Zaterdag 26 april
Newcastle - Bellingham (78,4 km totaal 83,6 km)
After your first day of cycling, one dream is inevitable. A
memory of motion lingers in the muscles of your legs, and round and
round they seem to go. You ride through Dreamland on wonderful dream
bicycles that change and grow.
~ H.G. Wells The Wheels of Chance
We
zijn weer in Engeland. Bijna Schotland, als we wat van de weg
afwijken. Wat we morgen zeker gaan doen. Naar Schotland dan. Niet
van de weg afwijken.
Gisterenmiddag zijn we in IJmuiden op de
boot gestapt en na een nachtelijke overtocht zijn we vanochtend in
Newcastle weer van boord gegaan. Het begon al goed. Bij aanmelden
krijg je twee kaartjes. Een moet op de fiets. De ander is om de deur
van je hut te openen. Je begrijpt natuurlijk wel welk kaartje ik op
de fiets heb gedaan.
De hut ziet er net uit als vorig jaar. Toen
heb ik met de motor een week in Schotland gereden. Het was tijdens
die overtocht erg slecht weer. De wc-pot was mijn grootste vriend en
heb ik vele malen omarmd. De koelte van het porselein tegen mijn
voorhoofd brengt nog steeds rustgevende gedachten. Nog nooit eerder
was ik zo zeeziek. Ik houd van het leven maar toen wenste ik even
dat ik dood was.
Nu is de zee rustiger maar voor de echte rust
moeten we ver zoeken. Op elke plek waar we gaan zitten, wordt de
muziek harder gezet. Om ons weg te krijgen wordt zelfs een kwis en
een zanger ingezet. Uiteindelijk vinden we een rustig plekje in de
gang. Daar hebben we de avond doorgebracht met lezen. En chips. En
cider. Veel te duur natuurlijk maar gezien het geld wat we uitsparen
door een eigengemaakt boterhammetje te eten, kunnen we heel wat
cider en chips kopen. Buiten wordt het langzaam donker. En dan niet
het donker van de nacht, maar het donker van het weer. De zon waarin
we bij vertrek in hebben zitten braden is allang weer weg. Donkere
wolken, regen en af en toe een flits vergezellen ons naar Engeland.
Ook begint de boot meer te schommelen. Maar morgen is een nieuwe dag
en het weer kan nog alle kanten op. Met die gedachte zijn we in bed
gekropen.
En we worden niet teleurgesteld. De lucht kan niet
goed kiezen en is vele tinten grijs. Voorlopig is het nog droog als
we wegrijden. Het is een graad of 10 en de wind staat gunstig
vandaag. We hebben hem veel mee.
Op de fiets een grote stad
verlaten is altijd verrassend. Ook hier hebben ze een mooie groene
weg de stad uit. We horen de snelwegen om ons heen wel, maar we zien
ze niet. We volgen ‘the old wagonway’. Vroeger liep hier een
spoorlijn om steenkool naar de haven te vervoeren. Nu om fietsers
van de haven weg te vervoeren. Het duurt zeker een kilometer of tien
voor we de stad echt uit zijn maar dan zit je ook meteen in de
natuur.
We fietsen de eerste dagen de ‘Reivers route’, van oost
naar west. Volgens het boekje door ‘Some of the wildest and most
untouched countryside in the UK’. En dat moet ook wel want het woord
‘reiver’ betekent ‘plunderaar’. Vroeger woonden in dit gebied een
aantal bandieten waar de maffia bij verbleekt. Vee stelen,
kidnapping, afpersing en moord waren de orde van de dag in dit
grensgebied tussen Engeland en Schotland. Een familie was zo erg dat
hun naam (Graham) bij wet verboden werd. Vanaf toen heetten ze
‘Maharg’ (Graham achterstevoren) wat later McHarg werd. Maar nu zijn
er geen bandieten meer. We snappen ook wel waarom want de wegen zijn
soms zo abominabel slecht dat geen bandiet hier zijn brood kan
verdienen. We hebben soms asfalt, maar meer steenslag, grind, gras
of gewoon modder met plassen.

Het eerste deel is de weg nog redelijk goed. We komen eerst door het
natuurgebied ‘Wide open’. Het gerucht wil dat ze hier een obsceen
bord bij hebben gemaakt. We kunnen deze niet vinden. Daarna komen we
in het ‘big water nature reserve’. Tijd voor een kop koffie. Helaas
begint het nu te sputteren.
Daarom snel door naar Ponteland.
Hier wonen veel nieuwe rijken. Voor ons een reden om de bank te
beroven en de supermarkt leeg te kopen. Het is de laatste grote
plaats waar we vandaag (en morgen) doorheen komen.
Daarna ploegen we kilometers door modderwegen. Off-road tracks
noemen ze dat. Een voordeel is dat het wel lekker rustig is. In
Stamfordham eten we een broodje in de regen. Het is de laatste regen
van de dag. In de verte ziet het er vaak dramatisch uit, maar wij
komen af en toe zelfs in de zon. Matfen heeft een mooi kerkje. We
stoppen voor de foto.
Daarna gaan we het ‘wilde en onberoerde’
binnenland in. De wegen worden zogenaamde ‘gated roads’. Dat wil
eigenlijk zeggen dat je in een weiland rijdt, met soms een stukje
asfalt. Die weilanden zijn afgesloten met hekken om te voorkomen dat
de schapen weglopen.
We worden verrast in Thockrington. Het lijkt alleen te
bestaan uit een boerderij. De weg loopt over het erf. Maar als we de
bocht omgaan staat daar ineens, bovenop de heuvel, St. Aldan church.
Je kunt er alleen via het weiland komen en die moeite nemen we wel
even. Een mooie plek voor een kopje thee.
Iets verderop wordt een
kudde schapen over de weg naar de wei gestuurd. Ik maak een praatje
met de boer. Hij vraagt waar we heen gaan. ‘Ongeveer 15 kilometer
verderop naar Bellingham’ meld ik hem. Hij geeft aan geen idee te
hebben hoe ver dat is. Zijn verdere topografische kennis en
inschatten van afstanden is ook laag. Als ik hem vertel dat we uit
Newcastle komen, geeft hij aan dat we dus ongeveer halverwege zijn.
Gelukkig is dit niet waar.

Om in Bellingham (spreek uit ‘Bellin-jum’)te komen moet er nog veel
geklommen en gedaald worden. Zo zitten we boven de 250 meter en zo
weer op 100 meter. Maar het landschap is prachtig. Hier komen we
voor. Zo anders dan Nederland. En zo rustig. Ik voel me helemaal zen
worden.
Wat minder zen maar wel bezweet bellen we aan bij ‘Linden
Cottage’. Ondanks alle viezigheid die aan ons en de fietsen kleeft,
worden we hartelijk ontvangen. Een warme douche is heerlijk en we
eten goed bij ‘the Cheviot hotel’. Daarna gaan we nog even op zoek
naar ‘Cuddy’s Well’. Volgens de overlevering een bron die
geneeskrachtig werd toen St. Cuthbert dood in de kerk lag. Je kunt
je afvragen wat hij daar deed, en dood nog wel, maar dat doen we
niet. We willen alleen de bron zien. Saskia heeft een wondje aan
haar hand en ik wil van de brandnetelplekken af die ik vandaag heb
opgelopen tijdens het zoeken van de geocaches. Het duurt even, maar
we vinden hem. Of het geholpen heeft hoor je later.

Klik op een foto hieronder om hem groter te zien. Je kunt daarna
bladeren met de pijtjestoetsen
Terug naar de fietssite van Hans