Zondag 26 mei
Grong – Torghatten (193 km)
Gereden routes, campings en bezienswaardigheden vind je op deze kaart.
Ik vind de zondag altijd een heerlijke dag om te rijden, zeker als je vroeg op pad gaat. De meeste mensen slapen dan uit en het is lekker rustig op de weg. En in Noorwegen nog meer. Vanaf Grong kunnen we rechtstreeks omhoog naar Bodo. Maar tijdens de voorbereiding zag ik dat langs de kust een van de scenic routes van Noorwegen loopt, de Kystriksvegen ook wel de Helgelandskysten genoemd. Dus vanuit Grong steken we door naar het westen en nemen de pont bij Holm naar Vennesund (91 Nkr) om op die route aan te sluiten.
De Kystriksvejen is inderdaad een plaatje. Volgens de National Geographic staat hij in het lijstje met de 101 mooiste routes ter wereld. Ik krijg associaties met IJsland, de Orkneys maar ook met de Hebriden. Het landschap is liefelijk en de weg kronkelt zich langs de kust. Het leuke is dat ze bij deze scenic routes moeite doen om het onderweg aantrekkelijk te maken voor de toeristen. Dan doen ze bij de parkeerplaatsen wat extra. Bij de Atlantic road hadden ze een rondwandeling om een van de eilandjes gedaan en ook hier hebben kunstenaars zich uitgeleefd.
De eerste die we tegenkomen is Sundshopen. Ze hebben een pier van 65 meter in het water gebouwd tot het punt waarop het dieper wordt. Zo kun je, onafhankelijk van het getij, met droge voeten aan de vaste wal komen. Dit soort pieren, gemaakt van steen en hout, zijn karakteristiek voor de kustplaatsen in Noorwegen. Het meer is trouwens een bijzondere biotoop want het is gevuld met brak water. Bij hoog water stroomt de zee in dit meertje en mengt het zoute water zich met het zoete.
We rijden door een redelijk vlak land verder naar Trælvikosen, de volgende parkeerplaats. De kunstenaar heeft iets gemaakt dat de relatie tussen tijd en de natuur weergeeft. Via vijftig stapstenen kom je op een klein eilandje. Bij eb liggen de stenen boven water en kun je het leven onder water goed zien. Bij vloed neemt de natuur weer het heft in handen en liggen de stenen onder water. We zijn er gelukkig bij eb en lopen de stenen af naar het eilandje.
De route gaat bij Brønnøysund verder maar wij slaan linksaf om de Torghatten op te klimmen. We parkeren de bus op Torghatten camping (300 Nkr), waar we ook overnachten. Vanaf hier kun je beginnen met de wandeling die je door een gat in de berg voert.
Het gebied hier is al sinds het stenen tijdperk bewoond. Toen leefde ze nog in puttufts, een soort hutten die gedeeltelijk in de grond waren gegraven. De bergen hebben hier vaak de vorm van een hoed. Vandaar de term ‘hatten’ in de naam. Het gat is ontstaan door de invloeden van weer en zee.
Ze hebben een prachtig wandelpad aangelegd om naar boven te komen en hiervoor hebben ze sherpa’s uit de Himalaya ingehuurd. Deze mensen zijn gespecialiseerd in de aanleg van dit soort paden de berg op. Ze hebben onder andere ook het pad bij de Preikestolen aangelegd. Maar dat het een mooi pad is, betekent niet dat het vanzelf gaat. Het is nog een fikse klim omhoog (bij 28 graden Celsius) maar dan heb je ook wat. We hebben eerst nog een mooi uitzicht naar zee. Bij het gat waait het flink en als je er doorheen bent dan heb je een mooi uitzicht op de andere kant van het eiland. Daar loopt ook weer een fijne trap naar beneden. Uiteindelijk is het hele rondje maar 3,5 kilometer maar we zijn wel twee uur onderweg.
Maandag 27 mei
Torghatten – Syv søstre (79 km)
Gisterenavond was het bliksem en donder en ook nog een flinke bui. Gelukkig staan we op met weer een zonnetje en blauwe lucht. Dat kunnen we vandaag (maar eigenlijk alle dagen) wel gebruiken. Het is nog steeds drukkend warm.
Het is vandaag even puzzelen met de pontjes. We hebben er twee. De eerste is van Horn naar Andelsvag en daar kan ik een mooi schema van vinden op internet. We willen die van 9.40 halen. Omdat het meisje van de receptie zegt dat het een uur rijden is én we willen nog boodschappen doen voor die tijd, zet ik de wekker op kwart voor zeven zodat we om acht uur kunnen vertrekken. Uiteindelijk is het maar een half uurtje rijden en de boodschappen doen gaat zo snel dat we op tijd in de haven zijn om de eerdere pont te halen. Ware het niet dat hij vol zit. Tijd voor koffie dus.
