Heen en weer (1)

Wij zijn hier aan de oever van een machtige rivier
De andere oever is daarginds, en deze hier is hier
De oever waar we niet zijn noemen wij de overkant
Die wordt dan deze kant zodra we daar zijn aangeland
En dit heet dan de overkant, onthoudt u dat dus goed
Want dat is van belang voor als u oversteken moet
Dat zou nog best eens kunnen, want er is hier veel verkeer
En daarom vaar ik steeds maar vice versa heen en weer

We hebben dit jaar nog niet gefietst. Dat wil zeggen we zijn nog niet met de fiets meerdere dagen onderweg geweest. En dat kan natuurlijk niet. Want we willen niet onze streak, die al vanaf 2003 loopt, onderbreken. Er is geen gelegenheid om een lange reis te doen maar een tochtje in Nederland zit er altijd wel in. We fietsen graag met een thema en deze keer doen we een ode aan een van de kassakrakers van Drs. P. (ik hoop alleen dat het met ons anders af gaat lopen).

Het is lastig iets nieuws te vinden in Nederland wat we nog niet gefietst hebben. Maar met de nationale veerpontjestourfietsroute (levert vast een dubbele woordwaarde op bij scrabble) is dat toch gelukt. Nu heeft elke provincie wel een pontjesroute maar deze loopt van Leeuwarden naar Maastricht, heel Nederland door. Aangezien wij altijd eigenwijs zijn, gaan we van zuid naar noord. Temeer omdat ik de onzekerheid van de treinreis maar liever meteen heb gehad. De uitspraak ‘een mens lijdt het meest door het lijden dat hij vreest’ is dan ook een tegeltje in mijn hoofd. De route is ongeveer 500 kilometer. Ik schaaf hem her en der wat bij en deel hem in etappes van ongeveer 75 km.

De route loopt via 49 pontjes. Zelf zou ik nog wat moeite hebben gedaan om dit aantal toch op 50 te brengen maar de auteur denkt daar anders over. Overigens sjoemelt hij wel een beetje want twee pontjes heb je niet nodig voor de route maar neem je – Drs. P indachtig- alleen heen-en-weer. Waarbij het bij ons ook nog zo is dat één van deze twee in september niet vaart. Dus maak je borst maar nat want er gaan foto’s van 48 pontjes langs komen. Misschien worden het wel 49 of alsnog de glorieuze 50 want we fietsen daarna ook nog van Leeuwarden naar Baflo en hopen dan ook nog ons pontgehalte te verhogen.

Gezien het tijdstip van het jaar, de grilligheid van het weer in Nederland maar vooral omdat Mevr. van der Veeke een koukleum is, hebben we niet gekozen voor de tent maar voor overnachtingen bij Vrienden op de Fiets (VodF). Je levert daar wel een stuk vrijheid voor in maar daar krijg je wel voor terug dat je met minder bagage reist en bij regen niet nat in een natte tent hoeft.

Donderdag 5 september

Als treinreizen met de fiets (en bagage) soep zou zijn, dan ben ik een vork. Niet mijn hobby dus. Maar in dit geval wel de meest efficiënte manier. En omdat Mevr. van der Veeke ‘s ochtends nog een afspraak heeft, kunnen we ook nog niet op tijd weg. Met een vertrektijd van tien voor twaalf komen we om half vijf aan in Maastricht. Het laatste half uur lopen we dan het risico om uit de trein geknikkerd te worden omdat je tussen vier uur en half zeven geen fiets mee mag nemen. Zelfs als je er al in zit dan kun je nog eruit gezet worden bij het eerstvolgende station na vier uur.


Gelukkig is Mevr. van der Veeke iets vroeger terug waardoor we een trein eerder kunnen nemen. Maar daarmee wel met een extra overstap.

Tot Utrecht loopt het volgens plan ondanks de krappe overstaptijden. In Utrecht zouden we 22 minuten tijd hebben om van spoor 8 naar spoor 18 te komen maar door een kapotte trein voor ons wordt dit gereduceerd tot drie minuten. ‘Onhaalbaar’ dacht ik maar het lukt toch vanwege wat geluk met de liften. Zo komen we dan iets over vier aan in de hoofdstad van Limboland. Het moeilijkste gedeelte van de reis achter de rug. Nu hoeven we alleen nog maar weer naar huis te fietsen.

