Maandag 20 mei
Bratland – Loen ( 296km)
Een dagje stad is leuk maar ik ben liever niet in de stad. Liefst lopend of per fiets maar met de afstanden hier schiet niet op. Dus rijden we maar en dat is ook schitterend.
Onze eerste stop vandaag is een kerkje in het plaatsje Vikane. Er staan niet meer dan tien huizen maar er is wel een haventje en ook deze Vike kirkje uit 1892 met 200 plaatsen. Er is dus nog voldoende ruimte voor nieuwe bewoners. Het witte kerkje is niet bijzonder maar de plek waar het staat wel. Het is een hele serene omgeving en het Romarheimsfjorden ligt er erbij alsof het water gestold is. Het haventje is erg fotogeniek en het leuke van dit soort (geplande) stops is dat je op de mooiste plekken komt. We maken een bakje koffie en ik laat de drone even op.
Hierna rijden we door naar Oppedal om de pont naar Lavik (76 Nkr) te nemen. We hebben geluk, hij komt net aan. In 20 minuten varen we naar de overkant.
We komen langs het Sunnfjord openluchtmuseum maar die is dubbel dicht want het is maandag én het is tweede Pinksterdag. Hij is gelukkig niet zo dicht dat je niet tussen de gebouwtjes door kan lopen. Het laat zien hoe het er in vroegere tijden uitzag. We klauteren zelfs nog even naar een typische zomerboerderij zoals hij vroeger hoog in de bergen stond. Achteraf gezien hoef je hiervoor niet naar dit museum. We zien deze huisje te pas en te onpas nog gewoon langs de weg staan. Toch wel leuk om ze van dichtbij te kunnen zien.
Als laatste stop parkeren we even bij Helgheim kirke. Iets groter (500 zitplaatsen)dan de vorige en ook weer wit, weer aan een fjord en weer gesloten. Het is een uitdaging om je geloof te belijden in Noorwegen.
Via een panoramische weg rijden we het Jostedalsbreen National Park binnen. Het stikt hier van de campings en ik heb er een bij Loen uitgekozen.
Camping Tjugen (280 Nkr) komt heel goed uit de reviews en het klopt allemaal. We hebben een plek met een prachtig uitzicht en de camping heeft fijne faciliteiten. We blijven hier een dag extra om wat te fietsen. Want het weer blijft onveranderd mooi en daar willen we graag gebruik van maken.
Van Kristin, de campingbazin, krijgen we een tip voor een avondwandeling die we graag aannemen. Het is fijn om de benen even te bewegen na een dag in de auto. En onderweg komen we weer mooie plaatjes tegen. Ik krijg geen genoeg van de spiegelende bergen.
Dinsdag 21 mei
Fietstocht Kjenndalsbreen
We zitten in het Jostedalsbreen Nationale Park. Jostedalsbreen is de grootste gletsjer (487 vierkante kilometer en op sommige plaatsen 600 meter dik) op het vasteland van Europa met allerlei uitlopers die dan weer eigen namen hebben. Vanaf de camping kunnen we in ongeveer 20 kilometer naar twee van die uitlopers fietsen. We kunnen naar de Bødalsbreen maar dan moet je de laatste vijf kilometer met gemiddeld 10% klimmen. Of naar de Kjenndalsbreen wat een klein beetje klimmen is maar iets verder fietsen. We kiezen voor de laatste. Maar we beginnen de dag met een typisch Noorse lekkernij, een kanelknutter.
De route erheen loopt grotendeels langs het Lovatnet, een meer dat gevuld wordt door het smeltwater van de gletsjer. Het is een fraaie weg tussen de hoge bergen door. Deze spiegelen mooi in het water van het meer. En links en rechts storten om de haverklap watervallen naar beneden. Autoverkeer is er nauwelijks.
Stonden we gisteren nog in een openluchtmuseum voor de authentieke boerenhuisjes, hier staan ze gewoon langs de weg.
We komen ook langs een monument voor de slachtoffers van de (steen) lawines die hier geweest zijn. En dat zijn er nogal wat. In 1755 en 1885 was er een lawine die elk slechts één boerderij meenamen.
