Alle genoemde plekken kun je vinden op deze kaart.
Cargèse
Zaterdag 26 april – De vogels fluiten, de zon schijnt, de lucht is blauw en we zijn uitgerust om weer op pad te gaan. Vandaag belooft de route nog spectaculairder te worden dan de afgelopen dagen. We moeten natuurlijk weer de hoogte in en de hoeveelheid bochten liegt er weer niet om, maar daarvoor krijgen we mooie uitzichten terug op de bergen en de zee.
De eerste stop is het dorpje Cargèse dat wat Grieks aandoet. En dat klopt ook wel want in de 17e eeuw kwamen er 600 Grieken die op de vlucht waren voor de Ottomaanse vervolging. En die moesten hier onderdak krijgen. Een soort asielzoekerscentrum. Ging hier ook niet helemaal goed maar de Griekse invloeden zijn nog altijd zichtbaar. Bijzonder is dat dit twee grote kerken opleverde in het dorp, zodanig opgesteld dat ze naar elkaar lijken te loeren. De ene is een Rooms-Katholieke en de andere een Grieks-Orthodoxe. We nemen in beide even een kijkje binnen maar de bling-bling-wedstrijd wordt toch echt gewonnen door de Grieks-Orthodoxe. Prachtig zoals die versierd en beschilderd is. Er schijnen ook nog wat, uit Griekenland meegebrachte, relikwieën te liggen maar alles blinkt en glimt er zo, dat ik die niet eruit kon halen.
In de diepte zien we de haven liggen die waarschijnlijk vroeger een vissersvloot had maar tegenwoordig alleen maar luxe jachten. In het dorpje is het een gezellige boel. Op de stoepen zitten mensen koffie te drinken en de kleurrijke huisjes lijken extra hun best te doen in het zonlicht. Het is erg leuk om hier even rond te lopen.
Piana
Via steeds smallere wegen komen we in Piana wat eigenlijk de ingang naar de Calanques is. Daar kom ik straks op terug. Piana zelf is een aardig dorpje maar ook niet meer dan dat. Parkeren met de bus in het dorp is er lastig dus dat doen we aan het begin en dan lopen we een stukje naar het centrum dat gedomineerd wordt door de kerk met de vierkante toren. In een kwartiertje loop je het dorp rond. Ze hebben nog mooie oude huisjes en straatjes maar dat is het dan ook.
Calanques
Ik kan geen superlatieven bedenken voor het stuk tussen Piana en Porto. Dit zijn de Calanques de Piana en het landschap is als een strijkstok die mijn ziel bespeelt. Het is dan ook Unesco Werelderfgoed. Grillige pieken, diepe kloven en steile wanden vullen het beeld. En dat alles in een rode kleur (die op de foto er niet echt uitkomt).
Miljoenen jaren zijn er nodig geweest om tot deze vormen te komen. Zon, wind en regen hebben het geduldig geboetseerd tot het schouwspel dat het nu is. Ik kijk mijn ogen uit maar ik moet ook goed op de weg letten want die wordt smaller en smaller. Gelukkig hebben we weinig tegenliggers en als ze er zijn dan is er wel een inhammetje waar we elkaar kunnen passeren. Ik zou hier niet graag in het hoogseizoen rijden want dan zal het wel een gekkenhuis zijn. Er wordt dan ook afgeraden om met een camper deze weg te doen.
Porto
We eindigen in Porto waar wel vier campings zijn dus het is een populair gebied. Wij kiezen voor Les Oliviers (€25,90), een terassencamping met hele steile weggetjes. Je kunt vanuit hier boottochtjes langs de Calanques maken en er zijn ook veel wandelingen in de omgeving. We wandelen de twee kilometer naar het epicentrum van Porto aan de kust en zijn daar toch wel teleurgesteld over wat we daar vinden. Ja, er staat weer een mooie Genuese toren maar daar is het ook mee gezegd. Voor de rest is het 80% horeca/hotel en 15% souvenirwinkel. In de winter is het hier leeg en woont er een handjevol mensen maar in de zomer wordt het overlopen door mensen die hier willen duiken, wandelen, fietsen en bootje varen. En dat is dan ook de aantrekkingskracht van Porto, niet het bruisende centrum.