Bij ons VodF adres kunnen we pas na vijf uur aankomen. Dus we moeten -heel vervelend- wat tijd stuk slaan op een terras. Die vinden we aan de Maas en met bier en bitterballen is al het leed geleden. Voor eten gaan we op zoek naar ons vaste wok-to-go adres op de Markt. Maar hij heeft dat to-go wat te letterlijk genomen en is er niet meer. Na wat omzwervingen komen we bij een Vietnamees terecht die ook goed kan goochelen met verse groenten en noedels.

Inmiddels is het laat genoeg om bij Mevr. S. aan te bellen. Ze woont iets buiten het centrum en heeft een prachtige studio met een nog mooiere tuin voor ons. En dat vind ik het mooie van VodF; je weet nooit waar je terecht komt maar het is vaak een prettige verrassing. De avond brengen we in serene contemplatie door met Instagram en Facebook. En morgen weer op de fiets. Iets waar we verlangend naar uitkijken.

Vrijdag 6 september: Maastricht – Haelen (78 km en 5 pontjes)

We zijn lekker op tijd op pad. Eerst nog een stukje door Maastricht maar al snel zitten we langs de Maas en erover. We zullen vandaag veel van kant wisselen, soms via een brug maar ook een aantal malen met de pont. Onder een grijze lucht gaan we noordwaarts en we komen ’s ochtends weinig fietsers tegen. Pas in de middag is de grijze plaag wakker en wordt het drukker op de fietspaden.

We passeren Borgharen en Itteren. De dorpen zijn hier klein en de kerken (er zijn er vaak meerdere) zijn hier groot in het Rooms-katholieke Limburg. Ook struikel je onderweg over de vele kapelletjes. Allemaal hebben ze een bijzonder Mariabeeld. Vaak gevonden in de Maas. Het lijkt wel of ze gewoon af en toe zo’n beeld in de Maas donderen om gevonden te worden. Deze beelden hebben vervolgens ook nog magische helende krachten zodat er ook meteen een wonder aan gekoppeld kan worden. Want een wonder trekt vervolgens weer pelgrims zoals we later in Heppeneert zien.

Voor ons maakt het allemaal niet uit. We zien graag kerken, kapelletjes, wonderlijke Mariebeelden maar ook de Maas. Bij Geulle aan de Maas komen we langs kasteel Geulle dat er met de spiegelende gracht als een plaatje bij ligt. En in Geulle staat natuurlijk weer een grote kerk waar de bisschop, alleen door te bidden, de waterstand in de Maas kon laten stijgen.

Bij Geulle komen we ook het eerste pontje tegen met de naam Jung II (wat er met de I gebeurd is weet niemand). De schipper is blij ons te zien, blijkbaar heeft hij nog niet veel te doen gehad. Het is een gratis pontje maar een donatie is welkom. Aangezien mijn kleinste contante hoeveelheid €20 is, moet hij het zonder onze donatie doen (net als de volgende drie pontjes). Mocht je de route doen, neem dan wat kleingeld mee want deze mannen (ik heb geen vrouwelijke schippers gezien) verdienen het.

Inmiddels zijn we in België maar we zien niet veel verschil met Limburg. Misschien dat daarom ook de Limburgers vaak gekscherend reservebelgen worden genoemd. We maken een koffie, schampen langs Maasmechelen en komen langs een gedenkplaats van den doodendraad. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd langs de grens tussen Nederland en België (ook langs de Maas) een hek met draden gespannen waar een flink voltage op stond. Zoveel prik dat aanraking de dood betekende. Vandaar de naam.  Meer dan 850 mensen overleefden de elektrische schok niet.

We gaan door naar ons tweede pontje van vandaag die Hoal Euver II heet (wederom is er weinig bekend van I). Het is een zogenaamde gierpont die de energie van de stroming gebruikt om heen en weer te komen. Je kunt hem herkennen doordat er vaak een paar roeibootjes met kabels in het verlengde van de rivier liggen. In een zucht zijn we over en fietsen weer in Nederland.

Dat is maar van korte duur want het maar een klein stukje naar ’t Veerke die ons weer naar België overzet. De schipper moet nog even oefenen want zijn manier van aanmeren doet de vullingen in mijn kiezen schudden.