In 1955 was de ramp groter. Een groot stuk steen van de Ramnefjell berg (1493 meter) brak af en kletterde met geweld en vergezeld door omliggende keien zo’n 500 meter naar beneden. Naar schatting kwam er 350.000m3 aan steen in het meer terecht. Door de klap werd een vloedgolf van 40 meter hoog opgewekt die zowel Bødal als Nesdal trof. De ene kant van de golf veegde Bødal van de kaart, de golf die de andere kant op ging trof Nesdal. Meer dan 50 huizen en 80 boothuizen werden verwoest. 80 boothuizen En 61 mensen lieten het leven waarvan 41 nooit meer terug zijn gezien. Je kunt het gat in de berg nu nog zien.
Toch was het nog niet klaar. In 1936 was er een nog grotere lawine die een nog grotere vloedgolf veroorzaakte. Er vond opnieuw een landverschuiving plaats op exact dezelfde plek, maar dan veel heftiger. Een stuk rots dat ongeveer twee keer zo groot als de Eiffeltoren was, brak af en kwam in het meer terecht. Je kunt het op bovenstaande foto zien. Twaalf boerderijen en 74 mensen weg. Tegenwoordig wonen hier niet veel mensen meer. Ik snap wel waarom en ik maan Mevr. van der Veeke een beetje door te fietsen. We hoeven het lot ook niet extra te tarten. Want in een reactie op FB op mijn foto’s lees ik dat er in 2022 ook nog een grote lawine is geweest die een (Nederlandse) camper bedolven heeft. Iedereen heeft het overleefd maar we zien de restanten van die lawine ook nog.
Aan het einde van de weg parkeren we de fietsen en lopen het laatste stuk. Ik moet zeggen dat de weg erheen wat spectaculairder was dan de gletsjer zelf. Misschien komt het omdat we er niet dichtbij kunnen komen en dat we tegen de zon in kijken. En tot overmaat van ramp mag je hier ook nog niet dronen ook. We genieten een tijdje van het uitzicht en fietsen daarna weer naar. huis. Dat het dezelfde weg is, vinden we geen probleem. De zon staat anders en de uitzichten zijn ook anders. Het was een mooi tochtje en heerlijk om weer op de fiets te zitten.
Woensdag 22 mei
Loen – Kristiansund (252 km)
Toch enigszins weemoedig verlaten we Tjugen camping. Hij staat zeker in de top-5 met favoriete campings. Maar als we wat willen zien, dan moeten we verder. We hebben vandaag een gevarieerd programma en beginnen met een brug.
Horndøla Bru is een beetje een mysterie. Het is een 52 meter lange stenen brug. Volgens de meeste bronnen is hij in 1810 gebouwd op de restanten van een oudere brug. In 1937 werd hij verbeterd zodat er zwaarder verkeer over kon. Maar een ander verhaal zegt dat het een brug is uit de tijd van de Vikingen en met de hand (!) door de Vikingen is gebouwd. Welke is waar? Gezien de simpele grove stijl zou ik mijn geld zetten op de Vikingen. In de 19e eeuw waren er toch al betere technieken om een brug te bouwen? Toch verwijzen de meeste sites naar 1810 dus dat zal dan wel waar zijn.
Wij vinden het in elk geval een imposante bouwwerk en ook de steen met het gat erin aan het bruggenhoofd roept allerlei vragen op.
De weg brengt ons op een prachtig uitzicht punt over het Geirangerfjord. Het is een van de meest bezochte toeristische attracties van Noorwegen omdat er zoveel watervallen naar beneden komen. Sinds 2005 is het Unesco werelderfgoed omdat er nauwelijks meer bebouwing is en het in zijn oorspronkelijke staat is teruggebracht. We zijn meestal heel blij met de zon maar in dit geval niet. Want we kijken er recht tegenin en dat maakt de foto’s wat minder geslaagd. Mocht je wat betere beelden willen zien, klik dan hier.