We kijken wat rond, klimmen even boven naar de toren voor het uitzicht en zoeken dan een terras op. Het is koningsdag in Nederland en Mevr. van der Veeke wil wat oranjes drinken. Ik bestel per ongeluk (dat kan…ik wees een klein biertje aan maar ze kwamen met een grote) een halve liter amberbier. Het is dorstig weer en zelfs te heet om in de zon te zitten. Maar in de schaduw zitten we goed en laten het leven in Porto aan ons voorbijtrekken. Dat is op dit moment maar weinig. Daarna moeten we weer twee kilometer naar de camping teruglopen op dat moment heb ik spijt van de halve liter. Maar wie zijn billen brandt moet op de bladeren zitten dus ik sleep me naar huis. We komen langs een Thai en die geeft ons (tegen betaling) een maaltje mee naar huis. De bus heeft niet zo’n mooie plek maar we hebben vandaag een eigen tuintje waar we heerlijk zitten om eerst de Thai weg te werken en dan de roes uit te slapen. Het was weer een mooie dag.
Galéria
Zondag 27 april – We hadden vandaag een wandeling op het programma staan maar de weersvoorspelling is slecht. Daarnaast lijkt het erop dat de Gorges de Spelunca) een kloof waar je mooi kunt wandelen) nog steeds afgesloten is. Het tweede alternatief was een boottochtje om het landschap vanaf zee te zien maar in de regen lijkt ons dat ook geen feest. Dus we pakken in en vertrekken op tijd.
Het eerste deel van de route is hetzelfde als gisteren: spectaculaire landschappen, smalle wegen die zich als linten door de bergen slingeren, en bochten – eindeloos veel bochten. Gelukkig is het zondagochtend en lijkt de wereld nog te slapen; we komen vrijwel niemand tegen. Af en toe een koe, loom en onaangedaan op de weg. Het gevoel hier te rijden is nauwelijks te beschrijven. Je moet het ervaren. Ik heb een paar uitzichten voor je en een kaartje dat laat zien hoe we zigzaggend door Corsica trekken. En natuurlijk: Mevrouw Van der Veeke heeft weer een filmpje gemaakt.
Met een gemiddelde snelheid van 30 km per uur schiet het niet op. Pas na een hele tijd bereiken we Galéria. Tijd voor een pauze. Het dorpje stelt weinig voor – een paar huizen, wat werkverkeer, en een stille sfeer.
Ook hier wordt er gewerkt aan de voorbereiding voor het toeristenseizoen. Ondanks het kiezelstrand, dat vandaag vooral bezet wordt door koeien, verwacht men toch bezoekers. Er worden boottochtjes en duikexcursies aangeboden in het kristalheldere water.
Calvi
We rijden in een half uurtje naar Calvi. Eindelijk wat rechte wegen en niet te veel hoogteverschillen. We zoeken camping Bella Vista (€28) op en lopen in twintig minuten naar het centrum. Op de een of andere manier had ik weinig verwachtingen van Calvi maar het blijkt een grotere mondaine stad te zijn waar je zomers over de koppen kunt lopen en de haven vol ligt met kapitale jachten. Het is een van de meest populaire toeristenplaatsen van Corsica. Komt misschien ook door het vliegveld wat er naast ligt en de stranden. De boulevard langs de kade wordt gedomineerd door restaurants en cafés terwijl in de straatjes daarachter genoeg te winkelen is.
En dan heb je nog de citadel. In Ajaccio was dat puur een militaire basis maar hier is het een ministadje binnen de muren. We klimmen naar boven en komen eerst een beeld van Columbus tegen. Maar wacht… dat was toch die Spaanse ontdekkingsreiziger? Dat klopt maar Calvi claimt dat hij hier geboren is. – en hopen stilletjes op een stroom nieuwsgierige toeristen. Een claim die betwijfeld wordt (hij is in Genua geboren), maar goed. Ze zetten gewoon een beeld van hem neer, misschien trekt dat nog wat toeristen aan. En ze bedenken een geboortehuis voor hem. Een mooi gebouw? Welnee. Een vervallen hoekje met wat stenen volstaat blijkbaar.
Dat is het dubbele van Calvi. Het is mondain en duur. In de haven ligt voor miljoenen maar het achterstallig onderhoud en het verval van de gebouwen is overal zichtbaar. Boven de luxe restaurants aan de boulevard zitten krotten van huizen. De citadel ademt vergane glorie: afbladderende muren, verroeste hekjes en een doordringende geur van vocht en stof. Het huis van de held Columbus is gereduceerd tot een tuintje onkruid met wat stenen.
