Gereden routes, campings en bezienswaardigheden vind je op deze kaart.
Dinsdag 25 juni
Grantorpet – Byxelkrok (252 km)
We rijden verder naar het eiland Öland, dat ten zuidoosten van het vasteland van Zweden ligt. Tot 1972 kon je hier alleen met een pont heen. Tegenwoordig is er een zes kilometer lange brug die de oversteek wat gemakkelijker maakt. Als fietser mag je daar niet overheen en als je de brug ziet, dan snap je ook waarom. Voor fietsers is er een pendelbus. Eenmaal op Öland ontkom ik niet aan een eilandgevoel. Texel komt het meest in de buurt.
Öland (Eilandland) is het een na grootste (Gotland is de grootste) eiland van Zweden. Toch is het maar 137 kilometer lang en 16 kilometer breed (gemeten op het breedste deel). In oppervlakte iets kleiner dan de provincie Utrecht. Ondanks zijn formaat is het een grote favoriet van de Zweden. Elke jaar gaan er miljoenen hierheen waaronder het Zweedse koningshuis. Ongeveer 90% van die mensen gaat naar de hagelwitte stranden in het noordelijke deel. Want Öland heeft de meeste zonne-uren van heel Zweden. Wij gaan ook eerst het noordelijke deel doen. Dat van de zon lijkt wel goed te komen de komende dagen.
Het landschap is hier bijzonder. Daarom is een deel ook Unesco Werelderfgoed. Op weg naar het noorden bezoeken we Byrum’s Raukar. Weer en wind boetseerden de overhangende kliffen hier tot grillige rotsformaties in de vorm van pilaren (Rauk in het Zweeds, stacks in het Engels, in Nederland komen ze niet voor. Ik ken er geen Nederlands woord voor. Ook struikel je hier over de fossielen. 480 miljoen jaar geleden lag dit gebied iets onder de evenaar. Het kalksteen werd hier laag na laag gevormd, elke 1000 jaar een millimeter. Vooral veel (pijl)inktvissen zijn in die lagen gevangen en af en toe een trilobiet. Helaas zitten ze allemaal vast en je mag ze niet uitbikken. Als je geluk hebt, vind je een los fossiel op het strand tussen de miljoenen steentjes. Ik speur me suf maar ga toch met lege handen huiswaarts.

Bovenin Öland ligt een plaatsje met de prachtige naam Byxelkrok. Daar zoeken we camping Tokenas (300 SEK) op. Het is prachtig weer en we hebben een fijn plekje met gras, zon en schaduw. We blijven even lekker luieren maar ’s avonds lopen we toch even naar de kust die hier maar 200 meter vandaan ligt. Want we worden getrakteerd op een prachtige zonsondergang. Heel mooi om te zien maar tot laat in bed zie ik nog de zwarte vlekken voor mijn ogen. Gelukkig heb je daar met een timelaps geen last van.
Woensdag 26 juni
Fietstocht noord-Öland (48 km)
Vandaag maken we een fietstochtje om de kop van het eiland. Ik houd niet van fietsen om het fietsen dus we hebben onderweg nog wel wat te doen. Zo zijn er verschillende geocaches waarvan de eerst wel een uitdaging is. We denken een makkelijke vondst te hebben maar vinden alleen een bordje met Gefopt. Toch moet hij hier ergens liggen want hij is recent nog gevonden. Onder een steen is de hint maar het zijn allemaal stenen hier. Visueel is hij dan ook niet te vinden maar als je voelt dan heb je hem zo. Ze hebben een plank beplakt met stenen en hem daar onder gelegd.
Onze tweede stop is Länge Erik, de 32 meter hoge noordelijke vuurtoren van Öland. In 1848 gebouwd van het lokale kalksteen samen met wat huisjes voor de vuurtorenwachter en zijn assistent. In eerste instantie brandden ze koolzaadolie in de lamp. Dat was veel werk voor de vuurtorenwachter en zijn assistent. Het werd beter toen er in 1884 overgeschakeld werd op parafine. Ook werden er lenzen en spiegels toegevoegd voor een sterker licht. In 1906 kwam er een nieuw lenzenstelsel en werd de roterende lens in een badje van kwik gezet om de wrijving te verminderen. In 1946 kwam de elektrische lamp en in 1976 is hij automatisch gemaakt en verviel de functie van vuurtorenwachter. Uiteindelijk is er in 1991 een lampje op het balkon gezet die de hele santenkraam verving. Zo simpel kan het dus ook. Ik wordt altijd blij van vuurtorens dus we nemen even de tijd om hier rond te kijken.
Daarna fietsen we door naar het Trollenbos. Zo genoemd omdat de bomen grillige vormen hebben gekregen door weer en wind. Het is een groot gebied en er wordt veel gebruik van gemaakt. De Zweedse vakanties zijn al een tijdje geleden begonnen en die miljoenen Zweden willen ook wel eens wat anders dan bakken aan het strand. We lopen een klein rondje door dit bos om een geocache op te pikken. Helaas zitten er mensen op het bankje waar hij onder zit. Deze cache laten we dus maar even liggen maar we hebben toch een indruk gekregen van het Trollenbos.