Vandaag hebben we twee pontjes. De eerste brengt ons voor 58 Nkr van Stranda naar Liabygda. We hebben geluk want we kunnen bij aankomst er meteen op rijden.
Voor de variatie bezoeken we hierna een kerkje in Stordal. De kerk staat ook wel bekend als het Rosekyrkja (Rozenkerk) omdat de binnenmuren en plafonds zijn beschilderd met rosemaling, een decoratieve schilderstijl die gebruikelijk is in Noorwegen. Het is een van de meest versierde kerken in Noorwegen.
Google leidt ons eerst langs een simpel kerkje om naar de Rozenkerk te gaan. Die ziet er veel mooier uit dan het simpele kerkje. Helaas is hij gesloten maar mijn oog valt op een papiertje. Voor de Rosekyrkja moeten we 200 meter terug zijn. Juist! Het kerkje dat we net gepasseerd zijn. Helaas is het ook dicht en gaat pas per juni open. We lopen om het gebouwtje heen en gluren door de ramen naar binnen en proberen toch wat foto’s te maken. Het resultaat valt niet tegen. Meer foto’s vind je hier. Ook Wikipedia heeft een informatieve pagina met prachtige foto’s. Bijzonder dat het van buiten zo simpel is en van binnen zo prachtig. Kerkjes zijn soms net mensen.
Onze tweede pont gaat van Vestnes naar Molde waar ik ineens het astronomische bedrag van 239 Nkr moet betalen. Onze camper met fietsenrek is 6.10 meter. De eerste prijscategorie loopt tot 6 meter en tot nu toe deed niemand moeilijk over die 10 centimeter. Maar deze controleur neemt zijn taak serieus en we moeten meer dan twee keer het tarief van 6 meter aftikken. Technisch heeft hij gelijk maar ik waardeer nu nog meer de eerdere controleurs die wat gemakkelijker waren. Na de oversteek verandert het landschap. De bergen worden minder hoog, waarschijnlijk omdat we richting de kust gaan. Ook de wegen zijn anders. Was er de afgelopen dagen geen 100 meter rechtuit te vinden, nu kunnen we soms kijken tot de horizon.
Hierna komt het klapstuk van de dag. We gaan over de mooiste toeristische route in de wereld (volgens de Guardian in 2006). We hebben het hier over de Atlantic Road die je meestal geïllustreerd ziet met de spectaculaire Storseisundbrug. Zelfs James Bond is hier overheen gereden (in No time to die). Maar in de praktijk valt hij toch wat tegen. Jazeker, het is een mooie weg die eilandjes verbind met acht bruggen (eigenlijk niet veel anders dan we op de Hebriden hebben meegemaakt).
Maar de weg is feitelijk ook maar acht kilometer lang. We rijden hem langzaam en stoppen bij elke gelegenheid om het landschap goed te kunnen bekijken. Je rijdt vlak langs de Atlantische oceaan waar de walvissen soms zo langs komen. Helaas zijn ze vandaag met vakantie. Het kan hier behoorlijk spoken. Tijdens de zesjarige constructie zijn twaalf orkanen geweest. We zijn hier dan ook met verkeerd weer. Het is hier veel mooier met een straffe westerstorm.
Ons eindpunt ligt vandaag bij Kristansund. Hiervoor gaan we door een ruim vijf kilometerlange tunnel die in feit onder de Atlantische Oceaan doorloopt. Kristiansund ligt eigenlijk op vier eilanden in de oceaan en is vooral bekend van de klipvis. Dat is kabeljauw die gedroogd werd op de rotsen (klippen) buiten de stad. Van de stad zelf krijgen we weinig mee. Camping Atlanten Turistsenter (410 Nkr) ligt een beetje buiten het centrum en is de minste camping tot nu toe. Het terrein is erg rommelig met kniehoog gras. Het positieve is dat ze daar meteen wat aan doen. Helaas betekent dat voor ons dat we van vijf uur tot negen uur in het lawaai van de grasmaaiers en bosmaaiers zitten. En dat allemaal voor een dikke €35,-.