Toch is het leuk om er rond te lopen. De straatjes met de hoge gebouwen, de pleintjes met klinkertjes en de prachtige uitzichten die je aan alle kanten hebt. We komen ook nog een paar Franse soldaten tegen uit het Vreemdelingenlegioen (herkenbaar aan de witte mutsen). En natuurlijk gaan we ook even de Église St-Jean-Baptiste in waar weer een zwart Christusbeeld te vinden is. Overigens is beneden in het ‘lage’ dorp ook nog een felgekleurde kerk die, met haar roze en witte tinten, zo uit een zuurstokfabriek lijkt te komen.

Al wekenlang struin ik souvenirwinkeltjes af, op zoek naar miniatuur-vuurtorens voor mijn verzameling. Corsica telt er meerdere, dus ik hoop er minstens één aan mijn collectie toe te voegen. (Wil je me ooit blij maken? Neem zo’n miniatuurtje mee – wel gebaseerd op een echte vuurtoren graag.) Tot nu toe vond ik niets. Maar dan, in het hoekje van een stoffig winkeltje, zie ik er ineens een staan: een model van de vuurtoren van het eilandje Giraglia, boven Corsica. Klein, wit, rank. Een prachtige vondst.
We sluiten ons bezoek aan Calvi af met een biertje in de haven. Veel te duur natuurlijk, maar wie weet: misschien draagt het bij aan de restauratie van Columbus’ geboortehuis. Of in elk geval aan de lokale economie.
Vol
Maandag 28 april –
We hadden voor vandaag zoveel op het programma. We wilden L’Île-Rousse bezoeken en een wandelingetje naar de vuurtoren maken. Onderweg wilden we ook nog een stukje van de Strada di l’Artigiani (Route des Artisans) meenemen. Deze loopt langs een aantal dorpen waar nog steeds producten op ambachtelijke wijze worden gemaakt. Daarna wilden we het binnenland in, om de Ascovallei te bekijken en misschien een dagje te wandelen.

Maar dat doen we allemaal niet. Het hoofd zit zo vol dat het overloopt. Misschien wat blasé, maar ik heb de smalle straatjes met keitjes en granieten huizen nu wel even gezien. We gooien het plan om en rijden in één keer door naar Corte. Als we dan nog ruimte in het hoofd hebben voor één stad, dan is het Corte. Je ziet wel waarom. Daarnaast zitten we bij Corte dicht bij twee kloven (la Tavignano en la Restonica), waar we mooi kunnen wandelen en/of fietsen. Dat kunnen we allemaal doen vanaf camping U Sognu (€26,50). Een kleine, ouderwetse camping zoals alle campings er 30 jaar geleden uitzagen. Nog met Franse stap-wc’s maar ook een gewone pot. Zij het dan dat die hetzelfde formaat heeft als die bij ons in de kleuterscholen staan. De camping wordt op een no-nonsense manier gerund door een Corsicaanse Margaret Thatcher. Daar kunnen we prima mee overweg, en onze plek is prachtig. Een fijn vooruitzicht om een paar dagen niet te hoeven verkassen.
Vallée de la Restonica

Voor vandaag hebben we maar één activiteit op het programma staan: een wandeling van een kleine zeven kilometer. Maar daar doen we wel bijna vier uur over.
We zitten aan de ingang van het dal van La Restonica, waar natuurlijk de rivier La Restonica doorheen stroomt. Het is een populair wandelgebied. Tot 2023 kon je een heel stuk het dal in rijden om daar te gaan wandelen. Vooral de wandeling naar de bergmeren Mellu en Capitellu was populair. Vanaf het einde van de weg was het vier uur lopen (heen en terug). Maar in 2023 heeft een storm hier vreselijk huisgehouden. Delen van de weg en een brug halverwege zijn weggespoeld. Heel 2024 was het dal afgesloten. Vanaf dit jaar kun je er weer terecht. Met de eigen auto kom je tot een kwart van het dal. Een shuttlebus (vanaf 2 mei) gaat tot de helft (waar de brug was). Maar dat betekent wel dat de populaire wandeling naar Mellu en Capitellu nu acht uur duurt. Daarnaast wil men het maximaal aantal bezoekers gaan reguleren. Niet alleen hier, maar ook op andere populaire plaatsen. Want het wordt gewoon te druk. Ik vind dit een goede zaak.