Door de bossen fietsen we terug naar de westkant van Öland en dat is heel fijn. De temperatuur is alweer ruim boven de 25 graden en in de zon is het te warm.

We hebben er een alarm voor gezet want we willen nogmaals van de zonsondergang genieten. Die kun je nu eenmaal nooit genoeg zien. Elke keer is hij toch weer net even wat anders. En voorlopig krijgen we hem zo mooi niet meer.
Donderdag 27 jun
Byxelkrok – Ottenby (147 km)
We gaan naar de zuidkant van Öland en dat doen we zoveel mogelijk via wegen aan de oostkant van het eiland. Want de weg aan de westkant hebben we op de heenweg al gehad. Bij Borgholm steken we toch weer even door. We willen het kasteel van Borgholm zien. En daar zijn er twee van. Paleis Solliden staat in het stadje, wat tevens de hoofdstad van Öland is, en dat is tegelijk het optrekje van de koninklijke familie. Die kun je ook bekijken maar dat doen we niet. En dan heb je nog Borgholm Slott, het oude kasteel dat inmiddels een ruïne is.

We worden eerst geconfronteerd met een monument voor Karl XV, opgericht door zijn jachtmaatjes want hij was zelf ook een jager, net als zijn voorvader Johan III. Die maakte het wat bonter want in zijn tijd (16e eeuw) was het bon-ton om een jachtgebied te hebben. En met een jacht-eiland maakte je het helemaal. Dus je importeert wat herten uit Engeland maar het vervelende is dat de boeren er last van hebben en ze ook graag jagen. En het is nog vervelender dat die boeren bomen omhakken voor de kachel. Dus je verbied die beide dingen gewoon. Dat de boeren dan naar het vasteland moeten voor brandhout en dat hun gewassen opgegeten worden is dan jammer maar helaas. Pas in 1801 werd deze beperking opgeheven.
Kasteel Borgholm werd in de dertiende eeuw gebouwd door Magnus Ladulas. Omdat Öland niet geheel Zweeds was, is het kasteel ook periodes in handen geweest van de Denen en de Duitsers en dat ging niet altijd zonder kleerscheuren. In 1523 was het een ruïne. Maar Johan III (ja, die van het jagen) had een plek nodig voor zijn geschoten geweien en maakte er weer een mooi Renaissance kasteel van. Dat heeft er een tijdje gestaan maar bij de Kalmar-oorlog (17e eeuw) wisten ze het weer aardig stuk te maken. Dat is eigenlijk nooit meer beter geworden en in de 18e eeuw is het verlaten. Een vuur en de tand des tijds hebben het gemaakt tot wat het nu is. Alhoewel er wel steeds pogingen gedaan zijn (en nog steeds doen) het te behouden. Je kunt het overigens van binnen bekijken maar ik denk dat een ruïne van binnen niet anders is dan een ruïne van buiten.
Wij rijden verder zuidwaarts en komen bij Lerkaka een soort van Ölandse kinderdijk tegen. We hebben de molentjes al meer gezien maar nog niet eerder 5 op een rij. Tot halverwege de negentiende eeuw waren er meer dan 2.000 windmolens op het eiland. Bijna iedere boerderij bezat een windmolen om het eigen graan te malen. Don Quichotte zou hier overspannen raken.