De volgende pont gaat van Forvik naar Tjotta. Internet is wat ambivalent over de vertrektijden. Sommige bronnen zeggen dat hij alleen om 8.45 en 16.45 gaat. Andere bronnen geven aan om de twee uur en dan zou die van 12.10 onze eerste mogelijkheid zijn en dat betekent ruim een uur wachten. Maar het meisje van de receptie stelt me gerust. De pont van Forvik wacht op de auto’s die van de pont van Andelsvag komen en er in een kwartiertje heen rijden. De geruststelling was fijn maar er klopte niets van. Er ligt geen pont in Forvik als we daar aankomen. Er is dus ruim voldoende tijd voor een volgende koffie terwijl we wachten op de pont van 12.10. Ze zijn beide overigens gratis.
Een uurtje later rijden we in Tjotta van de pont en een half uurtje later staan we op de parkeerplaats waar de wandeling naar de syv søstre (zeven zusters) begint.
Deze zusters zijn bergen (boven de 1000 meter) die in dit gebied vlak bij elkaar liggen. Je kunt van de een naar de ander lopen zonder weer helemaal naar beneden te gaan. Er zijn mensen die dit doen in 10 tot 15 uur. Vanaf onze parkeerplaats kunnen we er twee doen maar ik heb aan één zus genoeg dus we kiezen de hoogste van de twee en dat is Skjæringen. We zijn redelijk fit en hebben ervaring met wandelen in de bergen. Op het bord staat vijf uur voor deze wandeling van 10 kilometer en optimistisch als ik ben, denk ik dat wij dat in vier kunnen. Ook deze site schetst een rooskleurig beeld.
We doen er inderdaad maar drieënhalf uur over en die tijd hadden we nodig om maar vierenhalf van de tien kilometer te doen. Zelden ben ik zo gedesillusioneerd tegen mijn grenzen aan gelopen. Het was dan ook geen wandeling maar een grote klauterpartij. Hadden we gisteren een mooie trap, hier gaat de route over veel losse rotsen maar ook grote schuin liggende platen rots die erg glad zijn. En steil want reken maar uit. In vijf kilometer stijg je ongeveer 1000 meter. dat is gemiddeld 20% (!). Soms op handen en voeten kruipen we omhoog. Na een uur hebben we anderhalve kilometer afgelegd waarbij de eerste 500 meter vlak door het bos waren. Na een dikke twee kilometer en twee buitjes vinden we het dan ook welletjes. We hebben een prachtig uitzicht en die top is gewoon onbereikbaar voor ons vandaag.
Onderweg zien we een Noor douchen onder een waterval van smeltwater en worden we ingehaald door een andere Noor gekleed in slechts een zwembroek die ons haast rennend voorbij komt. Het is echt een ander slag volk dan wij als ze dit een familie wandeling noemen. Tot overmaat van ramp glij ik uit en schuif vijf meter omlaag over een rotsplateau waarna ik een kwartier in de weer ben met pleisters. Mijn EHBO setje heeft er genoeg maar de helft zit er al zo lang in dat de lijm opgedroogd is. Gelukkig doen de kinderpleisters het nog goed en loop ik met Pip en Woezel beplakt omlaag. En dat omlaag lopen is minstens zo inspannend als omhoog. Ik heb de volle concentratie nodig om mijn voeten zo neer te zetten dat ik niet nogmaals uitglij.
Afijn, uiteindelijk komen we weer beneden wat een grote opluchting is. Bij de parkeerplaats is een wc dus we gaan hier een nachtje wildkamperen. We hebben een mooi plekje aan de rand van het parkeerterrein met een schitterend uitzicht. Zo merken we weinig van de andere campers die aanschuiven. Tot laat in de avond staan er ook nog auto’s van Noren die deze klauterroute als een avondwandeling beschouwen met een verkwikkende douche op het eind. En als die vertrokken zijn daalt er een diepe rust over het parkeerterreintje.
Dinsdag 28 mei
Zeven zusters – Furøy (188 km)
Nog meer pontjes-chaos vandaag maar eerst komen we over de Helgeland brug. Deze brug uit 1991 is een van de grootste kabelbruggen ter wereld. Op afstand lijken het touwtjes maar als je er langs rijdt dan zijn de kabels zo dik als mijn bovenbenen (en die zijn best fors). Mooi stukje engineering om zo ruim een kilometer te overbruggen.