Wij houden het vandaag wat simpeler. Vanaf de camping kunnen we naar Punta di Corbo lopen. Dat is ongeveer 450 hoogtemeters. Het is dan ook iets meer dan wandelen, want via een stenig pad tussen de bomen door klimmen we continu omhoog. Ondertussen is er van alles te zien, horen en ruiken: mooie uitzichten op Corte, maar ook dichterbij. Mestkevers die aan het knikkeren zijn, prachtige vlinders en insecten. En om de haverklap schieten hagedisjes voor je uit. Op de top eten we een Frans croissantje en dan gaan we weer naar beneden. Dat is minstens zo inspannend als omhoog, omdat het steil gaat. Elke voetstap moet je goed neerzetten, want een uitglijder hier heeft iets meer gevolgen dan thuis.
Bij de rivier eten we onze bammetjes. En vandaag hebben we ook een soepje mee. Daarna lopen we langs de weg en de rivier terug naar de camping. Voordeel is dat dit makkelijk loopt, maar ik loop toch liever zonder verkeer (alhoewel het niet storend is; er komt maar een handjevol auto’s en motoren langs). Al met al een heerlijke dag, door de inspanning en het visuele spektakel. Maar de kers op de taart was toch wel het lekkere weer. Het lijkt wel vakantie.
Corte
Woensdag 30 april – Vandaag bezoeken we Corte. Omdat dit ooit de hoofdstad van Corsica is geweest, lijkt het me een mooi moment om wat te vertellen over de geschiedenis van het eiland.
Corsica is al sinds de Bronstijd bewoond. Van ongeveer 200 voor tot 600 na Christus hadden de Romeinen hier het voor het zeggen. Na hun vertrek ontstond er ruimte voor nieuwe machthebbers. In de 11e eeuw nam Pisa de controle over, gevolgd in de 13e eeuw door Genua. Van beide overheersers zijn nog altijd sporen terug te vinden. Genua liet citadellen bouwen en een keten van wachttorens langs de kust aanleggen om het eiland beter te beschermen tegen piraten.
Halverwege de 18e eeuw begonnen de Corsicanen – al dan niet met geweld – meer vrijheid te eisen. In 1746 nam Jean-Pierre Gaffory de citadel in en werd de leider van Corsica. Nadat hij vermoord werd, nam vrijheidsstrijder Pascal Paoli het over en in 1755 riepen ze hun onafhankelijkheid uit. Hun vlag werd La Tête de Maure, het profiel van een zwart hoofd met bandana en oorring. Aanvankelijk ging de bandana over de ogen, maar tijdens de onafhankelijkheidsstrijd werd die naar het voorhoofd geschoven – alsof ze het licht hadden gezien.
Corte werd uitgeroepen tot hoofdstad. De onderlinge vetes tussen clans kwamen tot een einde, en er werd zelfs een universiteit opgericht. De onafhankelijkheid hield echter niet lang stand. In 1768 droeg Genua het eiland over aan Frankrijk, dat al snel korte metten maakte met het verzet. Sindsdien is Corsica Frans, met slechts twee korte onderbrekingen. De universiteit werd meteen weer gesloten en Corte verloor zijn status als hoofdstad. Toch blijft het voor veel Corsicanen de ziel van het eiland en een krachtig symbool van hun onafhankelijkheidsstreven. Ook nu nog zijn er groepen, zoals het FLNC (Front de Libération Nationale de la Corse), die met geweld onafhankelijkheid proberen af te dwingen. De meeste Corsicanen steunen deze acties echter niet.
Veel van die roerige geschiedenis is nog steeds zichtbaar in Corte. Sinds 1981 is de universiteit heropend, met zo’n 5000 studenten verdeeld over acht faculteiten. We beginnen onze wandeling in de bovenstad, waar ook de citadel ligt – de enige op Corsica die niet aan zee staat. De ligging tussen verschillende valleien is prachtig, en vanaf de Belvedère is het uitzicht werkelijk ongeëvenaard. Door de hoogte (409 meter) is het er wat koeler dan aan de kust. De stad ligt strategisch tussen de grotere plaatsen, en dankzij het brede aanbod aan outdoor-activiteiten trekt ze veel toeristen.