Ze kwamen in twee types; Bij de Duitse variant draaiden ze de hele molen om hem in de wind te zetten. Bij de Hollandse variant werd alleen de kap gedraaid. Tegenwoordig zijn er nog ongeveer 350 over. Veel hebben ze gewoon weg laten rotten en nog steeds wordt er weinig aan gedaan. Het zou me verbazen als er over 50 jaar nog meer dan 25 staan.

Bij Eketorps fort blijven we wat langer hangen. We kopen zelfs een kaartje (125 SEK) om naar binnen te mogen en het is zeker de moeite waard. Het is een volledig uitgegraven en opnieuw opgebouwd fort. Uit de opgravingen is gebleken dat Eketorp in fasen is gebouwd, in de IJzertijd en gedurende de Middeleeuwen.
Bij het restaureren zijn gebouwen uit alle drie de fasen toegevoegd zodat je nu een mix van alle stijlen kunt zien. Er is een interessante app die veel informatie geeft, Gelukkig in het Engels want ze hebben in het minder toeristische zuiden wel de neiging alleen Zweeds te gebruiken.
Overigens ligt Eketorps fort in een gebied dat ze Stora Alvaret noemen. Het is een Unesco World Heritage Site omdat het een uniek landschap is. De ondiepe, blootgestelde kalksteenbodem heeft door de eeuwen heen geleid tot alvars – open, droge heidevelden. Maar ook de landbouwgronden, die al eeuwen op dezelfde manier gebruikt worden en wat van de lintdorpen behoren tot het beschermde gebied. Het is met deze hitte een gortdroog gebied met kort gras en een kalkstenen bodem. Er groeien dan ook ontzettend veel bijzondere planten. En er lopen verschillende wandelpaden doorheen.

En klein stukje verder zetten we de bus op Ottenby Vandrahem & Camping (295 SEK) wat nog een uitdaging is. We vinden een mooi plekje in de schaduw maar zodra je uitstapt wordt je belaagd door duizenden vliegen. Uiteindelijk zetten we hem toch maar in de zon waar je maar last heb van honderden vliegen. Dit probleem stellen we even uit want we stappen eerst op de fiets om naar de zuidelijke vuurtoren te gaan.
Eerst komen we langs de muur van Koning Karl X Gustav die in 1653 gebouwd is. Dat was ook weer zo’n gekke koning die het beste met zijn onderdanen voorhad. De Engelse herten deden net als de konijnen en het werden er veel te veel. Toen de boeren hierover klaagden bij de koning, kwam hij met een briljante oplossing. We bouwen een muur van de oostkant van het eiland naar de westkant. En nog beter, jullie boeren mogen dit doen. Dat is wat je noemt een sigaar uit eigen doos. En het hielp ook nog niet eens want de herten sprongen er gewoon overheen. De muur staat er nog steeds.
Via een van de vele nationale parken van Öland fietsen we naar het zuidelijkste puntje. Daar staat de Länge Jan, met 41,6 meter, de hoogste van Zweden. De naam Långe Jan is afgeleid van de middeleeuwse kapel Capella Beati Johannis of St. Johannes (Jan). Deze kapel stond hier dichtbij en werd na de Reformatie afgebroken. De stenen van de kapel werden gebruikt voor de bouw van Länge Jan.
Eerst was het een open kolengestookte vuurtoren, met opslag voor steenkool in de binnenste drie kamers, waarvan de bovenste bedoeld was voor het vuurtorenpersoneel. Het huidige lantaarn- en lenssysteem kwam pas in 1907. Het werd witgekalkt in 1845 en ergens in het laatste deel van de 19e eeuw kreeg het een ring, eerst rood maar daarna veranderd in zwart. In 1948 werd de stroom aangesloten. Tegenwoordig is Länge Jan onbemand en volledig automatisch.

