Donderdag 16 mei
Stavanger – Roldal (241 km)
We kunnen bij Stavanger gelijk doorsteken naar Tau via de tunnel. Toch kiezen we voor de langere omweg inclusief een pont. We rijden een stukje terug naar het zuiden en slaan dan af om de pont bij Lauvik (160 Nkr) te pakken. Zo pakken we nog een mooi stukje route mee. (zie deze kaart)
Als we bij Lauvik komen, is er niemand in de haven. Geen andere auto’s en ook geen pont. Dat roept een oud trauma op. We hebben ooit een overtocht gehad op 15 juli om 00.30. Dus op 15 juli gaan we ’s avonds naar die haven en daar was het net zo leeg als hier. Bij mij duurde het zeker een uur voor het kwartje viel en ik realiseerde welke denkfout ik gemaakt had. Heb jij hem door? Het was trouwens ook in Noorwegen.
Maar hier komt er na een kwartiertje gewoon een pont in zicht en even later staat we bij Oanes aan de overkant. Hier begint gelijk de weg te stijgen en we krijgen een mooi uitzicht op Lysefjorden. Reden genoeg om een kopje koffie te maken.
Via Jorpenland (waar we eerder met fiets aankwamen vanuit Stavanger) en Tau rijden we naar Hjelmeland waar we de tweede pont hebben naar Nesvik. Die is met 60 Nkr een stuk goedkoper.
Ons einddoel van vandaag is Roldal en er zijn drie routes om er te komen. Je kunt de 13 blijven volgen. Deze weg is altijd open en wat minder spectaculair. Dat kun je nog wat oppimpen met een stukje 4702 langs het fjord.
Maar de mooiste weg is toch de Ryfylkevegen die via Sauda gaat (voor alle routes zie hier de kaart). Je gaat via een kleine, vaak smalle weg, naar een hoogvlakte waarna je weer steil afdaalt naar Roldal. Deze weg is door de sneeuw een groot deel van het jaar onbegaanbaar. We hebben geluk. Hij is deze week schoongemaakt en we kunnen er langs.
En spectaculair is de weg zeker. Ik ben blij dat we nauwelijks tegenliggers hebben en dat ik in het begin de twee (grote) campers kon inhalen. Het is een opeenstapeling van klimmen, dalen en haarspeldbochten. Als ik ooit in de hemel kom dan mag ik de hele dag dit soort wegen rijden. De uitzichten zijn ongeëvenaard. Je kunt hier een stukje met ons meerijden.
Hoe hoger we komen, des te meer sneeuw totdat we tussen wallen van drie meter hoog rijden. Maar ook het landschap met ijsmeren is bijzonder om te zien. Een prachtige route.
In Roldal zoeken we camping Seim op. We staan op een mooi groen grasveld met uitzicht op het sneeuwlandschap waar we net vandaan komen. Hier blijven we een extra dag staan om de nationale feestdag van Noorwegen te overbruggen. Maar daarover morgen meer.
Vrijdag 17 mei
Roldal
Vandaag is het een nationale feestdag in Noorwegen. Op 17 mei vieren de Noren het tekenen van de grondwet van 1814. En hiervoor gaat alles uit de kast. Het is een feest voor iedereen, vooral voor de kinderen. Voordat ze naar de optochten en festiviteiten gaan, komen ze bij elkaar voor een uitgebreid ontbijt. Daarna komen de (kinder) optochten waar iedereen langs de kant staat met Noorse vlaggetjes te zwaaien. De echte Noren zijn dan gekleed in hun Bunad. Dat is de traditionele Noorse klederdracht. Hierbij kun je aan de kleren zien waar ze vandaan komen.
De jongeren vieren het op een eigen manier. Zij hebben de afsluiting van drie weken Russfeiring, die vaak met grote hoeveelheden drank (die daar onbetaalbaar is) gaat. Ze sparen hier jaren voor want ze hebben die weken een rijdende feestbus die van alle gemakken maar vooral van veel geluid voorzien is.
We waren er al voor gewaarschuwd, alles is dicht dan, zelfs de recepties van campings. Vandaar dat we vandaag niet gaan rijden maar op de camping blijven. Uitslapen, koffie met wat lekkers. Daarbij horen we in het dorp in de verte de fanfare van de optocht. Maar als wij er zijn, zijn de festiviteiten alweer achter de rug.
We gaan eerst naar het staafkerkje van Roldal. Deze is in de dertiende eeuw gebouwd en nog steeds in gebruik. Als we aankomen is de dienst net afgelopen en zien we veel mensen in hun bunad naar buiten komen. Als hij leeg is, kunnen wij even binnen kijken. Hij is prachtig beschilderd en is lang een pelgrimsoord geweest vanwege het kruisbeeld dat er staat. Dat schijnt helende krachten te hebben. Die zitten dan weer in het ‘zweet’ dat elk jaar op Olsok (6 juli) uit het kruisbeeld komt. Je moet er maar opkomen.
Na al die dagen stilzitten willen we ook wel weer eens een wandelingetje doen. Tegenover loopt een trail de bergen in die we kunnen volgen. We moeten heen en weer over dezelfde weg maar dat hindert niet. Terug zijn er toch andere uitzichten. Het pad gaat steil omhoog en redelijk vlot komen we in de sneeuw. Het is net als wadlopen alleen is het slik hier dan wit. Op een gegeven moment hebben we genoeg geploeterd door de sneeuw en gaan we terug naar de camping. Vanochtend was die bijna leeg maar vanmiddag stroomt het aardig vol. Morgen maar weer op pad.
Zaterdag 18 mei
Roldal – Bergen (166 km)
We staan op met alweer een strak blauwe lucht. Wat een geluk. Wie zegt dat het in Noorwegen altijd slecht weer is moet maar eens naar mijn foto’s kijken. Vandaag hebben we wat watervallen, een pontje, een mooie route en zowaar wat ongeplande verrassingen.