Donderdag 23 mei
Kristiansund – Stjordal (243 km)
We moeten vandaag een lang stuk overbruggen, eigenlijk alleen onderbroken door het pontje van Kanstraum naar Halsa. Betaalden we gisteren veel, vandaag is het heel weinig. Er komt niemand langs om het geld te innen en zo komen we deze keer gratis naar de overkant.
Ons enige uitje vandaag is Trondheim. We zoeken een camperplaats op in de buurt van het centrum waar we de bus veilig voor een aantal uren kunnen stallen (60 Nkr eerste uur, daarn 40 Nkr per uur). Het is een grote asfaltvlakte waar tientallen campers staan. Er zitten diverse mensen op het asfalt te bakken en braden en ze liggen er ook nog als we terug komen. Onbegrijpelijk. Wij lopen de stad in met op de telefoon een lijstje van dingen die we willen zien.
Trondheim is de derde of vierde grote stad van Noorwegen. Het wisselt soms met Stavanger terwijl Oslo en Bergen stabiel op respectievelijk plek een en twee staan. Het is een studentenstad en dat merken we ook. Het heeft een gezelligere uitstraling dan Bergen en Stavanger. Misschien omdat het minder toeristisch is. Er is veel groen, water en leuke cafés om te zitten. Het oude deel ligt op een eilandje omringd door de Nidelvla. De binnenstad is autovrij en de fietsinfrastructuur kun je haast Nederlands noemen. Hier is zelfs de enige fietslift ter wereld. Maar daarover later meer.
De stad heeft vanaf de middeleeuwen Trondheim geheten wat zoiets als ‘huis van het goede leven’ betekent. Maar in 1930 wilde de, op dat moment erg chauvinistische, regering de namen van de grote steden veranderen. Ze moesten meer historisch Noors verantwoord worden. Christiana veranderde in Oslo en Trondheim moest Nidaros gaan heten. Maar de mensen van Nidaros-voorheen-Trondhjem waren het er niet mee eens en gingen de straat op. Na wat gesoebat kwam men op een compromis. Het werd Trondheim waarbij het Deens ‘hj’ kwam te vervallen. Maar de meeste Trondheimers spreken het nog steeds op de oude manier uit.
We lopen in een kwartiertje naar en door het centrum en komen het eerste bij Stiftsgården. Het is het grootste houten (!) paleis in Scandinavië. In de late achttiende eeuw gebouwd in Barokke stijl. Het is de residentie van de koninklijke familie als ze in Trondheim zijn. En als ze er niet zijn (wat meestal zo is) dan mag de achtertuin door de Trondheimers gebruikt worden als parkje.
Bijna elke (grote) Noorse stad heeft wel een Torvet. Bij ons zou je het de Grote Markt noemen. Hier is het een immens plein waar veel mensen op de aanwezige bankjes zitten. Een mooie fontein zou hier niet misstaan. In plaats daarvan hebben ze Olav op een sokkel gezet.
We zoeken de Nidarosdomen (daar is die naam weer) op. Deze kathedraal, gebouwd in de elfde eeuw, is het grootste (Je ontkomt niet aan superlatieven als je (online) informatie opzoekt. Iedereen wil graag iets ‘-ste’ (grootste, kleinste, oudste, hoogste, etc.) zijn) middeleeuwse gebouw in Scandinavië. Op de voorkant verdringen de heiligen, bisschoppen en koningen elkaar voor een plekje. Maar die zijn pas in de twintigste eeuw toegevoegd. Helaas is ook deze kerk weer gesloten (we zijn nog geen open kerk tegengekomen, is Noorwegen vervallen tot de goddeloosheid?) anders hadden we het graf van Olav onder het altaar kunnen zien en het gebrandschilderde glas. Voor nu moeten we het met de buitenkant doen die ook mooi is.
Aanpalend is het bisschoppelijk paleis. Gebouwd in de dertiende eeuw en het –hier is ‘tie weer- oudste seculiere gebouw van Scandinavië. Tegenwoordig is het een museum en kun je kroonjuwelen hier bekijken evenals een uitstalling van gargoyles en beelden van de kathedraal.