Hierna fietsen we terug naar de camping. Het vliegenprobleem lijkt opgelost, blijkbaar hebben ze iemand anders gevonden om lastig te vallen. Het leek een rustige reisdag maar is uiteindelijk aardig gevuld geworden.
Vrijdag 28 juni
Ottenby – Sölvesborg (223 km)
We besluiten om toch verder te reizen. Het eerste plan was om hier in het zuiden nog een dag te blijven maar er zijn weinig fietsroutes en wandelen op de Stora Alvaret zien we niet zitten. Met de huidige temperaturen is het als lopen in de woestijn. Voordat we Öland verlaten zijn er toch nog twee plekken die we graag willen bezoeken.
De eerste is het Gettlinge gravfält. Het is het grootste kerkhof uit de IJzertijd en zou je een soort van openluchtmuseum van verschillende typen graven kunnen noemen. Er zijn grafheuvels, een soort van schipbegraving, stenen cirkels, een tricorn graf, staande kalkstenen platen en gewone graven Van de 200 verschillende graven zijn er ongeveer 25 onderzocht. Het is een magische plek om even te zijn en je tussen de stenen te begeven.
Op Öland zijn ontzettend veel historische overblijfselen te vinden. Onze volgende stop is ook weer iets uit de oudheid. Het is een steen met runen. Was het in Noorwegen vaak speuren naar de tekens en figuren in de stenen, hier hebben ze het met rode verf ingevuld zodat je het goed kunt zien.
De Karlevi Steen is bijzonder. Erop is een gedicht in drottkvätt geschreven. Dit is een gedicht om een hoofdman te eren. Het vertelt van de Koning op de zee en sterk in de strijd. Hij wordt vergeleken met Odin, een van de belangrijkste Scandinavische goden. De steen is waarschijnlijk beschreven in het jaar 1000, tijdens de overgang van het heidense naar het Christelijke geloof.
Vertaald staat er dit op:
This stone is placed in memory of Sibbi the Good, Fuldarr’s son, and his retinue placed on … …
He lies concealed,
he who was followed
by the greatest deeds (most men knew that),
a chieftain (battle-tree of [the Goddess] Þrúðr)
in this howe;
Never again shall such a battle-hardened sea-warrior (Viðurr-of-the-Carriage of [the Sea-king]
Endill’s mighty dominion ( = God of the vessels of the sea) ),
rule unsurpassed over land in Denmark.

Een paar dagen geleden kwamen we bij Lerkaka ook al een runensteen tegen. Daar stond geen bordje bij maar hij is minstens net zo mooi. Er zijn niet alleen runen in verwerkt maar ook mythologische beesten. De tekst leest hier als
Ólafr and Gamall and Saxi raised this stone in memory of Unn, their father. Geirvé had these monuments (raised) here in memory of her husbandsman. Ólafr avenged Féar-Unn (Rich-Unn) at Mon(?). Unn owned here half the village.

Dit soort vondsten vinden we prachtig. En op Öland zijn er nog veel meer te vinden. Reden om nog een keer terug te gaan want Öland is zeer de moeite waard gebleken. We gaan de zes kilometer lange brug weer over en rijden een stuk naar het zuiden. In Sölvesborg gaan we kamperen op de golfbaan (200 SEK). Niet op de stukken gras waar ze die balletjes slaan, maar op het terrein van de golfclub. Het blijkt dat er bij veel golfclubs faciliteiten zijn om te overnachten. Eigenlijk is het voor mensen die hier komen golfen maar anderen mogen er ook staan. Er is een kleedruimte met douches en er zijn wc’s. Meer hebben we niet nodig. Het is hier een drukte van belang en er is genoeg te zien.
We zitten vlakbij het stadje en via een 750 meter lange fiets/wandelbrug (een van de langste van Europa) kunnen we er vrij vlot komen. Het centrum heeft iets meer uitstraling dan de meeste centra die tegen kwamen, je zou het haast gezellig kunnen noemen. Op de Grote Markt staat een beeld op de fontein die voor Instagram te gewaagd zou zijn. Maar de lokale Zweden kijken er niet meer van op of om. We eten een ijsje en lopen terug naar de golfbaan. En om te bewijzen dat we niet alleen maar mooi weer hebben, hier moeten we een half uurtje naar binnen vluchten voor de regen. Tot laat in de avond klinkt het getik van de balletjes.
Zaterdag 29 juni
Sölvesborg – Ystad (105 km)
Die golf-lui zijn vroege vogels. Ik hoor de grasmaaier om half zes al langs komen en als we om zeven uur naar buiten kijken worden de eerste stokken al uit de tassen getrokken. Het is dan ook prachtig weer vandaag en omdat we vandaag maar een klein stukje moeten rijden, blijven we tot na twaalven op ons plekje in de zon hangen.