We blijven hierna een tijdje in België. De Maas is niet langer alleen een rivier. We zien ook stukken met grote meren. Soms zijn deze gevormd door zand- en steen afgravingen. Vroeger werd dat puur commercieel gedaan maar tegenwoordig mag dat alleen nog als er een ecologisch belang bij is. We komen langs zo’n afgraving waarbij een happer telkens een hoeveelheid gelijk aan een vrachtwagen uit de plas neemt en dat wordt via banden afgevoerd naar een scheidingsinstallatie. Imposant om te zien.

Ondanks de goede berichten over Maaseik laten we het toch links liggen. De dreigende luchten en de wens om het gevoel, van in de natuur te zijn vast te houden, wegen zwaarder. We fietsen door Aldeneik heen en komen bij de Willy Claes, voorlopig het laatst gratis pontje. Daarmee verlaten we België voor de laatste keer.

Stevensweerd is als een eiland in de Maas. Het is een oud vestingstadje en we gaan er expres doorheen in plaats van omheen (volgens de route). Die moeite hadden we ons kunnen besparen want ze maken zich op voor de kermis en het feest dit weekend. Straten zijn afgesloten met lelijke hekken en overal staat blik geparkeerd. Het enig mooie dat we van Stevensweerd zien is een prachtige muurschildering.

We passeren Maasbracht, Linne en Herten en komen bij het laatste pontje van de dag. Biej Ol Euver verbindt een druk watersportgebied met een luxe camping. Misschien dat we daarom ineens €5 moeten betalen voor een korte overtocht. Als je deze pont neemt moet je even goed kijken naar de vaartijden. Hij gaat namelijk niet elke dag maar omrijden is gemakkelijk.

Inmiddels ben ik best wel moe en Mevr. van der Veeke heeft de lamp ook al aardig uit. Gelukkig is het nog maar een kleine tien kilometer naar Haelen waar Mevr. K. een kamer voor ons heeft. Met bank, stoelen en eigen badkamer. En met een bekende muffige geur die kamers bij oudere mensen altijd hebben. Maar ze verzorgt ons goed. We worden ontvangen met thee, koekjes en kussentjes op de tuinbank waar we even bij kunnen komen. We moeten oppassen dat we niet in slaap vallen. Na de douche gaan we het dorp in en vinden een plekje bij een bomvolle Griek waar het super-aardige personeel ons een heerlijke maaltijd voorzet. Ze moeten alleen nog leren dat het voorgerecht beter vóór het hoofdgerecht geserveerd kan worden. Terug in de kamer moeten we moeite doen om wakker te blijven. Het was een mooie eerste dag maar vermoeiend. Dat heeft dan wel weer het voordeel dat we zo in coma liggen. Morgen wordt het zonnig en 28 graden. Misschien kan de korte broek dan wel aan.

Zaterdag 7 september 2024: Haelen – Boxmeer (86 km en 10 pontjes)

Die comateuze slaap viel wat tegen. Vooral Mevr. van der Veeke had last van de mufheid, had ruzie met het kussen en kon niet wennen aan de ouderwetse deken en laken in plaats van een dekbed. Dus enigszins gebroken staan we op. Het riante ontbijt van Mevr. maakt echter veel goed. En wat we overhouden mogen we meenemen met de lunch dus de boodschappen kunnen we overslaan.

Vandaag hebben we tien pontjes op het programma staan. We fietsen Haelen uit en komen in Buggenum langs de imposante kerk. Weer een onevenredige verhouding tussen dorpsgrootte en kerkgrootte. Vandaag hebben we meer steenslagpaden en off-road. Via zo’n pad komen we om half tien bij veerpont Vogelvlucht in Neer. Je zou verwachten dat het logo dan een vogel is, maar het is een vis. Deze pont heeft eeuwenlang een verbinding onderhouden maar was halverwege de 20e eeuw gestopt. In 2002 vonden ze dat toch jammer en zijn ze weer begonnen met varen. Het pontje begint pas om 10 uur te varen dus we hebben nog tijd om een koffie te maken. Stipt om 10 uur gaan we aan boord en zijn daarmee de eerste klanten van de dag.