We gaan even van het eilandje af en lopen langs de rivier naar Bakklandet. Dat is het oude gedeelte waar de warenhuizen waren en arbeiders woonden. Het is nu een studentenwijk waar de oude huisjes kleurig opgeschilderd zijn.
We kopen er een ijsje en toevallig kijken we op de enige fietslift/roltrap ter wereld uit. Die moet je de steile helling op helpen. Het is een soort van duwlift en niet iedereen kan ermee omgaan. We zien meer mensen na een paar meter eraf glijden dan mensen die ermee boven komen. Je moet je voet op een soort blok zetten en als je op een knop duwt dan duwt die je omhoog. Maar na een meter wordt dit een smal ijzertje waar de meesten vanaf vallen (klik hier voor een Youtube filmpje met uitleg).
Over de Gamle Bybro (oude stadsbrug) gaan we terug naar het centrum. Daar dwalen we nog even rond en lopen dan weer terug naar de bus. Deze keer gaan we door een hipsterwijk waar de fabrieken omgebouwd zijn tot foodhalls. Het is er gezellig druk en als de parkeermeter niet af zou lopen dan zouden we zeker even gaan zitten.
Omdat we niet op het bak-en-braad-parkeerterrein willen blijven zoeken we een camping op buiten de stad. De eerste waar we komen blijkt een gribusbende waar we snel omdraaien. Een half uurtje verder vinden we een prachtig plekje op Ertsgaard camping (250 Nkr) . Een boer heeft een kampeerterreintje opgezet met simpele (maar schone) voorzieningen. Hij is erg gemakkelijk (‘kijk zo moet je betalen, doe maar als je tijd hebt’) en we vinden een mooie stek aan het water. Wel in de schaduw want de temperatuur is inmiddels gestegen tot 29 graden Celsius. Warmer dan in Spanje horen we op het nieuws. Goed blijven drinken is het motto en dat probeer ik dan ook, ondanks de Noorse bierprijzen.
Vrijdag 24 mei
Rust- annex wasdag
We zijn twee weken onderweg en hebben zoveel indrukken opgedaan dat een rustdag wel op zijn plaats is. Tel daarbij op dat we hier gratis kunnen wassen, bijna alleen op de camping staan en het een heerlijke plek is en er is geen reden meer om vandaag in de auto te stappen. Toch doe ik dat want ik wil de bus verplaatsen. In de schaduw is fijn maar het zonnepaneel vangt te weinig licht om de accu op e laden. En dan valt de koelkast uit en dat zou een ramp zijn. Hoe kom ik dan aan een koud biertje?
Zaterdag 25 mei
Stjordal-Grong (201 Km)
Stonden we gisteren ‘s middags nog alleen op de camping, tegen de avond loopt het vol. Deels Noren (het is weekend) maar ook andere nationaliteiten. Wij zijn lekker uitgerust van een dag niks doen dus we hebben wel zin om weer verder te gaan.
Ons eerste uitstapje van de dag is Stiklestad. Eigenlijk is het geen stad want er staan nauwelijks huizen. De plek staat symbool voor de Noorse identiteit. En alles hangt met koning Olav Haraldsson samen. Deze had hier met harde hand het Christelijk geloof gebracht door alle ‘heidense’ altaren kapot te maken en overigens ook de mensen die het heidense geloof bleven aanhangen. De lokale opperhoofden van de stammen waren daar niet zo blij mee en toen ze Olav 29 juli 1030 tegenkwamen met maar 100 man en ze zelf met veel meer waren, riepen ze hem ter verantwoording door hem in de knie, de nek en tenslotte het hart te steken. Dat vond hij niet fijn. Hij viel tegen een steen en ging dood. Dit was de strijd van Stiklestad en markeert de overgang van de Vikingentijd naar de middeleeuwen.