We verbazen ons opnieuw over de gebouwen in de stad. Wat een vervallen boel. Zelfs in het toeristische hart staan huizen die ze bij ons allang zouden hebben afgebroken of opgeknapt. In sommige gevels zie je nog de kogelinslagen van vroegere gevechten. Er is ook een museum over Corsica, maar met dit mooie weer vinden we het zonde om binnen te zitten. Corte is niet groot: in een uurtje heb je de meeste straatjes wel gezien. In de benedenstad is wat meer te vinden qua winkels en horeca. Vooral Place de Paoli is een gezellig plein, ondanks het constante verkeer dat erdoorheen raast. Daar lunchen we voor het eerst ‘uit’. In de vroege middag zijn we alweer terug op de camping. Mijn boek lonkt – en na zo’n rijke geschiedenisles is het heerlijk om even in stilte weg te dromen.
Fietsen door het Restonica-dal
Donderdag 1 mei – Het is nog steeds prachtig weer, en dus besluiten we spontaan nog een dagje te blijven. We hebben een heerlijk plekje op de camping en er is hier genoeg te beleven. Vandaag staan we voor de keuze: een wandeling in het Tavignano-dal of een fietstocht. We gaan voor het laatste — die fietsen staan al veel te lang te verstoffen achter op de bus.
We besluiten richting het einde van het Restonica-dal te fietsen. Althans, zo ver als mogelijk, want als het goed is, ligt daar nog steeds de brug die in 2023 door noodweer is weggeslagen. Het positieve daaraan is dat het verkeer hier relatief rustig is. Volgens de borden mogen alleen wandelaars, fietsers en een shuttlebus verder dan Tuani, ongeveer halverwege. In de praktijk trekt men zich daar weinig van aan: auto’s en motoren passeren ons regelmatig.
Het eerste stuk is goed te doen. Maar uiteindelijk moeten we wel zo’n 600 hoogtemeters overwinnen in slechts 9 kilometer — dat is gemiddeld 7 procent stijging. En dat op onze Decathlon-fietsen. Dat red ik niet helemaal. Op de steilere stukken stap ik af en loop ik verder. Gaat net zo snel. Mevrouw Van der Veeke denkt daar anders over. Zonder met haar ogen te knipperen trapt ze stug door. Gelukkig heb ik af en toe een pauze nodig — alleen om een foto te maken, uiteraard. Dan kan zij ook even de benen strekken.
Uiteindelijk doen we er bijna twee uur over, maar dat komt vooral omdat het hier zó mooi is dat je na elke bocht wel even wilt stoppen om een foto te maken.
Op het verste punt zien we dat de brug inderdaad nog steeds ontbreekt. Het natuurgeweld de van storm heeft hier flink huisgehouden, en het lijkt erop dat herstel niet de hoogste prioriteit heeft.

We hebben een stokbroodje en wat beleg meegenomen, en dat eten we op het terras van een nog gesloten auberge. De eigenaar is nog snel even de boel aan het opschilderen voor het seizoen begint, maar hij heeft er geen moeite mee dat we even neerstrijken.
De terugweg is een feest. In de 9 kilometer naar beneden hoef ik maar drie keer te trappen. Alle opgebouwde potentiële energie komt nu als een cadeautje terug. Wat een heerlijke rit.

We vertrokken zonder plan, met alleen een baguette en een idee — en kregen er een adembenemende tocht voor terug. Het Restonica-dal heeft ons niet alleen flink laten zweten, maar ook betoverd met zijn ruige schoonheid en rust. Morgen trekken we weer verder, maar deze dag nemen we mee. In de benen, maar vooral in ons hoofd.
Bonifacio opnieuw
Vrijdag 2 mei – Van tevoren had ik een lijstje gemaakt van dingen die ik wilde zien of doen op Corsica. Van dat lijstje kunnen we min of meer alles afvinken, al hebben we een paar dingen niet gedaan. Komende zondag maken we de oversteek naar Sardinië vanuit Bonifacio. Vandaag rijden we daar alvast naartoe. Een rit van tweeënhalf uur, die we onderbreken met een boodschappen-survival in de E.Leclerc en een broodje aan het strand.

In Bonifacio willen we niet weer op die vreselijk slechte camping staan (L’Arguina), dus we zoeken een andere camping waar we ons ook nog een extra dag kunnen vermaken. Op een kwartiertje rijden van de haven vinden we Camping des Îles: een enorme camping waar ze nog met de voorbereidingen voor het seizoen bezig zijn. Het zwembad staat nog leeg, maar wij vinden in deze oase van rust een mooie, ruime plek waar we nog wel twee nachten kunnen doorbrengen. En ze hebben een wasmachine. Kunnen we meteen het beddengoed een keer wassen, want na drie weken ruikt dat wel erg vertrouwd.