Bij Levang nemen we de pont naar Nesna. We zijn ruim op tijd en het is niet druk. Deze pont is ook weer gratis en in 25 minuten steken we het fjord over met prachtige uitzichten. De route van vandaag is weer onwaarschijnlijk mooi.
Onderweg komen we nauwelijks verkeer tegen en het ene schitterende uitzicht na het andere komt langs. Een ‘probleem’ is dat dit gaat wennen. Maar dat proberen we voor te zijn door af en toe even stil te staan en weer opnieuw alles in ons op te nemen.
Op naar de volgende pont en daarbij komen we langs Hellaga, een van de speciaal aangelegde parkeerplaatsen. Deze heeft een kunstzinnig toiletgebouw in de vorm van een golf. En het centrale thema bij de parkeerplaatsen lijkt wel een trap te zijn. Ook hier is er weer een die naar het water leidt. En naar een mooi uitzicht op het fjord.
Iets verderop is bij de parkeerplaats het Grønsvik coastal fjord en museum. Een stukje geschiedenis van de tweede wereldoorlog. We hebben niet zoveel met de oorlog dus na een snelle blik rijden we door. Temeer ook omdat de volgende pont een vertrager kan zijn. Nu is vertragen in Noorwegen geen ramp maar om uren in een rij campers op een pont te staan wachten is geen zen-gevoel voor mij.
Hoe verder we naar het noorden komen des te drukker het wordt met campers op de weg. De (gratis) pont Kilboghavn – Jektvik is een soort van bottleneck. Er kunnen maar zoveel voertuigen op en je kunt niet reserveren. Van mensen die voor ons aan zitten kreeg ik al een mail dat bij de ochtend-afvaart van deze pont behoorlijk wat campers achter moesten blijven. Alleen rij 1 en 2 konden mee. Onze pont gaat om twee uur en ik sluit om half één achteraan in rij 3. Rij 1 en 2 zijn gevuld met een paar vrachtwagens en heel veel campers. Kleine kans dat we mee kunnen maar om half vijf gaat de volgende. En dan kunnen we zeker mee.
Als ze beginnen te laden, schuiven we steeds een stukje verder naar voren. Rij 1 en 2 staan erop. En van rij 3 kunnen er ook wat mee. Uiteindelijk kunnen we er toch nog bij met zelfs nog wat achter ons. Ik kan me voorstellen dat dit in het hoogseizoen toch wel een beetje een drama is.
Tijdens de een uur durende overtocht gaan we over de poolcirkel heen. Op de kant hebben ze op deze plek een monument gezet zodat je precies weet wanneer. En anders hoor je het wel aan de tientallen klikkende fototoestellen.
Eenmaal in Jektvik gaan we als een van de laatsten van boord. In een grote colonne rijden we over de enige weg hier door naar de volgende (gratis) pont in Agskardet die ons naar Furøy brengt. Die pont is een stukje kleiner en ondanks dat we onderweg zeker tien kleine donkergekleurde mensjes verliezen, wordt het toch erg krap. Het universum is ons goed gezind want we kunnen als allerlaatste nog dwars achterop en de klap gaat ook nog dicht.
In Furøy is camping Furoy (340 Nkr) waar we een fijne plek vinden. Een prachtig uitzicht, regelmatig wat te zien met de pont en een heerlijke douche. Het weer is inmiddels weer terug naar Noorse standaarden. Een koude wind en 17 graden. Toch besluiten we hier een dag extra te blijven maar daarover morgen meer.
Woensdag 29 mei
Rustdag
Ik heb op vrijdag de overtocht naar de Lofoten geboekt en het is eigenlijk nog maar één dag rijden naar de Bodo, de vertrekhaven. Dat smeren we uit tot twee dagen en dan hebben we nog een dag over. Omdat dit zo’n mooie en fijne plek is, besteden we hem hier.
En dat is een goede keus want in de loop van de ochtend stijgt de temperatuur weer naar de 25 graden en moet ik de schaduw opzoeken.
We fietsen naar het dorp voor wat boodschappen. Ook kun je hier een leuke wandeling (5 km) maken naar het einde van het schiereiland. En dat doen we dan ook want een hele dag stilzitten is een dag niet geleefd..
Donderdag 30 mei
Furoy – Saltstraumen (149 km)
We hebben vandaag niet veel kilometers maar wel veel stops. De eerste is op de parkeerplaats die Braset heet. Je hebt hier een mooi uitzicht op Engenbreen een van de uitlopers van de gletsjer Svartisen. Natuurlijk wemelt het hier ook weer van de superlatieven. Het is de grootste gletsjer van noord-Noorwegen (niet van heel Noorwegen want dat is de Jostedalsbreen waar we vorige week waren) en de Engenbreen is de laagst gelegen uitloper (100 meter boven zee-niveau) van een gletsjer. Wat overigens hard aan het veranderen is want tegenwoordig is het meer een veelvoud van die 100 meter. Svartis betekent zwart ijs en slaat op de donkere kleur van de gletsjer die overigens 400 km2 groot is en op het dikste punt 600 meter.