Ondanks dat Olav het loodje legde, was het toch een overwinning voor het christelijk geloof en Olav werd een martelaar en een heilige. Zelf is hij begraven in de Nideros kathedraal (was dicht toen wij er waren) maar hier hebben ze een kerk ter ere van hem gebouwd met de steen, waartegen hij dood ging, onder het altaar. Ik had het wel willen zien maar de kerk is dicht. Dan maar naar zijn kapel. Die ook dicht is. Gelukkig is er nog een tweede kapel op het terrein. Ook dicht.
Het terrein komt over als een soort pretpark met een openluchtmuseum (dicht) en een tentoonstelling (ook dicht). Ondertussen ben ik wel klaar met Stiklestad maar toevallig is er vandaag een geocaching event met allerlei kraampjes waar ik wel wat spulletjes voor mijn hobby wil kopen. In lijn met het motto van de dag zijn deze ook (nog) dicht. Om twaalf uur gaan ze open maar dan zijn wij alweer kilometers verder.
Ik zal het vast verklappen maar onze volgende bezienswaardigheid is ook dicht. Het is het kerkje van Mære dat heel mooi bovenop een heuvel staat. Dit granieten kerkje, uit de vroege middeleeuwen, staat op de plek waar daarvoor een heidense tempel stond. Die sneuvelde in de strijd tussen het oude (heidense) en het nieuwe geloof omdat Olav ( daar is hij weer) eiste dat de nieuwe kerk over de oude tempel gebouwd zou worden. Binnen schijnt er allerlei moois te zien zijn maar ik kan dat bevestigen noch ontkennen want de kerk is dicht.
Je zou er moedeloos van worden maar we rijden vrolijk verder richting het noorden. Het landschap verandert. Meer uitgestrekt, lagere heuvels, rechte wegen, veel bossen en veel meer agrarische activiteiten. We vroegen ons al af waar Noorwegen zijn spullen verbouwt. Nou, hier dus. Zo arriveren we in een bos op een parkeerplaats waar een klein paadje ons naar de Bølareinen leidt. Vrij vertaald het ‘Bøla rendier’. Het is een plek met petroglyphen oftewel graffiti uit het stenen tijdperk (6000 jaar oud). Er schijnen wel 30 plaatjes in de rotsen te zijn getikt maar we kunnen er maar één vinden, het rendier, hoe goed en hoe lang we ook kijken.
Wat ik bijzonder vind is dat de plek al kilometers van tevoren wordt aangegeven en dan had ik er op zijn minst een souvenirwinkel en een (betaald?) toegangspoortje verwacht. Maar niets van dat alles. Je loopt er gewoon heen door het bos en je kunt de petroglyphen ook nog aanraken als je dat zou willen. Ondanks dat dit de bekendste en mooiste rotstekeningen van Noorwegen zijn.
Als laatste hebben we nog een waterval op het programma. Gelukkig zijn die lastig om af te sluiten dus we gaan er met hoge verwachtingen heen. We worden niet teleurgesteld. De Formofossen hoor je al van verre. Er gaat een imposante hoeveelheid water door de rivier Sandøla en hier valt het een stukje naar beneden. Altijd mooi om dit natuurgeweld te aanschouwen.
In Grong zoeken we camping Langnes (320 Nkr) op. Het is een terrassencamping waar de campers mooi en in meerdere rijtjes staan, allemaal met uitzicht op diezelfde Sandøla, die nu rustig langs kabbelt, en op het dorpje Grong.
Noot:
Gereden routes, campings en bezienswaardigheden vind je op deze kaart.
Leuk om weer mee te lezen. Wij hebben vorig jaar een tocht door Noorwegen gemaakt, de kerken waren meestal open, of er was net een begrafenis. Maar het weer was vele malen slechter dan ik op de foto’s zie. Met zon is alles mooier. Ik heb al weer zin om nog eens te gaan!
Wat een prachtig land….
Blauw Blauw Himmelblå!
Zo mooi! De foto’s zijn prachtig, je schrijfstijl een lust!
Als ik steeds dat supergladde water zie is het net of er helemaal geen wind is?! Verderop lees ik over orkanen, dus het zal niet altijd windstil zijn. 😜