We beginnen met de Låtefossen. Hier ben ik al meerdere keren geweest. Als kind, de eerste vakantie met Mevr. van der Veeke en op de motor. Maar deze 165 meter hoge dubbele waterval blijft indrukwekkend. Het is bijzonder dat de waterval boven splitst en onderaan weer samenkomt. Het licht is niet optimaal voor de foto want op dit moment komt hij net op achter de waterval. Klik op de link voor betere foto’s.
Toch wel een beetje nat rijden we door naar Odda. We rijden langs het Sandvinvanet en met de afwezigheid van wind krijg je surrealistisch prachtige beelden. Je kunt haast de foto op zijn kop zetten zonder een verschil te zien.
Odda wordt vaak genoemd als lelijkste dorp van Noorwegen. Zo zie ik het niet. Ook hier kijk je prachtig uit over het fjord en de kleine winkelstraat van Odda oogt net zo gezellig (of ongezellig) als andere dorpen die we bezocht hebben. En je zit ook nog eens aan de rand van het Hardangervidda nationaal park met zijn besneeuwde bergen. De lelijkheid wordt voornamelijk opgehangen aan de ijzersmelterijen die hier zijn. Ik zie wat aan de overkant maar dat is echt niet storend. Dus je kunt gewoon naar Odda als je in de buurt bent.
Via het Folgegonna nationale park gaat we naar Jondal. We rijden veel door tunnels, soms meer dan tien kilometer lang. Petje af voor de wegenbouw van Noorwegen met deze tunnels, fjordoverspannende bruggen en (goede) wegen op de meest onmogelijke plekken. Wij genieten ervan met straaltjes. Bij Jondal nemen we de pont (76 Nkr) naar Torvikbygd. Eenmaal aan de overkant zoeken we een lunchplek op. Het heeft niet alleen een prachtig uitzicht, er zijn ook nog 6000 jaar oude rotstekeningen te zien.
Ooit werd hier zout ‘gemaakt’. Of het gedolven werd of uit het zeewater werd gewonnen is me niet duidelijk. En die mensen kerfden ook tekeningen uit in de rotsen. Je moet er wel erg goed voor kijken. De dieren zijn wel te onderscheiden. Het skelet is wat moeilijker maar het staat er wel.
De volgende stop is de Steinsdalsfossen. Het is van de bekendere watervallen in deze regio omdat het vlak langs de weg ligt, een mooie parkeerplaats heeft én je kunt achter/onder de waterval doorlopen. Steinsdalsfossen is er sinds 1699 toen de rivierloop veranderde en het water valt 50 meter omlaag. Het komt neer met een niet te beschrijven geweld. Imposant om te zien. En natuurlijk is het leuk om achter de waterval langs te lopen.
Een uurtje later staan we op camping Bratland een stukje buiten Bergen. Morgen gaan we met het openbaar vervoer een dagje stadten ondanks dat het én zondag is én Pinksteren.
Zondag 19 mei
Bergen
Vandaag gaan we Bergen nog een keer bekijken. We zitten een behoorlijk stuk buiten de stad maar met het openbaar vervoer kunnen we er makkelijk komen. De bus stopt voor de camping en voor 44 Nkr (p.p.) kopen we een kaartje dat anderhalf uur geldig is. Na een kwartiertje stappen we over op de tram die ons in het centrum van Bergen brengt. Ruim binnen de anderhalf uur.
Mevr. van der Veeke is reisleidster bij stadsbezoeken en ze heeft een lijstje gemaakt van de dingen die we kunnen bekijken. Veel hebben we al eerder gedaan en voor de achtergronden van Bergen en veel van de dingen die we vandaag bekijken wil ik verwijzen naar die blog.
We doen wat kerken, hangen wat rond in Bryggen, nemen de Fløibanennaar een van de zeven bergen (eigenlijk zijn het maar heuvels) voor het mooie uitzicht en we zitten lekker op een terrasje om naar mensen te kijken. Hieronder een indruk in foto’s.
Veel van de handel vond plaats in de haven in het centrum, Bryggen genaamd. Bergen is ook bekend van de gekleurde huisjes die hier staan. Door al dat hout was het erg brandbaar en is dus ook meerdere keren afgefikt. Maar telkens weer opnieuw opgebouwd. Het is nu werelderfgoed.
Net als vorige keer nemen we de Fløibanen die vanuit het centrum omhoog gaat. De vorige keer was het nog 35 Nkr (enkele reis, per persoon). Tegenwoordig betaal je 90 Nkr. Maar daarvoor wordt je wel naar 320 meter gebracht. Op de steilste stukken heb je te maken met een helling van 26 graden. Het is veel drukker dan de vorige keer en ik denk dat ‘haringen in een ton’ hier wel van toepassing is.
Met het prachtige weer is het uitzicht nog mooier dan de vorige keer. We zitten wel een kwartier te kijken. Daarna lopen we naar beneden (3 km) en zoeken een terras op. Het is mooi zo.
Noot:
Gereden routes, campings en bezienswaardigheden vind je op deze kaart.
Wat blijft Noorwegen toch mooi veel herkenbare plekken o.a. Roldal ,Odda Hebben jullie nog overwogen vlak bij Odda de Trolltunga te doen dit is nl een prachtige maar wel pittige wandeling van 1 dag
Prachtig, jullie weten de hoogtepunten van deze route mooi mee te nemen!,
Mooi!
Wauw, wauw, wauw!
Prachtige foto’s Hans. Wij hebben dit in de jaren 90 gedaan. heel bijzonder. Wat een prachtige natuur! en……….. mooi weer!