Hoe het ook zij, we hebben die snakkerij (Gronings voor opscheppen en Noors voor praten) niet nodig om ervan te genieten. De zon staat er mooi op en de extra wolken maken het alleen maar mysterieuzer.
De route vandaag is weer fenomenaal. Na elke bocht volgt er een mooier uitzicht van bepoederde bergen met een wolk als kroontje. Het doet me wel denken aan de Faeröer eilanden maar daar zijn nauwelijks bomen.
Uredplassen is weer zo’n luxe parkeerplaats. Er staat een granieten picknicktafel en bank waar ik meteen verliefd op ben. Ook staat hier een gedenkteken voor de slachtoffers van een duikboot die in de tweede wereldoorlog vermist raakten. Pas in 1985 werd het wrak van de Ured op 105 meter diepte gevonden. Het was op een mijn gevaren.
Nog mooier is de parkeerplaats van Storvika. Het is meer een recreatiegebied met zeker 20 picknicktafels en er is een mooi zandstrand. Met onze koffie kijken we heerlijk een tijdje uit over het fjord en de prachtige rotsen die uit het water oprijzen. Ondertussen lijken we Smaegol wel omdat we allerlei glinsterende steentjes oprapen die we eigenlijk niet meer weg willen gooien. Uiteindelijk mogen we er twee houden. Verder staat hier een buste van de man die ons heel veel plezier geeft. Het is Peder Johnson, de bedenker van de Kystriksveien.
Een steenworp verderop ligt Gildeskil, een wat onooglijke parkeerplaats. We rijden er eerst zelfs voorbij maar gaan toch terug. Er is een Thai-huset gebouwd. We hoopten op een portie heerlijke Thaise meeneem-maaltijd maar het blijkt een huisje te zijn. En ook nog mijn droomhuisje. Je kunt er gratis in overnachten maar op dit moment is het even gekraakt door een Duitse fietser. En dat is maar goed ook want als het leeg had gestaan dan was ik erin getrokken en nooit meer weggegaan.
Er staat ook nog een nagebouwde Sami-hut (gamme) gebouwd van takken, mos en berkenschors. Was het Thai-huisje mijn droomhuis dan is dit mijn nachtmerrie-huis. Ook het bijbehorende toilet spreekt mij niet echt aan.
En dan zijn we nog niet klaar hier. Iets hogerop de heuvel staat Den glomda standen (The forgotten town). Het is een kunstwerk geïnspireerd door de Indiase cultuur met vloeren uit het oude Griekenland. Voor de kunstenaar is het een onderzoek naar de dingen die wij als mensen achterlaten. Bla, bla, bla…
Ik vind het veel lijken op de restanten van Skara Brae dat we vorig jaar in Schotland bezochten. Dat waren ook de restanten van een eeuwenoude nederzetting maar dan een echte.
We zoeken Pluscamp Saltstraumen (400 Nkr) op waar we een nachtje blijven. Vanuit hier kunnen we mooi het Saltstraumen fenomeen meemaken. Dat doen we vanaf de enorme brug waar we net overheen zijn gekomen en die vlak naast de camping ligt.
Vier keer per dag baant zich met het getij een enorme hoeveelheid water zich een weg door de 150 meter smalle zeestraat in Saltstraumen. Met een gemiddeld getij verschil van 3 meter stroomt er dan 400 miljoen kubieke meter zeewater doorheen. Vandaag ging dat met 9 knopen (17 km/uur) maar bij volle of nieuwe maan kan dat wel 20 knopen (37 km/uur) worden.
Door de snelheid en de smalle doorgang ontstaat er in het water draaikolken of maalstromen. We staat boven op de brug met een mooi zicht op dit natuurfenomeen. De Noorse tv zend het af en toe live uit en dan kijken wel een miljoen Noren. Je kunt het ook nu live bekijken. Op foto’s is het moeilijk te zien. Daarom een kleine timelapse en een filmpje dat de stroomsnelheid laat zien. Tegen deze getijdesnelheden valt niet te (wad)lopen.
Om elf uur ’s avonds stroomt het water uit. De zon is nog niet onder dus we gaan nog een keertje kijken. Het is zo mogelijk nog mooier en woester dan vanmiddag. Tegen half twaalf zien we de zon achter de berg verdwijnen maar echt donker wordt het hier nu nooit.