Daarna rijden we naar iets boven Ystad en zetten de bus op Frederiksbergs Kursgård & camping (250 SEK). Morgenochtend hebben we om half negen de veerboot naar Bornholm. Dit is een Deens eiland in de Oostzee waar Mevr. van de Veeke vele vakanties in haar jeugd heeft doorgebracht. En dat is wat wij daar ook gaan doen; vakantie vieren.
We zijn moe van het reizen en het hoofd loopt over van de indrukken. Dus uitslapen, lezen, koffie drinken en waarschijnlijk ook wel wat fietsen en stadjes bekijken. En vakantie betekent ook dat ik even vakantie neem van de blog. Het is leuk om te doen en het helpt de herinneringen consolideren maar het is ook wel een uitdaging om elke avond anderhalf tot twee uur bezig te zijn met het verslag.
Dus je leest nu de laatste woorden van deze reis. Bedankt voor de belangstelling en tot een volgende keer.
Gereden routes, campings en bezienswaardigheden vind je op deze kaart.
Goed gedaan Hans, het is mooi geweest.
Weer een mooi en inspirerend verhaal Hans. Knap ook dat je daar elke avond zo veel tijd in steekt!
Geniet nu nog maar even van de laatste blogvrije vakantiedagen samen met Saskia.
Als jullie weer thuis zijn gauw maar eens afspreken! Groetjes ook aan Saskia. Wij zijn bijna weer thuis na 5 weken testcamperen🙂🙃
Geniet nog van je vakantie en bedankt voor je leuke verhalen
Geniet nog van jullie vakantiedagen!
Bedankt voor het mogen meereizen.
Genoeg inspiratie gekregen.
Groet, Anja
Geniet van Bornholm. Saskia zal je ongetwijfeld wat leuke plekjes laten zien, zoals Hammershus. Leuke plaatsjes en mooie stranden ook. En ze heeft vast nog wel wat verhalen te vertellen over Gyvelhuset. Bedankt voor je verhalen.
Hennie & Ad
Wat een mooie eiland met veel bijzonderheden Prachtig . Dank voor het meelezen en geniet nog van jullie vakantie
Bedankt Hans voor al je zorgvuldig geschreven tekst. Ik lees altijd met een glimlach of schaterlach om de humor maar ook, en dat vooral met interesse ivm de geschiedenis.
wat een werk moet dat zijn
Öland trekt me ook, ik denk dat we daar heen gaan zodra we weer naar Zweden gaan.
heb een heerlijke vakantie verder en eenmaal thuis, wel thuis!!
en wie weet tot binnenkort! Norg heeft straks weer folly’s!
👋👋
Het waren weer mooie verslagen met veel prachtige foto’s. Bedankt weer en nog een fijne vakantie.
Ja, ik sluit me en bij de vorige schrijvers aan. Prachtig verslag. En wat lijkt oland veel op Bornholm. Maar dat gaan jullie zo meemaken. Heel veel plezier aldaar!
Lekker genieten van je vakantie Hans! Ik heb echt van je verhalen en foto’s genoten! Wat een prachtige reis! En wat hebben jullie ook mooi weer erbij!
Ik heb weer genoten van je blogs én alle informatie.
Het is zeker veel werk, maar daardoor goed te volgen.
Ik onthou je route in ieder geval voor een volgende vakantie.
Geniet van een vakantie zonder blogs op Bornholm!
Bedankt Hans voor de mooie verhalen en prachtige foto’s. We hebben er weer van genoten. En nu weer gezond in Baflo arriveren!