Langs de Maas en soms door de velden gaan we op weg naar de volgende pont en daar hoeven we maar vijf kilometer voor te fietsen want die is bij Kessel. Dit is weer een grote naamloze (Beesel-Kessel) waar ook auto’s op kunnen maar die zijn er op dit tijdstip nog niet. Het is er wel een pont met een verhaal. In 1944 werd de veerman door de Duitsers gedwongen over te steken maar dat wilde hij niet want de pont was verkeerd geladen. Met een geweer onder je neus kun je toch wel overtuigd worden. Maar hij had gelijk en het veer kapseisde en iedereen verdronk in de Maas.

Gelukkig komen wij met droge voeten aan de overkant en fietsen door naar Baarlo. Daar ligt weer een gierpont die ons naar Steyl brengt. Steyl is een imposant kloosterdorp waar we eerder zijn geweest. Hier worden missionarissen opgeleid die naar alle uithoeken van de wereld worden gestuurd. Er is een prachtig missie-museum waar alle spullen in staan die de missionarissen mee terug namen van hun reizen. De meest interessante zijn de voodoo-beelden die ze uit donker Afrika mee namen.

We passeren Tegelen en komen door Venlo. Dat wordt aan de Maas gedomineerd door luxe flats met prachtige uitzichten. Het is hier ook vreselijk druk want iedereen lijkt aan het fietsen geslagen. Het is ook één grote Duitse invasie want je ziet alleen maar Duitse auto’s en om je heen wordt alleen maar Duits gesproken. Wat in 40-45 niet lukte doen ze nu nog even dunnetjes over. Wij worstelen ons door de drukte, halen 100 Duitsers in en melden ons bij de (wederom naamloze) pont van Velden naar Grubbenvorst.

Grubbenvorst is weer zo’n dorpje dat je niet vergeet door de enorme kerk. In dit geval vind ik het een bijzonder bouwwerk en niet meteen lelijk. Inmiddels is het lunchtijd geworden en we hebben besloten dat we nu warm willen eten. Dus we zoeken een terras op en gaan voor de dagschotel. Voor Mevr. van der Veeke betekent dat een champignonburger en voor mij een pan gevuld met heerlijk mosselen. Een feestmaal!

Maar goed, uiteindelijk moet er wel weer verder gefietst worden anders komen we er niet. Bij Lottum zitten we alweer op een grote pont die ons overzet naar Lomm. We hebben niet veel geluk met de ponten want ook deze vaart vlak voor onze neus weg. Elk nadeel heeft zijn voordeel want nu kunnen we telkens wel even uitrusten. De temperatuur begint zo langzamerhand alweer tropische waarden te bereiken en dat merken we zeker met het fietsen.

Maar twee kilometer verder gaan we alweer over de Maas. Bij Arcen gaan we een nauw straatje in die ons aan de Maas brengt. Daar ligt de electroveerboot Arcen. En we zijn niet meer alleen want half Duitsland staat hier ook om naar de overkant te gaan. Uiteindelijk waren zij ook de reden dat het pontje lang niet gevaren heeft. Na de Tweede Wereldoorlog stopte dit pontje na eeuwenlang in gebruik geweest te zijn. Pas in 2014 werd de pont, met een toeristische functie, weer in gebruik genomen. Wij weten ons aan boord te dringen en kunnen meteen mee. De schipper is een stagaire. Zijn eerste aanlanding mislukt maar hij deed al wel de klep omlaag. Iedereen kreeg daardoor natte voeten. Aan de overkant stond ook een rij maar na deze capriolen kozen vele eieren voor hun geld en nemen de pont verderop.

Want de volgende pont ligt weer twee kilometer verderop bij Broekhuizen die ons weer naar het noorden van Arcen brengt. Dat is weer een grotere gierpont. Vaak is zo’n pont alleen bemand door de schipper. Hij start de overtocht en gaat dan langs de passagiers voor de betaling. Meestal lukt dat net voor hij weer achter het stuur moet voor de aanlanding.