Vrijdag 31 mei
Salstraumen – Bodo (30 km)
In een half uurtje rijden we naar de haven in Bodo om over te steken naar de Lofoten. Dit is een overtocht die je wel kunt boeken (in tegenstelling tot de ponten) en daarvoor betaal je dan wat extra. Je kunt er ook voor kiezen om in de rij te gaan staan want de helft van de plekken op de boot kun je boeken en de andere helft is voor de mensen die zonder boeking komen. Hiervoor kun je dan in de rij gaan staan en hopen dat je meekunt. Anders moet je op de volgende veerboot wachten. Ik hou niet van die onzekerheid dus ik betaal gewoon (813 Nkr). Ook omdat ik zie dat bijna alle geboekte plaatsen van de afvaarten vandaag al bezet zijn. Om elf uur vertrekken we.
De overtocht duurt ongeveer drieënhalf uur en er zijn voldoende lekkere stoelen met uitzicht dus die tijd komen we wel door. Na een uur of drie komen de Lofoten in zicht. We hebben onze missie voltooid. De komende twee weken gaan we hier besteden.
Noot:
Gereden routes, campings en bezienswaardigheden vind je op deze kaart.
Leuk hoor! Zeker om te lezen!
Wat leuk om jullie weer te volgen! Je schrijft enthousiast en met humor!
Mooie foto’s en een prachtig verhaal voor ons veel herkenning van onze trip naar de Noordkaap Geniet van de Lofoten
Ik kijk regelmatig om te zien of er weer een nieuwe aflevering is. En die was er weer. Fijn. Wat een prachtige reis en jullie treffen het enorm met het weer, zo te zien. Ben benieuwd naar het vervolg.
jullie genieten en wij ook van foto’s en verhalen.
Je hebt geluk gehad met die valpartij op de rotsen. Dat was zeker even schrikken! Laten we hopen dat de schaafwonden snel genezen
Eventueel kan je ook bij Svartisen het bootje nemen, en dan een kleine 3 kilometer wandeling naar de voet van de Svartisen Gletsjer. Onderweg of op de terug weg kan je in het restaurant nog wat eten of drinken. Ook kan je deze 3 kilometer nog een eland van dichtbij bekijken en een kus geven, als je dat durft.
Een kleine 5 km. na de Saltraumen is ook Godøystraumen waar een een fantastische uitzicht heeft over het fjord naar Bodø en de andere kant het Saltenfjord. Hier is ook de afslag via de oude weg van Kystriksveien 17. De nieuwe Kystriksveien 17 gaat door 2 tunnels en geopend in 2009, voor je het weet ben je al op de rondtonde van weg 80 tussen Fauske en Bodø. Anders is de oude weg 17. Kans op Elanden spotten is zeer groot in de avond en ochtend. Er zijn diverse plekjes met uitzicht over het fjord voor campers.
Ook is onderweg in Godøynes het Arctic Kramer Hutje te huur op Airbnb, of vraag het aan mij Louis Kramer ik woon hier dus.
Als je deze weg blijft volgen kom je nog langs een klein strandje en rijd door het dorp Løding tot je ook weer eindigt op de weg 80 tussen Fauske en Bodø.
Dit is dus ook het einde van Kystriksveien 17 in het noorden.
Bodø heeft ook diverse mooie plaatsen waar je zeker eens minstens een dag of meer kunt besteden. Ook een bezoek aan Kjerringøy een eiland ten noorden met een gratis veerboot verbinding is zeker ook nog het bezoeken waard met een openluchtmuseum van de Handelstad op Kjerringøy.
Ook naar boven op de uitzichtpunt van Rønvikfjellet is gemakkelijk gemaakt voor campers. Hier staat ook het Wood Hotell een splinternieuwe hotel dat op 17 mei geopend is. Met restaurant en uitzicht voor iedereen over Bodø en omgeving en ook de eiland met zelfs Lofoten. Ook is hier een zwembad boven op het hotel, ook voor toeristen die niet overnachten in het hotel. Hier boven op is ook de mogelijkheid om naar het nog hogere Keizervarden te lopen.
Beneden zie je Bodø met de luchthaven en ook de aanleghaven van diverse Cruise schepen en de hurtigruten en de veerboot naar de Lofoten.
Bodø is dus niet alleen de haven naar de Lofoten maar heeft meer. Is in 2024 de Cultuur hoofdstad van Europa.
Het is een opeenvolging van mooie uitzichten. Ik kan me goed voorstellen dat dit IJsland wellicht van z’n eerste plek stoot?!