Vrijdag 26 oktober - Mont St. Michel - St. Hilaire-du-Harcouet
We
mogen vandaag een half uurtje langer uitslapen. Het ontbijt is pas
om half negen. Gelukkig hebben we vandaag ook maar 40 kilometers op
het programma staan, dus dat komt mooi uit. Bij het ontbijt maken we
kennis met de vrouw des huizes. Een wervelwind is er tam bij. Ik
krijg medelijden met de man, die ook nog ziek is. Hij leeft
overigens nog steeds, ondanks de voorspellingen van Ria dus we
moeten gewoon afrekenen.
Dan door naar Mont St. Michel. Hoe dichterbij we komen, des te
indrukwekkender het wordt. We kunnen doorfietsen tot de ingang van
de stad. De hele toegang gaat op de schop en ze maken er een mooie
promenade van waar het water onderdoor moet gaan. Ook in de stad
wordt veel restauratiewerk verricht.
Over Mont St. Michel is het volgende te vertellen:
Mont
Saint-Michel werd destijds gesticht door de heilige Aubert rond 700,
die op de berg in eenzaamheid en verbondenheid met de natuur en de
zee kwam bidden. Volgens de legende zou de Aartsengel Michaël
verschenen zijn aan de heilige Aubert, die visioenen kreeg over een
kerk op de rots. St. Michaël beval de monnik om daar een kerk te
bouwen, en de monnik begon in 708 aan de kerk op de rotspunt, dicht
bij de kust, te bouwen. In 709 was de kapel af en konden er 100
mensen in. In de loop van de tijd bouwden de monniken daar een
klooster op en vergrootten de kapel tot een kerk. In de 9e eeuw en
de eerste helft van de 10e eeuw was er maar alleen een klooster op
het rotseiland. Het kon bereikt worden met een sloep of een schip.
Dat was ook nodig voor de bevoorrading van het klooster. In 966
kwamen de Noormannen of beter, de Normandiërs op het rotseiland. Ze
bouwden onderaan en rondom het klooster op de rotshellingen,
woonhuizen. De bekeerde Normandiërs woonden daar voortaan met hun
gezin. De Benedictijnen mochten er blijven. De stenen waarvan de
kerk en het klooster gebouwd werden, kwamen van de eilanden Jersey
en Guernsey, die op 22 km van de rots liggen. De kloosterlingen en
inwoners van Avranches kapten de stenen van de eilanden en brachten
ze per schip tot aan de voet van de rots. Een groot raderwiel dat
binnen de kloostermuur aan de westkant stond, werd rondgedraaid door
4 à 5 personen, om de bouwstenen langs de rotshelling naar boven te
hijsen. Dit grote rad is nu nog altijd te zien in het klooster.
Vanaf het ontstaan van de Mont Saint-Michel was de rots altijd
omgeven door de zee, ook als het eb was. Maar rond 1400, toen
Engeland in oorlog was met Frankrijk, werd het woud van Sissy, dat
voor de rots en langs de kust 40.000 hectare besloeg, voor een deel
afgebrand door oorlogshandelingen. Het dorp aan de voet van Mont
Saint-Michel werd verwoest en het klooster in brand gestoken, alsook
het woud. Het bos hield het zand tegen, dat met de bijna altijd
zuidwestelijke wind werd meegevoerd. Zo kon de Mont Saint-Michel
niet verzanden. Maar nadat het woud voor een groot deel verdwenen
was, begon de onverbiddelijke verzanding rondom de rots door de
voortdurende zeewind. Zo komt het dat het rotseiland nu in een “op
een woestijn lijkende” vlakte van zand ligt. Met springtij komt de
zee toch tot aan de voet van de rots. Het getij komt dan zeer snel
op. Een ruiter te paard had moeite om de vloed voor te blijven.
Niettemin blijft het erg ondiep. Na de springvloed is het erg
gevaarlijk om rond het rotseiland van de Mont Saint-Michel te
wandelen. Er ligt dan overal drijfzand. Na elke springtij verleggen
onderzandse riviertjes zich en de kans op wegzinken in het
verraderlijke zand is levensgroot. In 2009 zijn er zijn
werkzaamheden gestart om de verzanding ongedaan te maken.
Tegelijkertijd werd de parkeerplaats bij de voet van de berg
verplaatst naar een plek enkele kilometers voor het eiland. Tevens
werd de toegangsweg naar het eiland vervangen door een passerelle,
waarover toeristen met een pendelbus naar de ingangspoort van het
eiland kunnen worden vervoerd.
We zijn in een prima jaargetijde en op een mooie tijd in Mont St.
Michel. Van de drukte waar iedereen ons voor waarschuwt, merken we
weinig. We hebben even concurrentie van een buslading Japanners maar
die moeten met de gids mee de andere kant op. We dwalen door de
smalle straatjes tot boven aan het klooster. Die slaan we even over,
de €9 p.p. investeren we liever in koffie. Ik weet zelfs een aantal
foto’s te maken zonder mensen erop. En dat is volgens mij best
bijzonder hier. Uiteindelijk hebben we het wel gezien want hoeveel
steen kun je op een dag hebben? Voordat we gaan, nemen we eerst nog
een veel te dure koffie. Het is best koud vandaag en het buiten
zitten trekt niet zo.
De route loopt nog een stukje langs de kust. Langzaam zien we Mont
St. Michel in de verte verdwijnen. Als we voor een cache nog even
naar de kust moeten, dan zien we hem in de verte nog liggen.
Overigens is het hier behoorlijk gevaarlijk volgens een bord. Je
kunt hier in een gat vallen, verdrinken, door eenzaamheid overvallen
raken, door de bliksem geraakt worden en verdwalen in de mist. Wij
doen niets van dat alles en vinden gewoon de cache.
Daarna gaan we het binnenland in. Daar is nog een niet (door ons)
gevonden en een wel gevonden cache in Pontalbaut. De laatste van
deze reis. Hiervan krijgen we wel trek van dus we gaan op zoek naar
een restaurant. Die vinden we en in onze fietskleding zijn we
werkelijk een vlag op een modderschuit in deze chique gelegenheid.
Toch vinden ze het goed dat we hier eten en zelfs alleen een salade
nemen.
In de serie ‘niet gevonden’ verzamelen we ook het niet gevonden
fietspad. Weer loopt de route ergens in een weiland, dus we fietsen
er omheen en daar blijkt de voie verte ineens te liggen. Het voelt
weer als vanouds. Zoals we begonnen, zo eindigen we ook. Een
fietspad wat afgewisseld steenslag en modder is. Veel bomen eromheen
en paden vol met tamme kastanjes waar we doorheen rijden. En telkens
een stationnetje langs de weg.
Deze route brengt ons weer in St. Hilaire-du-Harcouet. Met de 47
kilometer van vandaag komen we op een totaal van ongeveer 500.
We zijn onder de indruk van Bretagne. Het is een prachtig deel van
Frankrijk om doorheen te fietsen. De binnenlanden met zijn
voie-vertes zijn een genot om te bereizen. De kustwegen zijn een
plaatje. De mensen zijn vriendelijk en het eten is elke keer een
hoogtepunt. Wat mij betreft is dit niet de laatste (fiets)vakantie
hier.
Statistieken
Kilometers : 47,9
Totaal : 498,7
Bewogen gemiddelde : 14
Totaal gemiddelde : 10,8

Klik op een foto hieronder om hem groter te zien. Je kunt daarna
bladeren met de pijtjestoetsen
Terug naar de fietssite van Hans