweg doen we nog twee kleine pontjes en we zijn op tijd in Enkhuizen. Na de overtocht melden we ons bij Camping ’t Seleantsje. Een grote camping waar we op een winderig veld ver van de toiletten worden gestald. Wij betalen het fietser-tarief van ā¬16 maar met het normale tarief van ā¬27 krijg je erg weinig voor je geld. Temeer omdat je voor de douche (ā¬0,50) Ć©n voor het warme afwaswater (ā¬0,20) nog apart moet betalen.
Woensdag 26 juli
Stavoren – Baflo – 113 km / 175 hm (2279 km)
We hikken wat tegen de afstand aan maar we willen graag naar huis en we hebben wind mee. We gaan dus toch proberen om in Ć©Ć©n keer naar huis te fietsen. Het weer is wat minder goed dan gisteren. Het regent als we opstaan en onderweg blijven we ook niet helemaal droog. Toch hebben we geluk gezien de donkere wolken om ons heen. Als we door Sneek fietsen staan de straten blank. Dat is ons bespaard gebleven.
De route door Friesland is mooi. Ook hier hebben we nog twee pontjes. Met de laatste, over het Prinses Magrietkanaal, komt het totaal aantal ponten en ferries van deze vakantie op 17. Langzaam zien we het landschap veranderen en wordt het steeds vertrouwder. In Zoutkamp nemen we een lange pauze om te eten en even bij te komen. Uiteindelijk rijden we om half acht Baflo binnen. Het is mooi zo.
Het was een fantastische reis. Toen ik de routes maakte en de reis plande leek het nog onvoorstelbaar dat wij zoiets zouden kunnen en zouden doen. Maar uiteindelijk is het prima gegaan en alle dingen waar ik bang voor was, zijn natuurlijk nooit gebeurd.
We hebben een prachtige tijd gehad. Schotland heeft prachtige landschappen en fijne mensen. Maar ook vermoeiende heuvels en niet altijd even mooi weer. Het was soms een uitdaging maar het was het zeker waard.
Allereerst hulde en dank voor Mevr. van der Veeke. Ik ken maar weinig vrouwen die haar prestatie kunnen evenaren. En alles zonder mopperen en klagen. Weinig kan haar humeur beĆÆnvloeden. Zeker het weer niet maar ook de steile heuvels niet. Ze is fijn en vrolijk reisgezelschap en haar ideeĆ«n hebben meerdere malen voor oplossingen gezorgd die ik over het hoofd heb gezien.
Tenslotte wil ik iedereen bedanken voor de belangstelling. Fijn dat jullie wilden meereizen. En misschien ben je wel geĆÆnspireerd om een eigen reisje naar Schotland te maken. Gewoon doen!
Dank voor het meereizen. Mw. was al thuis en nu jij ook š
Dank jullie wel Hans en Saskia en ja, wij denken om volgend jaar ook weer eens naar Schotland te gaan dat is ondertussen 13 jaar geleden.
Heerlijk om weer je verslag te lezen en plaatjes te kijken.
We hebben weer genoten van jullie verhalen en prachtige fotoās
Groetjes van Bart en Kiek
Weer mooi om je verslag te lezen. En chapeau voor jullie: wat een route!
Ik vind fietsvakanties erg leuk, maar regenachtig weer maakt het toch minder voor mij. Dus hulde voor jullie tweeĆ«n š„š„
Welkom thuis! Wat een reis… doe ik jullie niet na. Geniet wel enorm van de verhalen en mooie foto’s
Ik heb weer genoten van jullie avonturen Dankjewel
Beste Saskia en Hans, hartelijk dank voor het mooie verslag van jullie reis. Het was weer ouderwets genieten van de verhalen en de prachtige foto’s.
Welkom thuis in Bafblo. Het was weer erg plezierig om Jullie verslagen te lezen! Enne..we komen nog wel richting Baflo om weer eens wat bij te praten.
Ik heb weer fijn meegelezen. Dank voor alle mooie verslagen.
Wat een fantastische reis, en wat een mooie verhalen en foto’s. Wij genieten altijd weer van jullie beider verslagen. Benieuwd naar jullie volgende reis, wandelend, fietsend of met de camper. Bedankt.
Het was weer fijn om jullie te volgen. Mooi reisverslag weer.
Het was geweldig Hans! Ik wist al veel omdat mw ook een prachtig reisverhaal deelt. Van beide heb ik genoten! Wat een reis, en zo mooi, jou ode aan je vrouw!
Het was weer erg leuk om met jullie mee te reizen
Daar het vandaag, 30-11-2024, niet bepaald een dag is om er op uit te trekken heb ik voor de 2e keer jullie fietsvakantie door Schotland gelezen. En voor de 2e keer heb ik genoten!