Droog
Zaterdag 3 mei – Sommige mensen kijken naar drogende verf, anderen naar groeiend gras. Ik heb vandaag grotendeels besteed aan het kijken naar drogende was. Het zat namelijk zo: vandaag moesten we nog een was doen. Het dekbedovertrek werd jaloers op het onderlaken en wilde ook weer fris ruiken. Dus die, en nog wat andere dingen – waaronder de pyjama’s – gingen in de wasmachine. We hadden gerekend op hetzelfde zonnige weer als gisteren, maar dat bleek een wens die niet uitkwam. Het was niet alleen bewolkt, maar ’s middags zou het ook gaan regenen. En daar zit je dan met je natte spul. Dus: redden wat er te redden valt. Om de zoveel tijd alles maar achterstevoren opgehangen. En ondersteboven. En binnenstebuiten. Of een combinatie ervan. Daar kun je best druk mee zijn. Afijn, de regen bleek uit niet meer dan een paar druppels te bestaan. En alles is droog geworden.
Dus tegen een uur of drie zijn we hier toch nog maar een rondje gaan lopen, Er zijn hier meerdere strandjes en bij allemaal nemen we een kijkje. De Plage du Piantarelle, Plage du Petite Sperone en de Plage du Grand Sperone. Vooral de laatste twee liggen mooi beschut. Voor ons was het niet het weer op aan het strand te gaan liggen. Maar dat hield anderen niet tegen die er gewoon in zwemkleding lagen te droogzwemmen.
Tot ziens Corsica
Zondag 4 mei – Om half één gaat de boot. Ik heb via DirectFerries geboekt en dat was niet zo handig. De vertrektijd is al twee keer verzet en communiceren met hen gaat alleen via een chatbot met het IQ van een Neanderthaler. Volgende keer boek ik lekker rechtstreeks. Dat is goedkoper en betrouwbaarder. In elk geval zorgen we dat we op tijd in de haven zijn, en dat is goed. Het opstelterrein is een postzegel en we staan redelijk vooraan. ‘Een mens lijdt dikwijls ’t meest door ’t lijden dat hij vreest’ – en dat geldt ook hier weer. Alles gaat goed, zij het dat ik achteruit de boot op moet rijden. Maar dat wist ik niet, dus daar heb ik maar even leed van gehad.
Het is een kleine ferry die maar twee keer per dag gaat. De boot naar Texel is groter. Bij het wegvaren zien we Bonifacio ook nog even vanaf het water. Het is een mooi uitzicht en de lange trap is duidelijk te zien. Het is een mooi afscheid van dit eiland. Corsica was geweldig, maar we zijn klaar voor nieuwe avonturen op Sardinië.

Alle genoemde plekken kun je vinden op deze kaart.
Met plezier gelezen.
En wat is het er mooi!
De was maakte me aan het lachen en respect voor Saskia! zonder blikken en blozen stijl omhoog! 💪
Net zo fijne tijd op Sardinie gewenst!
Dank je Marjan. Jullie veel plezier in Zweden. 🌲🌲🌲🌲🌲
Weer genoten Hans!
Sardinië schijnt nog mooier te zijn!
Vraagje; welke fietsen hebben jullie mee?
Dank je Anja. De vraag heb ik privé beantwoord.
Prachtig verhaal en mooie foto’s. Ook de filmpjes van mevr van der Veeke mogen er wezen. Het lijkt mij een prachtig eiland. Leuk te lezen dat je het betreft de kracht in de benen het verliest van Mevr.
Goede reis en blijf allebeide gezond!
Het is daar inderdaad erg mooi Willem. En jij moest ook maar eens met Mevr. van der Veeke gaan fietsen. En dan zonder ondersteuning 🫣
Een herkenbaar verhaal over de was 😅.
Weer leuk om jullie verslag te lezen!
Dank je wel Dory.
Jullie hebben fietsen van de Decathlon. Is dit ivm het gewicht?
Nee hoor. Voor de prijs. Voor één vakantiefiets koop ik 15 decathlon fietsen. We zetten ze overal neer en als ze dan gestolen zouden worden dan is dat vervelend maar niet onoverkomelijk. Als mijn vakantiefiets weg zou zijn dan is die lastig vervangbaar.