Om bij pont nummer acht te komen is een uitdaging. Halverwege blijkt de route ineens te zijn afgesloten zonder dat we hier borden voor hebben gezien. We moeten dus weer een paar kilometer terug fietsen en via een andere weg komen we Wellerlooi waar de pont met de naam Kobus ons naar Blitterswijck overzet. Deze roeiveerpont werd jarenlang gevaren door Kobus Vissers totdat hij verdween (de pont, niet Kobus) in 1957. Pas in 2002 is hij als toeristische voet- en fietsveer weer in gebruik genomen. En toen kon er natuurlijk maar één naam gekozen worden. Het is maar een klein pontje waar we de eerste keer niet mee kunnen door de drukte.

Hierna hebben we weer een lang stuk om te fietsen. We verlaten (eindelijk) limboland en komen in Brabant (maar niet voor lang). Via de pont Festina Lente worden we weer naar de andere kant van de Maas gezet. Sinds 2001 is het een gemotoriseerde kabelveerpont. Ondertussen zijn we al behoorlijk moe en verhit maar we moeten nog een stukje. En wat dan niet meehelpt is dat er alweer een omleiding is. We kunnen niet via het pad langs de Maas maar moeten via de N271 naar Afferden. Gelukkig hebben we wel wind mee.

In Afferden hebben we de laatste pont van de dag die Pierre II heet (we denken inmiddels dat er geen ponten zijn die als nummer I hebben). Bijna hadden we hem weer net gemist maar de schipper zag ons aankomen en deed de slagboom nog even omhoog zodat we toch nog mee kunnen. Hij is onze held van de dag. Ondertussen komen we alsnog weer in Limburg en een stuk verderop weer in Brabant, waar we nu voorlopig blijven. Hierna persen we het laatste stukje naar Boxmeer er nog uit. In het centrum zoeken we eerst een terras op om het vocht aan te vullen. Ook kunnen we eindelijk toegeven aan de vermoeidheid. Want 85 kilometer met deze temperaturen gaat je niet in de warme kleren zitten.

Daarna zoeken we onze Vriend op de Fiets op. Ze hadden alleen nog maar de kamer met twee losse bedden beschikbaar dus onze verwachtingen waren laag. Maar het blijkt een prachtige B&B te zijn in een historisch pand waar we een hele fijne kamer hebben met een eigen badkamer. De ontvangst van Mevrouw H. is heel hartelijk en gastvrij. We douchen en mogen daarna –in hun tuin- op heerlijke stoelen onze bammetjes van Mevr. K. opeten. Ze komen er gezellig bij zitten en we hebben leuke gesprekken terwijl de vleermuizen om ons heen de muggen afvangen.

38 gedachten over “Heen en weer (1)

  1. Willem zegt:

    Wat weer een prachtig verhaal Hans. Ik mis, gezien de hoge temperatuur de bloemetjesjurk van Mevr. Van der Veeke😉. In het filmpje van Drs.P zag ik opeens ons brandweerbusje van het Lab het pontje op rijden. Prachtige nostalgie.

  2. Dory Abrahamse zegt:

    Weer leuk om te lezen!
    Dit jaar heb ik samen met mijn zus de fietsroute Zuiderzee gefietst. Toen hadden we ook VoF adressen gebruikt. Een mooi alternatief voor de tent.

  3. Magda zegt:

    Ik dacht , ik zal ff een paar regeltjes lezen. Niet gelukt . Heb je hele verhaal in 1 ruk uitgelezen. Hoe mooi. Ga alles opslaan en volgend jaar zien we dan wel. Bedankt om het te delen 🙏

  4. Joop zegt:

    Ik ben helemaal blij om weer een verslag van jullie te lezen van een fietstocht. En een reis met veel pontjes maakt het helemaal af voor mij. Goeie reis.

  5. H.M zegt:

    Wat een leuk verslag 👍🏼. En wat leuk een pontjes route.
    Wij hebben 2 x het Pieterpad gefietst 1 x van Noord naar Zuid en 1 x van Zuid naar Noord met wat extra kilometer er tussenin geplant.
    Maar het boekjes is besteld en komt hopelijk morgen in de brievenbus.
    Dus voorjaar 2025 gaan wij de pontjes-route fietsen.

  6. Liedeke zegt:

    Wat een mooie route. En ja, altijd een zak met kleingeld mee. Ik heb meegemaakt dat de schipper van onze veerpont in de buurt mensen liet staan die niet met kleingeld konden betalen….. 😉 Het ging om 50 cent pp.

Leuk als je reageert